BE1015799A6

BE1015799A6 - Steun voor de bevestiging van een accessoir op een plooibare arm.

Info

Publication number: BE1015799A6
Application number: BE2003/0630A
Authority: BE
Original assignee: Brustor Nv
Priority date: 2003-07-18
Filing date: 2003-11-24
Publication date: 2005-09-06
Also published as: EP1498556A1; US20050011044A1; US7117565B2

Abstract

Steun voor de bevestiging van een accessoir (3) op een plooibare arm (1), daardoor gekenmerkt dat deze steun (2) minstens één been (11) bevat dat met één uiteinde (13) is bevestigd op één van de met elkaar scharnierbaar verbonden uiteinden (6-7) van aangrenzende scharnierbare delen (4-5) van de plooibare arm (1).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Steun voor de bevestiging van een accessoir op een plooibare arm. De huidige uitvinding heeft betrekking op een steun voor de bevestiging van een accessoir op een plooibare arm. 



  Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een steun voor de bevestiging van een accessoir zoals een verlichtingsarmatuur, een ventilator of dergelijke, op een plooibare arm van een luifel, zonnescherm of dergelijke. 



  De uitvinding beoogt een steun die toelaat dat een accessoir op een plooibare arm wordt bevestigd en op de arm bevestigd blijft wanneer deze arm opengevouwen of samengevouwen wordt, één en ander zodat het accessoir samen met de arm opgeborgen kan worden en ook steeds op de arm gemonteerd kan blijven tijdens het gebruik van de plooibare arm in opengevouwen toestand, zodat het accessoir ten allen tijde gebruikt kan worden zonder dat het daarvoor eerst gemonteerd of geïnstalleerd moet worden. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een steun voor de bevestiging van een accessoir op een plooibare arm, waarbij deze steun minstens één been bevat dat met één uiteinde is bevestigd op één van de met elkaar scharnierbaar verbonden uiteinden van aangrenzende scharnierbare delen van de plooibare arm. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Bij voorkeur bevindt de steun zich in het verlengde of nagenoeg in het verlengde van de plooibare arm wanneer deze is opgeplooid, waardoor het accessoir op een plaatsbesparende manier in het verlengde van de plooibare arm opgeborgen kan worden wanneer de arm niet in gebruik   is.   



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een steun volgens de uitvinding voor de bevestiging van een accessoir op een plooibare arm, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: 
Figuur 1 schematisch en in perspectief een gedeelte van plooibare arm weergeeft die is uitgerust met een steun volgens de uitvinding waarop een accessoir is bevestigd ; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; figuur 3 de plooibare arm van figuur 1 weergeeft doch in opengevouwen stand; figuren 4 en 5 varianten weergeven van figuur 1; figuur 6 een opengevouwen luifel weergeeft met plooibare armen die voorzien zijn van een steun met een daarop gemonteerd accessoir;

   figuur 7 een bovenaanzicht weergeeft van de luifel van figuur 6, doch in opgeplooide toestand; figuur 8 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 7; 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 figuur 9 een variante weergeeft van figuur l; figuur 10 de variante van figuur 9 weergeeft, doch voor een andere stand; figuren 11 en 12 nog twee andere varianten weergeven van figuur 1. 



  In de figuren 1 en 2 is een gedeelte van een plooibare arm 1 weergegeven die voorzien is van een steun 2 voor de bevestiging van een accessoir 3, in dit geval van een lichtarmatuur. 



  De plooibare arm 1 bestaat in dit geval uit twee scharnierbare delen, respectievelijk 4 en 5, in de vorm van profielen of dergelijke, die elk met één uiteinde 6-7 scharnierbaar met elkaar zijn verbonden, waartoe deze uiteinden 6-7 zijn voorzien van een eindstuk 8-9 met oren waar doorheen een scharnieras 10 is aangebracht. 



  De steun 2 is in het weergegeven voorbeeld gevormd uit een elastisch staafvormig materiaal, zoals staal of dergelijke en is U-vormig uitgevoerd met benen 11-12 waarvan de vrije uiteinden 13-14 haaks zijn omgeplooid en waarvan de andere uiteinden 15-16 met elkaar zijn verbonden door een brug 17. 



  De steun 2 is op de plooibare arm 1 bevestigd doordat hij met elk van zijn omgeplooide uiteinden 13-14 gevat is in een boring 18-19 in elk van de met elkaar scharnierbaar verbonden uiteinden 6-7 van de plooibare arm 1, waarbij deze boringen 18-19 in dit geval evenwijdig, of nagenoeg evenwijdig, zijn met de voornoemde schanieras 10 en zich 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 bij voorkeur, maar niet noodzakelijk, op eenzelfde afstand bevinden van deze scharnieras 10. 



  De omgeplooide uiteinden 13-14 worden in axiale richting geborgen door middel van een borgring 20 of dergelijke. 



  De benen 11-12 kunnen gebogen of geknikt zijn zoals in het weergegeven voorbeeld, maar kunnen ook recht zijn of eender welke andere vorm vertonen en strekken zich bij voorkeur uit in het verlengde van de scharnierbare delen 4-5 van de plooibare arm 1, wanneer deze arm 1 is opgeplooid, zoals weergegeven in figuur 1. 



  Het accessoir 3 kan op eender welke wijze op de steun 2 zijn bevestigd, maar is meer speciaal in het weergegeven voorbeeld opgehangen aan de brug 17 van de steun 2 doordat deze brug 17 doorheen de behuizing van het accessoir steekt. 



  Het accessoir 3 is verder voorzien van een elektrische snoer 21 dat zich via een doorgang 22 in het scharnierbaar deel 4 van de plooibare arm 1 doorheen het profiel van dit deel 4 uitstrekt en dat is aangesloten op een elektrisch circuit waarmee het accessoir 3 in- of uitgeschakeld kan worden. 



  Het gebruik van de steun 2 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt. 



  Wanneer de plooibare arm 1 is opgeplooid, zoals weergegeven in figuur 1, dan bevindt het accessoir 3 zich 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 in het verlengde van deze opgeplooide arm 1, waardoor de plooibare arm en het accessoir in de breedterichting slechts weinig plaats in beslag nemen, wat voordelig kan zijn wanneer de arm 1 samen met het accessoir 3 dienen opgeborgen te worden. 



  In dit geval kan het voordelig zijn dat de breedte van de steun 2 en van het accessoir 3 kleiner is dan de breedte van de opgeplooide arm 1. 



  Wanneer de plooibare arm 1 wordt opengeplooid, zoals weergegeven in figuur 3, dan bevindt de steun 2 zich in een stand waarbij de benen 11-12 dwars gericht zijn op de opengeplooide arm 1 en het accessoir 3 zich naast de arm 1 bevindt op een geschikte afstand van de arm 1, welke afstand bepaald wordt door de lengte van de benen 11-12. 



  Het is duidelijk dat de lengte van de beide benen 11 en 12 niet noodzakelijk gelijk moet zijn, maar dat zij een verschillende lengte kunnen bezitten die aangepast is aan de gewenste stand van het accessoir 3 in de opbergstand en in de gebruiksstand. 



  Alhoewel in het weergegeven voorbeeld de benen 11-12 rechtstreeks met elkaar zijn verbonden door middel van een brug 17, is het niet uitgesloten dat deze benen 11-12 onrechtstreeks met elkaar zijn verbonden, bijvoorbeeld door middel van het accessoir 3 zelf en dit zonder tussenkomst van een brug 17. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Bij voorkeur is minstens één of zijn beide omgeplooide uiteinden 13-14 van de benen 11-12 van de steun 2 scharnierbaar bevestigd op de uiteinden 6-7 van de scharnierbare delen 4-5 van de plooibare arm 1. 



  In figuur 4 is een variante weergegeven waarbij deze uiteinden 13-14 niet zijn omgeplooid maar scharnierbaar op de arm 1 zijn aangebracht door middel van spillen 23. 



  Het is duidelijk dat de benen 11-12 met hun uiteinden 13- 14 niet noodzakelijk bovenaan op de arm 1 dienen bevestigd te worden, maar ook onderaan of zelfs op de zijwanden van de arm 1 kunnen zijn bevestigd. 



  In figuur 5 is een variante weergegeven waarbij de steun V-vormig is uitgevoerd en waarbij de uiteinden 15-16 van de benen 11-12 scharnierbaar met elkaar verbonden zijn door middel van een spil 24 waarop het accessoir 3 is bevestigd. 



  In de figuren 6 tot 8 is bij wijze van voorbeeld een toepassing weergegeven in de vorm van een luifel 25 die in hoofdzaak bestaat uit een kast 26 die tegen een wand 27 is aangebracht en waarin een oprolmechanisme 28 voor een doek 29 is aangebracht, welk doek 29 met een rand is bevestigd op een afdeklat 30 die is aangebracht op een bedieningsmechanisme, dat op bekende wijze, gevormd wordt door twee of meer plooibare armen 1, in dit geval twee armen 1, die elk met één uiteinde scharnierbaar in de kast 28 zijn aangebracht en die in dit geval elk zijn 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 uitgerust met een steun 2, zoals weergegeven in figuur 1, voor de bevestiging van een accessoir 3. 



  In figuur 6 is de luifel 25 weergegeven in gebruikstoestand, waarbij het doek 29 is afgerold en de armen 1 zijn opengeplooid, terwijl in de figuren 7 en 8 de luifel 25 is weergegeven in een opgeborgen toestand waarbij het doek 29 is opgerold en de armen 1 zich in opgeplooide toestand volledig in de ruimte 31 van de kast 26 bevinden en waarbij de afdeklat 30 de opening aan de voorzijde van de kast 28 afsluit. 



  Zoals blijkt uit figuur 8 zijn de afmetingen en de vorm van de steun 2 en van het accessoir 3 zodanig dat zij zich volledig in de ruimte 31 van de kast 26 bevinden wanneer de luifel 25 is opgerold. 



  In de figuren 9 en 10 is nog een variante weergegeven van een steun 2 volgens de uitvinding, waarbij in dit geval deze steun 2 gevormd wordt door één enkel been 11 dat door middel van een spil 23 scharnierbaar op het scharnierbaar deel 4 van de plooibare arm 1 is aangebracht en waarbij tussen dit been 11 en het scharnierbare deel 4 een terugstelveer 32 is voorzien. 



  Op het accessoir 3 zijn in dit geval twee afstandshouders 33 voorzien die kunnen samenwerken met het tweede scharnierbare deel 5 van de plooibare arm 1. 



  Het scharnierbare deel 4 bevat in dit geval tevens een goot 34 waarin het snoer 21 is aangebracht. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  In de opgeplooide toestand van de arm 1, wordt de steun 2, zoals weergegeven in figuur 9, naar een stand getrokken waarin de steun 2 zich in het verlengde of nagenoeg in het verlengde van de opgeplooide arm 1 bevindt. 



  Wanneer, uitgaande van de stand van figuur 9, de arm 1 wordt opengeplooid, komt het scharnierbare deel 5, zoals weergegeven in figuur 10, in contact met de voornoemde afstandshouders 33 en wordt het accessoir 3, bij het verder opendraaien van de plooibare arm 1, opzij geduwd. 



  In figuur 11 is een variante weergegeven, waarbij in dit geval het been 11 door de terugslagveer 32 tegen een aanslag 35 wordt getrokken wanneer de plooibare arm 1 is opgeplooid. 



  In figuur 12 is nog een variante weergegeven van een steun 2 volgens de uitvinding, waarbij in dit geval het been 11 is uitgevoerd als een L-vormig geplooide lat die vervaardigd is uit een veerkrachtig materiaal en die met een uiteinde 13 op het scharnierbare deel 4 is bevestigd, bijvoorbeeld door inklemming in de voornoemde goot 34. 



  Het accessoir 3 is in dit geval op de steun 2 bevestigd door middel van een beugel 36 die verdraaibaar op de steun 2 is aangebracht en die bijvoorbeeld verdraaibaar is rond twee meetkundige assen X-X' en Y-Y'. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Wanneer de plooibare arm 1 wordt opengeplooid, wordt het accessoir 3 door het scharnierbare deel 5 naar buiten geduwd, tegen de veerkracht in van het flexibel materiaal waaruit de steun 2 is vervaardigd. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een steun volgens de uitvinding voor het bevestigen van een accessoir op een plooibare arm kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies. 1. - Steun voor de bevestiging van een accessoir (3) op een plooibare arm (1), daardoor gekenmerkt dat deze steun (2) minstens één been (11) bevat dat met één uiteinde (13) is bevestigd op één van de met elkaar scharnierbaar verbonden uiteinden (6-7) van aangrenzende scharnierbare delen (4-5) van de plooibare arm (1).
2.- Steun volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat hij is vervaardigd uit een elastisch materiaal.
3.- Steun volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat hij zich, wanneer de plooibare arm (1) is opgeplooid, in het verlengde of nagenoeg in het verlengde bevindt van deze opgeplooide arm (1).
4.- Steun volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat hij met zijn voornoemde uiteinde (13) van het been (11) is bevestigd in een goot (34) die deel uitmaakt van het betreffende scharnierbare deel (4) van de plooibare arm (1) .
5.- Steun volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat hij met zijn voornoemde uiteinde (13) scharnierbaar is bevestigd op het betreffende scharnierbare deel (4) van de plooibare arm (1).
6.- Steun volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat hij is voorzien van een aanslag (35) voor het been (11), <Desc/Clms Page number 11> waarbij dit been (11) tegen de aanslag (35) komt wanneer het been (11) zich in het verlengde of nagenoeg in het verlengde van de opgeplooide arm (1) bevindt.
7.- Steun volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat tussen het been (11) en de plooibare arm (1) een terugstelveer (32) is voorzien.
8.- Steun volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat hij of het accessoir (3) is voorzien van minstens één afstandshouder die kan samenwerken met minstens één van beide scharnierbare delen (4-5) van de plooibare arm (1).
9.- Steun volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat hij twee benen (11-12) bevat die elk met één uiteinde (13-14) zijn bevestigd op de met elkaar scharnierbaar verbonden uiteinden (6-7) van aangrenzende scharnierbare delen (4-5) van de plooibare arm (1), terwijl de andere uiteinden (15-16) van deze benen (11-12) rechtstreeks of onrechtstreeks met elkaar zijn verbonden.
10.- Steun volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat één of beide benen (11-12) met één uiteinde (13-14) scharnierbaar zijn verbonden met een betreffend scharnierbaar deel (4-5) van de plooibare arm (1).
11.- Steun volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de met elkaar verbonden uiteinden (15-16) van de benen (11-12) scharnierbaar met elkaar zijn verbonden. <Desc/Clms Page number 12>
12.- Steun volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de op de scharnierbare delen (4-5) bevestigde uiteinden (13-14) van de benen (11-12) op eenzelfde afstand zijn gelegen van de scharnieras (10) van de plooibare arm (1).
13.- Steun volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de benen (11-12) eenzelfde lengte bezitten.
14. - Steun volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens één van de scharnierbare delen (4-5) van de plooibare arm (1) is voorzien van een kabelgoot (34) voor de geleiding van een elektrisch snoer voor de aansluiting van het accessoir (3).
15. - Steun volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde accessoir (3) een verlichtingselement is of dergelijke.
16. - Steun volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij is bevestigd op een plooibare arm (1) van een luifel (25) die voorzien is van een kast (26) met een oprolmechanisme (28) en dat de vorm en de afmetingen van de steun (2) en van het accessoir (3) zodanig zijn dat de steun (2) en het accessoir (3) zich volledig binnenin de ruimte (31) van de voornoemde kast (26) bevinden wanneer de luifel (25) is opgerold.