NL2003688C2

NL2003688C2 - Filter voor toepassing in een sigarettenhuls, samenstel, en werkwijze voor het vervaardigen van een filter.

Info

Publication number: NL2003688C2
Application number: NL2003688A
Authority: NL
Inventors: Marinus Berg
Original assignee: Vandenberg Special Products B V
Priority date: 2009-10-22
Filing date: 2009-10-22
Publication date: 2011-04-26
Also published as: US20120255568A1; EP2490556B1; EP2490556A1; WO2011049438A1; DK2490556T3; US9462829B2

Description

Filter voor toepassing in een sigaretten huls, samenstel, en werkwijze voor het vervaardigen van een filter

De uitvinding heeft betrekking op een filter voor toepassing in een sigarettenhuls. De 5 uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een sigarettenhuls en ten minste één in de sigarettenhuls opgenomen filter overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft verder betrekking op een sigaret, in het bijzonder een joint, gebaseerd op een dergelijk samenstel. De uitvinding heeft voorts betrekking op een plano ter vervaardiging van een filter overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft 10 bovendien betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een filter overeenkomstig de uitvinding.

In de markt zijn sigarettenhulzen bekend met behulp waarvan een gebruiker zelf sigaretten kan vervaardigen door de sigarettenhulzen op te vullen met tabak en 15 eventuele additieven. De sigarettenhulzen zijn daarbij doorgaans cilindrisch vormgegeven voor het vervaardigen van conventionele cilindrische sigaretten, dan wel conisch vormgegeven voor het vervaardigen van zogenaamde joints waarbij de conische sigaret wordt opgevuld met tabak en één of meerdere bewustzijnsveranderende additieven, zoals cannabis. De bekende sigarettenhulzen zijn doorgaans machinaal 20 vervaardigd uit vloeipapier. Ingeval de voorgeprepareerde sigarettenhulzen nog niet zijn voorzien van een filter, dan zal een gebruiker doorgaans zelf een filter aanbrengen in de sigarettenhuls alvorens deze wordt opgevuld met tabak en eventuele additieven. Met name ingeval conische sigarettenhulzen worden toegepast is het doorgaans gebruikelijk om het filter, tevens aangeduid als tip, handmatig aan te brengen in de conische 25 sigarettenhuls. Daarbij wordt het filter veelal gevormd door een door de gebruiker opgerold strookje papier. Het filter gaat tegen dat tabak en andere grovere vaste bestanddelen die zijn aangebracht in de sigarettenhuls tijdens het roken van de sigaret worden geïnhaleerd, onderwijl inhalatie van rook (en andere gassen) via het filter evenwel mogelijk blijft. Nadeel van het bekende filter is dat het vervaardigen van het 30 filter en het opvolgend in de sigarettenhuls positioneren van het filter als omslachtig en tijdrovend wordt ervaren.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een relatief gebruiksvriendelijk filter voor toepassing in een sigarettenhuls.

2

De uitvinding verschaft daartoe een filter van het in aanhef genoemde type, omvattende: een door ten minste één gedeformeerd plano gevormde kanaalstructuur, en vergrendelmiddelen voor het in gedeformeerde toestand van de plano in hoofdzaak 5 fixeren van de plano. Toepassing van de vergrendelmiddelen leidt ertoe dat de plano, bij voorkeur gevormd door een rechthoekige of cirkelsegmentvormige strook (vloeipapier, reeds op voorhand al dan niet machinaal in de gedeformeerde toestand kan worden gefixeerd, waardoor een gebruiker de facto een reeds kant-en-klaar filter kunnen aanschaffen, hetgeen het preparen van een sigaret aanzienlijk vergemakkelijkt en 10 versneld. Het is tevens denkbaar dat de gebruiker het filter zelf vervaardigt door deformatie van een plano tot de filterende kanaalstructuur, waarna de betreffende plano in de gedeformeerde toestand kan worden gefixeerd met behulp van de vergrendelmiddelen. Alhoewel een gebruiker hierbij de manuele handeling zal moeten verrichten van het vervaardigen van het filter, is een voordeel voor de gebruiker dat het 15 vergrendelde filter relatief eenvoudig in de sigarettenhuls kan worden aangebracht, doordat ontrollen en/of ontvouwen van het filter als gevolg van de vergrendeling van het filter kan worden tegengegaan, hetgeen de gebruiksvriendelijkheid van het installeren van het filter overeenkomstig de uitvinding in een sigarettenhuls ten goede komt. Onder de kanaalstructuur van het filter wordt verstaan dat de plano zodanig is 20 gedeformeerd dat één of meerdere filterkanalen in het filter ontstaan waardoor verplaatsing van te inhaleren rook evenwel mogelijk is en waardoor verplaatsing van grovere (tabaks)deeltjes niet mogelijk is. De plano kan ten minste gedeeltelijk of zelfs volledig zijn opgerold. Het is echter tevens denkbaar dat de plano ten minste gedeeltelijk of zelfs volledig is opgevouwen. Een combinatie van beide varianten is 25 tevens denkbaar. De vergrendelmiddelen zijn doorgaans mechanisch van aard, waardoor toepassing van chemische substanties, zoals lijm, niet hoeven te worden toegepast. Toepassing van chemische additieven om vergrendeling van het filter mogelijk te maken is doorgaans ongewenst vanwege de gezondheidrisico’s die dit mee kan brengen voor de gebruiker tijdens het roken van een sigaret die een dergelijk chemisch 30 vergrendeld filter zou omvatten.

Bij voorkeur maken de vergrendelmiddelen (integraal) deel uit van de plano, waardoor het filter constructief relatief eenvoudig en goedkoop kan worden uitgevoerd.

Bovendien kan op deze wijze worden voorkomen dat de vergrendelmiddelen worden 3 verwijderd van de plano en eventueel zoek zouden raken, hetgeen afbreuk zou doen aan het voordeel van het filter overeenkomstig de uitvinding.

Doordat de gedeformeerde plano veelal de neiging zal hebben zich te ontrollen en/of te 5 ontvouwen als gevolg van de in de plano aanwezige opgebouwde voorspanning, zijn de vergrendelmiddelen bij voorkeur ingericht voor het op voorspanning houden van de gedeformeerde plano. Voordeel hierbij is dat tevens gebruik kan worden gemaakt van de in de plano aanwezige voorspanning door de vergrendelmiddelen een tegenovergestelde vergrendelspanning te laten uitoefenen op de plano, waardoor de 10 gedeformeerde toestand kan worden gehandhaafd. Door het vergrendelmiddelen in tegenovergestelde richting te laten werken als de richting waarin de plano zich neigt te ontvouwen en/of ontrollen, kan een zelfvergrendelend mechanisme worden verkregen.

Doorgaans zullen de vergrendelmiddelen ten minste één vergrendelelement omvatten en 15 ten minste één op afstand van het ten minste ene vergrendelelement gepositioneerd contravergrendelelement omvatten, waarbij het ten minste ene vergrendelelement en het ten minste ene contravergrendelelement zijn ingericht voor onderlinge samenwerking. Door meerdere vergrendelelementen dan wel contravergrendelelementen toe te passen kan eventueel een verstelbare vergrendeling van het filter worden gerealiseerd, hetgeen 20 voordelig kan zijn ingeval flexibiliteit in de effectieve dimensionering en/of vormgeving van het filter gewenst is. Bij voorkeur zijn het ten minste ene vergrendelelement en het ten minste ene contravergrendelelement ingericht om in elkaar te grijpen (haken) voor het op voorspanning kunnen houden van de gedeformeerde plano, waarbij bij nadere voorkeur sprake is van een zelfVergrendelend mechanisme 25 zoals in het voorgaande is aangehaald. Doorgaans zal ten minste één vergrendelelement aan of althans nabij een een langsrand van het filter definiërende rand van de plano zijn gepositioneerd, waardoor het filter relatief efficiënt zonder uitstekende planodelen kan worden vergrendeld, bij voorkeur in een in hoofdzaak cilindrische of een in hoofdzaak conische (afgeknot kegelvormige) configuratie. In een voordelige uitvoeringsvorm van 30 het filter wordt elk vergrendelelement gedeeltelijk begrensd door een eerste insnijding in de plano onder vorming van een vergrendellip, en wordt elk contravergrendelelement gedeeltelijk begrensd door een tweede insnijding in de plano onder vorming van een contravergrendellip. De insnijdingen kunnen daarbij lineair dan wel niet-lineair zijn 4 vormgegeven, afhankelijk van de vormgeving van de betreffende (contra)vergrendelelementen.

In een uitvoeringsvorm van het filter omvat het filter ten minste één centraal planodeel 5 omvat dat zich binnen een door een perifeer planodeel van het filter ingesloten volume bevindt. Dit centrale planodeel verhoogt doorgaans de fijnheid van het filter, waardoor binnen de kanaalstructuur eventueel meerdere kanalen kunnen worden gevormd die onderling worden gescheiden door het centrale planodeel van het filter. Het centraal planodeel van het filter ten minste één zogenaamd muizentrapje omvat. Onder een 10 muizentrapje wordt verstaan een uit meerdere stroken materiaal, in het bijzonder papier, gevouwen, op een trap(je) lijkende slinger dat in dwarsdoorsnede een zigzagvorm bezit.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een cilindrische of conische sigarettenhuls, dan wel een vloeitje ter vervaardiging van een dergelijke sigarettenhuls, 15 en filter overeenkomstig de uitvinding voor samenwerking met de sigarettenhuls. Bij voorkeur is het filter daarbij als losse component, aldus zonder bevestigingsmiddelen, opgenomen in de sigarettenhuls. In een uitvoeringsvorm sluit het filter in hoofdzaak vormsluitend aan op een binnenzijde van de sigarettenhuls, waardoor zich tussen het filter en de binnenzijde van de sigarettenhuls zich geen tabaksdeeltjes of andere grovere 20 vaste bestanddelen kunnen verplaatsen en het filter zouden kunnen omzeilen. In een uitvoeringsvariant van het samenstel overeenkomstig de uitvinding is het denkbaar dat meerdere filters overeenkomstig de uitvinding zijn opgenomen in de sigarettenhuls. De filters zullen daarbij doorgaans in eikaars verlengde zijn gepositioneerd, doch kunnen tevens parallel (zij aan zij) zijn georiënteerd.

25

De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een sigaret, in het bijzonder een joint, omvattende een samenstel overeenkomstig de uitvinding.

De uitvinding heeft vervolgens betrekking op een plano ter vervaardiging van een filter 30 overeenkomstig de uitvinding. De plano is daarbij bij voorkeur rechthoekig uitgevoerd voor vervaardiging van een cilindrisch of conisch filter dan wel cirkelsegmentvormig zijn uitgevoerd voor vervaardiging van een conisch filter. De plano omvat bij voorkeur ten minste één vergrendelelement en ten minste één op afstand van het ten minste ene vergrendelelement gepositioneerd contravergrendelelement, waarbij het ten minste ene 5 vergrendelelement en het ten minste ene contravergrendelelement zijn ingericht voor onderlinge samenwerking. De plano omvat daarbij bij voorkeur meerdere vouwlijnen (verzwakkingslijnen) voor het vormen van een muizentrapje als centraal planodeel van het filter. Verdere uitvoeringsvarianten en voordelen van de plano zijn reeds in het 5 voorgaande uitvoerig beschreven.

De uitvinding heeft bovendien betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een filter overeenkomstig de uitvinding op basis van een plano overeenkomstig de uitvinding, omvattende: A) het deformeren van ten minste een deel van de plano tot een 10 kanaalstructuur, en B) het middels de koppelmiddelen in de gedeformeerde toestand van de plano vergrendelen van de kanaalstructuur. In een uitvoeringsvariant wordt de plano tijdens stap A) ten minste gedeeltelijk of zelfs volledig opgerold, waardoor het filter een gedeeltelijke of volledige gespiraliseerde configuratie verkrijgt. Het is tevens denkbaar dat althans een deel van de plano tijdens stap A) wordt gevouwen. Ingeval een 15 gevouwen centraal planodeel alsmede een opgerold perifeer planodeel worden toegepast, dan zal doorgaans vooreerst het gevouwen centraal planodeel worden gerealiseerd waarna het resterende planodeel zal worden opgerold.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren 20 weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur la een bovenaanzicht op een plano ter vervaardiging van een filter overeenkomstig de uitvinding, figuur lb een perspectivisch aanzicht op een de plano volgens figuur la omvattend filter, 25 figuur lc een perspectivisch aanzicht op een het filter volgens figuur lb omvattende sigaret, figuur 2 een perspectivisch aanzicht op een andere uitvoeringsvorm van een filter overeenkomstig de uitvinding, figuur 3 een perspectivisch aanzicht op weer een andere uitvoeringsvorm van een filter 30 overeenkomstig de uitvinding, figuur 4 een perspectivisch aanzicht op nog een andere uitvoeringsvorm van een filter overeenkomstig de uitvinding, en figuur 5 een bovenaanzicht op een alternatief plano ter vervaardiging van een filter overeenkomstig de uitvinding.

6

Figuur la toont een bovenaanzicht op een plano 1 ter vervaardiging van een filter 2 (zie figuur lb) overeenkomstig de uitvinding. De plano 1 is cirkelsegmentvormig uitgevoerd en is aan een kopse zijde 3a voorzien van een door een niet-lineaire eerste insnijding 4 5 begrensde vergrendellip 5, alsmede een niet-lineaire tweede insnijding 6 begrensde contravergrendellip 7. Aan een overliggende kopse zijde 3b van de plano 1 zijn meerdere door onderbroken perforaties gevormde vouwlijnen 8 aangebracht. Door toepassing van de vouwlijnen 8 kan relatief eenvoudig een muizentrapje 9 worden vervaardigd, waarna het overige planodeel om het muizentrapje 9 heen kan worden 10 gerold. In de alsdan verkregen gedeformeerde toestand van de plano 1 kunnen de vergrendellip 5 en de contravergrendellip 7 in elkaar worden gehaakt, teneinde het de vormgeving van het conisch gevormde filter 2 te consolideren, en daarmee het filter 2 te voltooien. Het vergrendelde filter 2 kan vervolgens in een conische sigarettenhuls 10 worden aangebracht, waarna de sigarettenhuls 10 kan worden voorzien van tabak 11 en 15 eventuele additieven (figuur lc) onder vorming van een sigaret 12. Het filter 2 is niet fysiek bevestigd aan de sigarettenhuls 10, doch sluit bij voorkeur vormsluitend aan op een binnenzijde van de sigarettenhuls 10, teneinde lekkages via een tussen het filter 2 en de sigarettenhuls 10 ingesloten ruimte zoveel mogelijk te kunnen tegengaan. Het gevormde muizentrapje 9 in het filter 2 belemmert de doorgang van tabak 11 door het 20 filter 2, onderwijl rook en andere gassen zich vrijelijk kunnen verplaatsen door het filter 2.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht op een andere uitvoeringsvorm van een filter 13 overeenkomstig de uitvinding. Het filter 13 is cilindrisch en omvat een door een 25 gedeformeerd rechthoekig plano 14 gevormde kanaalstructuur 15 voor doorvoer van door een gebruiker te inhaleren rook. De plano 14 is daarbij voorzien van een gleuf 16 en een haakvormige lip 17, waarbij in de getoonde toestand de lip 17 door de gleuf 16 is geleid om op deze wijze de vormgeving van het filter 13 te stabiliseren.

30 Figuur 3 een perspectivisch aanzicht op weer een andere uitvoeringsvorm van een filter 18 overeenkomstig de uitvinding. Het gespiraliseerde filter 18 is conisch vormgegeven en vervaardigd op basis van een opgerold cirkelsegmentvormig plano 19 dat een kanaalstructuur 20 insluit. Door toepassing van een integraal van de plano 19 deel 7 uitmakende vergrendellip 21 en een daarmee samenwerkende contravergrendellip 22 kan de gespiraliseerde conische vorm van het filter 18 worden gefixeerd.

Figuur 4 een perspectivisch aanzicht op nog een andere uitvoeringsvorm van een filter 5 23 overeenkomstig de uitvinding. Het filter 23 is tevens gebaseerd op een gedeformeerd plano 24 dat een kanaalstructuur 25 insluit. De plano 24 is daarbij op geplooide wijze samengevouwen en aan een uiteinde 26 van de plano 24 voorzien eerste vergrendelmechanisme 27 en een op afstand van het eerste vergrendelmechanisme 27 voorzien tweede vergrendelmechanisme 28. Beide vergrendelmechanismen 27, 28 zijn 10 gebaseerd in elkaar laten grijpen van vergrendellippen 27a, 27b, 28a, 28b, in dit geval door elk vergrendellip 27a, 27b, 28a, 28b te begrenzen door een insnijding 29a, 29b, 29c in de plano 24 die doorloopt tot aan een langsrand van de plano 24. Door toepassing van beide vergrendelmechanismen 27, 28 kan de vormgeving van het onder voorspanning staande filter 23 worden gestabiliseerd.

15

Figuur 5 een bovenaanzicht op een alternatief plano 30 ter vervaardiging van een filter overeenkomstig de uitvinding. De plano 30 is cirkelsegmentvormig uitgevoerd en is aan een kopse zijde 30a voorzien van een door een niet-lineaire eerste insnijding 31 begrensde vergrendellip 32, alsmede een drietal elk door een niet-lineaire tweede 20 insnijding 33 begrensde contravergrendellippen 34. Aan een overliggende kopse zijde 30b van de plano 30 zijn meerdere door onderbroken perforaties gevormde vouwlijnen 35 aangebracht. Door toepassing van de vouwlijnen 35 kan relatief eenvoudig een vooraf gedefinieerd muizentrapje worden vervaardigd, waarna het overige planodeel om het muizentrapje heen kan worden gerold. In de alsdan verkregen gedeformeerde 25 toestand van de plano 30 kan de vergrendellip 32 selectief in samenwerking worden gebracht met één van de contravergrendellippen 34, afhankelijk van de gewenste dimensionering (diameter) van het filter, teneinde het de vormgeving van het conisch gevormde filter te consolideren.

30 Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

Claims

1. Filter voor toepassing in een sigarettenhuls, omvattende: een door ten minste één gedeformeerd plano gevormde kanaalstructuur, en 5 - vergrendelmiddelen voor het in gedeformeerde toestand van de plano in hoofdzaak fixeren van de plano.

2. Filter volgens conclusie 1, waarbij de plano ten minste gedeeltelijk is opgerold.

3. Filter volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vergrendelmiddelen deel uitmaken van de plano.

4. Filter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vergrendelmiddelen zijn ingericht voor het op voorspanning houden van de gedeformeerde plano. 15

5. Filter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vergrendelmiddelen ten minste één vergrendelelement omvatten en ten minste één op afstand van het ten minste ene vergrendelelement gepositioneerd contravergrendelelement omvatten, waarbij het ten minste ene vergrendelelement en het ten minste ene 20 contravergrendelelement zijn ingericht voor onderlinge samenwerking.

6. Filter volgens conclusie 4 en 5, waarbij het ten minste ene vergrendelelement en het ten minste ene contravergrendelelement zijn ingericht om in elkaar te grijpen voor het op voorspanning kunnen houden van de gedeformeerde plano. 25

7. Filter volgens conclusie 5 of 6, waarbij ten minste één vergrendelelement aan of althans nabij een een langsrand van het filter definiërende rand van de plano is gepositioneerd.

8. Filter volgens conclusie 3, en een der conclusies 5-7, waarbij elk vergrendelelement gedeeltelijk wordt begrensd door een eerste insnijding in de plano onder vorming van een vergrendellip, en waarbij elk contravergrendelelement gedeeltelijk wordt begrensd door een tweede insnijding in de plano onder vorming van een contravergrendellip.

9. Filter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het filter een centraal planodeel omvat dat zich binnen een door een perifeer planodeel van het filter ingesloten volume bevindt. 5

10. Filter volgens conclusie 9, waarbij het centraal planodeel van het filter ten minste één muizentrapje omvat.

11. Filter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het filter in hoofdzaak 10 cilindrisch is vormgegeven.

12. Filter volgens een der conclusies 1-10, waarbij het filter in hoofdzaak afgeknot kegelvormig is vormgegeven.

13. Filter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de plano in hoofdzaak is vervaardigd uit papier.

14. Samenstel van een sigarettenhuls en ten minste één in de sigarettenhuls opgenomen filter volgens één der conclusies 1-13. 20

15. Samenstel volgens conclusie 14, waarbij het filter in hoofdzaak vormsluitend aansluit op een binnenzijde van de sigarettenhuls.

16. Sigaret, in het bijzonder een joint, omvattende een samenstel volgens conclusie 25 14 of 15.

17. Plano ter vervaardiging van een filter volgens één der conclusies 1-13.

18. Plano volgens conclusie 17, waarbij de plano in hoofdzaak cirkelsegmentvormig 30 is uitgevoerd.

19. Plano volgens conclusie 17 of 18, waarbij de plano ten minste één vergrendelelement omvat en ten minste één op afstand van het ten minste ene vergrendelelement gepositioneerd contravergrendelelement omvat, waarbij het ten minste ene vergrendelelement en het ten minste ene contravergrendelelement zijn ingericht voor onderlinge samenwerking.

20. Plano volgens een der conclusies 17-18, waarbij de plano meerdere vouwlijnen 5 omvat voor het vormen van een muizentrapje als centraal planodeel van het filter.

21. Werkwijze voor het vervaardigen van een filter volgens één der conclusies 1-13 op basis van een plano volgens een der conclusies 15-18, omvattende: A) het deformeren van ten minste een deel van de plano tot een kanaalstructuur, en 10 B) het middels de koppelmiddelen in de gedeformeerde toestand van de plano vergrendelen van de kanaalstructuur.

22. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij de plano tijdens stap A) ten minste gedeeltelijk wordt opgerold.