NL2003343C2 - Inrichting voor het weergeven van informatie en werkwijze voor het opstellen daarvan. - Google Patents

Description

Inrichting voor het weergeven van informatie en werkwijze voor het opstellen daarvan

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het weergeven van informatie, en op een werkwijze voor het opstellen van een dergelijke inrichting. Meer in het bijzonder betreft de uitvinding een informatie-weergave-5 inrichting die een op een ondergrond te plaatsen basis, een op de basis aangebracht frame en een door het frame gesteunde informatiedrager omvat. Een dergelijke inrichting is bekend, bijvoorbeeld uit EP 1 193 670 Al.

De bekende inrichting bestaat uit een betonnen 10 basis, waarop een rechtopstaand frame is bevestigd, dat een mededelingenbord draagt. Het frame en het bord zijn elk gedeeld uitgevoerd, waarbij een bovenste deel van het frame en bord scharnierbaar verbonden is met een onderste deel daarvan. Zo kan het bovenste deel tijdens transport van de 15 inrichting worden ingeklapt om de hoogte van de inrichting te beperken.

De bekende inrichting is met name bedoeld om gebruikt te worden bij bouwprojecten, waar informatie over de opdrachtgever, aannemer, architect en dergelijke vermeld 20 wordt. Het bord wordt daarbij op een productielocatie voorzien van de benodigde informatie en op het frame bevestigd, waarna de totale inrichting door middel van een vrachtwagen met een portaalkraan naar de bouwplaats getransporteerd wordt en daar wordt afgezet.

25 Deze bekende inrichting heeft het nadeel dat hij relatief volumineus, met name hoog is, en daardoor lastig getransporteerd kan worden. Bovendien maakt de gedeelde uitvoering van het bord het moeilijk daarop de gewenste informatie aan te brengen.

2

Een andere inrichting voor het ondersteunen van een mededelingenbord is bekend uit NL 1 033 653 Cl. Deze inrichting bestaat uit een basis met daarop twee telescopische staanders, die een raamwerk dragen waarop een 5 mededelingenbord kan worden bevestigd. Ook deze inrichting vertoont een aanzienlijke hoogte, waardoor deze niet eenvoudig te transporteren is. Bovendien is voor het omhoog brengen van het raamwerk een hefkraan nodig, zodat de inrichting slechts te gebruiken is op plaatsen waar een 10 dergelijke kraan aanwezig is.

Uit FR 2 741 739 Al is een inklapbare inrichting bekend waarmee een verkeersbord tijdelijk naast een weg geplaatst kan worden. Deze inrichting omvat een basis en een in te vouwen frame dat bestaat uit twee tegengesteld 15 zwenkbare, elkaar kruisende, U-vormige benen. Een van de benen vormt een staander en het andere been een schoor. De staander vertoont aan zijn bovenzijde twee dwars op elkaar gerichte opnamehulzen. Een daarvan dient voor het opnemen van een poot van een verkeersbord wanneer het frame 20 opgericht is, en de ander voor het opnemen van een verkeersbord wanneer de inrichting ingeklapt is.

De uitvinding heeft nu tot doel een inrichting van de hiervoor beschreven soort te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen zich niet of althans in mindere mate 25 voordoen. Volgens de uitvinding wordt dit bij een dergelijke inrichting bereikt, doordat het frame beweegbaar met de basis verbonden is en de informatiedrager beweegbaar met het frame verbonden is, waarbij het frame en de informatiedrager elk beweegbaar zijn tussen een ingeklapte opslag- en 30 transportstand en een opgerichte weergavestand. Op deze wijze kan de inrichting voor transport tot een zeer compact geheel worden gereduceerd, en op de plaats van gebruik in zijn uiteindelijke formaat worden opgesteld.

3

Bij een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding komen de afmetingen van de informatiedrager in ten minste één richting in hoofdzaak overeen met die van de basis. Zo kan binnen de omtrek van de 5 basis, die de transportmaat van de inrichting in de ingeklapte toestand bepaalt, een zo groot mogelijke informatiedrager worden opgenomen.

Ook komen bij voorkeur de afmetingen van het frame in ten minste één richting in hoofdzaak overeen met die van 10 de basis, zodat een zo hoog mogelijk frame en daarmee een optimale zichtbaarheid van de informatiedrager kan worden gerealiseerd binnen de omtrek van de basis.

Een doelmatige en constructief eenvoudige inrichting wordt verkregen wanneer het frame zwenkbaar om 15 een in hoofdzaak horizontale as met de basis verbonden is. Het frame kan dan eenvoudig vanuit een liggende of ingeklapte positie naar een rechtopstaande of uitgeklapte positie gezwenkt worden.

Wanneer de informatiedrager draaibaar om een as 20 met het frame verbonden is, waarbij de draaias in hoofdzaak dwars staat op een door de informatiedrager bepaald hoofdvlak, kan de informatiedrager in de ingeklapte stand langs het frame opgeborgen worden, en in de uitgeklapte stand daar dwars op staan. Zo wordt een horizontaal gerichte 25 informatiedrager verkregen, die geschikt is voor het weergeven van teksten.

Daarnaast of in plaats daarvan kan de informatiedrager met voordeel verschuifbaar met het frame verbonden zijn.

30 Bij een combinatie van een draaibare en een verschuifbare verbinding verdient het de voorkeur dat de informatiedrager verschuifbaar is tussen een positie waarin de draaias zich nabij een uiteinde van het frame bevindt en 4 een positie waarin de draaias zich op afstand van het uiteinde, in het bijzonder nagenoeg halverwege het frame bevindt. Zo kan in de ingeklapte toestand de informatiedrager ongeveer samenvallen met het frame, 5 waardoor een compacte inrichting verkregen wordt, terwijl in de uitgeklapte toestand de informatiedrager zich bij de top van het opgerichte frame bevindt, voor een optimale zichtbaarheid.

Een constructief eenvoudige uitvoering van de 10 inrichting wordt verkregen wanneer de informatiedrager een langs het frame verschuifbare slede omvat. Daarbij kan met voordeel de draaias op de slede gelagerd zijn. Om een stabiele constructie te bereiken omvat de slede dan bij voorkeur plaatvormige lagervlakken.

15 Bij een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding omvat het frame een vakwerkconstructie. Ook de informatiedrager kan met voordeel een vakwerkconstructie omvatten. Een dergelijke constructie is sterk en stijf, maar toch relatief licht, en is bovendien 20 zeer open. Dit is van belang voor het beperken van de windbelasting op de inrichting.

De informatiedrager kan een paneel of een doek met daarop getoonde informatie omvatten. Dit paneel of doek kan losneembaar zijn aangebracht, zodat de inrichting meermaals 25 te gebruiken is.

Tenslotte verdient het de voorkeur dat de afmetingen van de basis in hoofdzaak overeenkomen met die van een standaard container. Zo kan de inrichting eenvoudig getransporteerd worden op vrachtwagens die voorzien zijn van 30 bevestigingspunten voor dergelijke containers.

De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het opstellen van een dergelijke informatie-weergave-inrichting. In de beide bovengenoemde Nederlandse octrooien 5 1010380 en 1033653 zijn reeds werkwijzen beschreven die de stappen omvatten van het aanvoeren van de inrichting in een ingeklapte toestand, en het op een op een ondergrond plaatsen van de basis.

5 De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding onderscheidt zich hiervan door de stappen van het naar een uiteinde van het frame bewegen van de informatiedrager, het ten opzichte van het frame in een andere stand brengen van de informatiedrager, en het oprichten van het frame met de 10 daardoor gesteunde informatiedrager. Zo kan de compact samengevouwen inrichting op de uiteindelijke gebruikslocatie met een paar eenvoudige handelingen worden opgesteld.

Daarbij torent de informatiedrager relatief hoog boven de ondergrond uit, omdat deze eerst naar het uiteinde - de 15 uiteindelijke top - van het frame bewogen is. Deze volgorde van bewegingen vergt minder inspanning dan het eerst oprichten van het frame en het vervolgens naar de top daarvan omhoog brengen van de informatiedrager.

Met voordeel wordt daarbij de informatiedrager 20 door schuiven naar het uiteinde van het frame bewogen, terwijl het verder de voorkeur verdient dat de informatiedrager door verdraaien ten opzichte van het frame in een andere stand gebracht wordt. Zo kan de informatiedrager horizontaal gericht worden, hetgeen een 25 optimale stand is voor het weergeven van teksten.

Een eenvoudige uitklapbeweging wordt verkregen wanneer het frame door zwenken ten opzichte van de basis opgericht wordt. Een zwenkbeweging kan in vergelijking met bijvoorbeeld een verticale hefbeweging eenvoudiger worden 30 uitgevoerd.

Tenslotte kunnen de stappen van het naar een uiteinde van het frame schuiven van de informatiedrager enerzijds en het ten opzichte van het frame naar een andere 6 stand draaien van de informatiedrager anderzijds ook in omgekeerde volgorde uitgevoerd worden.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde 5 tekening, waarin:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een informatie-weergave-inrichting volgens de uitvinding in opgerichte of uitgeklapte gebruikstoestand, waarbij van de informatiedrager slechts een raamwerk is getoond, 10 Fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van de informatie-weergave-inrichting van fig. 1 in zijn ingeklapte stand voor opslag of transport,

Fig. 3 een zijaanzicht is van de inrichting volgens de pijl III in fig. 2, 15 Fig. 4 een met frg. 3 overeenkomend aanzicht is, waarin is getoond hoe de informatiedrager langs het frame verschoven wordt,

Fig. 5 een met fig. 3 en fig. 4 overeenkomend aanzicht is, dat het verdraaien van de informatiedrager ten 20 opzichte van het frame toont, en

Fig. 6 een met fig. 3, fig. 4 en fig. 5 overeenkomend aanzicht is waarin te zien is hoe het frame met de informatiedrager naar de opgerichte stand wordt gezwenkt.

25 Een inrichting 1 voor het weergeven van informatie omvat een basis 2 die op een ondergrond G geplaatst kan worden. Op deze basis 2 is een frame 3 aangebracht, dat een informatiedrager 4 steunt. De basis 2 is hier rechthoekig, en wordt gevormd door twee langsliggers 5 en vier 30 dwarsliggers 6. Aan de onderzijde van de basis 2 is nog een L-vormig onderstel 7 aangebracht, dat bestaat uit een liggend deel 8 en een staand deel 9. Dit onderstel 7 is bedoeld om de inrichting 1 op een vrachtwagen op te kunnen 7 nemen op dezelfde wijze als een standaard container die in de bouwwereld gebruikt wordt. Op de hoeken van de basis 2 naast het staande deel 9 van het onderstel 7 zijn nog steunen of poten 10 aangebracht. De langs- en dwarsliggers 5 5, 6 van de basis zijn overigens voorzien van naar binnen stekende randen 11, zodat in de daardoor bepaalde vakken nog verzwaringsplaten, bijvoorbeeld betonplaten kunnen worden gelegd, wanneer de inrichting 1 eenmaal is opgesteld.

Vanuit de basis 2 steken ter plaatse van een van 10 de binnenste dwarsliggers 6 twee staanders 12 omhoog, die door schoren 13 afgesteund zijn op de langsliggers 5 en verder door hoekplaten 14 worden gestabiliseerd. Aan hun bovenzijde dragen deze staanders 12 elk een lager 15, waarin horizontale assen 16 gelagerd zijn die het frame 3 zwenkbaar 15 verbinden met de basis 2. Tussen de basis 2 en het frame 3 zijn twee vijzels 33 aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van hydraulische cylinder/zuiger-eenheden, die de zwenkbeweging van het frame 3 om de assen 16 verzorgen.

Het frame 3 vertoont net als de basis 2 een 20 tweetal langsliggers 17, die met elkaar verbonden zijn door een aantal dwarsliggers 18. Daarnaast vertoont het frame 3 twee vakwerkliggers 19, die elk onder een hoek uitsteken uit een door de langs- en dwarsliggers 17, 18 bepaald hoofdvlak. Deze vakwerkliggers 19 hebben een gemeenschappelijke 25 bovenbalk 34, zodat het frame 3 uiteindelijk een driehoekige dwarsdoorsnede vertoont. Zoals in fig. 6 te zien strekken de vakwerkliggers 19 zich niet over de gehele lengte van het frame 3 uit, om ruimte te laten voor de zwenkbeweging om de assen 16.

30 De informatiedrager 4 omvat een raamwerk waarop een paneel of doek bevestigd kan worden dat de eigenlijke informatie draagt. Het raamwerk wordt gevormd door twee vakwerkliggers 20 en een middenligger 21 die met elkaar 8 verbonden zijn door een aantal dwarsliggers 22. Aan de van het paneel of doek afgekeerd zijde is in het raamwerk een lagerplaat 23 opgenomen, die rust op een lagerplaat 24 welke onderdeel vormt van een slede 25. De lagerplaten 23, 24 zijn 5 met elkaar verbonden door een draaias 26, die dwars staat op een door het raamwerk bepaald hoofdvlak van de informatiedrager 4. De slede 25 vertoont omgezette eindranden 27, die om de langsliggers 17 van het frame 3 grijpen. Bij de getoonde uitvoering is de lagerplaat 23 10 overigens nog voorzien van een serie openingen 28, die wederom dienen om de windbelasting op de inrichting 1 te minimaliseren.

Het plaatsen en opstellen van de informatie-weergave-inrichting 1 gaat nu als volgt in zijn werk.

15 De inrichting 1 wordt in de ingeklapte opslag- en transportstand op een vrachtwagen geladen en naar de locatie vervoerd, waar informatie weergegeven moet worden. Dit kan een bouwplaats zijn, maar het is evenzeer denkbaar dat de inrichting op een andere locatie geplaatst wordt, 20 bijvoorbeeld om een reclame-uiting onder de aandacht van het publiek te brengen, of als waarschuwing bij een bepaalde verkeerssituatie. Op de betreffende locatie wordt de inrichting afgezet (fig. 3), waarna eerst de slede 25 met daarop de informatiedrager 4 volgens de pijl S naar een 25 uiteinde 28 van het frame 3 wordt geschoven (fig. 4). Dit uiteinde 28, dat het verst van de horizontale as 16 verwijderd is, zal het hoogste punt van het frame 3 vormen wanneer dit eenmaal opgericht is. Vervolgens wordt, nadat de slede 25 is gefixeerd door een stel pennen 29 in gaten 30 te 30 steken, de informatiedrager 4 volgens de pijl T om de as 26 verdraaid, zodat zijn langsas dwars komt te staan op de langsas van het frame 3 (fig. 5). Nadat de informatiedrager 4 in deze stand gefixeerd is door (hier niet getoonde) 9 bevestigingsmiddelen, wordt het samenstel van frame 3 en informatiedrager 4 opgericht. Daartoe wordt het frame 3 door het activeren en uitsteken van de vijzels 33 om de horizontale assen 16 gezwenkt volgens de pijl P (fig. 6).

5 Het frame 3 wordt in de opgerichte weergavestand gefixeerd door middel van pennen 31 die door gaten 32 gestoken worden. Tenslotte kan de inrichting 1 gestabiliseerd worden door verzwaringsplaten in de vakken in de basis 2 te leggen. Overigens kunnen de in fig. 4 en fig. 5 getoonde stappen ook 10 in omgekeerde volgorde worden uitgevoerd, dus eerst draaien en dan schuiven.

Hoewel dat hier niet getoond is, zal het duidelijk zijn dat het paneel of doek met daarop de weer te geven informatie vooraf op het raamwerk van de informatiedrager 4 15 is bevestigd.

Wanneer de inrichting 1 niet langer nodig is, kan deze worden ingeklapt door de hiervoor beschreven bewerkingen in de omgekeerde volgorde uit te voeren, waarna de inrichting 1 kan worden opgeladen en afgevoerd. In de 20 ingeklapte toestand kan de inrichting 1 dan in een relatief kleine ruimte opgeslagen worden tot het volgende gebruik.

In het hiervoor beschreven voorbeeld worden de schuif- en draaibewegingen handmatig uitgevoerd, maar het is ook denkbaar dat de inrichting 1 verder voorzien is van 25 aandrijvingen die ook deze bewegingen verzorgen. Anderzijds is ook een volledig handmatig bedienbare uitvoering van de inrichting 1 denkbaar. Deze zou dan voorzien kunnen zijn van voorspanmiddelen in de vorm van veren, waardoor de bewegingen, met name de zwenkbeweging van het frame 3, 30 zouden worden ondersteund.

Hoewel de uitvinding hiervoor beschreven is aan de hand van een voorbeeld, zal het duidelijk zijn dat deze daartoe niet is beperkt. Zo zouden andere bewgingen dan de 10 beschreven schuif-, draai- en zwenkbewegingen gebruikt kunnen worden om de inrichting in en uit te klappen. Daarnaast zou de inrichting 1 ook op andere wijze dan met een vrachtwagen vervoerd kunnen worden. Bij kleinere 5 afmetingen zou ook een eenvoudige aanhanger voldoende zijn. Ook zou de inrichting 1 zelf als aanhanger uitgevoerd kunnen worden, door de basis 2 te voorzien van een onderstel met wielen.

Wanneer het van belang is de informatiedrager 4 op 10 grote hoogte te brengen, of wanneer een zeer grote informatiedrager 4 gewenst is, kunnen het frame 3 en de informatiedrager 4 eventueel zodanig gedimensioneerd worden, dat zij in de ingeklapte toestand uitsteken buiten de omtrek van de basis 2. Anderzijds is het ook denkbaar dat juist de 15 basis 2 duidelijk groter uitgevoerd wordt dan het frame 3 en/of de informatiedrager 4, bijvoorbeeld wanneer hoge eisen aan de stabiliteit van de inrichting 1 gesteld worden. Ter verhoging van de stabiliteit kan het frame 3 eventueel ook vertuid worden.

20 Tenslotte zijn ook andere informatiedragers dan bedrukte panelen of doeken denkbaar, bijvoorbeeld elektronische weergaveschermen waarop wisselende informatie kan worden getoond. Dit geldt bijvoorbeeld wanneer de inrichting 1 wordt toegepast als signaleringssysteem in het 25 verkeer.

De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.

Claims (21)

1. Inrichting voor het weergeven van informatie, omvattende een op een ondergrond te plaatsen basis, een op de basis aangebracht frame en een door het frame gesteunde informatiedrager, met het kenmerk, dat het frame beweegbaar 5 met de basis verbonden is en de informatiedrager beweegbaar met het frame verbonden is, waarbij het frame en de informatiedrager elk beweegbaar zijn tussen een ingeklapte opslag- en transportstand en een opgerichte weergavestand.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het 10 kenmerk, dat de afmetingen van de informatiedrager in ten minste één richting in hoofdzaak overeenkomen met die van de basis.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afmetingen van het frame in ten minste één 15 richting in hoofdzaak overeenkomen met die van de basis.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het frame zwenkbaar om een in hoofdzaak horizontale as met de basis verbonden is.

5. Inrichting volgens één der voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat de informatiedrager draaibaar om een as met het frame verbonden is, waarbij de draaias in hoofdzaak dwars staat op een door de informatiedrager bepaald hoofdvlak.

6. Inrichting volgens één der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de informatiedrager verschuifbaar met het frame verbonden is.

7. Inrichting volgens conclusie 5 en 6, met het kenmerk, dat de informatiedrager verschuifbaar is tussen een positie waarin de draaias zich nabij een uiteinde van het 30 frame bevindt en een positie waarin de draaias zich op afstand van het uiteinde bevindt.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de positie van de draaias op afstand van het uiteinde in hoofdzaak halverwege het frame gelegen is.

9. Inrichting volgens één der conclusies 6-8, met 5 het kenmerk, dat de informatiedrager een langs het frame verschuifbare slede omvat.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de draaias op de slede gelagerd is.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het 10 kenmerk, dat de slede plaatvormige lagervlakken omvat.

12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het frame een vakwerkconstructie omvat.

13. Inrichting volgens één der voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat de informatiedrager een vakwerkconstructie omvat.

14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de informatiedrager een paneel met daarop getoonde informatie omvat.

15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de informatiedrager een doek met daarop getoonde informatie omvat.

16. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afmetingen van de basis 25 in hoofdzaak overeenkomen met die van een standaard container.

17. Werkwijze voor het opstellen van een informatie-weergave-inrichting met een basis, een daarop aangebracht frame en een door het frame gesteunde 30 informatiedrager, omvattende de stappen van: a) het aanvoeren van de inrichting in een ingeklapte toestand, en b) het op een op een ondergrond plaatsen van de basis, gekenmerkt door: c) het naar een uiteinde van het frame bewegen van 5 de informatiedrager, d) het ten opzichte van het frame in een andere stand brengen van de informatiedrager, en e) het oprichten van het frame met de daardoor gesteunde informatiedrager.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de informatiedrager door schuiven naar het uiteinde van het frame bewogen wordt.

19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de informatiedrager door verdraaien ten 15 opzichte van het frame in een andere stand gebracht wordt.

20. Werkwijze volgens één der conclusies 17-19, met het kenmerk, dat het frame door zwenken ten opzichte van de basis opgericht wordt.

21. Werkwijze volgens één der conclusies 17-20, 20 met het kenmerk, dat de stappen (c) en (d) in omgekeerde volgorde uitgevoerd worden.