NL2002350C2 - Kinderwagen met kantelbare draagstangen en daaraan roteerbaar bevestigde dragers voor een kinderhouder waarbij de dragers tegen rotatie vergrendelbaar zijn en daartoe geschikt vergrendelmechanisme. - Google Patents

Kinderwagen met kantelbare draagstangen en daaraan roteerbaar bevestigde dragers voor een kinderhouder waarbij de dragers tegen rotatie vergrendelbaar zijn en daartoe geschikt vergrendelmechanisme. Download PDF

Info

Publication number
NL2002350C2
NL2002350C2 NL2002350A NL2002350A NL2002350C2 NL 2002350 C2 NL2002350 C2 NL 2002350C2 NL 2002350 A NL2002350 A NL 2002350A NL 2002350 A NL2002350 A NL 2002350A NL 2002350 C2 NL2002350 C2 NL 2002350C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
locking
latch
rod
pram
carrying
Prior art date
Application number
NL2002350A
Other languages
English (en)
Inventor
Reitze Koelstra
Original Assignee
Koelstra B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koelstra B V filed Critical Koelstra B V
Priority to NL2002350A priority Critical patent/NL2002350C2/nl
Priority to DE202009017335U priority patent/DE202009017335U1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL2002350C2 publication Critical patent/NL2002350C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B7/00Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators
    • B62B7/04Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor
    • B62B7/14Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor with detachable or rotatably-mounted body
    • B62B7/147Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor with detachable or rotatably-mounted body rotatable as a whole to transform from seating to lying

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
  • Carriages For Children, Sleds, And Other Hand-Operated Vehicles (AREA)

Description

5
Kinderwagen met kantelbare draagstangen en daaraan roteerbaar bevestigde dragers voor een kinderhouder waarbij de dragers tegen rotatie vergrendelbaar zijn en daartoe geschikt vergrendelmechanisme.
De uitvinding betreft een kinderwagen, omvattende een van wielen voorzien frame met twee zich elk aan een zijde van het frame uitstrekkende draagstangen die beweegbaar zijn tussen een opgevouwen positie en een voor gebruik geschikte gebruikspositie en die in de gebruikspositie vergrendelbaar zijn en twee, elk aan een van de draagstangen 10 bevestigde dragers voor het afneembaar dragen van een kinderhouder.
Dergelijke kinderwagens zijn in tal van configuraties bekend. Zij zijn veelal ingericht voor de dragen van diverse soorten kinderhouders zoals een reiswieg, een kinderzitje van het type dat in een auto kan worden bevestigd of een kinderzitje van het type zoals 15 wel in een wandelwagen wordt gebruikt. De kinderhouder is afneembaar om enerzijds deze te kunnen verwisselen en anderzijds deze te kunnen verwijderen om het resterende deel van de kinderwagen te kunnen inklappen opdat het minder ruimte inneemt en gemakkelijker kan worden weggezet of in een auto kan worden geplaatst. Dergelijke kinderhouders zijn aan weerszijden voorzien van bevestigingsmiddelen die in de 20 dragers kunnen worden bevestigd. De bevestiging van de kinderhouder in de dragers is zodanig dat de kinderdrager niet kan roteren ten opzichte van de dragers.
Volgens de stand van de techniek zijn de dragers star met de draagstangen verbonden. Hierbij kan weliswaar een goede, tegen rotatie beveiligde positie van de kinderhouder 25 worden gewaarborgd, doch bij het inklappen van de kinderwagen moet de kinderdrager worden verwijderd omdat deze het inklappen verhindert.
Er bestaan eveneens kinderwagens waarbij de dragers roteerbaar aan de draagstangen zijn bevestigd zodat het inklappen gemakkelijker plaatsvindt en waarbij in de 30 gebruikspositie de drager door middel van een stangenmechanisme wordt gefixeerd. Als gevolg van onvermijdbare speling in de draaipunten van het stangenmechanisme, is de rotatiepositie van de kinderhouder niet goed gewaarborgd omdat de kinderhouder immers binnen de speling om de as kan kantelen. Dit kan als gevolg van een bij gebruik 2 en slijtage toenemende speling leiden tot ontoelaatbare uiterste posities, waarin de veiligheid van een kind niet steeds kan worden gewaarborgd.
Het doel van de uitvinding is het vermijden van de bovengenoemde problemen door het 5 verschaffen van een dergelijke kinderwagen, die zowel met de daarin aanwezige kinderhouder kan worden ingeklapt en die de rotatiepositie van de houder in de gebruikspositie voldoende spelingvrij bepaalt. Hierbij wordt wel opgemerkt dat de kinderdrager een zodanige vorm moet hebben dat deze het samenklappen van het samenstel van kinderwagen en kinderdrager toelaat.
10
Dit doel wordt bereikt doordat de dragers om een horizontale as draaibaar aan de draagstangen zijn bevestigd en de dragers in de gebruikspositie van de draagstang op de draagstang vergrendelbaar zijn.
15 Door de vergrendeling die immers aangrijpt tussen de drager en de draagstang en een starre verbinding tussen deze elementen vormt, wordt de kinderdrager star gekoppeld met de draagstang, zodat de positie van de kinderdrager goed wordt gedefinieerd.
Alhoewel het in principe mogelijk is een dergelijke vergrendeling te bereiken door een 20 met dc hand tc bedienen vcrgrcndclinrichting, heeft het de voorkeur dat de dragers zijn ingericht om bij het bereiken van de gebruikspositie van de draagstang automatisch op de draagstang te worden vergrendeld. Er is dan immers geen afzonderlijke handeling meer noodzakelijk.
25 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de dragers elk voorzien van een grendelmechanisme dat door een koppelelement is gekoppeld met een deel van het frame en is het koppelelement ingericht voor het bij het bereiken van de gebruikspositie van de draagstangen vergrendelen van het grendelmechanisme. Het zal hierbij duidelijk zijn dat het koppelelement niet met de draagstang zelf zal zijn gekoppeld, maar met een 30 ander deel van het frame; er moet immers sprake zijn van een relatieve beweging van dat deel van het frame waar het koppelelement mee is gekoppeld en de draagstang om tot een beweging van de koppelelement ten opzichte van de draagstang te komen. Het is mogelijk dat het koppelelement zelf leidt tot vergrendeling, maar het is aantrekkelijker 3 dat de het koppelelement het vergrendelmechanisme leidt naar een positie waarin de vergrendeling automatisch plaatsvindt, bijvoorbeeld door een veerelement.
De hierboven genoemde maatregelen leiden tot een automatische vestiging van de 5 vergrendeling van drager ten opzichte van de draagstang. Het is evenzeer van belang dat deze vergrendeling automatisch weer wordt opgeheven wanneer de draagstang zijn gebruikspositie verlaat. Hiertoe zijn beide koppelelementen ingericht voor het ontgrendelen van het grendelmechanisme bij het bewegen uit de gebruikspositie van de draagstangen, bijvoorbeeld door het tegen een veerkracht in uit zijn vergrendelende 10 positie verwijderen van een grendel. De koppelelementen vervullen aldus een dubbelfunctie; zij brengen het vcrgrcndclclcmcnt naar een vergrendelende positie en brengen het vergrendelelement weer terug vanuit de vergrendelende positie.
Deze uitvoeringsvorm verschaft voorts een vergrendelmechanisme voor het op een zich 15 in de gebruikspositie uitstrekkende draagstang tegen rotatie vergrendelbaar bevestigen van een kinderdrager, waarbij het vergrendelmechanisme is ingericht voor het bij het bereiken van de gebruikspositie van de draagstangen vergrendelen van zichzelf en voor het ontgrendelen van zichzelf bij het bewegen vanuit de gebruikspositie van de draagstangen, 20
Er ontstaat een bijzonder aantrekkelijke constructie wanneer beide grendelmechanismen een vast met de draagstang verbonden eerste grendeldeel omvatten en een vast met de drager verbonden tweede grendeldeel omvatten, waarbij het tweede grendeldeel roteerbaar is ten opzichte van het eerste grendeldeel en beide grendeldelen in een enkele 25 onderlinge positie vergrendelbaar zijn door een grendel die door een veerelement naar de vergrendelende positie wordt gedrongen, en waarbij het verbindingselement is ingericht voor het uit de vergrendelende positie dringen van de grendel bij beweging van de draagstang vanuit zijn gebruikspositie. Hierbij zal de het verbindingselement bij het uit de gebruikspositie bewegen van de duwstang de grendel uit de vergrendelende 30 positie brengen zodat de grendeldelen onderling kunnen roteren. Een in de dragers aanwezige kinderdrager kan dan ook vrij roteren zodat de kinderwagen kan worden samengeklapt, terwijl de kinderdrager in de kinderwagen aanwezig blijft.
4
Deze uitvoeringsvorm verschaft voorts een vergrendelmechanisme van de bovengenoemde soort omvattende een vast met de draagstang te verbinden eerste grendeldeel en een vast met de drager verbonden tweede grendeldeel, waarbij het tweede grendeldeel roteerbaar is ten opzichte van het eerste grendeldeel en beide 5 grendeldelen in een enkele onderlinge positie vergrendelbaar zijn door een grendel die door een veerelement naar de vergrendelende positie wordt gedrongen en waarbij het verbindingselement is ingericht voor het uit de vergrendelende positie dringen van de grendel bij beweging van de draagstang vanuit zijn gebruikspositie.
10 De hierboven genoemde voorkeursuitvoeringsvorm wordt constructief geoptimaliseerd wanneer het verbindingselement door een starre bedieningsstang wordt gevormd waarvan het met het grendelelement verbonden einde door middel van een lineair geleide-element is gekoppeld met het tweede grendeldeel en dit einde is ingericht voor het in een van zijn posities in het lineaire geleide-element uit zijn vergrendelende positie 15 dringen van de grendel.
Deze uitvoeringsvorm verschaft voorts een dergelijk vergrendelmechanisme dat is ingericht voor koppeling met een starre bedieningsstang, waarvan het met het grendelelement verbonden einde door middel van een lineair geleide-element is 20 gekoppeld met het tweede grendeldeel en dit einde is ingcricht voor het in ccn van zijn posities in het lineaire geleide-element uit zijn vergrendelende positie dringen van de grendel.
Volgens een meer specifieke uitvoeringsvorm omvat het lineaire geleidelement een 25 sleufgat en een zich door het sleufgat heen uitstrekkend element.
In afhankelijkheid van de geometrie van het frame van de kinderwagen, kan het aantrekkelijk zijn dat de starre bedieningsstang een tussen een maximale lengte en een minimale lengte veranderbare lengte heeft. Hierdoor behoeft de verandering van de 30 positie van de verbinding tussen de verbindingsstang en het tweede grendeldeel tussen het in- en uitklappen van het frame niet precies gelijk te zijn aan de verplaatsing van de grendel, zodat een zekere mate van tolerantie voor afwijkingen ontstaat.
5
Omdat het koppelelement beweegbaar is in een zich parallel aan de draagstang uitstrekkend vlak, heeft het de voorkeur dat de grendel in radiale richting tussen beide grendeldelen beweegbaar is om dat de beweging van het koppelelement gemakkelijk kan worden overgedragen aan de grendel.
5
De constructie van de grendelmechanismen wordt constructief nog verder geoptimaliseerd wanneer het tweede grendeldeel is voorzien van een schijf waarin een zich hoofdzakelijk radiaal uitstrekkende sleuf is aangebracht waarin de grendel beweegbaar is, dat de grendel door een veerelement naar een buitenste positie in de 10 sleuf wordt gedrongen en dat het eerste grendeldeel is voorzien van een zich rondom de schijf uitstrekkende ring waarin een uitsparing is aangebracht tot waarin de grendel beweegbaar is.
Er wordt echter niet uitgesloten dat de grendel in axiale richting beweegbaar is tussen 15 beide grendeldelen tussen een vergrendelende positie en een ontgrendelde positie, hetgeen tot een simpeler constructie van de vergrendeling zelf leidt.
Deze uitvoeringsvorm wordt constructief geoptimaliseerd wanneer de grendel de vorm heeft van een tandwiel, dat in zijn vergrendelende positie de grendel in aangrijping is 20 met ccn inwendige vertanding van het eerste grcndclclcmcnt en met een inwendige vertanding van het tweede grendelelement en dat in zijn ontgrendelende positie de grendel slechts met de inwendige vertanding van een van de grendelelementen in aangrijping is en dat de grendel is voorzien van een neus, die door het veerelement tegen een schuin vlak van een voor beweging met het koppelorgaan verbonden lichaam 25 aan wordt gedrongen.
In principe is het mogelijk slechts een van de twee houders van een kinderwagen te voorzien van een grendelmechanisme, zodat slechts een van de dragers op de betreffende draagstang vergrendelbaar is, maar het heeft om de speling te minimaliseren 30 en om schuine belasting van onderdelen te voorkomen de voorkeur dat beide dragers op de draagstangen vergrendelbaar zijn.
Bij veel kinderwagenframes zijn de draagstangen met de overige delen van het frame samenklapbaar; hiermede kan het frame immers tot een compacte eenheid worden 6 samengevouwen. Om deze aantrekkelijke geometrie ook bij de kinderwagen volgens de onderhavige uitvinding te kunnen toepassen verschaft een voorkeursuitvoeringsvorm de maatregel dat beide draagstangen tussen hun onderzijde en de drager van een scharnier zijn voorzien dat knikken van de draagstangen om eenzelfde horizontale as 5 mogelijk maakt, dat de scharnieren vergrendelbaar zijn in hun gestrekte positie waarbij de draagstangen zich schuin uitstrekken en dat de draagstang samenvouwbaar is tot een positie waarin de delen van de draagstang zich hoofdzakelijk parallel aan het horizontale framedeel uitstrekken.
10 De constructie van het kinderwagenframe wordt verder vereenvoudigd wanneer de draagstangen tot ccn duwbcugcl zijn verenigd cn op dc duwbcugcl een bedieningselement is aangebracht voor het ontgrendelen van de scharnieren.
Weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de 15 draagstangdelen tussen het scharnier en de duwbeugel draaibaar verbonden zijn met een zich bij schuine positie van de draagstang hoofdzakelijk verticaal uitstrekkende steunstang die schamierbaar is verbonden met het horizontale framedeel en dat de steunstangen tot aan hun onderzijde met verlengstukken zijn verlengd en dat aan de verlengstukken wielen zijn geplaatst. Normaliter, in de gebruikspositie bevinden de 20 steunstangen cn hun verlengingen zich in ccn hoofdzakclijk verticale positie. Bij het samengeklapte frame kantelen de steunstangen en de verlengstukken. Hierdoor komen, mits de steunstangen zich in de gevouwen situatie hoofdzakelijke horizontaal uitstrekken, de wielen in het verlengde van de horizontale delen van het frame te liggen zodat de samengevouwen deel platter wordt.
25
Volgens weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm is het eerste grendeldeel voorzien van een stanggrendelmechanisme en strekt elk van de onderste draagstangdelen zich uit tot in aangrijping met een stanggrendelmechanisme. Hiermede wordt het stanggrendelmechanisme voor meerdere functies gebruikt zodat een besparing aan 30 onderdelen wordt verkregen.
Een specifieke uitvoeringsvorm, die overigens tevens zonder de overige maatregelen van de onderhavige uitvinding kan worden toegepast, verschaft een kinderwagen, waarbij de duwbeugel met behulp van een fixatiemechanisme in verschillende posities 7 fixeerbaar is ten op opzichte van de draagstangen en dat het fixatiemechanisme en het stanggrendelmechanisme van een gemeenschappelijke klink zijn voorzien. Hierdoor wordt een verdere combinatie verkregen.
5 Deze uitvoeringsvorm wordt verder constmctief vereenvoudigd wanneer de klink binnen de duwbeugel is geplaatst, waarbij de klink om een as roteerbaar is tussen een rustpositie, waarin een eerste uitsteeksel van de klink in aangrijping is met een in de draagstang aangebrachte opening en een actieve positie waarin een tweede uitsteeksel van de klink in aangrijping is met een de vergrendeling van het scharnier lossend 10 orgaan.
Verdere constructieve voordelen blijken uit de overige onderconclusies.
Vervolgens zal de uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande 15 tekeningen waarin voorstellen:
Figuur IA: een schematisch zijaanzicht van een kinderwagen volgens de uitvinding in gebruikstoestand;
Figuur 1B: een schematisch zijaanzicht van een kinderwagen volgens de uitvinding in samengevouwen toestand; 20 Figuur 2: een cxplosicaanzicht van de kinderwagen volgens dc uitvinding;
Figuur 3: een explosieaanzicht van een vergrendelmechanisme volgens de uitvinding;
Figuur 4: een schematisch aanzicht van de onderdelen volgens een alternatieve constructie van een vergrendelmechanisme volgens de uitvinding; en 25 Figuur 5: een schematisch doorsnedeaanzicht van een gecombineerde inrichting voor het vergrendelen van de duwbeugel van een kinderwagen in de draagstang en het ontgrendelen van een in de draagstang opgenomen scharnier.
De kinderwagen 1 volgens de uitvinding omvat, zoals in figuur IA is weergegeven, een 30 frame, met een zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkend basisdeel 2, waaraan voorwielen 3 en achterwielen 4 zijn bevestigd. In de nabijheid van de voorwielen 3 zijn twee zich in de gebruikstoestand schuin naar boven en achteren uitstrekkende draagstangen 5 schamierbaar verbonden met het basisdeel 2 van het frame. Hierbij wordt opgemerkt dat het eveneens mogelijk is de dat de draagstangen ziich horizontaal 8 of zelfs verticaal uitstrekken, In elk van de draagstangen is een scharnier 6 aangebracht dat de draagstangen verdeelt in een onderdraagstangdeel 7 en een bovendraagstangdeel 8. Beide bovendraagstangdelen 8 zijn onderling verbonden door een duwbeugel 9.
Twee steunstangen 10 zijn aan hun onderzijde schamierbaar verbonden met het 5 basisdeel 2 van het frame in de nabijheid van de achterwielen 4. Aan hun bovenzijden zijn de steunstangen schamierbaar verbonden met het bovendraagstangdeel 8. Aan elk van de bovendraagstangdelen 8 is tussen het scharnier 6 en de verbinding met de steunstang 10 een drager 11 aangebracht die is ingericht voor het dragen van een kinderhouder 12.
10
De kinderwagen 1 kan worden samengeklapt naar de situatie die is weergegeven in figuur 1B. Hiertoe wordt, na ontgrendeling van in het vervolg toe te lichten grendelelementen de duwstang naar de voorzijde van de wagen 1 geduwd, waarbij de draagstangdelen 7,8 om hun verbindende scharnier 6 samen worden gevouwen. Hierbij 15 kantelt tevens de steunstang 10 naar de hoofdzakelijk horizontale positie, tezamen met beide draagstangdelen 7, 8. Hierbij strekt het bovenste draagstangdeel 8 zich niet horizontaal uit, zodat de kinderhouder 12 moet kantelen ten opzichte van de drager 11 om de wagen 1 volledig te kunnen samenvouwen.
20 Vervolgens zal de constmctic van de dragers 11 meer in detail worden beschreven aan de hand van figuur 2 en 3. Op een bovendraagstangdeel 8 van de kinderwagen is, zoals uit figuur 2 en 3 blijkt, een eerste grendeldeel 15 aangebracht, dat bijvoorbeeld van kunststof is vervaardigd. Het eerste grendeldeel 15 is voorzien van een vlak deel 16, waarvan een grensvlak zich verticaal uitstrekt. Tegen dit vlakke deel 16 is een eerste 25 schijfvormig deel 17 aangevormd. Rondom het schijfvormige deel 17 is een concentrische ring 18 tegen het vlakke deel 16 gevormd, waarbij tussen de ring 18 en het schijfvormige deel 17 een groef 19 is uitgespaard. In de ring is een radiale uitsparing 20 aangebracht. Concentrisch met het schijiVormige deel 17 is een paddestoelvormig deel 21 geplaatst. Op de ring 18 is voorts een zich over een boog van ongeveer 90° 30 uitstrekkende rand 22 aangebracht.
Een grendel 23 is draaibaar op het schijfvormige deel 17 aangebracht, waarbij de grendel 23 zich tevens in de groef 19 en onder het paddestoelvormige deel 21 uitstrekt. De grendel 23 wordt opgesloten onder deze onderdelen en kan alleen worden 9 verwijderd door deze naar de positie van de uitsparing 20 in de ring 18 te draaien en de grendel 23 radiaal naar buiten tot in deze uitsparing 20 te bewegen, waarbij de grendel 23 vrij komt van het paddestoelvormige deel 21. De grendel 23 is voorzien van een radiaal uitstekende vinger 24 die door een niet in de tekeningen weergegeven veer de 5 grendel 23 radiaal naar buiten dringt.
Het tweede grendeldeel 27 omvat een los schijfvormig deel 25 dat is voorzien van een niet in de tekening weergegeven zich radiaal uitstrekkende groef 26, waarin de grendel 23 kan worden opgenomen. De vormgeving van de groef 26 is zodanig dat de grendel 10 23 slechts in radiale richting uit de groef 26 kan worden verwijderd. Tegen het losse schijfvormigc deel 25 is de drager 11 die is voorzien van een opnamcopcning 28 voor een desbetreffend gevormd deel van een kinderhouder 12 aangebracht. Voorts zijn in beide wanden van de drager 11 zich schuin ten opzichte van de vergrendeling uitstrekkende, sleufvormige openingen 29 aangebracht.
15
De hierboven genoemde delen worden samengevoegd door aanvankelijk de grendel 23 in het koppelelement te plaatsen en vervolgens het tweede grendeldeel 27 met zijn groef 26 over de grendel 23 te schuiven in radiale richting totdat het centrum het schijfvormige deel 25 van het tweede grendeldeel 27 samenvalt met het centrum van het 20 schijfvormigc deel 17 van het eerste grendeldeel 15. Vervolgens kan het tweede grendel deel 27 worden geroteerd ten opzichte van het eerste grendeldeel 15 totdat het tweede grendeldeel wordt opgesloten tegen radiale beweging door de rand 22.
Aldus is een configuratie verkregen waarbij het tweede grendeldeel 27 met de daaraan 25 bevestigde drager 11 kan roteren ten opzichte van het eerste grendeldeel, doch waarbij, wanneer de grendel 23 zich in de uitsparing 20 bevindt, rotatie is geblokkeerd en de houder 11 is vergrendeld ten opzichte van de draagstang 5. Bij rotatie van het tweede grendeldeel 27 ten opzichte van het eerste grendeldeel 11 zal de grendel 23 bij passeren van de uitsparing naar buiten tot in de uitsparing 20 bewegen en waardoor 30 vergrendeling optreedt.
Voor het ontgrendelen wordt gebruik gemaakt van een bedieningsslang 30 die in figuur 2 is weergegeven, die als koppelelement fungeert en die aan een einde met het frame is verbonden en waarvan het andere einde door middel van een zich door de sleufgaten 10 heen uitstrekkende pen 31 verbonden is met het tweede grendeldeel 27. De geometrie van het frame en van de stang 30 is zodanig dat bij het verlaten van de schuine gebruiksstand van de draagstang 5 de bedieningsstang 30 via de pen 31 de grendel 23 vanuit zijn vergrendelende positie naar de ontgrendelde positie beweegt waardoor het 5 tweede grendeldeel 27 vrij kan roteren ten opzichte van het eerste grendeldeel 11 en de draagstang 5. Pas bij het weer bereiken van de positie van het tweede grendeldeel 27 waarin de grendel 23 tegenover de uitsparing 20 komt, kan weer vergrendeling plaats vinden, waarbij de veer de grendel tot in de uitsparing 20 dringt. De lengte van de bedieningsstang 30 is variabel tussen een minimale en een maximale maat, om 10 afwijkingen bij de maten van het frame te kunnen opvangen. Hiertoe is de bedieningsstang 30 in twee stukken 32, 33 verdeeld die door middel van een zich door het stuk 32 uitstrekkende sleuf en een zich daardoorheen uitstrekkende pen met elkaar zijn verbonden.
15 Zoals hierboven reeds is aangeduid, zijn bij de hier afgebeelde uitvoeringsvorm beide draagstangen 5 in een onderdraagstangdeel 7 en een bovendraagstangdeel 8 verdeeld die door een scharnier 6 schamierbaar met elkaar zijn verbonden. In de gebruiksstand moeten de draagstangdelen 7, 8 onderling zijn gefixeerd. Hiertoe is een draagstangvergendelmechanisme aangebracht dat deel uitmaakt van het eerste 20 vcrgrcndclcmcnt 11. Het einde van het onderdraagstangdeel 7 is voorzien van een haak die is ingericht om in de vergrendelde positie aan te grijpen achter een op een blok aangebrachte sponning. Het blok is beweegbaar in de lengterichting van de draagstang 5 bevestigd in het vergrendelelement 11 tussen een positie waarin het blok de haak aangrijpt en een positie waarin de haak niet wordt aangegrepen. Normaliter wordt het 25 blok door een niet in de tekening weergegeven veer naar de aangrijpende positie gedrongen. De wanneer beide draagstangdelen zich in eikaars verlengde bevinden zullen zal de haak het zich in de aangrijpende positie bevindende blok aangrijpen. Door een in de duwbeugel opgenomen bedieningselement te bedienen wordt het blok naar de niet aangrijpende positie gedrongen en wordt de ontgrendeling ongedaan gemaakt zodat 30 de draagstangdelen kunnen worden gekanteld en de kinderwagen kan worden opgevouwen. Bij het terugkeren naar de gestrekte positie zal weer vergrendeling van het blok en de haak optreden.
11
In figuur 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van het vergrendelmechanisme, en wel in de vorm van onderdelen 40,41, warbij het onderdeel 40 is verbonden met het eerste grendeldeel en het onderdeel 41 is verbonden met het tweede grendeldeel. Beide onderdelen 40,41 hebben een hoofdzakelijk ringvormige structuur, die aan zijn 5 binnenzijde is voorzien van een vertanding. De grendel wordt bij deze uitvoeringsvorm gevormd door een deel 42 in de vorm van een tandwiel dat in axiale richting beweegbaar is om een aan het deel 40 aangevormde kem 43. Rondom de kern 43 is een veer 44 aangebracht die de grendel 42 dringt naar een positie waarin de grendel 42 in aangrijping is met de vertandingen van beide onderdelen 40,41. Deze delen zijn dan 10 tegen onderlinge rotatie vergrendeld, zodat de met het tweede deel verbonden vergrendeld is ten opzichte van de met het eerste deel verbonden draagstang. Door middel van een in de tekeningen niet weergegeven mechanisme kan de grendel 42 tegen de dmk van de veer 44 in tot in aangrijping met slechts het eerste onderdeel 40 worden gedrongen. In deze situatie wordt kan het tweede onderdeel 41 roteren ten opzichte van 15 het eerste onderdeel 40, zodat de houder kan roteren ten opzichte van de draagstang.
In figuur 5 is een bovendraagstangdeel 8 getoond waarin een duwbeugel 9 verstelbaar vergrendelbaar is. Hiertoe is in het bovendraagstangdeel 8 een aantal openingen 50 aangebracht en is de duwbeugel 9 verschuifbaar in het bovendraagstangdeel 8 geplaatst. 20 Aan het einde van de duwbeugel 9 is een klink 52 door middel van een as 51 draaibaar gelagerd. De klink is voorts van een zich met een component in de richting dwars op de lengterichting van de duwbeugel en bovendraagstangdeel 8 uitstrekkend sleufgat 53 voorzien waar een pen 54 zich doorheen uitstrekt. De pen 54 is verbonden met een anker 55 waaraan een kabel 56 is verbonden die op zijn beurt weer is verbonden met het 25 niet in de tekening weergegeven, in de duwbeugel opgenomen bedieningselement. Het anker 55 heeft overigens de vorm van een vork waarbij het zich aan beide zijden van de klink 52 uitstrekt. Een niet in de tekening weergegeven veer dringt het anker 55 naar zijn in de tekening weergegeven positie. De klink 52 is van een eerste uitsteeksel 58 voorzien, dat in de in de tekening weergegeven positie zich uitstrekt tot in een van de 30 openingen 50 in het bovendraagstangdeel 8. Hierdoor is een vergrendeling in axiale richting verkregen van de duwbeugel in het bovendraagstangdeel 8.
Bij het bedienen van het bedieningselement zal een trekkracht worden uitgeoefend op het anker 55 dat in de tekening naar rechts zal bewegen. Hierdoor wordt de pen 54 12 meebewogen, waardoor als gevolg van de schuin geplaatste sleuf 53 de klink om de as 52 zal kantelen in de wijzerrichting. Hierdoor wordt het uitsteeksel 57 uit de opening 50 bewogen en kan de duwstang 9 ten opzichte van het bovendraagstangdeel 8 worden verschoven.
5
De klink is voorts van een tweede uitsteeksel 58 voorzien, dat bij voorkeur de vorm van een haak heeft. Normaliter, in de in figuur 4 weergegeven rustpositie, bevindt het tweede uitsteeksel 58 zich binnen de omtrek van de duwbeugel 9. Bij activering van de bedieningsmiddelen, waarbij de klink 52 van positie verandert, zal het tweede 10 uitsteeksel 58 tot buiten de duwbeugel uitsteken en de in de in de tekening weergegeven longitudinale positie van de duwbeugel ten opzichte van het bovendraagstangdeel 8, in aangrijping komen met een ontgrendeldeel 59 dat in axiale richting beweegbaar is langs het bovendraagstangdeel 8. Wanneer na het in aangrijping brengen van het tweede uitsteeksel 58 met het ontgrendelelement 59 de duwstang 9 wordt verschoven naar 15 rechts ten opzichte van het bovendraagstangdeel 8, wordt het ontgrendeldeel meegenomen met de beweging van de duwstang en wordt de ontgrendeling van het te ontgrendelen onderdeel, in het onderhavige geval een scharnier bewerkstelligt. Hierbij wordt erop gewezen dat de constmctie van dergelijke scharnieren op zich bekend is, zodat deze hier niet zal worden toegelicht.
20
Voorts zal het duidelijk zijn dat hierboven slechts de ontgrendeling van een enkele zijde is weergegeven; alhoewel niet noodzakelijk, zal in verband met de symmetrische constmctie van kinderwagens zich aan de andere zijde een soortgelijke inrichting bevinden.
25
Ten slotte wordt erop gewezen dat de hier getoonde constmctie van een combinatie van ontgrendeling van lineaire verstellen van de duwbeugel ten opzichte van een draagstang en de ontgrendeling van een ander element ook in andere situaties kan worden toegepast.
Het zal duidelijk zijn dat diverse variaties in de getoonde uitvoeringsvorm kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van de uitvinding.
30

Claims (30)

1. Kinderwagen, omvattende: een van wielen voorzien frame; 5. twee tot het frame behorende, zich elk aan een zijde van het frame uitstrekkende draagstangen die beweegbaar zijn tussen samengevouwen positie en een voor gebruik geschikte gebruikspositie en welke in de gebruikspositie vergrendelbaar zijn; tenminste twee, elk aan een van de draagstangen bevestigde dragers voor het afneembaar dragen van een kinderhouder; 10 met het kenmerk dat de dragers om een horizontale as draaibaar aan de draagstangen zijn bevestigd en dat tenminste een van de dragers in de gebruikspositie van de draagstang op de draagstang vergrendelbaar is.
2. Kinderwagen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste een van de 15 dragers is ingericht om bij het bereiken van de gebruikspositie van de draagstang op de draagstang te worden vergrendeld.
3. Kinderwagen volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tenminste ene drager is voorzien van een grendelmechanisme dat door een koppelelement is 20 gekoppeld met een deel van het frame en dat het koppelelement is ingcricht voor het bij het bereiken van de gebruikspositie van de draagstangen vergrendelen van het grendelmechanisme.
4. Kinderwagen volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het koppelelement is 25 ingericht voor het ontgrendelen van het grendelmechanisme bij het bewegen uit de gebruikspositie van de draagstangen.
5. Kinderwagen volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het tenminste ene grendelmechanisme een eerste, vast met de draagstang verbonden eerste grendeldeel 30 omvat en een vast met de drager verbonden tweede grendeldeel omvat, waarbij het tweede grendeldeel roteerbaar is ten opzichte van het eerste grendeldeel en beide grendeldelen in een enkele onderlinge positie vergrendelbaar zijn door een grendel die door een veerelement naar de vergrendelende positie wordt gedrongen, en waarbij het koppelelement is ingericht voor het uit de vergrendelende positie dringen van de grendel bij beweging van de draagstang vanuit zijn gebruikspositie.
6. Kinderwagen volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het koppelelement 5 door een starre bedieningsstang wordt gevormd waarvan het met het grendelelement verbonden einde door middel van een lineair geleide-element is gekoppeld met het tweede grendeldeel en dit einde is ingericht voor het in een van zijn posities in het lineaire geleide-element uit zijn vergrendelende positie dringen van de grendel. 10
7 .Kinderwagen volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het lineaire geleide- element een slcufgat en een zich door dit slcufgat heen uitstrekkend clement omvat.
8. Kinderwagen volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de starre bedieningsstang een tussen een maximale lengte en een minimale lengte veranderbare 15 lengte heeft.
9. Kinderwagen volgens conclusie 6,7 of 8, met het kenmerk, dat de grendel in radiale richting tussen beide grendeldelen beweegbaar is.
10. Kinderwagen volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het tweede grendeldeel is voorzien van een schijf waarin een zich hoofdzakelijk radiaal uitstrekkende sleuf is aangebracht waarin de grendel beweegbaar is, dat de grendel door een veer naar een buitenste positie in de sleuf wordt gedrongen en dat het eerste grendeldeel is voorzien van een zich rondom de schijf uitstrekkende ring waarin een 25 uitsparing is aangebracht tot waarin de grendel beweegbaar is.
11. Kinderwagen volgens conclusie 6,7 of 8, met het kenmerk, dat de grendel is axiale richting tussen de beide grendeldelen beweegbaar is tussen een vergrendelende positie en een ontgrendelde positie. 30
12. Kinderwagen volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de grendel de vorm heeft van een tandwiel, dat in zijn vergrendelende positie de grendel in aangrijping is met een inwendige vertanding van het eerste grendelelement en met een inwendige vertanding van het tweede grendelelement en dat in zijn ontgrendelende positie de grendel slechts met de inwendige vertanding van een van de grendelelementen in aangrijping is en dat de grendel is voorzien van een neus, die door het veerelement tegen een schuin vlak van een voor beweging met het koppelorgaan verbonden lichaam aan wordt gedrongen. 5
13. Kinderwagen volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat beide dragers op de draagstangen vergrendelbaar zijn.
14. Kinderwagen volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, 10 dat beide draagstangen zich in hun gebruikspositie schuin uitstrekken en dat zij tussen hun onderzijde cn de drager van een scharnier zijn voorzien dat knikken van de draagstangen om eenzelfde horizontale as mogelijk maakt, dat de scharnieren vergrendelbaar zijn in hun gestrekte positie waarbij de draagstangen zich schuin uitstrekken en dat de draagstang samenvouwbaar is tot een positie waarin de delen van 15 de draagstang zich hoofdzakelijk parallel aan het horizontale ffamedeel uitstrekken.
15. Kinderwagen volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de draagstangen tot een duwbeugel zijn verenigd en dat op de duwbeugel een bedieningselement is aangebracht voor het ontgrendelen van de scharnieren. 20
16. Kinderwagen volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat de draagstangdelen tussen het scharnier en de duwbeugel draaibaar verbonden zijn met een zich bij schuine positie van de draagstang hoofdzakelijk verticaal uitstrekkende steunstang die schamierbaar is verbonden met het horizontale framedeel en dat de 25 steunstangen tot aan hun onderzijde met verlengstukken zijn verlengd en dat aan de verlengstukken wielen zijn geplaatst.
17. Kinderwagen volgens conclusie 5-16, met het kenmerk, dat tenminste het eerste grendeldeel is voorzien van een stanggrendelmechanisme en dat het tenminste 30 ene onderste draagstangdeel zich uitstrekt tot in aangrijping met een stanggrendelmechanisme.
18. Kinderwagen volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de duwbeugel met behulp van een fixatiemechanisme in verschillende posities fixeerbaar is ten op opzichte van de draagstangen en dat het fixatiemechanisme en het stanggrendelmechanisme van een gemeenschappelijke klink zijn voorzien.
19. Kinderwagen volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de klink binnen de 5 duwbeugel is geplaatst, waarbij de klink om een as roteerbaar is tussen een rastpositie, waarin een eerste uitsteeksel van de klink in aangrijping is met een in de draagslang aangebrachte opening en een actieve positie waarin een tweede uitsteeksel van de klink in aangrijping is met een de vergrendeling van het scharnier lossend orgaan.
20. Kinderwagen volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede uitsteeksel van de klink aan weerszijden van de klink zijn aangebracht.
21. Kinderwagen volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de klink door een veer naar de rustpositie wordt gedrongen en dat het bedieningsmechanisme is 15 ingericht voor het bij bediening naar de actieve positie dringen van de klink.
22. Kinderwagen volgens conclusie 19,20 of 21, met het kenmerk, dat de as, waarom de klink roteerbaar is in de duwbeugel is gelagerd, dat in de klink een zich schuin uitstrekkende sleuf is aangebracht en dat een met het bedieningselement 20 verbonden pen zich door de sleuf heen uitstrekt.
23. Kinderwagen volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de pen is bevestigd in een schuifbaar in de duwbeugel opgenomen glijder en dat de glijder door een kabel met het bedieningselement is verbonden. 25
24. Vergrendelmechanisme voor het op een draagstang van een kinderwagen tegen rotatie vergrendelbaar bevestigen van een kinderdrager, met het kenmerk dat het vergrendelmechanisme is ingericht voor het bij het bereiken van een gebruikspositie van de draagstangen vergrendelen van zichzelf en voor het ontgrendelen van zichzelf bij het 30 bewegen vanuit de gebruikspositie van de draagstangen.
25. Vergrendelmechanisme volgens conclusie 24, gekenmerkt door een vast met een draagstang van een kinderwagen te verbinden eerste grendeldeel en een vast met een drager voor een kinderdrager verbonden tweede grendeldeel dat roteerbaar is ten opzichte van het eerste grendeldeel en beide grendeldelen in een enkele onderlinge positie vergrendelbaar zijn door een grendel die door een veerelement naar de vergrendelende positie wordt gedrongen, waarbij het verbindingselement is ingericht voor het uit de vergrendelende positie dringen van de grendel bij beweging van de 5 draagstang vanuit zijn gebmikspositie.
26. Vergrendelmechanisme volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de grendel in radiale richting tussen beide grendeldelen beweegbaar is.
27. Vergrendelmechanisme volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat het tweede grendeldeel is voorzien van een schijf waarin een zich hoofdzakclijk radiaal uitstrekkende sleuf is aangebracht waarin de grendel beweegbaar is, dat de grendel door een veer naar een buitenste positie in de sleuf wordt gedrongen en dat het eerste grendeldeel is voorzien van een zich rondom de schijf uitstrekkende ring waarin een 15 uitsparing is aangebracht tot waarin de grendel beweegbaar is.
28. Vergrendelmechanisme volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de grendel in axiale richting beweegbaar is tussen de beide grendeldelen tussen een vergrendelende positie en een ontgrendelende positie. 20
29. Vergrendelmechanisme volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat de grendel de vorm heeft van een tandwiel, dat in zijn vergrendelende positie de grendel in aangrijping is met een inwendige vertanding van het eerste grendelelement en met een inwendige vertanding van het tweede grendelelement en dat in zijn ontgrendelende 25 positie de grendel slechts met de inwendige vertanding van een van de grendelelementen in aangrijping is en dat de grendel is voorzien van een neus, die door het veerelement tegen een schuin vlak van een voor beweging met het koppelorgaan verbonden lichaam aan wordt gedrongen.
30. Vergrendelmechanisme volgens conclusie 27, 28 of 29, met het kenmerk, dat het vergrendelmechanisme is ingericht voor koppeling met een starre bedieningsstang waarvan het met het grendelelement verbonden einde door middel van een lineair geleide-element is gekoppeld met het tweede grendeldeel en dit einde is ingericht voor het in een van zijn posities in het lineaire geleide-element uit zijn vergrendelende positie dringen van de grendel.
NL2002350A 2008-12-19 2008-12-19 Kinderwagen met kantelbare draagstangen en daaraan roteerbaar bevestigde dragers voor een kinderhouder waarbij de dragers tegen rotatie vergrendelbaar zijn en daartoe geschikt vergrendelmechanisme. NL2002350C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002350A NL2002350C2 (nl) 2008-12-19 2008-12-19 Kinderwagen met kantelbare draagstangen en daaraan roteerbaar bevestigde dragers voor een kinderhouder waarbij de dragers tegen rotatie vergrendelbaar zijn en daartoe geschikt vergrendelmechanisme.
DE202009017335U DE202009017335U1 (de) 2008-12-19 2009-12-21 Kinderwagen mit kippbaren Tragstangen und daran schwenkbar befestigten Trägern für eine Kinderhalterung, wobei die Träger gegen Drehen verriegelt werden können und ein hierfür geeigneter Verriegelungsmechanismus

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002350 2008-12-19
NL2002350A NL2002350C2 (nl) 2008-12-19 2008-12-19 Kinderwagen met kantelbare draagstangen en daaraan roteerbaar bevestigde dragers voor een kinderhouder waarbij de dragers tegen rotatie vergrendelbaar zijn en daartoe geschikt vergrendelmechanisme.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002350C2 true NL2002350C2 (nl) 2010-06-22

Family

ID=41171206

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002350A NL2002350C2 (nl) 2008-12-19 2008-12-19 Kinderwagen met kantelbare draagstangen en daaraan roteerbaar bevestigde dragers voor een kinderhouder waarbij de dragers tegen rotatie vergrendelbaar zijn en daartoe geschikt vergrendelmechanisme.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE202009017335U1 (nl)
NL (1) NL2002350C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2593762A1 (fr) * 1986-01-31 1987-08-07 Ampafrance Poussette pour enfant a nacelle basculante
DE68913791T2 (de) * 1988-04-25 1994-08-18 Maclaren Ltd Rahmen.
FR2774647A1 (fr) * 1998-02-06 1999-08-13 Discovery International Co Ltd Dispositif de fixation pour une poussette
DE20007948U1 (de) * 2000-05-03 2000-08-24 Anton Schiel Kunststoff- und Perücken-GmbH, 96465 Neustadt Drehgelenk mit Rastkupplung
DE202004015227U1 (de) * 2004-09-30 2005-02-24 Tan, Yi-Cheng Klappvorrichtung eines Kinderwagens
GB2418179A (en) * 2004-09-17 2006-03-22 Yi-Cheng Tan Foldable stroller with pair of pivot mechanisms

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2593762A1 (fr) * 1986-01-31 1987-08-07 Ampafrance Poussette pour enfant a nacelle basculante
DE68913791T2 (de) * 1988-04-25 1994-08-18 Maclaren Ltd Rahmen.
FR2774647A1 (fr) * 1998-02-06 1999-08-13 Discovery International Co Ltd Dispositif de fixation pour une poussette
DE20007948U1 (de) * 2000-05-03 2000-08-24 Anton Schiel Kunststoff- und Perücken-GmbH, 96465 Neustadt Drehgelenk mit Rastkupplung
GB2418179A (en) * 2004-09-17 2006-03-22 Yi-Cheng Tan Foldable stroller with pair of pivot mechanisms
DE202004015227U1 (de) * 2004-09-30 2005-02-24 Tan, Yi-Cheng Klappvorrichtung eines Kinderwagens

Also Published As

Publication number Publication date
DE202009017335U1 (de) 2010-04-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10479391B2 (en) Child stroller apparatus
CN107813858B (zh) 手推车
EP1699661B1 (fr) Agencement pour le montage d un siege sur le plancher d'un vehicule au moyen de plots de guidage escamotables
US7798500B2 (en) Foldable stroller with detachable carrier
NL2009460C2 (nl) Gesteldeel, gestel en kinderwagen of buggy voorzien van een telescopische duwstang.
EP2576318B1 (fr) Systeme de freinage pour poussette
KR101687732B1 (ko) 개선된 접이식 유모차
NL9400645A (nl) Kinderwagen.
JP2009073479A (ja) 子ども用のスポーツ・ストローラ
NL1015049C2 (nl) Draaipenconnector voor een samenvouwbaar wandelwagenframe.
EP2841321B1 (fr) Chassis pour une poussette et poussette a cinematique de pliage amelioree
EP3378729B1 (fr) Voiture d'enfant pliante à chariots coulissants
NL2002350C2 (nl) Kinderwagen met kantelbare draagstangen en daaraan roteerbaar bevestigde dragers voor een kinderhouder waarbij de dragers tegen rotatie vergrendelbaar zijn en daartoe geschikt vergrendelmechanisme.
NL2009461C2 (nl) Zitje en kinderwagen of buggy voorzien van een dergelijk zitje.
EP1214238B1 (fr) Chariot pliable
EP1245212A1 (fr) Chariot-portoir pour brancard
EP1055558B1 (fr) Plateau porte-charge
GB2566816B (en) A stroller
FR3025760A1 (fr) Appui-tete demontable pour siege de vehicule automobile
EP3507168B1 (fr) Châssis pliant de poussette pour enfant, et poussette correspondante
CN117002599A (zh) 一种可联动折叠的童车
FR2777253A1 (fr) Poussette pour enfant, a securite anti-repliage en presence d'un enfant, et dispositif correspondant
GB2566817A (en) A stroller
FR2859672A1 (fr) Siege escamotable incluant un dossier pouvant pivoter autour d'un axe mobile.
FR2896202A1 (fr) Ensemble structurel de vehicule automobile ayant une traverse arriere superieure escamotable

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150701

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150701