NL2002350C2

NL2002350C2 - CHILD CARS WITH TILT-ROUND ROLLER BARS AND ROTABLY-CONFIRMED CARRIERS FOR A CHILDHOLDER IN WHICH THE CARRIERS ARE LOCKABLE TO ROTATION AND THEREFORE LOCKABLE MECHANISM.

Info

Publication number: NL2002350C2
Application number: NL2002350A
Authority: NL
Inventors: Reitze Koelstra
Original assignee: Koelstra B V
Priority date: 2008-12-19
Filing date: 2008-12-19
Publication date: 2010-06-22
Also published as: DE202009017335U1

Description

55

Kinderwagen met kantelbare draagstangen en daaraan roteerbaar bevestigde dragers voor een kinderhouder waarbij de dragers tegen rotatie vergrendelbaar zijn en daartoe geschikt vergrendelmechanisme.A pram with tiltable carrying bars and carriers rotatably mounted thereto for a child carrier, the carriers being lockable against rotation and a suitable locking mechanism for this purpose.

De uitvinding betreft een kinderwagen, omvattende een van wielen voorzien frame met twee zich elk aan een zijde van het frame uitstrekkende draagstangen die beweegbaar zijn tussen een opgevouwen positie en een voor gebruik geschikte gebruikspositie en die in de gebruikspositie vergrendelbaar zijn en twee, elk aan een van de draagstangen 10 bevestigde dragers voor het afneembaar dragen van een kinderhouder.The invention relates to a pram, comprising a wheeled frame with two carrying rods, each extending on one side of the frame, which are movable between a folded position and a position of use suitable for use and which can be locked in the position of use and two, each at a position of use. carriers attached to the support rods 10 for removably carrying a child carrier.

Dergelijke kinderwagens zijn in tal van configuraties bekend. Zij zijn veelal ingericht voor de dragen van diverse soorten kinderhouders zoals een reiswieg, een kinderzitje van het type dat in een auto kan worden bevestigd of een kinderzitje van het type zoals 15 wel in een wandelwagen wordt gebruikt. De kinderhouder is afneembaar om enerzijds deze te kunnen verwisselen en anderzijds deze te kunnen verwijderen om het resterende deel van de kinderwagen te kunnen inklappen opdat het minder ruimte inneemt en gemakkelijker kan worden weggezet of in een auto kan worden geplaatst. Dergelijke kinderhouders zijn aan weerszijden voorzien van bevestigingsmiddelen die in de 20 dragers kunnen worden bevestigd. De bevestiging van de kinderhouder in de dragers is zodanig dat de kinderdrager niet kan roteren ten opzichte van de dragers.Such prams are known in numerous configurations. They are often adapted to carry various types of child carriers such as a travel cot, a child seat of the type that can be attached in a car or a child seat of the type as is used in a stroller. The child carrier is removable to be able to change it on the one hand and to remove it on the other hand in order to be able to collapse the remaining part of the pram so that it takes up less space and can be put away more easily or placed in a car. Such child carriers are provided on either side with mounting means that can be mounted in the carriers. The attachment of the child carrier in the carriers is such that the child carrier cannot rotate relative to the carriers.

Volgens de stand van de techniek zijn de dragers star met de draagstangen verbonden. Hierbij kan weliswaar een goede, tegen rotatie beveiligde positie van de kinderhouder 25 worden gewaarborgd, doch bij het inklappen van de kinderwagen moet de kinderdrager worden verwijderd omdat deze het inklappen verhindert.According to the state of the art, the carriers are rigidly connected to the bearing rods. It is true that in this case a good, rotation-proof position of the child carrier 25 can be guaranteed, but when the pram is collapsed, the child carrier must be removed because it prevents it from collapsing.

Er bestaan eveneens kinderwagens waarbij de dragers roteerbaar aan de draagstangen zijn bevestigd zodat het inklappen gemakkelijker plaatsvindt en waarbij in de 30 gebruikspositie de drager door middel van een stangenmechanisme wordt gefixeerd. Als gevolg van onvermijdbare speling in de draaipunten van het stangenmechanisme, is de rotatiepositie van de kinderhouder niet goed gewaarborgd omdat de kinderhouder immers binnen de speling om de as kan kantelen. Dit kan als gevolg van een bij gebruik 2 en slijtage toenemende speling leiden tot ontoelaatbare uiterste posities, waarin de veiligheid van een kind niet steeds kan worden gewaarborgd.There are also prams in which the carriers are rotatably attached to the carrying rods so that folding is easier and wherein in the position of use the carrier is fixed by means of a rod mechanism. As a result of unavoidable play in the pivot points of the rod mechanism, the rotational position of the child carrier is not properly guaranteed because the child carrier can tilt about the axis within the clearance. As a result of increased play during use 2 and wear, this can lead to unacceptable extreme positions in which the safety of a child cannot always be guaranteed.

Het doel van de uitvinding is het vermijden van de bovengenoemde problemen door het 5 verschaffen van een dergelijke kinderwagen, die zowel met de daarin aanwezige kinderhouder kan worden ingeklapt en die de rotatiepositie van de houder in de gebruikspositie voldoende spelingvrij bepaalt. Hierbij wordt wel opgemerkt dat de kinderdrager een zodanige vorm moet hebben dat deze het samenklappen van het samenstel van kinderwagen en kinderdrager toelaat.The object of the invention is to avoid the above-mentioned problems by providing such a pram, which can be collapsed both with the child holder present therein and which sufficiently determines the rotational position of the holder in the position of use without play. It is noted here that the child carrier must have such a shape that it allows the assembly of the stroller and child carrier to collapse.

1010

Dit doel wordt bereikt doordat de dragers om een horizontale as draaibaar aan de draagstangen zijn bevestigd en de dragers in de gebruikspositie van de draagstang op de draagstang vergrendelbaar zijn.This object is achieved in that the carriers are rotatably attached to the support rods about a horizontal axis and the carriers can be locked on the support rod in the position of use of the support rod.

15 Door de vergrendeling die immers aangrijpt tussen de drager en de draagstang en een starre verbinding tussen deze elementen vormt, wordt de kinderdrager star gekoppeld met de draagstang, zodat de positie van de kinderdrager goed wordt gedefinieerd.Due to the locking which after all engages between the carrier and the carrying rod and forms a rigid connection between these elements, the child carrier is rigidly coupled to the carrier rod, so that the position of the child carrier is well defined.

Alhoewel het in principe mogelijk is een dergelijke vergrendeling te bereiken door een 20 met dc hand tc bedienen vcrgrcndclinrichting, heeft het de voorkeur dat de dragers zijn ingericht om bij het bereiken van de gebruikspositie van de draagstang automatisch op de draagstang te worden vergrendeld. Er is dan immers geen afzonderlijke handeling meer noodzakelijk.Although it is possible in principle to achieve such a locking by means of a hand-operated operating device, it is preferred that the carriers are adapted to be automatically locked onto the carrying bar upon reaching the position of use of the carrying rod. After all, a separate action is then no longer necessary.

25 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de dragers elk voorzien van een grendelmechanisme dat door een koppelelement is gekoppeld met een deel van het frame en is het koppelelement ingericht voor het bij het bereiken van de gebruikspositie van de draagstangen vergrendelen van het grendelmechanisme. Het zal hierbij duidelijk zijn dat het koppelelement niet met de draagstang zelf zal zijn gekoppeld, maar met een 30 ander deel van het frame; er moet immers sprake zijn van een relatieve beweging van dat deel van het frame waar het koppelelement mee is gekoppeld en de draagstang om tot een beweging van de koppelelement ten opzichte van de draagstang te komen. Het is mogelijk dat het koppelelement zelf leidt tot vergrendeling, maar het is aantrekkelijker 3 dat de het koppelelement het vergrendelmechanisme leidt naar een positie waarin de vergrendeling automatisch plaatsvindt, bijvoorbeeld door een veerelement.According to a further preferred embodiment, the carriers are each provided with a locking mechanism which is coupled by a coupling element to a part of the frame and the coupling element is adapted to lock the locking mechanism upon reaching the position of use of the bearing rods. It will be clear here that the coupling element will not be coupled to the bearing rod itself, but to another part of the frame; after all, there must be a relative movement of that part of the frame to which the coupling element is coupled and the bearing rod in order to achieve a movement of the coupling element relative to the bearing rod. It is possible that the coupling element itself leads to locking, but it is more attractive that the coupling element guides the locking mechanism to a position in which the locking takes place automatically, for example by a spring element.

De hierboven genoemde maatregelen leiden tot een automatische vestiging van de 5 vergrendeling van drager ten opzichte van de draagstang. Het is evenzeer van belang dat deze vergrendeling automatisch weer wordt opgeheven wanneer de draagstang zijn gebruikspositie verlaat. Hiertoe zijn beide koppelelementen ingericht voor het ontgrendelen van het grendelmechanisme bij het bewegen uit de gebruikspositie van de draagstangen, bijvoorbeeld door het tegen een veerkracht in uit zijn vergrendelende 10 positie verwijderen van een grendel. De koppelelementen vervullen aldus een dubbelfunctie; zij brengen het vcrgrcndclclcmcnt naar een vergrendelende positie en brengen het vergrendelelement weer terug vanuit de vergrendelende positie.The above-mentioned measures lead to an automatic establishment of the locking of the carrier relative to the carrying rod. It is equally important that this lock is automatically released when the carrying rod leaves its position of use. To this end, both coupling elements are adapted to unlock the locking mechanism when moving from the position of use of the bearing rods, for example by removing a lock from its locking position against a spring force. The coupling elements thus fulfill a dual function; they bring the locking device to a locking position and return the locking element from the locking position.

Deze uitvoeringsvorm verschaft voorts een vergrendelmechanisme voor het op een zich 15 in de gebruikspositie uitstrekkende draagstang tegen rotatie vergrendelbaar bevestigen van een kinderdrager, waarbij het vergrendelmechanisme is ingericht voor het bij het bereiken van de gebruikspositie van de draagstangen vergrendelen van zichzelf en voor het ontgrendelen van zichzelf bij het bewegen vanuit de gebruikspositie van de draagstangen, 20This embodiment furthermore provides a locking mechanism for securing a child carrier lockable against rotation on a carrying rod extending into the position of use, the locking mechanism being adapted to lock itself upon unlocking itself and to unlock itself upon reaching the position of use of the carrying bars when moving the bearing rods from the position of use, 20

Er ontstaat een bijzonder aantrekkelijke constructie wanneer beide grendelmechanismen een vast met de draagstang verbonden eerste grendeldeel omvatten en een vast met de drager verbonden tweede grendeldeel omvatten, waarbij het tweede grendeldeel roteerbaar is ten opzichte van het eerste grendeldeel en beide grendeldelen in een enkele 25 onderlinge positie vergrendelbaar zijn door een grendel die door een veerelement naar de vergrendelende positie wordt gedrongen, en waarbij het verbindingselement is ingericht voor het uit de vergrendelende positie dringen van de grendel bij beweging van de draagstang vanuit zijn gebruikspositie. Hierbij zal de het verbindingselement bij het uit de gebruikspositie bewegen van de duwstang de grendel uit de vergrendelende 30 positie brengen zodat de grendeldelen onderling kunnen roteren. Een in de dragers aanwezige kinderdrager kan dan ook vrij roteren zodat de kinderwagen kan worden samengeklapt, terwijl de kinderdrager in de kinderwagen aanwezig blijft.A particularly attractive construction is obtained when both locking mechanisms comprise a first locking part fixedly connected to the carrying rod and comprise a second locking part fixedly connected to the carrier, wherein the second locking part is rotatable relative to the first locking part and both locking parts in a single mutual position be lockable by a latch urged to the locking position by a spring element, and wherein the connecting element is adapted to force the latch out of the locking position upon movement of the carrying rod from its position of use. Here, the connecting element will move the latch out of the locking position when the push rod is moved out of the position of use, so that the locking parts can rotate relative to each other. A child carrier present in the carriers can therefore rotate freely so that the pram can be collapsed, while the child carrier remains present in the pram.

44

Deze uitvoeringsvorm verschaft voorts een vergrendelmechanisme van de bovengenoemde soort omvattende een vast met de draagstang te verbinden eerste grendeldeel en een vast met de drager verbonden tweede grendeldeel, waarbij het tweede grendeldeel roteerbaar is ten opzichte van het eerste grendeldeel en beide 5 grendeldelen in een enkele onderlinge positie vergrendelbaar zijn door een grendel die door een veerelement naar de vergrendelende positie wordt gedrongen en waarbij het verbindingselement is ingericht voor het uit de vergrendelende positie dringen van de grendel bij beweging van de draagstang vanuit zijn gebruikspositie.This embodiment furthermore provides a locking mechanism of the above-mentioned type comprising a first locking part which is fixed to the carrying rod and a second locking part which is fixed to the carrier, the second locking part being rotatable relative to the first locking part and both locking parts in a single mutual position lockable by a latch urged by a spring element to the locking position and wherein the connecting element is adapted to force the latch out of the locking position upon movement of the carrying rod from its position of use.

10 De hierboven genoemde voorkeursuitvoeringsvorm wordt constructief geoptimaliseerd wanneer het verbindingselement door een starre bedieningsstang wordt gevormd waarvan het met het grendelelement verbonden einde door middel van een lineair geleide-element is gekoppeld met het tweede grendeldeel en dit einde is ingericht voor het in een van zijn posities in het lineaire geleide-element uit zijn vergrendelende positie 15 dringen van de grendel.The above-mentioned preferred embodiment is structurally optimized when the connecting element is formed by a rigid operating rod whose end connected to the locking element is coupled to the second locking part by means of a linear guide element and this end is adapted to be in one of its positions forcing the latch into the linear guide element from its locking position 15.

Deze uitvoeringsvorm verschaft voorts een dergelijk vergrendelmechanisme dat is ingericht voor koppeling met een starre bedieningsstang, waarvan het met het grendelelement verbonden einde door middel van een lineair geleide-element is 20 gekoppeld met het tweede grendeldeel en dit einde is ingcricht voor het in ccn van zijn posities in het lineaire geleide-element uit zijn vergrendelende positie dringen van de grendel.This embodiment furthermore provides such a locking mechanism which is adapted for coupling to a rigid operating rod, the end of which is connected to the locking element being coupled to the second locking part by means of a linear guiding element and this end is adapted to engage its positions in the linear guide element urging the latch out of its locking position.

Volgens een meer specifieke uitvoeringsvorm omvat het lineaire geleidelement een 25 sleufgat en een zich door het sleufgat heen uitstrekkend element.According to a more specific embodiment, the linear guide element comprises a slot hole and an element extending through the slot hole.

In afhankelijkheid van de geometrie van het frame van de kinderwagen, kan het aantrekkelijk zijn dat de starre bedieningsstang een tussen een maximale lengte en een minimale lengte veranderbare lengte heeft. Hierdoor behoeft de verandering van de 30 positie van de verbinding tussen de verbindingsstang en het tweede grendeldeel tussen het in- en uitklappen van het frame niet precies gelijk te zijn aan de verplaatsing van de grendel, zodat een zekere mate van tolerantie voor afwijkingen ontstaat.Depending on the geometry of the frame of the pram, it can be attractive that the rigid operating rod has a length that can be changed between a maximum length and a minimum length. As a result, the change in the position of the connection between the connecting rod and the second locking part between the folding in and out of the frame need not be exactly equal to the displacement of the latch, so that a certain degree of tolerance for deviations is obtained.

55

Omdat het koppelelement beweegbaar is in een zich parallel aan de draagstang uitstrekkend vlak, heeft het de voorkeur dat de grendel in radiale richting tussen beide grendeldelen beweegbaar is om dat de beweging van het koppelelement gemakkelijk kan worden overgedragen aan de grendel.Because the coupling element is movable in a plane extending parallel to the bearing rod, it is preferred that the latch is movable in radial direction between the two locking parts, so that the movement of the coupling element can be easily transferred to the latch.

55

De constructie van de grendelmechanismen wordt constructief nog verder geoptimaliseerd wanneer het tweede grendeldeel is voorzien van een schijf waarin een zich hoofdzakelijk radiaal uitstrekkende sleuf is aangebracht waarin de grendel beweegbaar is, dat de grendel door een veerelement naar een buitenste positie in de 10 sleuf wordt gedrongen en dat het eerste grendeldeel is voorzien van een zich rondom de schijf uitstrekkende ring waarin een uitsparing is aangebracht tot waarin de grendel beweegbaar is.The construction of the locking mechanisms is structurally further optimized when the second locking part is provided with a disc in which a substantially radially extending slot is arranged in which the locking is movable, that the locking is forced into the slot by a spring element to an outer position in the slot and in that the first locking part is provided with a ring extending around the disc in which a recess is provided, into which the locking is movable.

Er wordt echter niet uitgesloten dat de grendel in axiale richting beweegbaar is tussen 15 beide grendeldelen tussen een vergrendelende positie en een ontgrendelde positie, hetgeen tot een simpeler constructie van de vergrendeling zelf leidt.However, it is not excluded that the latch is movable in the axial direction between the two locking parts between a locking position and an unlocked position, which leads to a simpler construction of the lock itself.

Deze uitvoeringsvorm wordt constructief geoptimaliseerd wanneer de grendel de vorm heeft van een tandwiel, dat in zijn vergrendelende positie de grendel in aangrijping is 20 met ccn inwendige vertanding van het eerste grcndclclcmcnt en met een inwendige vertanding van het tweede grendelelement en dat in zijn ontgrendelende positie de grendel slechts met de inwendige vertanding van een van de grendelelementen in aangrijping is en dat de grendel is voorzien van een neus, die door het veerelement tegen een schuin vlak van een voor beweging met het koppelorgaan verbonden lichaam 25 aan wordt gedrongen.This embodiment is structurally optimized when the latch is in the form of a gear wheel, which in its locking position engages the latch with an internal toothing of the first frame and with an internal toothing of the second locking element and which in its unlocking position latch is only engaged with the internal toothing of one of the locking elements and that the latch is provided with a nose which is urged by the spring element against an inclined surface of a body connected to the coupling member for movement.

In principe is het mogelijk slechts een van de twee houders van een kinderwagen te voorzien van een grendelmechanisme, zodat slechts een van de dragers op de betreffende draagstang vergrendelbaar is, maar het heeft om de speling te minimaliseren 30 en om schuine belasting van onderdelen te voorkomen de voorkeur dat beide dragers op de draagstangen vergrendelbaar zijn.In principle, it is possible to provide only one of the two holders of a pram with a locking mechanism, so that only one of the carriers can be locked on the bearing rod in question, but it has to minimize the play and to prevent oblique loading of parts it is preferable that both carriers are lockable on the support rods.

Bij veel kinderwagenframes zijn de draagstangen met de overige delen van het frame samenklapbaar; hiermede kan het frame immers tot een compacte eenheid worden 6 samengevouwen. Om deze aantrekkelijke geometrie ook bij de kinderwagen volgens de onderhavige uitvinding te kunnen toepassen verschaft een voorkeursuitvoeringsvorm de maatregel dat beide draagstangen tussen hun onderzijde en de drager van een scharnier zijn voorzien dat knikken van de draagstangen om eenzelfde horizontale as 5 mogelijk maakt, dat de scharnieren vergrendelbaar zijn in hun gestrekte positie waarbij de draagstangen zich schuin uitstrekken en dat de draagstang samenvouwbaar is tot een positie waarin de delen van de draagstang zich hoofdzakelijk parallel aan het horizontale framedeel uitstrekken.With many pram frames, the carrying bars are collapsible with the other parts of the frame; with this, the frame can after all be folded into a compact unit. In order to be able to apply this attractive geometry also to the pram according to the present invention, a preferred embodiment provides the measure that both bearing rods are provided with a hinge between their underside and the carrier that allows the bearing rods to buckle about the same horizontal axis, that the hinges be lockable in their extended position with the support rods extending obliquely and the support rod collapsible to a position in which the parts of the support rod extend substantially parallel to the horizontal frame part.

10 De constructie van het kinderwagenframe wordt verder vereenvoudigd wanneer de draagstangen tot ccn duwbcugcl zijn verenigd cn op dc duwbcugcl een bedieningselement is aangebracht voor het ontgrendelen van de scharnieren.The construction of the pram frame is further simplified when the carrying rods are joined to form a push bolt and an operating element is provided on the push bolt for unlocking the hinges.

Weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de 15 draagstangdelen tussen het scharnier en de duwbeugel draaibaar verbonden zijn met een zich bij schuine positie van de draagstang hoofdzakelijk verticaal uitstrekkende steunstang die schamierbaar is verbonden met het horizontale framedeel en dat de steunstangen tot aan hun onderzijde met verlengstukken zijn verlengd en dat aan de verlengstukken wielen zijn geplaatst. Normaliter, in de gebruikspositie bevinden de 20 steunstangen cn hun verlengingen zich in ccn hoofdzakclijk verticale positie. Bij het samengeklapte frame kantelen de steunstangen en de verlengstukken. Hierdoor komen, mits de steunstangen zich in de gevouwen situatie hoofdzakelijke horizontaal uitstrekken, de wielen in het verlengde van de horizontale delen van het frame te liggen zodat de samengevouwen deel platter wordt.Yet another preferred embodiment provides the measure that the support rod parts are rotatably connected between the hinge and the push handle with a support rod which extends substantially vertically from the support rod and which is pivotally connected to the horizontal frame part and that the support rods extend to their underside with extensions are extended and wheels are placed on the extensions. Normally, in the position of use, the support rods and their extensions are in a substantially vertical position. The support bars and the extensions extend over the folded frame. As a result, provided that the support rods extend substantially horizontally in the folded situation, the wheels come to lie in line with the horizontal parts of the frame so that the folded part becomes flatter.

2525

Volgens weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm is het eerste grendeldeel voorzien van een stanggrendelmechanisme en strekt elk van de onderste draagstangdelen zich uit tot in aangrijping met een stanggrendelmechanisme. Hiermede wordt het stanggrendelmechanisme voor meerdere functies gebruikt zodat een besparing aan 30 onderdelen wordt verkregen.According to yet another preferred embodiment, the first locking part is provided with a rod locking mechanism and each of the lower bearing rod parts extends into engagement with a rod locking mechanism. The rod locking mechanism is hereby used for several functions so that a saving of 30 parts is obtained.

Een specifieke uitvoeringsvorm, die overigens tevens zonder de overige maatregelen van de onderhavige uitvinding kan worden toegepast, verschaft een kinderwagen, waarbij de duwbeugel met behulp van een fixatiemechanisme in verschillende posities 7 fixeerbaar is ten op opzichte van de draagstangen en dat het fixatiemechanisme en het stanggrendelmechanisme van een gemeenschappelijke klink zijn voorzien. Hierdoor wordt een verdere combinatie verkregen.A specific embodiment, which, incidentally, can also be used without the other features of the present invention, provides a pram in which the push handle can be fixed in different positions 7 with the aid of a fixing mechanism relative to the bearing rods and in that the fixing mechanism and the rod locking mechanism have a common latch. A further combination is hereby obtained.

5 Deze uitvoeringsvorm wordt verder constmctief vereenvoudigd wanneer de klink binnen de duwbeugel is geplaatst, waarbij de klink om een as roteerbaar is tussen een rustpositie, waarin een eerste uitsteeksel van de klink in aangrijping is met een in de draagstang aangebrachte opening en een actieve positie waarin een tweede uitsteeksel van de klink in aangrijping is met een de vergrendeling van het scharnier lossend 10 orgaan.This embodiment is further simplified constituently when the latch is placed within the push bar, the latch being rotatable about an axis between a rest position, in which a first protrusion of the latch engages an opening arranged in the support rod and an active position in which a second protrusion of the latch is in engagement with a member releasing the lock from the hinge.

Verdere constructieve voordelen blijken uit de overige onderconclusies.Further constructive advantages are apparent from the other sub-claims.

Vervolgens zal de uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande 15 tekeningen waarin voorstellen:The invention will then be explained with reference to the accompanying drawings, in which:

Figuur IA: een schematisch zijaanzicht van een kinderwagen volgens de uitvinding in gebruikstoestand;Figure 1A: a schematic side view of a pram according to the invention in the position of use;

Figuur 1B: een schematisch zijaanzicht van een kinderwagen volgens de uitvinding in samengevouwen toestand; 20 Figuur 2: een cxplosicaanzicht van de kinderwagen volgens dc uitvinding;Figure 1B: a schematic side view of a pram according to the invention in the collapsed state; Figure 2: an exploded view of the pram according to the invention;

Figuur 3: een explosieaanzicht van een vergrendelmechanisme volgens de uitvinding;Figure 3: an exploded view of a locking mechanism according to the invention;

Figuur 4: een schematisch aanzicht van de onderdelen volgens een alternatieve constructie van een vergrendelmechanisme volgens de uitvinding; en 25 Figuur 5: een schematisch doorsnedeaanzicht van een gecombineerde inrichting voor het vergrendelen van de duwbeugel van een kinderwagen in de draagstang en het ontgrendelen van een in de draagstang opgenomen scharnier.Figure 4: a schematic view of the parts according to an alternative construction of a locking mechanism according to the invention; and Figure 5 shows a schematic cross-sectional view of a combined device for locking the pushbar of a pram in the carrier bar and for unlocking a hinge received in the carrier bar.

De kinderwagen 1 volgens de uitvinding omvat, zoals in figuur IA is weergegeven, een 30 frame, met een zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkend basisdeel 2, waaraan voorwielen 3 en achterwielen 4 zijn bevestigd. In de nabijheid van de voorwielen 3 zijn twee zich in de gebruikstoestand schuin naar boven en achteren uitstrekkende draagstangen 5 schamierbaar verbonden met het basisdeel 2 van het frame. Hierbij wordt opgemerkt dat het eveneens mogelijk is de dat de draagstangen ziich horizontaal 8 of zelfs verticaal uitstrekken, In elk van de draagstangen is een scharnier 6 aangebracht dat de draagstangen verdeelt in een onderdraagstangdeel 7 en een bovendraagstangdeel 8. Beide bovendraagstangdelen 8 zijn onderling verbonden door een duwbeugel 9.The pram 1 according to the invention comprises, as is shown in figure IA, a frame, with a substantially horizontally extending base part 2, to which front wheels 3 and rear wheels 4 are attached. In the vicinity of the front wheels 3, two support rods 5 extending obliquely upwards and rearwards in the position of use are pivotally connected to the base part 2 of the frame. It is noted here that it is also possible for the bearing rods to extend horizontally 8 or even vertically. In each of the bearing rods a hinge 6 is arranged which divides the bearing rods into a lower bearing rod part 7 and an upper bearing rod part 8. Both upper bearing rod parts 8 are mutually connected by a push handle 9.

Twee steunstangen 10 zijn aan hun onderzijde schamierbaar verbonden met het 5 basisdeel 2 van het frame in de nabijheid van de achterwielen 4. Aan hun bovenzijden zijn de steunstangen schamierbaar verbonden met het bovendraagstangdeel 8. Aan elk van de bovendraagstangdelen 8 is tussen het scharnier 6 en de verbinding met de steunstang 10 een drager 11 aangebracht die is ingericht voor het dragen van een kinderhouder 12.Two support rods 10 are pivotally connected on their underside to the base part 2 of the frame in the vicinity of the rear wheels 4. At their upper sides the support rods are pivotally connected to the upper support rod part 8. On each of the upper support rod parts 8 is between the hinge 6 and in the connection with the support rod 10 a carrier 11 is arranged which is adapted to carry a child's holder 12.

1010

De kinderwagen 1 kan worden samengeklapt naar de situatie die is weergegeven in figuur 1B. Hiertoe wordt, na ontgrendeling van in het vervolg toe te lichten grendelelementen de duwstang naar de voorzijde van de wagen 1 geduwd, waarbij de draagstangdelen 7,8 om hun verbindende scharnier 6 samen worden gevouwen. Hierbij 15 kantelt tevens de steunstang 10 naar de hoofdzakelijk horizontale positie, tezamen met beide draagstangdelen 7, 8. Hierbij strekt het bovenste draagstangdeel 8 zich niet horizontaal uit, zodat de kinderhouder 12 moet kantelen ten opzichte van de drager 11 om de wagen 1 volledig te kunnen samenvouwen.The pram 1 can be collapsed to the situation shown in Figure 1B. For this purpose, after the locking elements to be explained below are unlocked, the push rod is pushed towards the front of the carriage 1, the carrying rod parts 7,8 being folded together around their connecting hinge 6. Here, the support rod 10 also tilts to the substantially horizontal position, together with both support rod parts 7, 8. Here, the upper support rod part 8 does not extend horizontally, so that the child carrier 12 must tilt with respect to the support 11 in order to completely remove the carriage 1. can collapse.

20 Vervolgens zal de constmctic van de dragers 11 meer in detail worden beschreven aan de hand van figuur 2 en 3. Op een bovendraagstangdeel 8 van de kinderwagen is, zoals uit figuur 2 en 3 blijkt, een eerste grendeldeel 15 aangebracht, dat bijvoorbeeld van kunststof is vervaardigd. Het eerste grendeldeel 15 is voorzien van een vlak deel 16, waarvan een grensvlak zich verticaal uitstrekt. Tegen dit vlakke deel 16 is een eerste 25 schijfvormig deel 17 aangevormd. Rondom het schijfvormige deel 17 is een concentrische ring 18 tegen het vlakke deel 16 gevormd, waarbij tussen de ring 18 en het schijfvormige deel 17 een groef 19 is uitgespaard. In de ring is een radiale uitsparing 20 aangebracht. Concentrisch met het schijiVormige deel 17 is een paddestoelvormig deel 21 geplaatst. Op de ring 18 is voorts een zich over een boog van ongeveer 90° 30 uitstrekkende rand 22 aangebracht.Subsequently, the constmctic of the carriers 11 will be described in more detail with reference to figures 2 and 3. On a upper carrying part 8 of the pram, as appears from figures 2 and 3, a first locking part 15 is provided, which is for instance made of plastic is manufactured. The first locking part 15 is provided with a flat part 16, an interface of which extends vertically. A first disc-shaped part 17 is formed against this flat part 16. A concentric ring 18 is formed against the flat part 16 around the disc-shaped part 17, a groove 19 being formed between the ring 18 and the disc-shaped part 17. A radial recess 20 is provided in the ring. Concentrically with the schiji-shaped part 17, a mushroom-shaped part 21 is placed. A ring 22 extending over an arc of approximately 90 ° 30 is furthermore arranged on the ring 18.

Een grendel 23 is draaibaar op het schijfvormige deel 17 aangebracht, waarbij de grendel 23 zich tevens in de groef 19 en onder het paddestoelvormige deel 21 uitstrekt. De grendel 23 wordt opgesloten onder deze onderdelen en kan alleen worden 9 verwijderd door deze naar de positie van de uitsparing 20 in de ring 18 te draaien en de grendel 23 radiaal naar buiten tot in deze uitsparing 20 te bewegen, waarbij de grendel 23 vrij komt van het paddestoelvormige deel 21. De grendel 23 is voorzien van een radiaal uitstekende vinger 24 die door een niet in de tekeningen weergegeven veer de 5 grendel 23 radiaal naar buiten dringt.A latch 23 is rotatably mounted on the disc-shaped part 17, the latch 23 also extending into the groove 19 and below the mushroom-shaped part 21. The latch 23 is locked under these parts and can only be removed 9 by turning it to the position of the recess 20 in the ring 18 and moving the latch 23 radially outwards into this recess 20, whereby the latch 23 is released of the mushroom-shaped part 21. The latch 23 is provided with a radially projecting finger 24 which urges the latch 23 radially outwards by a spring not shown in the drawings.

Het tweede grendeldeel 27 omvat een los schijfvormig deel 25 dat is voorzien van een niet in de tekening weergegeven zich radiaal uitstrekkende groef 26, waarin de grendel 23 kan worden opgenomen. De vormgeving van de groef 26 is zodanig dat de grendel 10 23 slechts in radiale richting uit de groef 26 kan worden verwijderd. Tegen het losse schijfvormigc deel 25 is de drager 11 die is voorzien van een opnamcopcning 28 voor een desbetreffend gevormd deel van een kinderhouder 12 aangebracht. Voorts zijn in beide wanden van de drager 11 zich schuin ten opzichte van de vergrendeling uitstrekkende, sleufvormige openingen 29 aangebracht.The second locking part 27 comprises a separate disc-shaped part 25 which is provided with a radially extending groove 26, not shown in the drawing, into which the lock 23 can be received. The shape of the groove 26 is such that the latch 23 can only be removed from the groove 26 in radial direction. Mounted against the loose disc-shaped part 25 is the carrier 11 which is provided with a receiving recess 28 for a correspondingly shaped part of a child's holder 12. Furthermore, slot-shaped openings 29 extend obliquely with respect to the locking in both walls of the carrier 11.

1515

De hierboven genoemde delen worden samengevoegd door aanvankelijk de grendel 23 in het koppelelement te plaatsen en vervolgens het tweede grendeldeel 27 met zijn groef 26 over de grendel 23 te schuiven in radiale richting totdat het centrum het schijfvormige deel 25 van het tweede grendeldeel 27 samenvalt met het centrum van het 20 schijfvormigc deel 17 van het eerste grendeldeel 15. Vervolgens kan het tweede grendel deel 27 worden geroteerd ten opzichte van het eerste grendeldeel 15 totdat het tweede grendeldeel wordt opgesloten tegen radiale beweging door de rand 22.The above-mentioned parts are joined by initially placing the latch 23 in the coupling element and then sliding the second latch part 27 with its groove 26 over the latch 23 in radial direction until the center coincides the disc-shaped part 25 of the second latch part 27 with the center of the disc-shaped part 17 of the first locking part 15. Subsequently, the second locking part 27 can be rotated relative to the first locking part 15 until the second locking part is locked against radial movement by the edge 22.

Aldus is een configuratie verkregen waarbij het tweede grendeldeel 27 met de daaraan 25 bevestigde drager 11 kan roteren ten opzichte van het eerste grendeldeel, doch waarbij, wanneer de grendel 23 zich in de uitsparing 20 bevindt, rotatie is geblokkeerd en de houder 11 is vergrendeld ten opzichte van de draagstang 5. Bij rotatie van het tweede grendeldeel 27 ten opzichte van het eerste grendeldeel 11 zal de grendel 23 bij passeren van de uitsparing naar buiten tot in de uitsparing 20 bewegen en waardoor 30 vergrendeling optreedt.A configuration has thus been obtained in which the second locking part 27 with the carrier 11 attached thereto can rotate relative to the first locking part, but wherein, when the latch 23 is in the recess 20, rotation is blocked and the holder 11 is locked at with respect to the bearing rod 5. Upon rotation of the second locking part 27 relative to the first locking part 11, the latch 23 will move outwardly into the recess 20 when the recess is passed, causing locking to occur.

Voor het ontgrendelen wordt gebruik gemaakt van een bedieningsslang 30 die in figuur 2 is weergegeven, die als koppelelement fungeert en die aan een einde met het frame is verbonden en waarvan het andere einde door middel van een zich door de sleufgaten 10 heen uitstrekkende pen 31 verbonden is met het tweede grendeldeel 27. De geometrie van het frame en van de stang 30 is zodanig dat bij het verlaten van de schuine gebruiksstand van de draagstang 5 de bedieningsstang 30 via de pen 31 de grendel 23 vanuit zijn vergrendelende positie naar de ontgrendelde positie beweegt waardoor het 5 tweede grendeldeel 27 vrij kan roteren ten opzichte van het eerste grendeldeel 11 en de draagstang 5. Pas bij het weer bereiken van de positie van het tweede grendeldeel 27 waarin de grendel 23 tegenover de uitsparing 20 komt, kan weer vergrendeling plaats vinden, waarbij de veer de grendel tot in de uitsparing 20 dringt. De lengte van de bedieningsstang 30 is variabel tussen een minimale en een maximale maat, om 10 afwijkingen bij de maten van het frame te kunnen opvangen. Hiertoe is de bedieningsstang 30 in twee stukken 32, 33 verdeeld die door middel van een zich door het stuk 32 uitstrekkende sleuf en een zich daardoorheen uitstrekkende pen met elkaar zijn verbonden.For unlocking use is made of an operating hose 30 which is shown in figure 2, which functions as a coupling element and which is connected at one end to the frame and whose other end is connected by means of a pin 31 extending through the slotted holes 10 is with the second locking part 27. The geometry of the frame and of the rod 30 is such that when leaving the oblique position of use of the bearing rod 5, the operating rod 30 moves via the pin 31 the lock 23 from its locking position to the unlocked position as a result of which the second locking part 27 can rotate freely with respect to the first locking part 11 and the bearing rod 5. Only when the position of the second locking part 27 in which the latch 23 comes opposite the recess 20 can locking again take place, the spring urging the latch into the recess 20. The length of the operating rod 30 is variable between a minimum and a maximum dimension in order to be able to compensate for 10 deviations in the dimensions of the frame. To this end, the operating rod 30 is divided into two pieces 32, 33 which are connected to each other by means of a slot extending through the piece 32 and a pin extending therethrough.

15 Zoals hierboven reeds is aangeduid, zijn bij de hier afgebeelde uitvoeringsvorm beide draagstangen 5 in een onderdraagstangdeel 7 en een bovendraagstangdeel 8 verdeeld die door een scharnier 6 schamierbaar met elkaar zijn verbonden. In de gebruiksstand moeten de draagstangdelen 7, 8 onderling zijn gefixeerd. Hiertoe is een draagstangvergendelmechanisme aangebracht dat deel uitmaakt van het eerste 20 vcrgrcndclcmcnt 11. Het einde van het onderdraagstangdeel 7 is voorzien van een haak die is ingericht om in de vergrendelde positie aan te grijpen achter een op een blok aangebrachte sponning. Het blok is beweegbaar in de lengterichting van de draagstang 5 bevestigd in het vergrendelelement 11 tussen een positie waarin het blok de haak aangrijpt en een positie waarin de haak niet wordt aangegrepen. Normaliter wordt het 25 blok door een niet in de tekening weergegeven veer naar de aangrijpende positie gedrongen. De wanneer beide draagstangdelen zich in eikaars verlengde bevinden zullen zal de haak het zich in de aangrijpende positie bevindende blok aangrijpen. Door een in de duwbeugel opgenomen bedieningselement te bedienen wordt het blok naar de niet aangrijpende positie gedrongen en wordt de ontgrendeling ongedaan gemaakt zodat 30 de draagstangdelen kunnen worden gekanteld en de kinderwagen kan worden opgevouwen. Bij het terugkeren naar de gestrekte positie zal weer vergrendeling van het blok en de haak optreden.As already indicated above, in the embodiment shown here, both bearing rods 5 are divided into a lower bearing rod part 7 and an upper bearing rod part 8 which are hingedly connected to each other by a hinge 6. In the position of use, the bearing rod parts 7, 8 must be mutually fixed. To this end, a support rod locking mechanism is provided which forms part of the first support element 11. The end of the support rod part 7 is provided with a hook which is adapted to engage in the locked position behind a rebate arranged on a block. The block is movable in the longitudinal direction of the support rod 5 mounted in the locking element 11 between a position in which the block engages the hook and a position in which the hook is not engaged. Normally the block is urged to the engaging position by a spring not shown in the drawing. When both bearing rod parts are in line with each other, the hook will engage the block in the engaging position. By operating an operating element included in the push handle, the block is urged to the non-engaging position and the unlocking is released so that the carrying rod parts can be tilted and the pram can be folded. Upon returning to the extended position, block and hook locking will occur again.

1111

In figuur 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van het vergrendelmechanisme, en wel in de vorm van onderdelen 40,41, warbij het onderdeel 40 is verbonden met het eerste grendeldeel en het onderdeel 41 is verbonden met het tweede grendeldeel. Beide onderdelen 40,41 hebben een hoofdzakelijk ringvormige structuur, die aan zijn 5 binnenzijde is voorzien van een vertanding. De grendel wordt bij deze uitvoeringsvorm gevormd door een deel 42 in de vorm van een tandwiel dat in axiale richting beweegbaar is om een aan het deel 40 aangevormde kem 43. Rondom de kern 43 is een veer 44 aangebracht die de grendel 42 dringt naar een positie waarin de grendel 42 in aangrijping is met de vertandingen van beide onderdelen 40,41. Deze delen zijn dan 10 tegen onderlinge rotatie vergrendeld, zodat de met het tweede deel verbonden vergrendeld is ten opzichte van de met het eerste deel verbonden draagstang. Door middel van een in de tekeningen niet weergegeven mechanisme kan de grendel 42 tegen de dmk van de veer 44 in tot in aangrijping met slechts het eerste onderdeel 40 worden gedrongen. In deze situatie wordt kan het tweede onderdeel 41 roteren ten opzichte van 15 het eerste onderdeel 40, zodat de houder kan roteren ten opzichte van de draagstang.Figure 4 shows an alternative embodiment of the locking mechanism, in the form of parts 40,41, wherein the part 40 is connected to the first locking part and the part 41 is connected to the second locking part. Both parts 40,41 have a substantially annular structure, which is provided with a toothing on its inside. In this embodiment the latch is formed by a part 42 in the form of a gear wheel which is movable in axial direction about a core 43 formed on the part 40. A spring 44 is arranged around the core 43 which urges the latch 42 to a position wherein the latch 42 is engaged with the teeth of both parts 40,41. These parts are then locked against mutual rotation, so that the bearing rod connected to the second part is locked with respect to the carrying rod connected to the first part. By means of a mechanism (not shown in the drawings) the latch 42 can be urged against the pressure of the spring 44 into engagement with only the first part 40. In this situation, the second part 41 can rotate relative to the first part 40, so that the holder can rotate relative to the carrying rod.

In figuur 5 is een bovendraagstangdeel 8 getoond waarin een duwbeugel 9 verstelbaar vergrendelbaar is. Hiertoe is in het bovendraagstangdeel 8 een aantal openingen 50 aangebracht en is de duwbeugel 9 verschuifbaar in het bovendraagstangdeel 8 geplaatst. 20 Aan het einde van de duwbeugel 9 is een klink 52 door middel van een as 51 draaibaar gelagerd. De klink is voorts van een zich met een component in de richting dwars op de lengterichting van de duwbeugel en bovendraagstangdeel 8 uitstrekkend sleufgat 53 voorzien waar een pen 54 zich doorheen uitstrekt. De pen 54 is verbonden met een anker 55 waaraan een kabel 56 is verbonden die op zijn beurt weer is verbonden met het 25 niet in de tekening weergegeven, in de duwbeugel opgenomen bedieningselement. Het anker 55 heeft overigens de vorm van een vork waarbij het zich aan beide zijden van de klink 52 uitstrekt. Een niet in de tekening weergegeven veer dringt het anker 55 naar zijn in de tekening weergegeven positie. De klink 52 is van een eerste uitsteeksel 58 voorzien, dat in de in de tekening weergegeven positie zich uitstrekt tot in een van de 30 openingen 50 in het bovendraagstangdeel 8. Hierdoor is een vergrendeling in axiale richting verkregen van de duwbeugel in het bovendraagstangdeel 8.Figure 5 shows an upper carrying part 8 in which a push handle 9 can be locked and adjusted. To this end, a number of openings 50 are provided in the upper carrying part 8 and the push bracket 9 is slidably placed in the upper carrying part 8. At the end of the push bracket 9, a latch 52 is rotatably mounted by means of a shaft 51. The latch is furthermore provided with a slit hole 53 extending with a component in the direction transversely to the longitudinal direction of the push handle and upper supporting rod part 8 through which a pin 54 extends. The pin 54 is connected to an anchor 55 to which a cable 56 is connected, which in turn is connected to the operating element, not shown in the drawing, contained in the push handle. The anchor 55 is otherwise in the form of a fork, extending on both sides of the latch 52. A spring not shown in the drawing urges the anchor 55 to its position shown in the drawing. The latch 52 is provided with a first protrusion 58 which, in the position shown in the drawing, extends into one of the apertures 50 in the upper support rod part 8. This results in a locking in axial direction of the push bracket in the upper support rod part 8.

Bij het bedienen van het bedieningselement zal een trekkracht worden uitgeoefend op het anker 55 dat in de tekening naar rechts zal bewegen. Hierdoor wordt de pen 54 12 meebewogen, waardoor als gevolg van de schuin geplaatste sleuf 53 de klink om de as 52 zal kantelen in de wijzerrichting. Hierdoor wordt het uitsteeksel 57 uit de opening 50 bewogen en kan de duwstang 9 ten opzichte van het bovendraagstangdeel 8 worden verschoven.When operating the operating element, a pulling force will be exerted on the anchor 55 which will move to the right in the drawing. As a result, the pin 54 12 is moved with it, as a result of which, as a result of the slanted slot 53, the latch will tilt about the axis 52 in the pointer direction. As a result, the protrusion 57 is moved out of the opening 50 and the push rod 9 can be displaced relative to the upper supporting rod part 8.

55

De klink is voorts van een tweede uitsteeksel 58 voorzien, dat bij voorkeur de vorm van een haak heeft. Normaliter, in de in figuur 4 weergegeven rustpositie, bevindt het tweede uitsteeksel 58 zich binnen de omtrek van de duwbeugel 9. Bij activering van de bedieningsmiddelen, waarbij de klink 52 van positie verandert, zal het tweede 10 uitsteeksel 58 tot buiten de duwbeugel uitsteken en de in de in de tekening weergegeven longitudinale positie van de duwbeugel ten opzichte van het bovendraagstangdeel 8, in aangrijping komen met een ontgrendeldeel 59 dat in axiale richting beweegbaar is langs het bovendraagstangdeel 8. Wanneer na het in aangrijping brengen van het tweede uitsteeksel 58 met het ontgrendelelement 59 de duwstang 9 wordt verschoven naar 15 rechts ten opzichte van het bovendraagstangdeel 8, wordt het ontgrendeldeel meegenomen met de beweging van de duwstang en wordt de ontgrendeling van het te ontgrendelen onderdeel, in het onderhavige geval een scharnier bewerkstelligt. Hierbij wordt erop gewezen dat de constmctie van dergelijke scharnieren op zich bekend is, zodat deze hier niet zal worden toegelicht.The latch is furthermore provided with a second protrusion 58, which is preferably in the form of a hook. Normally, in the rest position shown in Fig. 4, the second protrusion 58 is located within the circumference of the push handle 9. Upon activation of the operating means, whereby the latch 52 changes position, the second protrusion 58 will protrude beyond the push handle and the longitudinal position of the push bar relative to the upper support part 8 shown in the drawing comes into engagement with an unlocking part 59 which is movable in axial direction along the upper support part 8. When, after engagement of the second protrusion 58 with the release element 59 the push rod 9 is shifted to the right with respect to the upper support rod part 8, the unlocking part is carried along with the movement of the push rod and the unlocking of the part to be unlocked, in the present case, causes a hinge. It is pointed out here that the construction of such hinges is known per se, so that it will not be explained here.

2020

Voorts zal het duidelijk zijn dat hierboven slechts de ontgrendeling van een enkele zijde is weergegeven; alhoewel niet noodzakelijk, zal in verband met de symmetrische constmctie van kinderwagens zich aan de andere zijde een soortgelijke inrichting bevinden.Furthermore, it will be clear that only the unlocking of a single side is shown above; although not necessary, a similar device will be located on the other side in connection with the symmetrical construction of prams.

2525

Ten slotte wordt erop gewezen dat de hier getoonde constmctie van een combinatie van ontgrendeling van lineaire verstellen van de duwbeugel ten opzichte van een draagstang en de ontgrendeling van een ander element ook in andere situaties kan worden toegepast.Finally, it is pointed out that the construction shown here of a combination of unlocking linear adjustments of the push handle relative to a support rod and the unlocking of another element can also be applied in other situations.

Het zal duidelijk zijn dat diverse variaties in de getoonde uitvoeringsvorm kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van de uitvinding.It will be clear that various variations can be made in the embodiment shown without departing from the invention.

3030

Claims

A pram, comprising: a wheeled frame; 5. two carrying rods which are part of the frame and which each extend on one side of the frame and which are movable between a collapsed position and a position of use suitable for use and which can be locked in the position of use; at least two carriers each attached to one of the carrying rods for removably carrying a child's holder; Characterized in that the carriers are rotatably attached to the support rods about a horizontal axis and that at least one of the carriers can be locked on the support rod in the position of use of the support rod.

2. A pram according to claim 1, characterized in that at least one of the carriers is adapted to be locked on the carrier bar upon reaching the position of use of the carrier bar.

3. A pram according to claim 2, characterized in that the at least one carrier is provided with a locking mechanism which is coupled by a coupling element to a part of the frame and that the coupling element is arranged for reaching the position of use of the load bars lock the locking mechanism.

4. A pram according to claim 3, characterized in that the coupling element is adapted to unlock the locking mechanism when moving from the position of use of the carrying rods.

A pram according to claim 4, characterized in that the at least one locking mechanism comprises a first first locking part 30 fixedly connected to the carrying rod and a second locking part fixedly connected to the carrier, wherein the second locking part is rotatable relative to the first locking part and both locking parts can be locked in a single mutual position by a latch which is urged to the locking position by a spring element, and wherein the coupling element is adapted to force the latch out of the locking position when the carrying rod moves from its position of use.

A pram according to claim 5, characterized in that the coupling element 5 is formed by a rigid operating rod, the end of which is connected to the locking element is coupled to the second locking part by means of a linear guide element and this end is adapted to one of its positions in the linear guide element urging the latch out of its locking position. 10

A pram according to claim 6, characterized in that the linear guide element comprises a slotted hole and a sloping hole extending through said slotted hole.

8. A pram according to claim 6 or 7, characterized in that the rigid operating rod has a length that can be changed between a maximum length and a minimum length.

A pram according to claim 6, 7 or 8, characterized in that the latch is movable in radial direction between the two latch parts.

A pram according to claim 9, characterized in that the second locking part is provided with a disc in which a substantially radially extending slot is arranged in which the latch is movable, that the latch is forced into the slot by a spring to an outer position and in that the first locking part is provided with a ring extending around the disc in which a recess is provided, into which the locking is movable.

A pram according to claim 6, 7 or 8, characterized in that the latch is movable in an axial direction between the two latch parts between a locking position and an unlocked position. 30

A pram according to claim 11, characterized in that the latch is in the form of a gear wheel, that in its locking position the latch engages with an internal toothing of the first locking element and with an internal toothing of the second locking element and that in its unlocking position, the latch engages only the internal toothing of one of the latching elements and that the latching is provided with a nose which is urged by the spring element against an inclined surface of a body connected to the coupling member for movement. 5

A pram according to any one of the preceding claims, characterized in that both carriers can be locked on the carrying bars.

A pram according to any one of the preceding claims, characterized in that both carrying bars extend obliquely in their position of use and that they are provided with a hinge between their underside and the carrier that allows the carrying bars to buckle about the same horizontal axis, that the hinges are lockable in their extended position with the bearing rods extending obliquely and that the bearing rod is collapsible to a position in which the parts of the bearing rod extend substantially parallel to the horizontal frame part.

A pram according to claim 14, characterized in that the carrying rods are joined to form a push handle and that an operating element is provided on the push handle for unlocking the hinges. 20

16. A pram according to claim 14 or 15, characterized in that the bearing rod parts are rotatably connected between the hinge and the push handle with a support rod which extends substantially vertically from the bearing rod and which is pivotally connected to the horizontal frame part and that support rods are extended to their underside with extensions and that wheels are placed on the extensions.

17. A pram as claimed in claims 5-16, characterized in that at least the first locking part is provided with a rod locking mechanism and that the at least one lower carrying rod part extends into engagement with a rod locking mechanism.

A pram as claimed in claim 17, characterized in that the push handle can be fixed in different positions with the aid of a fixing mechanism relative to the bearing rods and that the fixing mechanism and the rod locking mechanism are provided with a common latch.

19. A pram according to claim 18, characterized in that the latch is placed within the push handle, the latch being rotatable about an axis between a rest position, in which a first protrusion of the latch engages an opening arranged in the carrier hose and an active position in which a second protrusion of the latch is in engagement with a member releasing the lock of the hinge.

A pram according to claim 19, characterized in that the first and the second protrusion of the latch are arranged on either side of the latch.

21. A pram according to claim 19 or 20, characterized in that the latch is urged by a spring to the rest position and that the operating mechanism is adapted to urge the latch upon operation to the active position.

A pram according to claim 19, 20 or 21, characterized in that the axis about which the latch is rotatable is mounted in the push bar, that an obliquely extending slot is arranged in the latch and that a pin connected to the operating element 20 is provided. extends through the slot.

A pram according to claim 22, characterized in that the pin is mounted in a slide slidably received in the push handle and in that the slide is connected to the operating element by a cable. 25

24. Locking mechanism for securing a child carrier lockable against rotation on a carrying rod of a pram, characterized in that the locking mechanism is adapted to lock itself upon reaching a position of use of the carrying rods and for unlocking itself upon locking. move from the position of use of the bearing rods.

25. Locking mechanism as claimed in claim 24, characterized by a first locking part fixedly connected to a carrying rod of a pram and a second locking part fixedly connected to a carrier for a child carrier and rotatable relative to the first locking part and both locking parts in a single mutual position be lockable by a lock which is urged by a spring element to the locking position, the connecting element being adapted to force the lock out of the locking position when the carrying rod is moved from its use position.

Locking mechanism according to claim 25, characterized in that the latch is movable in radial direction between the two locking parts.

A locking mechanism as claimed in claim 26, characterized in that the second locking part is provided with a disc in which a substantially radially extending slot is arranged in which the locking is movable, that the locking is forced into the slot by a spring to an outer position and in that the first locking part is provided with a ring extending around the disc in which a recess is provided, into which the locking is movable.

Locking mechanism according to claim 27, characterized in that the latch is movable in the axial direction between the two locking parts between a locking position and an unlocking position. 20

29. Locking mechanism as claimed in claim 28, characterized in that the lock is in the form of a gear, that in its locking position the lock is in engagement with an internal toothing of the first locking element and with an internal toothing of the second locking element and that in its unlocking position, the latch engages only with the internal teeth of one of the latching elements and that the latch is provided with a nose which is urged by the spring element against an inclined surface of a body connected to the coupling member for movement .

Locking mechanism as claimed in claim 27, 28 or 29, characterized in that the locking mechanism is adapted for coupling to a rigid operating rod, the end of which is connected to the locking element is coupled to the second locking part and this end by means of a linear guide element is adapted to urge the latch in one of its positions in the linear guide element from its locking position.