NL2002331C2 - Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een strooisel op een deegstuk. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een strooisel op een deegstuk. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2002331C2 NL2002331C2 NL2002331A NL2002331A NL2002331C2 NL 2002331 C2 NL2002331 C2 NL 2002331C2 NL 2002331 A NL2002331 A NL 2002331A NL 2002331 A NL2002331 A NL 2002331A NL 2002331 C2 NL2002331 C2 NL 2002331C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- litter
- dough piece
- adhesive
- dough
- applying
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A21—BAKING; EDIBLE DOUGHS
- A21C—MACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
- A21C9/00—Other apparatus for handling dough or dough pieces
- A21C9/04—Apparatus for spreading granular material on, or sweeping or coating the surfaces of, pieces or sheets of dough
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23P—SHAPING OR WORKING OF FOODSTUFFS, NOT FULLY COVERED BY A SINGLE OTHER SUBCLASS
- A23P20/00—Coating of foodstuffs; Coatings therefor; Making laminated, multi-layered, stuffed or hollow foodstuffs
- A23P20/10—Coating with edible coatings, e.g. with oils or fats
- A23P20/12—Apparatus or processes for applying powders or particles to foodstuffs, e.g. for breading; Such apparatus combined with means for pre-moistening or battering
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
- Polymers & Plastics (AREA)
- Manufacturing And Processing Devices For Dough (AREA)
Description
Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een strooisel op een deegstuk
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een strooisel op een deegstuk. In het bijzonder heeft de uitvinding 5 betrekking op het aanbrengen van zaad of pitten op een deegstuk voor een brooddeegproduct, zoals een broodje, een bladerdeegproduct zoals een croissant, een quiche of een locale broodspecialiteit. Nog meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op bovengenoemde producten, welke beoogd worden in een later stadium (afjgebakken te worden, en daartoe al dan niet in ingevroren toestand verpakt naar een 10 consument gevoerd worden.
Het aanbrengen van strooisel op deegstukken is op zich bekend. Het strooisel dient daarbij als smaakmaker, als decoratie of voor het verschaffen van een als smakelijk ervaren structuur van een te vervaardigen baksel.
15
Het is bekend om het strooisel op het deegstuk aan te brengen, door het deegstuk te bestrooien. Deze wijze van aanbrengen heeft echter diverse nadelen. Zo is bijvoorbeeld de hechting van het strooisel op het deegproduct dikwijls matig, zodat een consument het strooisel losgeraakt van het deegstuk in een verpakking treft, hetgeen negatief 20 bijdraagt aan de door de consument ervaren kwaliteit van het product.
Ook bieden werkwijzen en inrichtingen voor het bestrooien van deegstukken ontoereikende mogelijkheden voor het juist aan een onderzijde van het deegstuk aanbrengen van het strooisel, en meer in het bijzonder, aan zowel een onder- als 25 bovenzijde van een deegstuk aanbrengen van strooisel, daar zij daartoe veelal het ondersteboven draaien van het deegstuk vereisen. Dit laatste is in het geval van sommige deegstukken, en in het bijzonder in het geval van een eindloze deegstrook, een lastige bewerking, waarbij zowel het deegstuk, alsook een reeds aan een zijde aangebrachte bestrooiing kunnen beschadigen.
30
Een bekende inrichting voor het aan de onderzijde van strooisel voorzien van een deegstuk is ingericht voor het uit een eindloze deegstrook separeren van losse deegstukken, welke aan een bovenzijde van een hechtmiddel worden voorzien, en vervolgens van een strooisel worden voorzien, welk strooisel daarbij wordt aangedrukt.
2
Vervolgens vallen de stukken in de inrichting over een voorafbepaalde hoogte, waarbij zij met de bestrooide zijden naar onder gekeerd terecht dienen te komen. Dit proces is onmogelijk voor eindloze deegstukken, maar ook voor slappere deegsoorten. Daarnaast verschilt de geschikte voorafbepaalde hoogte per productsoort, waardoor de inrichting 5 telkens opnieuw ingesteld dient te worden. Ook is de plaats waar de omgekeerde producten exact op de band terecht komen niet goed vast te leggen, hetgeen verdere bewerkingsstappen kan bemoeilijken.
Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding de bovengenoemde nadelen 10 althans gedeeltelijk op te heffen, danwel een bruikbaar alternatief te verschaffen voor bekende werkwijzen en inrichtingen, Verschaft worden daartoe een inrichting volgens conclusie 1, en een werkwijze volgens conclusie 14, alsook verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvormen, zoals vastgelegd in de afhankelijke conclusies.
15 De uitvinding stelt een inrichting voor, voor het aanbrengen van strooisel, zoals zaad of pitten, op een deegstuk, met middelen voor het aanbrengen van het strooisel op een ondergrond voor deegstukken, en middelen voor het op de van het strooisel voorziene ondergrond plaatsen van het deegstuk.
20 Het deegstuk wordt op deze wijze in een bed van strooisel geplaatst, hetgeen cr onder andere toe leidt dat er door de druk die het gewicht van het deegstuk veroorzaakt reeds een behoorlijke aanhechting van het strooisel op het deegstuk resulteert. Het strooisel zelf bestaat veelal uit partikels met een relatief klein gewicht, zodat er bij het bestrooien van de deegstukken vanzelf onvoldoende impuls voor een goede aanhechting optreedt.
25 Een tweede doel dat juist op deze wijze kan worden gerealiseerd is het aan de onderzijde van het deegstuk aanbrengen van het strooisel. Met de onderzijde wordt hier in het bijzonder de zijde bedoeld die tijdens een verder verwerkingsproces, en nog meer in het bijzonder tijdens het bakken van het product naar beneden is gekeerd. De oriëntatie van het product tijdens het bakken heeft invloed op het uiteindelijke resultaat.
30 Zo kan het bijvoorbeeld wenselijk zijn dat een bovenzijde donkerder (/bruiner) gebakken dient te worden dan een onderzijde, of dat aan een onderzijde een afdruk van een bakrooster gewenst is.
3
Voor het verder verbeteren van deze aanhechting kan er voorzien worden in middelen voor het op ten minste een van het strooisel te voorzien gedeelte van het deegstuk aanbrengen van een kleefmiddel, zoals water, dat al dan niet van een toevoeging zoals een zetmeel of suiker voorzien kan zijn voor het vergroten van de kleefkracht. In het 5 bijzonder worden daarbij de middelen voor het plaatsen van het deegstuk ingericht voor het met het van het kleefmiddel voorziene gedeelte naar de ondergrond toegekeerd plaatsen van het deegstuk.
Aldus wordt bereikt dat het deegstuk met het van het kleefmiddel voorziene gedeelte in 10 het bed van strooisel wordt geplaatst, waardoor de aanhechting verder wordt verbeterd.
In een voordelige uitvoeringsvorm omvat de ondergrond een eerste transporteur, zoals een transportband voor deegstukken. Op deze manier is de inrichting eenvoudig in te passen in een broodlijn, en wordt de mogelijkheid verschaft een eindloze 15 (ononderbroken) of (zeer) lange deegstrook aan de onderzijde van strooisel te voorzien.
Daarbij is het verder voordelig wanneer ook de middelen voor het plaatsen van het deegstuk een tweede transporteur, zoals een transportband, omvatten. Op deze manier wordt de continue doorvoer van deegstukken mogelijk gemaakt, en kan tevens de 20 eindloze of zeer lange deegstrook worden verwerkt. Deze transporteur is bij voorkeur zodanig opgesteld ten opzichte van de eerste transporteur en de middelen voor het aanbrengen van het kleefmiddel, dat deze het deegstuk via de middelen voor het aanbrengen van het kleefmiddel op de van het strooisel voorziene ondergrond te plaatsen. Bijvoorbeeld zijn de middelen voor het aanbrengen van het kleefmiddel 25 daartoe gezien in een transportroute of richting waarin de deegstukken worden getransporteerd tussen de tweede en de eerste transporteur opgesteld.
Deze middelen voor het aanbrengen van een kleefmiddel kunnen bijvoorbeeld een rol omvatten, welke rol voorzien is van middelen voor het ten minste aan een omtrek 30 daarvan aanbrengen van het kleefmiddel, zodat het kleefmiddel kan worden overgedragen aan een deegstuk dat over de rol geleid wordt. Daartoe wordt de tweede transporteur ingericht voor het over de rol heen aanvoeren van het deegstuk, voor het aan een onderzijde van het deegstuk aanbrengen van het kleefmiddel.
4
Ter voorkoming van bevuiling van de inrichting, kunnen er onder deze rol opvangmiddelen zijn voorzien, voor het opvangen van kleefmiddel dat van de rol of het deegstuk valt. In het bijzonder wanneer de rol op een zodanige positie geplaatst is dat het risico bestaat dat dergelijk kleefmiddel terecht komt op de van het strooisel 5 voorziene ondergrond, bijvoorbeeld wanneer de rol hoger is geplaatst dan de ondergrond. Een dergelijke configuratie is voordelig toe te passen in combinatie met een tweede transporteur, waarvan vlak van aanvoer van het deegstuk hoger of in hoofdzaak gelijk is gelegen aan een bovenste punt van de rol. De deegstukken maken daarbij een beweging met ten minst een richtingscomponent in de richting van de 10 zwaartekracht, waardoor de overdracht van de tweede transporteur via de rol naar de ondergrond haast vanzelf plaatsvindt. De rol kan daarbij desgewenst zijn aangedreven, maar evenwel worden bewogen door de er overheen geleide deegstukken.
In plaats van een rol kunnen de middelen voor het aanbrengen van een kleefmiddel 15 bijvoorbeeld een bad met kleefstof omvatten, ingericht voor het daardoorheen geleiden van het deegstuk. Een dergelijk bad kan daartoe voorzien zijn van een zeef of rooster, waarover de deegstukken door de kleefstof geleid worden. De zeef of het rooster kunnen daarbij zodanig zijn opgesteld ten opzichte van de in het bad aanwezige kleefstof dat het deegstuk alleen aan de onderzijde met de ldeefstof ik contact komt, of 20 zijn ingcricht voor het ten minste geheel ondcrdompclcn van een deel van het deegstuk. Dit laatste biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om het deegstuk naast aan de onderzijde, ook aan de bovenzijde te voorzien van strooisel.
Om bevuiling van de inrichting te voorkomen, en om strooisel dat niet aan het deegstuk 25 gekleefd is te kunnen hergebmiken, kunnen middelen voor het afvoeren, opvangen en terugvoeren van overtollig strooisel worden voorzien. Deze kunnen bijvoorbeeld een ruimte tussen de eerste transporteur en een derde transporteur omvatten, waarbij de ruimte voorzien is van een opvangmiddel voor het opvangen van tussen de eerste transporteur en de derde transporteur in gevallen strooisel. Daarbij is de derde 30 transporteur ingericht voor het transporteren van deegstukken in in hoofdzaak dezelfde richting als de eerste transporteur, zodat de deegstukken eenvoudig van de eerste transporteur naar de derde transporteur kunnen worden gevoerd. Het overtollige strooisel valt echter in de ruimte tussen (de overgang van) de eerste en derde transporteur, en wordt daar bij voorkeur opgevangen en afgevoerd, hetgeen ook weer 5 door een transporteur zoals een band kan geschieden. Het afgevoerde strooisel kan al dan niet automatisch worden teruggevoerd naar een inrichting voor het bestrooien van de ondergrond.
5 Voor het verkrijgen van een nog betere hechting kan de inrichting verder voorzien zijn van aandrukmiddelen voor het aandrukken van het deegstuk op het strooisel, zoals een aandrukrol of geleider.
10 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de volgende niet-linitaticvc figuren, waarin: - Figuur 1 een inrichting volgens de stand van de techniek toont; - Figuur 2 een inrichting 1 toont volgens de onderhavige uitvinding; - Figuur 3 de middelen voor het aanbrengen van een kleeflaag op een deegstuk 15 toont; en - Figuur 4 een perspectivisch aanzicht van de inrichting uit figuur 2 toont.
Figuur 1 toont een inrichting 30 volgens de stand van de techniek, voor het aan de onderzijde van strooisel voorzien van een deegstuk is ingericht voor het uit een eindloze 20 dccgstrook separeren van losse deegstukken 31, welke aan een bovenzijde van een hechtmiddel worden voorzien, en vervolgens van een strooisel 32 worden voorzien, welk strooisel daarbij wordt aangedrukt.
Vervolgens vallen de stukken in de inrichting over een voorafbepaalde hoogte 33, 25 waarbij zij met de bestrooide zijden naar onder gekeerd terecht dienen te komen. Dit proces is onmogelijk voor eindloze deegstukken, maar ook voor slappere deegsoorten. In het algemeen is de lengte 34 van deegstukken die op deze manier bewerkt kunnen worden beperkt. Daarnaast verschilt de geschikte voorafbepaalde hoogte 33 per productsoort, waardoor de inrichting telkens opnieuw ingesteld dient te worden. Ook is 30 de plaats waar de omgekeerde producten exact op een tweede transportband 35 terecht komen vanaf een eerste transportband 36 niet goed vast te leggen, hetgeen verdere bewerkingsstappen kan bemoeilijken.
6
Figuur 2 toont een inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. De inrichting omvat middelen voor het aanbrengen van strooisel, die gevormd worden door een strooirol 2 waarop door middel van een wormwiel 3 strooisel gelijkmatig wordt verdeeld. Daarbij wordt er een zodanige hoeveelheid strooisel op de eerste transporteur 4 aangebracht dat 5 deze ten minste op die delen waarop een deegstrook geplaatst zal gaan worden volledig bedekt is met strooisel, De eerste transporteur 4 wordt zodanig aangedreven door aandrijving 9 dat deze het strooisel in de richting van pijl 10 transporteert. Voorts omvat de inrichting 1 een tweede transporteur 5, die is ingericht voor het op de van het strooisel voorziene eerste transporteur 4 plaatsen van het deegstuk. De tweede 10 transporteur is daarbij zodanig ingericht dat deze de deegstukken in de richting van de pijl 8 aanvoert naar dc eerste transporteur.
Verder is er een rol 7 voorzien, voor het aanbrengen van een kleefmiddel op het deegstuk. Deze rol 7 wordt bijvoorbeeld bevochtigd met water, en is in detail 15 weergegeven in figuur 2. De rol 7 is zodanig opgesteld in de route voor deegstukken volgens pijl 8 tussen de tweede transporteur en de eerste transporteur, dat de deegstukken over de rol 7 heen gevoerd worden, en aldus aan hun uiteindelijke onderzijde bevochtigd worden.
20 Ook is cr ccn mimte tussen dc eerste transporteur 4 cn ccn derde transporteur 10, voorzien van een opvangmiddel gevormd door goot 12 voor het opvangen van tussen de eerste transporteur 4 en de derde transporteur 10 in gevallen strooisel. Deze goot 12 mondt uit in een vierde transporteur 13, welke het opgevangen overtollige strooisel afvoert, zodat het opnieuw door de strooirol 2 op de eerste transporteur gestrooid kan 25 worden. De inrichting omvat verder een schoonmaakinrichting 14 omvattende een schraper voor het schoonmaken van de tweede transporteur 5. Tevens is aandrukmiddel 11 getoond, dat ervoor zorgt dat een deegstuk met enige druk op het strooisel wordt gedmkt, hetgeen leidt tot een nog betere hechting. Het aandrukmiddel 11 had evenwel boven transporteur 4 geplaatst kunnen worden.
30
Figuur 3 toont de middelen voor het aanbrengen van een kleeflaag op een deegstuk 15. Weergegeven is de rol 7 welke is voorzien van een reservoir 17, waarin de kleefstof via toevoeropening 16 kan worden toegevoerd. De rol is bij voorkeur vervaardigd uit RVS en neemt daardoor eenvoudig kleefstof op uit het reservoir. Aan de onderzijde van de 7 rol is een schraper 19 voorzien, voor het verwijderen van deegresten en overtollige kleefstof van de rol 7. Deze resten worden samen met druppels 20 kleefstof die van de rol of het deegstuk 15 vallen opgevangen door een vijfde transporteur 18, die ervoor zorgt dat ze niet op de met strooisel 21 bedekte tweede transporteur 3 terecht kunnen 5 komen.
Figuur 4 toont een perspectivisch aanzicht van de inrichting uit figuur 2, waarin zichtbaar is dat de vijfde transporteur 18 voor het afvoeren van van de rol 7 afgevallen kleefstof is ingericht voor het met een richtingscomponent haaks op de transportrichting 10 volgens pijl 8 van de eerste transportband 4 naar de tweede transportband 5 afVoeren van kleefstof en andere overtolligheden, en dat ook de vierde transporteur 13 is ingericht voor het richtingscomponent haaks op de transportrichting volgens pijl 8 van de eerste transportband 4 naar de tweede transportband 5 afvoeren van overtollig strooisel.
15
Claims (15)
1. Inrichting voor het aanbrengen van strooisel, zoals zaad of pitten, op een deegstuk, omvattende: 5. middelen voor het aanbrengen van het strooisel op een ondergrond voor deegstuk ken; - middelen voor het op de van het strooisel voorziene ondergrond plaatsen van het deegstuk.
2. Inrichting volgens conclusie 1, verder omvattende - middelen voor het aanbrengen van een kleefmiddel, in het bijzonder een vloeibaar kleefmiddel, zoals water, op ten minste een van het strooisel te voorzien gedeelte van het deegstuk, waarbij - de middelen voor het plaatsen van het deegstuk zijn ingericht voor het met het 15 van het kleefmiddel voorziene gedeelte naar de ondergrond toegekeerd plaatsen van het deegstuk.
3. Inrichting volgens één van voorgaande conclusies, waarbij de ondergrond een eerste transporteur, zoals een transportband, voor deegstukken omvat. 20
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de middelen voor het plaatsen van het deegstuk een tweede transporteur, zoals een transportband, voor deegstukken omvatten.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de tweede transporteur is ingericht om het deegstuk via de middelen voor het aanbrengen van het kleefmiddel op de van het strooisel voorziene ondergrond te plaatsen.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de middelen voor het 30 aanbrengen van een kleefmiddel een rol omvatten, welke rol voorzien is van middelen voor het aan een omtrek daarvan aanbrengen van het kleefmiddel.
7, Inrichting volgens conclusie 5 en 6, waarbij de tweede transporteur is ingericht voor het over de rol heen aanvoeren van het deegstuk, voor het aan een onderzijde van het deegstuk aanbrengen van het kleefmiddel.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij er onder de rol opvangmiddelen zijn voorzien, voor het op vangen van kleefmiddel dat van de rol of het deegstuk valt.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de middelen voor het aanbrengen van een kleefmiddel een bad met kleefstof omvatten, ingericht voor het 10 daardoorheen geleiden van het deegstuk.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij het bad is ingericht voor het ten minste geheel onderdompelen van een deel van het deegstuk.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij er middelen voor het afvoeren van overtollig strooisel van de ondergrond zijn voorzien.
12. Inrichting volgens conclusie 3 en 11, waarbij de middelen voor het afkoeren van het overtollig strooisel een ruimte tussen de eerste transporteur en een derde transporteur 20 omvatten, waarbij de ruimte voorzien is van een opvangmiddcl voor het opvangen van tussen de eerste transporteur en de derde transporteur in gevallen strooisel.
13. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van aandrukmiddelen voor het aandrukken van het deegstuk op het strooisel. 25
14. Werkwijze voor het aanbrengen van strooisel, zoals zaad of pitten, op een deegstuk, omvattende de stappen: A. het aanbrengen van het strooisel op een ondergrond voor deegstukken; en B. het op de van het strooisel voorziene ondergrond plaatsen van het deegstuk. 30
15. Werkwijze volgens conclusie 14, verder omvattende: C. het alvorens stap B aanbrengen van een kleefmiddel, zoals water, op ten minste een van het strooisel te voorzien gedeelte van het deegstuk; waarbij stap B omvat: - het van het kleefmiddel voorziene gedeelte naar de ondergrond toegekeerd plaatsen van het deegstuk.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij stap C omvat: 5. het aan een onderzijde van het deegstuk aanbrengen van het kleefmiddel.
17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, omvattende: - E. het opvangen van kleefmiddel dat van een aanbrengmiddel daarvoor of van het deegstuk valt.
18. Werkwijze volgens een van de conclusies 14-17, omvattende: - F. het afvoeren van overtollig strooisel van de ondergrond zijn voorzien.
19. Werkwijze volgens een van de conclusies 14-18, omvattende:
15. G. het aandrukken van het deegstuk op het strooisel.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2002331A NL2002331C2 (nl) | 2008-12-16 | 2008-12-16 | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een strooisel op een deegstuk. |
ES09177881.1T ES2607207T3 (es) | 2008-12-16 | 2009-12-03 | Dispositivo para disponer un material para espolvorear sobre una pieza de masa |
EP09177881.1A EP2198716B1 (en) | 2008-12-16 | 2009-12-03 | Device for arranging a sprinkling material on a dough piece |
US12/637,260 US8443752B2 (en) | 2008-12-16 | 2009-12-14 | Method and device for arranging a sprinkling material on a dough piece |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2002331A NL2002331C2 (nl) | 2008-12-16 | 2008-12-16 | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een strooisel op een deegstuk. |
NL2002331 | 2008-12-16 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2002331C2 true NL2002331C2 (nl) | 2010-06-17 |
Family
ID=40852021
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2002331A NL2002331C2 (nl) | 2008-12-16 | 2008-12-16 | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een strooisel op een deegstuk. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US8443752B2 (nl) |
EP (1) | EP2198716B1 (nl) |
ES (1) | ES2607207T3 (nl) |
NL (1) | NL2002331C2 (nl) |
Families Citing this family (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102010047094A1 (de) * | 2010-10-01 | 2012-04-05 | World-Pac International Ag | Verpackungshülle für Lebensmittel |
CN102771525B (zh) * | 2011-05-11 | 2016-08-17 | 候长安 | 饼表面撒芝麻机 |
US8857321B2 (en) | 2011-10-28 | 2014-10-14 | ADCO Industries—Technologies, L.P. | Roller grill |
US8857319B2 (en) | 2011-10-28 | 2014-10-14 | ADCO Industries—Technologies, L.P. | Roller grill |
US8869683B2 (en) | 2011-10-28 | 2014-10-28 | ADCO Industries—Technologies, L.P. | Roller grill |
US8857322B2 (en) | 2011-10-28 | 2014-10-14 | ADCO Industries—Technologies, L.P. | Roller grill |
US8857320B2 (en) | 2011-10-28 | 2014-10-14 | Adco Industries-Technologies, L.P. | Roller grill |
US8844431B2 (en) | 2012-06-08 | 2014-09-30 | ADCO Industries—Technologies, L.P. | Roller Grill divider |
US9545172B2 (en) | 2014-02-11 | 2017-01-17 | Adco Industries-Technologies, L.P. | Roller grill |
AT522837B1 (de) * | 2019-07-26 | 2022-02-15 | Koenig Maschinen Gmbh | Vorrichtung zum Aufbringen von Streugut |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3967583A (en) * | 1974-04-10 | 1976-07-06 | Sam Stein Associates, Inc. | Compact in-line breading machine |
US4266502A (en) * | 1979-11-01 | 1981-05-12 | Stella D'oro Biscuit Co. Inc. | Seed applying apparatus for food products |
DE3228614A1 (de) * | 1982-07-30 | 1984-02-02 | Debag Deutsche Backofenbau GmbH, 8000 München | Verfahren und einrichtung zum beschichten von teigstuecken mit streugut |
DE3504174A1 (de) * | 1984-05-04 | 1985-11-07 | Veb Kombinat Nagema, Ddr 8045 Dresden | Einrichtung zur regulierung des bodenwalles an ueberziehanlagen |
WO2000027208A1 (en) * | 1998-11-06 | 2000-05-18 | Mars, Incorporated | Method for preparing bakery goods having edible particles on a top surface and bakery goods prepared thereby |
DE20317184U1 (de) * | 2003-11-05 | 2004-01-15 | Wapler, Kurt | Vorrichtung zum abriebfesten Beschichten von rohen Teiglingen mit körnigem Material |
EP1767105A1 (en) * | 2005-09-26 | 2007-03-28 | Bettcher Industries, Inc. | Breading machine |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2092836A (en) * | 1934-07-27 | 1937-09-14 | Baker Perkins Co Inc | Apparatus for baking |
US3885519A (en) * | 1973-06-04 | 1975-05-27 | Korlow Corp | Apparatus for breading food objects |
DE2506054A1 (de) * | 1975-02-13 | 1976-08-26 | Debag Deutsche Backofenbau | Einrichtung zum aufbringen von streugut auf teigformlinge |
JP2903385B2 (ja) * | 1996-06-19 | 1999-06-07 | レオン自動機株式会社 | 散粉方法および散粉装置 |
-
2008
- 2008-12-16 NL NL2002331A patent/NL2002331C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2009
- 2009-12-03 EP EP09177881.1A patent/EP2198716B1/en active Active
- 2009-12-03 ES ES09177881.1T patent/ES2607207T3/es active Active
- 2009-12-14 US US12/637,260 patent/US8443752B2/en active Active
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3967583A (en) * | 1974-04-10 | 1976-07-06 | Sam Stein Associates, Inc. | Compact in-line breading machine |
US4266502A (en) * | 1979-11-01 | 1981-05-12 | Stella D'oro Biscuit Co. Inc. | Seed applying apparatus for food products |
DE3228614A1 (de) * | 1982-07-30 | 1984-02-02 | Debag Deutsche Backofenbau GmbH, 8000 München | Verfahren und einrichtung zum beschichten von teigstuecken mit streugut |
DE3504174A1 (de) * | 1984-05-04 | 1985-11-07 | Veb Kombinat Nagema, Ddr 8045 Dresden | Einrichtung zur regulierung des bodenwalles an ueberziehanlagen |
WO2000027208A1 (en) * | 1998-11-06 | 2000-05-18 | Mars, Incorporated | Method for preparing bakery goods having edible particles on a top surface and bakery goods prepared thereby |
DE20317184U1 (de) * | 2003-11-05 | 2004-01-15 | Wapler, Kurt | Vorrichtung zum abriebfesten Beschichten von rohen Teiglingen mit körnigem Material |
EP1767105A1 (en) * | 2005-09-26 | 2007-03-28 | Bettcher Industries, Inc. | Breading machine |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2198716B1 (en) | 2016-09-14 |
EP2198716A1 (en) | 2010-06-23 |
US8443752B2 (en) | 2013-05-21 |
ES2607207T3 (es) | 2017-03-29 |
US20100183784A1 (en) | 2010-07-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2002331C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een strooisel op een deegstuk. | |
US8814006B2 (en) | System and method for flavoring food | |
RU2113798C1 (ru) | Способ производства порционных изделий из мороженого и машина для его осуществления | |
AU632939B2 (en) | Apparatus and method for coating a food stuff with particulate material | |
US3654894A (en) | Pastry coating apparatus | |
HU199261B (en) | Method and apparatus for producing quick-frozen crumbed foods | |
US3368501A (en) | Food distributing apparatus | |
US20110097459A1 (en) | Reduced-size apparatus for applying food coating and methods of use thereof | |
JPH08322501A (ja) | チップ食品のカーリング方法およびその装置 | |
US20140199447A1 (en) | System and method for continuously coating confectionary product | |
KR101940961B1 (ko) | 김 과자의 반죽 양면에 김을 부착할 수 있는 김 부착 장치 | |
US3682106A (en) | Food applicator | |
US4214548A (en) | Apparatus for pre-dusting food products | |
US7275498B2 (en) | Flowable solids dispensing apparatus and method of use | |
KR101437294B1 (ko) | 식품용 가루코팅장치 | |
US1966268A (en) | Machine for applying or spreading nut meats to bakery products | |
EP2091360B1 (en) | Tumble breading system | |
JP5646982B2 (ja) | 食品の粉付け方法及び食品の粉付け装置 | |
US11540552B2 (en) | Continuous coating method | |
AU2014395099B2 (en) | Continuous coating method | |
TWI626894B (zh) | 食材裹粉方法 | |
NL2005609C2 (nl) | Inrichting voor het aanbrengen van decoratiemateriaal op een deegproduct. | |
BE1025358B1 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van een eetbaar bedekkingsmateriaal op chocoladeproducten | |
JPH01281069A (ja) | パン粉付着方法及び自動パン粉付機 | |
JP2016013096A (ja) | 食品用粒状衣材付着装置、および食品用粒状衣材付着装置における粒状衣材の循環供給方法 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD | Change of ownership |
Owner name: RADIE B.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: VERANDERING VAN EIGENAAR(S), OVERDRACHT; FORMER OWNER NAME: RADEMAKER B.V. Effective date: 20160217 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20180101 |