NL2002288C2 - Werkwijze en samenstel voor het afmeten van deeg. - Google Patents

Description

Nr. NLP182475A

Werkwijze en samenstel voor het afmeten van deeg

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en samenstel voor het afmeten van deeg middels een 5 afmeetinrichting omvattende: een vultrechter voor de aanvoer van af te meten deeg, een zuiger die verplaatsbaar is in een eerste kamer, waarbij de eerste kamer aansluit op de vultrechter, een mesorgaan dat eveneens in de eerste kamer verplaatsbaar is en tussen de zuiger en de vultrechter 10 aangebracht is, tenminste één afmeetkamer, waarbij de afmeetkamer is ingericht om in tenminste één positie aan te sluiten op de eerste kamer, en de afmeetkamer verplaatsbaar is ten opzichte van de eerste kamer.

Industriële bakkerij omgevingen maken al geruime 15 tijd gebruik van afmeetmachines om van een grote hoeveelheid deeg kleinere porties te maken. Het deeg wordt door een zuiger vanuit een deegtrechter aangezogen naar een aanzuigkamer, een mesorgaan sluit de opening tussen de deegtrechter en de aanzuigkamer af, en vervolgens wordt het 20 deeg in één of meerdere afmeetkamers van een schuif geperst. Het deeg wordt dan uit de afmeetkamer (s) gestoten door middel van afmeetzuigers waarna het via een transportband naar de volgende verwerkingsmachine kan worden gestuurd.

De hoeveelheid deeg die door de schuif per slag 2 wordt verwerkt is afhankelijk van het gewenste volume (gewicht) per recept. Dit gewenste volume kan worden ingesteld door de afmeetzuigers tijdens het vullen van de afmeetkamer(s) te begrenzen. Wanneer het deeg in de 5 afmeetkamer(s) van de schuif wordt geperst door middel van de zuiger dan wordt dit gedaan met een kracht die druk uitoefent op het deeg. Deze druk heeft een nadelige invloed op de deegstructuur, althans bij zeer gevoelige deegsoorten.

In octrooischrift NL 1,029,361 wordt een 10 uitvoeringsvorm van een afmeetinrichting beschreven waarbij de zuiger en het mesorgaan afzonderlijk aanstuurbaar zijn, en een besturingsinrichting daarvoor welke de aanzuigslaggrootte bepaalt op basis van het ingestelde volume van de afmeetkamer(s), en waarbij de 15 uitstootslaggrootte wordt aangepast op basis van de gemeten druk van het deeg in de aanzuigkamer om het deeg zo weinig mogelijk onder druk te laten komen ten einde de kwaliteit van het deeg zoveel mogelijk te behouden.

Er is daarbij verder in voorzien dat de 20 aanzuigslag van de zuiger bepaald wordt door het ingestelde volume van de afmeetkamer, waarbij het volume van de aanzuigslag een geheel aantal malen het ingestelde volume van de afmeetkamer bedraagt, al dan niet vermeerderd met een voorafbepaald buffer volume. Een nadeel hiervan is dat 25 althans een gedeelte van het deeg meerdere malen onder druk wordt gebracht.

Bij de productie van deegproducten waarbij de eigenschappen van het deeg makkelijk aangetast worden door het onder druk brengen daarvan, zal gekozen worden om niet 30 meer deeg aan te zuigen dan voldoende is om de afmeetkamer(s) één maal te kunnen vullen. Een nadeel hiervan is dat zo soms deegporties verkregen worden die afwijken van het gewenste gewicht.

Het zal duidelijk zijn dat een verder nadeel van 35 de bekende inrichting is, dat bij een verandering in de receptuur van een deeg of grootte van een gewenste deegportie, de machineparameters van afmeetinrichting steeds 3 opnieuw moeten worden bijgesteld, afhankelijk van de eigenschappen van het deeg en de vorm en inhoud van de afmeetkamer.

De onderhavige uitvinding heeft als doel het 5 instellen van een optimale zuigerslaggrootte voor een afmeetmachine aanzienlijk te versnellen en vereenvoudigen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

10

Volgens een eerste aspect verschaft de uitvinding hiertoe een werkwijze voor het instellen van een zuigerslaggrootte van een afmeetinrichting van een samenstel omvattend: 15 een afmeetinrichting volgens de openingsparagraaf; een weeginrichting, stroomafwaarts geplaatst van de afmeetinrichting, voor het bepalen van het gewicht van deegporties afkomstig uit de afmeetkamer; en een besturingsinrichting gekoppeld aan zowel de 20 afmeetinrichting als de weeginrichting, ingericht voor het instellen van een zuigerslaggrootte van de zuiger, waarbij de werkwijze gekenmerkt wordt door de volgende stappen: i) het voor een deegproduct instellen van een reeks 25 zuigerslaggroottes, ii) het per zuigerslaggrootte uitvoeren van een aantal afmeetslagen, het wegen van daaruit resulterende deegporties door de weeginrichting en het bepalen van een standaard afwijking in gewicht van die porties, 30 iii) het bepalen van de optimale zuigerslaggrootte waarbij de standaardafwijking in gewicht van de gemeten deegporties minimaal is, iv) het instellen van de voor het deegproduct optimale zuigerslag van de afmeetinrichting door de 35 besturingsinrichting.

In het bijzonder wordt hier de grootte van de aanzuigslag geoptimaliseerd, dat wil zeggen dat deel van de 4 zuigerslag waar tijdens deeg wordt aangezogen. Dit is omdat de hoeveelheid deeg die in de eerste kamer aanwezig is mede bepaalt hoeveel druk er op het deeg wordt uitgeoefend tijdens de uitstootslag. Het is echter ook mogelijk om de 5 onderhavige uitvinding toe te passen om een optimale uitstootslaggrootte te bepalen, of om uit een aantal combinaties van aanzuig- en uitstootslaggroottes de optimale instelling te bepalen.

Wanneer de zuigerslag te groot is en dus meer deeg 10 aanzuigt in de aanzuigkamer dan kan worden af gegeven aan de afmeetkamer(s), komt het teveel aangezogen deeg meerdere malen onder druk te staan voordat het daadwerkelijk aan de afmeetkamers kan worden afgegeven. Wanneer de zuigerslag te klein is dan wordt de gewenste gewicht nauwkeurigheid van 15 het deegstuk niet behaald.

Het bepalen van die zuigerslaggrootte uit een beperkt aantal zuigerslaggroottes die leidt tot de hoogste nauwkeurigheid in gewicht omvat het door de afmeetinrichting voor een aantal mogelijke zuigerslag-groottes laten afmeten 20 van een aantal porties deeg, waarna deze porties deeg op een weeginrichting worden gewogen. De zuigerslaggrootte die deegporties opleverde met de kleinste standaard afwijking in gewicht wordt dan ingesteld als de optimale zuigerslaggrootte.

25 In het bijzonder wordt in een uitvoeringsvorm, indien het de standaardafwijking in gewicht van deegporties voor een aantal zuigerslaggroottes in hoofdzaak gelijk is, die zuigerslaggrootte gekozen waarbij de hoeveelheid deeg in de eerste kamer zo klein mogelijk is, of waarbij de 30 zuigerslag zo klein mogelijk is.

De standaardafwijking in gewicht hoeft niet per se een lineair verband te hebben met de zuigerslaggrootte; behalve de hoeveelheid aangezogen deeg kunnen ook factoren zoals deegsamenstelling en vorm en inhoud van de 35 afmeetkamer(s) invloed op de standaardafwijking hebben, zodat per deegsamenstelling voor alle zuigerslaggroottes een aantal afmeetslagen moeten worden uitgevoerd om de 5 bijbehorende optimale zuigerslag te kunnen bepalen.

Dankzij de geautomatiseerde werkwijze volgens de uitvinding kan, bij verandering van het te produceren deegproduct, de optimale zuigerslaggrootte uit een reeks van 5 zuigerslaggroottes voor een afmeetmachine snel en eenvoudig worden bepaald.

In een uitvoeringsvorm wordt in stap ii), alvorens het aantal afmeetslagen wordt uitgevoerd, eerst één zuigerslag uitgevoerd waarvan de resulterende deegporties 10 worden genegeerd bij het berekenen van de standaardafwijking. Op deze manier wordt verzekerd dat de eerste kamer voldoende gevuld is voordat wordt begonnen met de optimalisatie.

Hoewel in een uitvoeringsvorm de reeks 15 zuigerslaggroottes in stap i) van klein naar groot gesorteerd kan worden, wordt de reeks zuigerslaggroottes in stap i) bij voorkeur gesorteerd van groot naar klein. Door zuigerslaggroottes in te stellen op opeenvolgende groottes zijn de verschillen tussen opeenvolgende instellingen 20 minimaal wat de duur van de instel operatie verkleint.

In een uitvoeringsvorm wordt in stap ii) elke keer dat nadat het aantal afmeetslagen is uitgevoerd omgeschakeld naar de volgende zuigerslaggrootte uit de reeks van zuigerslaggroottes, of indien de laatste zuigerslaggrootte 25 reeds was ingesteld, verdergegaan met stap iii). Nadat het aantal afmeetslagen voor een zuigerslaggrootte is uitgevoerd stelt de besturingsinrichting de afmeetinrichting in op de volgende zuigerslaggrootte, totdat alle zuigerslaggroottes uit de reeks van zuigerslaggroottes aan de beurt zijn 30 geweest.

In een uitvoeringsvorm wordt in stap ii) elke keer dat de weeginrichting een vooraf bepaalde tijd geen deegstukken heeft gewogen, omgeschakeld naar de volgende zuigerslaggrootte uit de reeks van zuigerslaggroottes, of 35 indien de laatste zuigerslaggrootte reeds was ingesteld, verdergegaan met stap iii).

Korte tijd nadat de afmeetmachine is gestopt met 6 het afmeten van deegporties zal ook de weeginrichting geen deeg meer wegen. De afmeetmachine kan tijdens de optimalisatie bijvoorbeeld tijdelijk stoppen met afmeten nadat het vooraf ingestelde optimalisatieslagen voor een 5 zuigerslaggrootte is voltooid. De tijd die zit tussen het afmeten van deeg en het bereiken van de weeginrichting door het deeg heet hier de omlooptijd. Als duidelijk meer tijd tussen verschillende deegwegingen is verstreken dan de omlooptijd, bij voorkeur meer dan 30x de omlooptijd, dan zal 10 de afmeetmachine de optimalisatieslagen voor een zuigerslag hebben voltooid. Voor die zuigerslaggrootte wordt dan de standaardafwijking in gewicht van de deegporties berekend, waarna kan worden verder gegaan met de volgende zuigerslaggrootte. Ook als de toevoer van deegporties om 15 andere redenen duidelijk langer dan de omlooptijd is gestopt, bijvoorbeeld als de vultrechter leeg zou zijn, dan wordt dankzij deze werkwijze wel de standaardafwijking in gewicht van de deegporties berekend die tot dan toe met de ingestelde zuigerslaggrootte zijn geproduceerd.

20 In een uitvoeringsvorm voert de afmeetinrichting op vooraf bepaalde tijdstippen het aantal afmeetslagen uit, onafhankelijk van de weeginrichting. Het is hierdoor mogelijk dat er tussen de afmeetinrichting en de weeginrichting geen communicatie nodig is tijdens het 25 uitvoeren van de afmeetslagen; pas wanneer voor de hele reeks zuigerslaggroottes de afmeetslagen zijn voltooid en er een zuigerslag met een kleinste standaard afwijking in gewicht van de deegporties bekend is, moet bij de besturingsinrichting bekend zijn welke zuigerslag dat is om 30 deze bij de afmeetinrichting in te stellen. Door de onderlinge communicatie tussen de afmeetinrichting en de besturingsinrichting, en tussen de besturingsinrichting en de weeginrichting tot een minimum te beperken wordt het eenvoudiger om bijvoorbeeld machines van verschillende 35 fabrikanten die met verschillende communicatie protocollen werken te gebruiken. Omdat de machines voor een juiste uitvoering van de werkwij ze in althans in hoofdzaak 7 afzonderlijk kunnen werken, kan het samenstel meer modulair worden opgebouwd en zijn de machines eenvoudiger te vervangen.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de 5 optimale zuigerslaggrootte, eventueel samen met overige machine parameters van het (deeg)product, opgeslagen voor later hergebruik. In industriële bakkerij omgevingen worden vaak vele verschillende soorten (tientallen tot honderden) deegproducten geproduceerd waarbij voor elk deegproduct de 10 optimale instelling van de afmeetinrichting kan verschillen. Door deze machine parameters samen met de naam van het deegproduct op te slaan wordt het mogelijk deze machine parameters op een later moment opnieuw te gebruiken en, althans ten dele, geautomatiseerd in te stellen.

15 In een uitvoeringsvorm wordt een eerder opgeslagen optimale zuigerslaggrootte en/of overige machineparameters behorende bij een deegproduct opgevraagd en door de besturingsinrichting gebruikt om de zuigerslag van de afmeetinrichting mee in te stellen. Zo kunnen eerder 20 gevonden optimale zuigerslaggroottes worden ingesteld zonder de optimalisatie opnieuw uit te voeren, ook voor identieke afmeetmachines bij verschillende bakkerijen.

Volgens een verder aspect verschaft de onderhavige uitvinding een samenstel omvattende een 25 afmeetinrichting, waarbij de afmeetinrichting een vultrechter voor de aanvoer van af te meten deeg omvat, een zuiger die verplaatsbaar is in een eerste kamer, waarbij de eerste kamer aansluit op de vultrechter, een mesorgaan dat eveneens in de eerste kamer verplaatsbaar is en tussen de 30 zuiger en de vultrechter aangebracht is, tenminste één afmeetkamer, waarbij de afmeetkamer is ingericht om in tenminste één positie aan te sluiten op de eerste kamer, en de afmeetkamer verplaatsbaar is ten opzichte van de eerste kamer; 35 een weeginrichting, stroomafwaarts geplaatst van de afmeetinrichting, voor het bepalen van het gewicht van deegporties afkomstig uit de afmeetkamer; en 8 een besturingsinrichting gekoppeld aan zowel de afmeetinrichting als de weeginrichting, ingericht voor het instellen van een zuigerslaggrootte uit een reeks vooraf bepaalde zuigerslaggroottes, waarbij de besturingsinrichting 5 is ingericht voor het instellen van machineparameters van de afmeetinrichting op basis van de standaardafwijking van metingen verricht door de weeginrichting. De eigenschappen van dit samenstel maken het bijzonder geschikt voor gebruik bij het uitvoeren van de hierboven beschreven werkwijze voor 10 het instellen van een zuigerslaggrootte.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het samenstel een afmeetkamer welke aan één kant afgesloten is door een door een eerste motor aangedreven afmeetzuiger. Hierdoor is het mogelijk om het 15 instellen van het afmeetvolume geautomatiseerd te laten verlopen.

In een uitvoeringsvorm omvat het samenstel een eerste sensor om te bepalen op welk volume de afmeetkamer door de afmeetzuiger is begrensd en het genereren van een 20 eerste terugkoppelsignaal op basis daarvan. Zo een middel is bij voorkeur een potentiometer, bij voorkeur gekoppeld aan de eerste motor. Het eerste terugkoppelsignaal kan zowel worden gebruikt om de eerste motor nauwkeurig aan te sturen zodat de afmeetkamer op een bepaald volume wordt begrensd, 25 als ook om nauwkeurige indicatie van het ingestelde afmeetvolume te verkrijgen indien het afmeetvolume handmatig wordt ingesteld.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het samenstel een tweede motor, bij 30 voorkeur een servomotor, om de zuiger aan te drijven.

In een uitvoeringsvorm omvat het samenstel een tweede sensor, welke een tweede terugkoppelsignaal kan afgeven in welke positie de zuiger zich bevindt en/of hoeveel kracht de motor uitoefent op de zuiger. Het tweede 35 terugkoppelsignaal kan ook door de servomotor worden afgegeven.

In een uitvoeringsvorm omvat het samenstel een 9 besturingsinrichting welke is ingericht om de uitstootslag van de zuiger 1 aan te passen op basis van het eerste en/of tweede terugkoppelsignaal. Zo kan althans ten dele worden voorkomen dat het deeg teveel onder druk komt te staan.

5 Een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het eerder genoemde samenstel waarbij de besturingsinrichting is ingericht om een op een medium geplaatst instructieprogramma voor het uitvoeren van een eerder genoemde werkwijze uit te voeren.

10 In een uitvoeringsvorm omvat het samenstel geheugenmiddelen voor het opslaan van optimale zuigerslaggroottes en/of overige machineparameters voor het deegproduct. Deze gegevens kunnen daarna worden gebruikt door een uitvoeringvorm waarbij het samenstel een 15 invoermiddel voor het invoeren van de recept en/of machineparameters van het deegproduct en voor het selecteren van reeds eerder opgeslagen zuigerslaggroottes bij eerder opgeslagen recepten omvat. Het is hierdoor niet meer nodig om een zuigerslagoptimalisatie uit te voeren voor 20 deegsoorten waarvan de optimale zuigerslag al een keer is opgeslagen.

In een uitvoeringsvorm omvat het invoermiddel van het samenstel een aanraakscherm. Dit invoermiddel is eenvoudig te bedienen en goed schoon te houden.

25 Volgens een verder aspect verschaft de onderhavige uitvinding een computerprogramma, dat wanneer deze in een computergeheugen wordt geladen, programmainstructies omvat voor het uitvoeren van de eerder genoemde werkwijze.

De in deze beschrijving en conclusies van de 30 aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het 35 bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

10

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De werkwijze en werking van het samenstel zullen 5 uitgebreider worden beschreven in de gedetailleerde beschrijving van de tekeningen, waarin:

Figuur la toont een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht van een deegafmeetinrichting,

Figuur lb toont dezelfde deegafmeetinrichting waarbij 10 de zuiger verplaatst is om deeg van de aanzuigkamer in de richting van de afmeetkamer te drukken,

Figuur 2 toont een deegafmeetinrichting waarbij de afmeetkamer de afgemeten deegportie op een transportband deponeert voor weging door een weeginrichting, 15 Figuur 3 toont een voorbeeld van een invoermiddel, hier een aanraakscherm, van het samenstel, waarbij het invoermiddel in ingericht voor het invoeren en/of selecteren van parameters voor de werkwijze voor het instellen van de optimale zuigerslaggrootte, 20 Figuur 4 toont een stroomdiagram van de werkwijze van de onderhavige uitvinding waarbij het aantal optimaliseringslagen per zuigerslaggrootte van te voren wordt ingesteld.

25

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Er wordt eerst verwezen naar figuur la, waarin een deegafmeetinrichting wordt getoond waarbij de deegmassa in 30 een deegtrechter 4 is opgeslagen welke kan worden afgesloten van een aanzuigkamer 5 door een mesorgaan 2. Een schuif 7 staat hier in een onderste positie waardoor er geen doorgang is tussen de afmeetkamer 6 en de aanzuigkamer 5. Het volume van de afmeetkamer is begrensd door een afmeetzuiger 3. Een 35 eerste sensor (niet getoond) kan een eerste terugkoppelsignaal kan afgeven dat aangeeft op welk volume de afmeetkamer is ingesteld. In de aanzuigkamer 5 beweegt 11 een zuiger 1 van de schuif af waardoor deeg uit de deegtrechter in de aanzuigkamer wordt gezogen.

In figuur lb heeft het mesorgaan 2 de verbinding tussen de aanzuigkamer 5 en de deegtrechter 4 afgesloten. De 5 schuif 7 is naar een bovenste positie verplaatst waardoor de afmeetkamer 6 en de aanzuigkamer 5 op elkaar aansluiten. Een beweging van de zuiger richting de schuif duwt, althans een deel van, het deeg van de aanzuigkamer in de afmeetkamer. Een tweede sensor (niet getoond) kan een tweede 10 terugkoppelsignaal afgeven dat aangeeft hoeveel kracht er door de zuiger wordt uitgeoefend, wat ook een indicatie geeft van de druk waaraan het deeg wordt blootgesteld. Dit tweede terugkoppelsignaal kan worden gebruikt om terug te koppelen naar de zuiger zodat de uitstootslag van de zuiger 15 naar wens kan worden aangepast.

In figuur 2 is de schuif met volle afmeetkamer naar de onderste positie verplaatst, waar de afmeetzuigers de afgemeten portie deeg 23 uitstoten op een transportband 22 welke het deeg naar een weeginrichting 21 voert. De 20 weeginrichting omvat middelen, bij voorkeur een fotocel, die gebruikt worden om vast te stellen of er een deegportie op de weeginrichting rust om gewogen te worden. Als er een voorafbepaalde tijd, bij voorkeur 30x de omlooptijd van een portie deeg, geen deegproducten door de weeginrichting zijn 25 gewogen dan wordt omgeschakeld naar de volgende zuigerslaggrootte totdat alle zuigerslaggroottes aan bod zijn geweest en de optimale zuigerslag is gevonden. Als de afmeetinrichting bijvoorbeeld de afmeetslagen voor een zuigerslaggrootte heeft uitgevoerd dan stopt de 30 afmeetinrichting (tijdelijk) met afmeten waardoor er na maximaal één omlooptijd langere tijd geen deegporties op de weeginrichting terechtkomen. Als er bijvoorbeeld geen deeg meer in de vultrechter zit, dan zal het optimalisatieproces volgens deze werkwijze voltooien, waarbij kan worden 35 aangegeven dat er voor bepaalde zuigerslaggroottes geen deegporties zijn afgewogen.

In figuur 3 wordt een voorbeeld invoermiddel van 12 een uitvoeringsvorm van het samenstel van de onderhavige uitvinding getoond. Het invoermiddel betreft in dit geval een aanraakscherm waarmee het aantal slagen voor optimalisatie kan worden ingesteld en waarmee opdracht kan 5 worden gegeven voor het opvragen en/of opslaan van combinaties van de zuigerslaggrootte en de bijbehorende overige machine parameters voor het deegproduct.

In figuur 4 wordt in een stroomdiagram een uitvoeringsvorm van de onderhavige werkwijze getoond. Het is 10 mogelijk om de uitvoering van de werkwijze door drie delen van een samenstel voor het afmeten van deeg te laten gebeuren, waarbij het samenstel in dit geval omvat een afmeetinrichting 400, een transportinrichting 500, en een weeginrichting 600. Na het starten 401 van de 15 afmeetinrichting wordt het aantal afmeetslagen per zuigerslaggrootte ingesteld 402. Dit aantal afmeetslagen kan door een gebruiker of geautomatiseerd worden ingesteld.

Vervolgens wordt de zuigerslaggrootte van de afmeetinrichting ingesteld op de grootste zuigerslaggrootte 20 403 waarvoor de standaardafwijking van de resulterende deegporties moet worden bepaald. Er wordt daarna één zuigerslag uitgevoerd 404 waarvan de resulterende deegportie (s) worden afgevoerd en genegeerd door de weeginrichting. Het ingestelde aantal afmeetslagen wordt 25 vervolgens uitgevoerd 405, waarna wordt gekeken of de kleinste zuigerslaggrootte al is ingesteld 406. Als dit niet het geval is, en er dus nog zuigerslaggroottes zijn waarvoor geen optimaliseringslagen zijn uitgevoerd dan wordt de volgend grootste zuigerslag ingesteld en wordt het afmeten 30 van deegporties tijdelijk gestopt 407. Als de kleinste zuigerslaggrootte al was ingesteld dan is voor alle gekozen zuigerslaggroottes de standaardafwijking in gewicht van de deegporties berekend en kan die zuigerslaggrootte welke de kleinste standaardafwijking had worden ingesteld als de 35 optimale zuigerslaggrootte 408, waarna de optimalisering van de zuigerslaggrootte is voltooid 409.

Tijdens het afmeten kan de afmeetinrichting het 13 afgemeten deeg afvoeren via de transportinrichting (500), welke de deegportie(s) naar de weeginrichting (600) transporteert.

Na het starten (601) van de weeginrichting en het 5 beginnen aan een nieuwe reeks deegporties om de standaardafwijking in gewicht van te bepalen, wordt er bepaald, bij voorkeur middels een fotocel, of er zich een deegportie op de weeginrichting bevindt (602). Als dit het geval is dan wordt de deegportie gewogen en afgevoerd (603). 10 Als er geen deegportie is waargenomen dan wordt nagekeken of er tenminste één omlooptijd, bij voorkeur 30 keer de omlooptijd van een stuk deeg vanaf de afmeetinrichting naar de weeginrichting, is verstreken sinds er voor het laatst deeg op de weeginrichting is waargenomen (604) . Zo een 15 tijdspanne dat er geen deeg op de weeginrichting wordt waargenomen doet zich onder andere voor als de afmeetinrichting klaar is met het uitvoeren van het ingevoerde aantal afmeetslagen voor een zuigerslaggrootte.

Als deze tijd is verstreken zonder dat er een 20 deegportie is gewogen, dan wordt de standaard afwijking in gewicht van de reeks deegporties berekend en opgeslagen 605 en wordt er een signaal naar de besturingsinrichting gestuurd om de afmeetinrichting te starten 606 zodat deze weer met afmeten begint waarna met het wegen van een nieuwe 25 reeks kan worden begonnen 404. Tussen twee deegwegingen in wordt zo een signaal maar één keer gestuurd.

Hieronder wordt een voorbeeld gegeven van een uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding. Gegeven is dat de afmeetmachine 4 afmeetkamers heeft en een 30 capaciteit van 1800 slagen per uur, zodat er per uur 7200 stuks deeg kunnen worden afgemeten. Het aantal afmeetslagen per zuigerslaggrootte wordt in dit voorbeeld ingesteld op 4. Bij het starten van de optimalisatie worden de eerste 4 producten genegeerd. De volgende 16 producten (4x4) worden 35 gewogen en de standaard afwijking wordt bepaald. De afmeetinrichting wordt gestopt, maar het afvoertransport blijft doorlopen om de producten tussen de afmeetinrichting 14 en de weeginrichting af te voeren. Wanneer de afmeetinrichting 30 keer de theoretische doorlooptijd (7200 stuks per uur / 3600 seconden per uur) * 30 = 15 seconden geen producten meer constateert wordt omgeschakeld naar de 5 volgend grootste zuigerslaggrootte en wordt de afmeetinrichting weer automatisch gestart.

Alternatief is het mogelijk dat de besturingsinrichting de afmeetinrichting op vooraf bepaalde tijden instelt, start en stopt, zonder dat de 10 besturingsinrichting eerst een signaal van de weeginrichting heeft gekregen dat er een bepaalde tijd geen deegportie meer is gewogen. Stel dat het instellen van een zuigerslaggrootte maximaal 5 seconden duurt, en zoals in het vorige voorbeeld, het uitvoeren van één zuigerslag 1800 slagen per uur / 3600 15 seconden per uur = 0.5 seconde in beslag neemt. Het uitvoeren van 4 afmeetslagen voor een zuigerslaggrootte, inclusief het instellen van die zuigerslaggrootte en het uitvoeren van één slag waarvan de deegporties worden genegeerd duurt dan maximaal ((4+1) slagen * 0.5 seconde 20 per slag + 5) = 7.5 seconde. Na het uitvoeren van de afmeetslagen wordt de afmeetinrichting gestopt en moet dan nog 15 seconden worden gewacht zodat bij de weeginrichting bekend is dat de laatste deegportie voor de betreffende zuigerslaggrootte is afgewogen.

25 De afmeetinrichting uit het voorbeeld kan dus 22.5 seconden nadat is begonnen met het instellen van een zuigerslaggrootte, beginnen met de volgende zuigerslaggrootte, waarbij de weeginrichting over voldoende informatie beschikt om een juiste standaardafwijking in 30 gewicht van deegporties te kunnen berekenen. Een voordeel van het tijdsgestuurd starten en stoppen van de afmeetinrichting is dat er geen aanstuurlijnen meer nodig zijn tussen de afmeetinrichting en de besturingsinrichting.

In een alternatieve uitvoeringsvorm beschikken 35 zowel de afmeetinrichting als de weeginrichting over tellers voor het aantal afgemeten deegporties respectievelijk het aantal gewogen deegporties. Bij het wegen van een portie 15 deeg is het dan mogelijk om, op basis van het tot dan gewogen aantal deegporties, te bepalen met welke zuigerslaggrootte die portie deeg is afgemeten. Een voordeel van het toepassen van tellers is dat de afmeetinrichting 5 niet langer hoeft te worden stilgezet; na het afmeten van een aantal afmeetslagen kan worden omgeschakeld naar een andere zuigerslaggrootte en kan meteen worden doorgegaan met het afmeten van deegporties.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de 10 werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (21)

1. Werkwijze voor het instellen van een zuigerslaggrootte van een afmeetinrichting van een samenstel omvattend: een afmeetinrichting, waarbij de afmeetinrichting 5 een vul trechter (4) voor de aanvoer van af te meten deeg omvat, een zuiger (1) die verplaatsbaar is in een eerste kamer (5), waarbij de eerste kamer aansluit op de vultrechter, een mesorgaan (2) dat eveneens in de eerste kamer verplaatsbaar is en tussen de zuiger en de vultrechter 10 aangebracht is, tenminste één afmeetkamer (6), waarbij de afmeetkamer is ingericht om in tenminste één positie aan te sluiten op de eerste kamer, en de afmeetkamer verplaatsbaar is ten opzichte van de eerste kamer; een weeginrichting (21), stroomafwaarts geplaatst 15 van de afmeetinrichting, voor het bepalen van het gewicht van deegporties afkomstig uit de afmeetkamer; en een besturingsinrichting gekoppeld aan zowel de afmeetinrichting als de weeginrichting, ingericht voor het instellen van een zuigerslaggrootte van de zuiger, 20 waarbij de werkwijze gekenmerkt wordt door de volgende stappen: i) het voor een deegproduct instellen van een reeks zuigerslaggroottes, ii) het per zuigerslaggrootte uit de reeks van 25 zuigerslaggroottes uitvoeren van een aantal afmeetslagen, het wegen van daaruit resulterende deegporties door de weeginrichting en het bepalen van een standaard afwijking in gewicht van die porties iii) het bepalen van de optimale zuigerslaggrootte waarbij 30 de standaardafwijking in gewicht van de gemeten deegporties minimaal is. iv) het instellen van de voor het deegproduct optimale zuigerslag van de afmeetinrichting door de besturingsinrichting.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij in stap ii), alvorens het aantal afmeetslagen worden uitgevoerd 5 eerst tenminste één zuigerslag wordt uitgevoerd waarvan de resulterende deegporties worden genegeerd bij het berekenen van de standaardafwijking.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of conclusie 2, waarbij in stap i) de reeks zuigerslaggroottes van groot 10 naar klein is gesorteerd.

4. Werkwijze volgens conclusie 1-3, waarbij in stap ii) elke keer dat het aantal afmeetslagen is uitgevoerd wordt omgeschakeld naar de volgende zuigerslaggrootte uit de reeks van zuigerslaggroottes, of indien de laatste 15 zuigerslaggrootte reeds was ingesteld, wordt verdergegaan met stap iii).

5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij in stap ii) elke keer nadat het aantal afmeetslagen is uitgevoerd de afmeetinrichting ten minste één omlooptijd van een 20 deegportie geen deeg meer afmeet.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij in stap ii) elke keer dat de weeginrichting ten minste één omlooptijd van een deegportie geen deegstukken heeft gewogen, wordt omgeschakeld naar de volgende 25 zuigerslaggrootte uit de reeks van zuigerslaggroottes, of indien de laatste zuigerslaggrootte reeds was ingesteld, wordt verdergegaan met stap iii).

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de afmeetinrichting op vooraf bepaalde tijdstippen het aantal 30 afmeetslagen uitvoert, onafhankelijk van de weeginrichting.

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de optimale zuigerslaggrootte behorende bij een deegproduct wordt opgeslagen.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij eerder 35 opgeslagen optimale zuigerslaggrootte en/of overige machineparameters behorende bij een deegproduct wordt opgevraagd en door de besturingsinrichting wordt gebruikt om de zuigerslag van de afmeetinrichting mee in te stellen.

10. Samenstel omvattend: een afmeetinrichting, waarbij de afmeetinrichting een vultrechter (4) voor de aanvoer van af te meten deeg 5 omvat, een zuiger (1) die verplaatsbaar is in een eerste kamer (5) , waarbij de eerste kamer aansluit op de vultrechter, een mesorgaan (2) dat eveneens in de eerste kamer verplaatsbaar is en tussen de zuiger en de vultrechter aangebracht is, tenminste één afmeetkamer (6), waarbij de 10 afmeetkamer is ingericht om in tenminste één positie aan te sluiten op de eerste kamer, en de afmeetkamer verplaatsbaar is ten opzichte van de eerste kamer; een weeginrichting (21), stroomafwaarts geplaatst van de afmeetinrichting, voor het bepalen van het gewicht 15 van deegporties (23) afkomstig uit de afmeetkamer; en een besturingsinrichting gekoppeld aan zowel de afmeetinrichting als de weeginrichting, ingericht voor het instellen van een zuigerslaggrootte uit een reeks vooraf bepaalde zuigerslaggroottes, waarbij de besturingsinrichting 20 is ingericht voor het instellen van machineparameters van de afmeetinrichting op basis van de standaardafwijking van metingen verricht door de weeginrichting.

11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de afmeetkamer aan één kant is afgesloten door een afmeetzuiger 25 die is ingericht om de afmeetkamer op in te stellen volumes te begrenzen, waarbij de afmeetzuiger wordt aangedreven door een eerste motor.

12. Samenstel volgens conclusie 10 of 11, verder omvattende een eerste sensor, bijvoorbeeld een 30 potentiometer, voor het genereren van een eerste terugkoppelsignaal dat indicatief is voor het volume waarop de afmeetkamer is ingesteld.

13. Samenstel volgens een der conclusies 10-12, waarbij de zuiger 1 wordt aangedreven door een tweede motor, 35 bij voorkeur een servomotor.

14. Samenstel volgens conclusie 13, verder omvattende een tweede sensor, voor het genereren van een tweede terugkoppelsignaal dat indicatief is voor de positie waarin de zuiger zich bevindt en/of hoeveel kracht de tweede motor uitoefent op de zuiger.

15. Samenstel volgens één der conclusies 12-14, 5 omvattende een besturingsinrichting welke het eerste en/of tweede terugkoppelsignaal gebruikt om de uitstootslag van de zuiger 1 aan te passen.

16. Samenstel volgens één der conclusies 10-15, waarbij de besturingsinrichting is ingericht om een 10 instructieprogramma op een medium uit te voeren, waarbij het medium een instructieprogramma voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der conclusies 1-9 omvat.

17. Samenstel volgens één der conclusies 10-16, waarbij het samenstel geheugenmiddelen voor het opslaan van 15 deegproducten en bijbehorende optimale zuigerslaggroottes omvat.

18. Samenstel volgens één der conclusies 10-17, waarbij het samenstel een invoermiddel omvat voor het invoeren van deegrecepten en het aantal uit te voeren 20 optimalisatie slagen per zuigerslaggrootte, en voor het selecteren van reeds eerder opgeslagen zuigerslaggroottes bij eerder opgeslagen deegrecepten.

19. Samenstel volgens conclusie 18, waarbij het invoermiddel een aanraakscherm omvat.

20. Een computerprogramma dat wanneer deze in een computergeheugen wordt geladen programmainstructies omvat voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der conclusies 1-10.

21. Een computerprogramma volgens conclusie 20, 30 opgeslagen op een door een computer leesbaar opslagmedium. -o-o-o-o-o-o-o-o- BvdW