NL2002194A - Betonplaateenheid, werkwijze voor het tot een groep verenigen van een aantal dergelijke betonplaateenheden en werkwijze voor het op gewenste positie brengen van een groep betonplaateenheden. - Google Patents

Betonplaateenheid, werkwijze voor het tot een groep verenigen van een aantal dergelijke betonplaateenheden en werkwijze voor het op gewenste positie brengen van een groep betonplaateenheden. Download PDF

Info

Publication number
NL2002194A
NL2002194A NL2002194A NL2002194A NL2002194A NL 2002194 A NL2002194 A NL 2002194A NL 2002194 A NL2002194 A NL 2002194A NL 2002194 A NL2002194 A NL 2002194A NL 2002194 A NL2002194 A NL 2002194A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
concrete slab
concrete
loops
elements
group
Prior art date
Application number
NL2002194A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2002194C2 (nl
Inventor
Jakob Gerrit Hendrik Pannekoek
Albert Bruins Slot
Wilhelmus Arnoldus Maria Mulder
Original Assignee
Jakob Gerrit Hendrik Pannekoek
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jakob Gerrit Hendrik Pannekoek filed Critical Jakob Gerrit Hendrik Pannekoek
Priority to NL2002194A priority Critical patent/NL2002194C2/nl
Publication of NL2002194A publication Critical patent/NL2002194A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2002194C2 publication Critical patent/NL2002194C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C5/00Pavings made of prefabricated single units
    • E01C5/06Pavings made of prefabricated single units made of units with cement or like binders
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/12Revetment of banks, dams, watercourses, or the like, e.g. the sea-floor
    • E02B3/122Flexible prefabricated covering elements, e.g. mats, strips
    • E02B3/123Flexible prefabricated covering elements, e.g. mats, strips mainly consisting of stone, concrete or similar stony material
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C2201/00Paving elements
    • E01C2201/16Elements joined together
    • E01C2201/167Elements joined together by reinforcement or mesh

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Bridges Or Land Bridges (AREA)
  • Revetment (AREA)

Description

Sch/svk/Pannekoek-21p
BETONPLAATEENHEID, WERKWIJZE VOOR HET TOT EEN GROEP VERENIGEN VAN EEN AANTAL DERGELIJKE BETONPLAATEENHEDEN EN WERKWIJZE VOOR HET OP GEWENSTE POSITIE BRENGEN VAN EEN GROEP BETONPLAATEENHEDEN
De uitvinding betreft een betonplaateenheid voor natte en droge toepassingen. Bijvoorbeeld als wegbermbekleding, als bedekking van een deel van een watergang of als bekleding van een talud wordt wel gebruik gemaakt van met elkaar gekoppelde betonblokken. Daartoe worden de ondervlakken van de betonblokken onverbrekelijk verbonden met een uit geotextiel materiaal bestaand doek. Voor bermbekledingen is het bekend, daartoe gebruik te maken van een lijm of een techniek, waarbij de betonblokken op het als lussenweefsel uitgevoerde doek worden gestort, zodanig dat de lussen na uitharding van het betonmateriaal volledig in het uitgeharde beton zijn ingebed.
Het is een doel van de uitvinding, een betonplaateenheid zodanig uit te voeren, dat hij eenvoudig kan worden vervaardigd.
Het is een verder doel van de uitvinding, een betonplaateenheid zodanig uit te voeren, dat hij eenvoudig met een soortgelijke betonplaateenheid kan worden gekoppeld en worden verenigd tot een groep van meerdere betonplaateenheden, die gemakkelijk kan worden aangegrepen om bijvoorbeeld te dienen als bermbekleding, als bekleding van een watergang, als bekleding van een talud, zowel onder droge als natte omstandigheden, en ook, afhankelijk van de wensen, zodanig kan worden uitgevoerd, dat hij zich kan voegen naar een bolle en/of holle vorm van een ondergrond.
Bovenstaande doelstellingen worden in het algemeen gerealiseerd met een betonplaateenheid, omvattende een betonplaat met een rechthoekige hoofdvorm, welke betonplaat afmetingen bezit van (80 ± 10)cm x (120 ± 10)cm; welke betonplaat onverbrekelijk verbonden is met een doek geotextiel, dat slechts aan twee aan elkaar grenzende zijden van de betonplaat over enige afstand buiten de hoofdvorm uitsteekt, zodanig dat een soortgelijke tweede betonplaateenheid in aanliggende relatie tussen beide betreffende betonplaten op een uitstekend deel van het doek kan worden geplaatst voor het door gewichtskracht onderling fixeren van de beide betonplaateenheden; van het ondervlak van welk doek ten minste twee lussen uitsteken voor het opnemen van langwerpige treksterke elementen, zoals kabels, touwen, banden, draden, of dergelijke, welke elementen zich tevens kunnen uitstrekken door de geregistreerde lussen van het doek van een soortgelijke tweede en volgende betonplaateenheid voor het koppelen van de eerste betonplaateenheid met de tweede en volgende betonplaateenheden.
Een zeer praktische en betrouwbare uitvoering, die bovendien goedkoop vervaardigd kan worden, vertoont de bijzonderheid, dat het doek een lussenweefsel is, waarin de betonplaat gehecht is door vloeibaar beton voor het vormen van een betonplaat in een mal op dat doek te storten, te laten uitharden en de aldus gevormde betonplaat uit de mal te nemen.
Als alternatief kan de betonplaateenheid de bijzonderheid vertonen, dat de betonplaat met lijm aan het doek gehecht is.
Volgens een bepaald aspect van de uitvinding vertoont de betonplaateenheid de bijzonderheid, dat de betonplaat monolithisch is.
Ook kan de betonplaateenheid de bijzonderheid vertonen, dat hij is samengesteld uit een aantal aan elkaar grenzende betonblokken.
In een andere variant vertoont de betonplaateenheid de bijzonderheid, dat de betonplaat is samengesteld uit een aantal met zodanige tussenruimten aan elkaar grenzende betonblokken, dat de betonplaat zich kan voegen naar een bolle en/of holle vorm van een ondergrond.
Volgens weer een ander aspect van de uitvinding vertoont de betonplaateenheid het kenmerk, dat van elkaar af gewende randen van de betonplaat complementaire uitsteeksels en uitsparingen vertonen, zodanig dat aan elkaar grenzende betonplaten daarmee althans enigszins onderling gefixeerd zijn. Hiermee vind, afhankelijk van de mate van strakheid van de gerealiseerde postionering, een fixatieplaats, die hoofdzakelijk werkzaam is in zijdelingse richting.
Volgons ccn verder aspect van de uitvinding vertoont de betonplaateenheid de bijzonderheid, dat elke lus bestaat uit een groep lokaal uit het doek vrij gelaten weefseldraden.
In weer een andere uitvoering vertoont de betonplaateenheid de bijzonderheid, dat elke lus door naaien met het doek verbonden is.
De voorkeur verdient een uitvoering, waarin de lussen zodanig zijn aangebracht, dat de langwerpige treksterke elementen zich evenwijdig aan de korte of de lange zijden van de betonplaat uistrekken.
Eveneens bij voorkeur vertoont de betonplaateenheid volgens de uitvinding het kenmerk, dat twee lussen of geregistreerde groepen lussen, die symmetrisch ten opzichte van de betonplaat gepositioneerd zijn.
Volgens weer een ander aspect van de uitvinding vertoont de betonplaateenheid het kenmerk, dat een lus of groep lussen zich over een afstand van meer dan de helft van de lengte van de betreffende zijden uitstrekt.
Tevens is de onderlinge dwarsafstand tussen de lussen bij voorkeur groter dan de helft van de betreffende dwarsafmeting van do betonplaat.
Verder betreft de uitvinding een werkwijze voor het met elkaar koppelen van twee betonplaateenheden volgens de hiervoor gegeven specificatie, volgens welke werkwijze men een betonplaateenheid zodanig plaatst, dat de lussen vrij toegankelijk zijn, vervolgens door de lussen langwerpige treksterke elementen heen steekt en die elementen door de corresponderende lussen van een volgende betonplaateenheid heen steekt, enzovoorts, en de betonplaten tot aanliggende relatie brengt, bijvoorbeeld door de einden van de aan één zijde uit de aldus gevormde groep betonplaatelementen uitstekende langwerpige treksterke elementen op te hijsen.
Tevens betreft de uitvinding een werkwijze voor het op een gewenste positie deponeren van een groep tegen elkaar aanliggende betonplaatelementen, welke groep is gevormd door het uitvoeren van de werkwijze volgens in de vorige alinea gegeven specificatie, waarbij men de groepen uitstekende elementen aan beide zijden van do groep betonplaatelementen ophijst, de groep betonplaatelementen eventueel naar de gewenste locatie transporteert, en vervolgens de genoemde uitstekende langwerpige treksterke elementen laat dalen.
De genoemde werkwijzen kunnen zodanig worden uitgevoerd, dat waarin men gebruik maakt van een bok.
Deze bok kan vast opgesteld zijn, maar ook kan de werkwijze de bijzonderheid vertonen, dat de bok van het verrijdbare type is.
Het zal duidelijk zijn, dat groepen betonplaateenheden zodanig worden gepositioneerd, dat de betonplaten zoveel mogelijk tegen elkaar aanliggen. Aldus kan een groep bijvoorbeeld een lengte bezitten van een geheel aantal malen 80 cm of een geheel aantal malen 120 cm, binnen de bij benadering aangegeven toleranties.
De sterkte van de langwerpige treksterke elementen moet bij gebruikmaking van de beschreven werkwijzen toereikend zijn voor het heffen van de groepen betonplaateenheden, daarbij rekening houdend met de in de meeste landen wettelijk vastgelegde veiligheidsmarges, bijvoorbeeld 2,5 x de totaal verwachte statische en dynamische belasting.
De groepen kunnen in de fabriek of in situ worden samengesteld.
De langwerpige treksterke elementen kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als kabels of touw van PP (polypropeen) met een diameter van circa 18 mm.
Het geotextiele doek kan ook uit PP bestaan en bijvoorbeeld een sterkte bezitten van 90 kN/m in beide richtingen.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. In de tekeningen tonen: figuur 1 een bovenaanzicht van een betonplaateenheid volgens de uitvinding in een eerste uitvoering; figuur 2 een vooraanzicht van de betonplaateenheid volgens figuur 1; figuur 3 een bovenaanzicht van een variant; figuur 4 een vooraanzicht van een variant volgens figuur 3; figuur 5 een bovenaanzicht van een derde uitvoering; figuur 6 een vooraanzicht van de uitvoering volgens figuur 5; figuur 7 een bovenaanzicht van een vierde uitvoering; figuur 8 een vooraanzicht van de uitvoering volgens figuur 7; figuur 9 een groep van vijf betonplaateenheden waarvan de middelste betonplaat uit betonblokken bestaat, waarbij de betonplaten zijn voorzien van doorgaande afwateringsgaten; figuur 10 een bovenaanzicht van een variant van de groep volgens figuur 9; figuur 11 een schematische dwarsdoorsnede, die toont, op welke wijze een min of meer met de groep volgens figuur 9 overeenkomende groep betonplaateenheden in een greppel of watergang kan worden gelegd; figuur 11A het detail XI van figuur 11; figuur 12 een zijaanzicht van een situatie, waarin een groep betonplaateenheden volgens de uitvinding zijn gebruikt om op een talud, een daaraan aansluitende greppel en een daaraan aansluitend vlak stuk grond te worden gedeponeerd; figuur 13 een vaste bok voor het samenstellen van een groep betonplaateenheden; figuur 14 een rijdende bok voor het samenstellen van groepen betonplaateenheden; en figuur 15 een bovenaanzicht van een deel van de bok volgens figuur 14 met een betonplaateenheid, waarin transparant de lussen en de langwerpige treksterke elementen zijn getoond.
Figuur 1 toont een eerste uitvoering 1 van een betonplaateenheid volgens de uitvinding. Deze omvat een geotextiel doek 2, waarmee een betonplaat 3 onverbrekelijk is verbonden. Daartoe is het doek uitgevoerd als lussenweefsel, waarvan de lussen zich aan de bovenzijde van het doek 2 bevinden en over een substantiële lengte uit het hoofdvlak van het doek 2 omhoog uitsteken. Na het plaatsen van een mal op het doek 2 is daarop vervolgens beton gestort, zodanig dat de met de vorm van de mal overeenkomende betonplaat 3 is verkregen. Deze betonplaat 3 vertoont aan zijn lange zijde met een lengte van ongeveer 120 cm uitsteeksels 4, die complementair zijn aan uitsparingen 5 aan de tegenover gelegen rand van de betonplaat 3. Ook de 80 cm lange, korte zijden zijn respectievelijk voorzien van de uitsteeksels 4 en de uitsparingen 5.
Zoals figuur 1 duidelijk toont, strekt het doek 2 zich aan de lange onderzijde en de korte rechterzijde (in de tekening) ongeveer tot de buitenrand van de betonplaat 3 uit. Aan de tegenover liggende zijden steekt het doek over enige afstand, bijvoorbeeld in de orde van 10 cm, buiten de betonplaat 3 uit.
Het is van belang om betonplaateenheden van hetzelfde type als de eenheid 1 exact met elkaar in register te brengen. Daartoe wordt bijvoorbeeld een identieke betonplaateenheid 1 aan de linkerzijde in figuur 1 of aan de bovenzijde zodanig aansluitend aan de betonplaateenheid 1 gepositioneerd, dat de uitsteeksels 4 en uitsparingen 5 in elkaar passen. Daarbij rust de toegevoegde betonplaateenheid op de betreffende uitstekende zone van het doek 2, waardoor een goede onderlinge positionering met beperkte verschuivingsmogelijkheden gerealiseerd is.
In transparant aanzicht zijn aan het doek 2 vastgenaaide langwerpige lussen 6, 7 getekend, die zich vanaf het ondervlak van het doek 2 naar beneden toe uitstrekken. In het bijzonder figuur 2 toont deze lussen duidelijk. De lussen 6, 7 dienen ervoor om langwerpige streksterke elementen, bijvoorbeeld PP-kabels door een lus 6 van de eenheid 1 en vervolgens door een corresponderende lus 6 van een volgende betonplaateenheid 1 heen te steken enzovoorts, totdat een groep betonplaateenheden met de gewenste lengte is gevormd.
Figuur 2 toont schematisch de lussen 8, die in de betonplaat 3 ingebed zijn.
De figuren 3 en 4 tonen een betonplaateenheid 9, In deze uitvoering zijn de lussen 8 van het lussendoek 2 lokaal achterwege gelaten, en wel op de met 13 en 14 aangeduide lokaties. Hierdoor worden effectief lussen gevormd, die enerzijds door het doek 2 en anderzijds door het ondervlak van de betonplaat 3 worden begrensd.
De figuren 5 en 6 tonen een betonplaateenheid 111 in een derde uitvoering van de uitvinding. In deze uitvoering omvat de betonplaateenheid 111 twee lagen van geotextieldoek 2, 2'1 . In zones 13, 14 zijn de lussen 8 afwezig, zodat verbindingslussen zijn gevormd.
Figuur 7 toont een betonplaateenheid 15, waarin de lange lussen 6, 7 in de uitvoering volgens de figuren 1 en 2 zijn vervangen door twee stellen korte lussen 16, 17; 18, 19. De koppeling met een naburige betonplaateenheid 15 komt tot stand door het doorsteken door respectievelijk de stellen lussen 16, 17 en 18, 19 van respectieve treksterke elementen 27, 28, waarbij deze treksterke elementen 27, 28 zich op de eerder beschreven wijze tevens uitstrekken door dezelfde of vergelijkbare lussen van een naburige betonplaateenheid. Als alternatief kan de eenheid 15 zodanig zijn uitgevoerd, dat de lussen 10, 11 zich buiten het doek uitstrekken en zodanig zijn uitgevoerd, dat de de lussen 10, 11 vormende draden deel uitmaken van het weefsel en tijdens het weefproces zijn gevormd,
Figuur 9 toont een groep van 5 betonplaateenheden, die alle van waterdoorlaatgaten 21 voorzien zijn. Zoals de figuur toont, zijn de blokken 22, 23, 24, 25, 26 met elkaar gekoppeld door middel van twee kabels 27, 28. Daartoe is gebruik gemaakt van de lussen, die aan de hand van de voorgaande figuren beschreven zijn. De platen 22, 23, 25, 26 zijn monolithisch uitgevoerd, terwijl de plaat 24 is samengesteld uit een aantal betonblokken 37, die op enige afstand van elkaar zijn geplaatst, waardoor een vergrote flexibiliteit van de groep 22-26 ontstaat, in het bijzonder in het middendeel daarvan. In dit verband wordt verwezen naar figuur 11, waarin is geLoond, op welke wijze een groep als volgens figuur 9 kan worden gebruikt.
De afstanden in langsrichting tussen de zich in dwarsrichting uitstrekkende groepen betonblokken 37 in de plaat 24 kunnen aan de onderzijde bijvoorbeeld nul bedragen en aan de bovenzijde een waarde bezitten van bijvoorbeeld enkele centimeters. Daarmee kan zowel een bolle als een holle vorm van de dragende achtergrond worden geaccommodeerd. De vorm van de beschreven ν'-vormige groef is dan bepalend voor de minimale te accommoderen kromtestraal.
Figuur 10 toont ccn groep betonplaateenheden 22-25, waarvan de opbouw overeenkomt met die van figuur 9, maar daarvan in die zin verschilt, dat de betonplaten, die gemakshalve ook zijn aangeduid met de verwijzingsgetallen 22, 23, 24, 25, 26 geen drainage- en doorgroeigaten vertonen.
Figuur 11 toont, op welke wijze door middel van een schematisch aangeduide hijskraan 29 door tussenkomst van een hijsraam 30 een groep betonplaateenheden 31 van een type, dat verwant is met dat volgens de figuren 9 en 10, in een greppel of watergang kan worden gelegd. Duidelijk is, dat in deze uitvoering de middelste betonplaat 24 een vergrote buigzaamheid bezit.
Figuur 11A toont de holle vorm van de gelegde betonplaat 24 op vergrote schaal.
Figuur 12 toont een andere toepassing van een vergelijkbare betonplaateenheid 31.
Figuur 13 toont een bok 32. Deze draagt vier draagrails 33, die een betonplaateenheid 1 dragen. Door de lussen 6, 7 zijn de kabels 27, 28 gestoken. Deze vertonen aan hun einden hijslussen 37, 38.
De bok 32 is vast opgesteld.
Figuur 14 LoonL een bok 35, die, anders dan de bok 32 volgens figuur 13, door middel van wielen 36 rijdbaar is. Deze uitvoering kan bijvoorbeeld bij het leggen van een relatief lange groep betonplaateenheden praktische voordelen bezitten.
Figuur 15 toont een gedeeltelijk bovenaanzicht van de in figuren 13 en 14 getoonde situatie, De kabels 27, 28 vertonen aan hun ene einden de hijslussen 33, 34 en zijn aan de andere einden vrij van hijslussen. Deze einden dienen immers te worden doorgestoken door de lussen 6, 7 van een volgende betonplaateenheid. In deze uitvoering is de betonplaateenheid samengesteld uit aan elkaar grenzende betonblokken. Ook kan een monolithische betonplaat een aantal streefbreukzones vertonen, waarover breuk bij overschrijding van een zekere buigspanning kan optreden, zodanig, dat de plaat wordt verdeeld in een aantal aan elkaar grenzende betonblokken.
+

Claims (16)

1. Betonplaateenheid, omvattende een betonplaat met een rechthoekige hoofdvorm, welke betonplaat afmetingen bezit van (80 ± 10)cm x (120 ± 10)cm; welke betonplaat onverbrekelijk verbonden is met een doek geotextiel, dat slechts aan twee aan elkaar grenzende zijden van de betonplaat over enige afstand buiten de hoofdvorm uitsteekt, zodanig dat een soortgelijke tweede betonplaateenheid in aanliggende relatie tussen beide betreffende betonplaten op een uitstekend deel van het doek kan worden geplaatst voor het door gewichtskracht onderling fixeren van de beide betonplaateenheden; van het ondervlak van welk doek ten minste twee lussen uitsteken voor het opnemen van langwerpige treksterke elementen, zoals kabels, touwen, banden, draden, of dergelijke, welke elementen zich tevens kunnen uitstrekken door de geregistreerde lussen van het doek van een soortgelijke tweede en volgende betonplaateenheid voor het koppelen van de eerste betonplaateenheid met de tweede en volgende betonplaateenheden.
2. Betonplaateenheid volgens conclusie 1, waarin het doek een lussenweefsel is, waaraan de betonplaat gehecht is door vloeibaar beton voor het vormen van een betonplaat in een mal op dat doek te storten, te laten uitharden en de aldus gevormde betonplaat uit de mal te nemen.
3. Betonplaateenheid volgens conclusie 1, waarin de betonplaat met lijm aan het doek gehecht is.
4. Betonplaateenheid volgens conclusie 1, waarin de betonplaat monolithisch is.
5. Betonplaateenheid volgens conclusie 1, waarin de betonplaat is samengesteld uit een aantal aan elkaar grenzende betonblokken.
6. Betonplaateenheid volgens conclusie 5, waarin de betonplaat is samengesteld uit een aantal met zodanige tussenruimten aan elkaar grenzende betonblokken, dat de betonplaat zich kan voegen naar een bolle en/of holle vorm van een ondergrond.
7. Betonplaateenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarin van elkaar af gewende randen van de betonplaat complementaire uitsteeksels en uitsparingen vertonen, zodanig dat aan elkaar grenzende betonplaten daarmee althans enigszins onderling gefixeerd zijn.
8. Betonplaateenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarin in elke lus bestaat uit een groep lokaal uit het doek vrij gelaten weefseldraden.
9. Betonplaateenheid volgens een der conclusies 1-8, waarin elke lus door naaien met het doek verbonden is.
10. Betonplaateenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarin de lussen zodanig zijn aangebracht, dat de langwerpige treksterke elementen zich evenwijdig aan de korte of de lange zijden van de betonplaat uistrekken.
11. Betonplaateenheid volgens een der voorgaande conclusies, omvattende twee lussen of geregistreerde groepen lussen, die symmetrisch ten opzichte van de betonplaat gepositioneerd zijn.
12. Betonplaateenheid volgens een der voorgaande conclusies, waarin een lus of groep lussen zich over een afstand van meer dan de helft van de lengte van de betreffende zijden uitstrekt.
13. Werkwijze voor het met elkaar koppelen van twee betonplaateenheden volgens een der voorgaande conclusies, volgens welke werkwijze men een betonplaateenheid zodanig plaatst, dat de lussen vrij toegankelijk zijn, vervolgens door de lussen langwerpige treksterke elementen heen steekt en die elementen door de corresponderende lussen van een volgende betonplaateenheid heen steekt, enzovoorts, en de betonplaten tot aanliggende relatie brengt, bijvoorbeeld door de einden van de aan één zijde uit de aldus gevormde groep betonplaatelementen uitstekende langwerpige treksterke elementen op te hijsen.
14. Werkwijze voor het op een gewenste positie deponeren van een groep tegen elkaar aanliggende betonplaatelementen, welke groep is gevormd door het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 12, waarbij men de groepen uitstekende elementen aan beide zijden van de groep betonplaatelementen ophijst, de groep betonplaatelementen eventueel naar de gewenste locatie transporteert, en vervolgens de genoemde uitstekende langwerpige treksterke elementen laat dalen.
15. Werkwijze volgens een der conclusies 13 en 14, waarin men gebruik maakt van een bok.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarin de bok van het verrijdbare type is. k k k k k
NL2002194A 2008-10-27 2008-11-11 Betonplaateenheid, werkwijze voor het tot een groep verenigen van een aantal dergelijke betonplaateenheden en werkwijze voor het op gewenste positie brengen van een groep betonplaateenheden. NL2002194C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002194A NL2002194C2 (nl) 2008-10-27 2008-11-11 Betonplaateenheid, werkwijze voor het tot een groep verenigen van een aantal dergelijke betonplaateenheden en werkwijze voor het op gewenste positie brengen van een groep betonplaateenheden.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002142 2008-10-27
NL2002142 2008-10-27
NL2002194 2008-11-11
NL2002194A NL2002194C2 (nl) 2008-10-27 2008-11-11 Betonplaateenheid, werkwijze voor het tot een groep verenigen van een aantal dergelijke betonplaateenheden en werkwijze voor het op gewenste positie brengen van een groep betonplaateenheden.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2002194A true NL2002194A (nl) 2010-04-28
NL2002194C2 NL2002194C2 (nl) 2010-11-24

Family

ID=42668657

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002194A NL2002194C2 (nl) 2008-10-27 2008-11-11 Betonplaateenheid, werkwijze voor het tot een groep verenigen van een aantal dergelijke betonplaateenheden en werkwijze voor het op gewenste positie brengen van een groep betonplaateenheden.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2002194C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1038840A (nl) * 2011-05-24 2012-11-27 Spekpannekoek B V Samenstel van een filterdoek en een groep elementen voor een bekleding.

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0021532A1 (en) * 1979-06-22 1981-01-07 Robutel B.V. Method of manufacturing a ground coating and semi-product for the same
US4417828A (en) * 1980-09-15 1983-11-29 Nicolon B.V. Erosion protection mat
WO2001088271A1 (en) * 2000-05-19 2001-11-22 Pertti Nieminen Plate arrangement

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0021532A1 (en) * 1979-06-22 1981-01-07 Robutel B.V. Method of manufacturing a ground coating and semi-product for the same
US4417828A (en) * 1980-09-15 1983-11-29 Nicolon B.V. Erosion protection mat
WO2001088271A1 (en) * 2000-05-19 2001-11-22 Pertti Nieminen Plate arrangement

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1038840A (nl) * 2011-05-24 2012-11-27 Spekpannekoek B V Samenstel van een filterdoek en een groep elementen voor een bekleding.

Also Published As

Publication number Publication date
NL2002194C2 (nl) 2010-11-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN103114669B (zh) 一种带肋钢筋桁架混凝土叠合板及其施工方法
CN107476482B (zh) 一种带冷弯薄壁型钢肋的预制底板、叠合板及其制作方法
US8539726B2 (en) Expansion joint system of concrete slab arrangement
CA2712305A1 (en) Expansion joint system of concrete slab arrangement
CN106337361A (zh) 一种分离式frp‑混凝土‑钢组合梁桥结构及施工方法
KR101104298B1 (ko) 횡방향 긴장없이 중공박스체로 제작되는 측면빔과 슬래브를 일체화시켜 시공되는 하로교 시공방법
NL2002194C2 (nl) Betonplaateenheid, werkwijze voor het tot een groep verenigen van een aantal dergelijke betonplaateenheden en werkwijze voor het op gewenste positie brengen van een groep betonplaateenheden.
CN112252560A (zh) 一种建筑用新型叠合楼板及其施工方法
CN102900191A (zh) 搭接筋式预应力双向叠合板及施工方法
HRP20110500T1 (hr) Pločasti element s ojačanjem
CN101200927A (zh) 一种叠合板
KR101341147B1 (ko) 도로-교량간 포장 일체화 구조체 및 그 시공방법
CN110184873A (zh) 彩色沥青施工方法
CN101220620A (zh) 一种叠合板
CN101200934A (zh) 一种叠合板
CN211472170U (zh) 预制装配式uhpc人行道板
CN216276379U (zh) 一种钢筋桁架预应力混凝土叠合板
CN218175849U (zh) 一种基坑坡面装配式防护面板
CN213740390U (zh) 一种市政工程道路铺设结构
CN101200928B (zh) 一种叠合板
CN217630835U (zh) 预安装的多功能重型支承桁架
CN215210457U (zh) 一种非预应力空心板梁
CN218969922U (zh) 一种水闸基础的加固结构
CN101200929A (zh) 一种叠合板
SK472021A3 (sk) Modulový panelový systém a prefabrikovaný panel

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20201201