NL2002162C - Knoflookpers. - Google Patents

Description

KNOFLOOKPERS

De uitvinding heeft betrekking op inrichting voor het uitpersen en/of snijden van verse kruiden of specerijen, zoals knoflook, waarin de inrichting een behuizing 5 omvat, die is voorzien van een holle ruimte voor het opnemen van de verse kruiden of specerijen, zoals knoflookteentjes, en van snijmiddelen, die aangrenzend aan de ruimte zijn aangebracht, waarin de inrichting verder is voorzien van een duworgaan, dat beweegbaar in de behuizing is aangebracht en dat is ingericht om de kruiden of specerijen door de snijmiddelen te duwen.

10 Een dergelijke inrichting is in de praktijk bekend onder de naam knoflookpers.

Bekend zijn bijvoorbeeld een knoflookpers met een knijpbediening. De bekende knoflookpers dient in de hand te worden genomen en samen te worden geknepen. Daarbij is een aanzienlijke kracht vereist.

Tevens is een versie bekend met een rotatiebeweging. Verwezen wordt naar 15 de Amerikaanse octrooien US5947016 en US6401605.

De bekende inrichtingen in de bovengenoemde Amerikaanse octrooien zijn aangeduid als knoflooksnijder. Het snijden vindt plaats door rotatie van een behuizingsdeel ten opzicht van de behuizing, waarbij het behuizingsdeel is voorzien van een duworgaan, dat de knoflookteentjes door een snijraster duwt. De bekende 20 inrichtingen hebben als nadeel dat deze veel onderdelen omvatten, waardoor de productie complex en relatief duur is.

De uitvinding heeft tot doel om een inrichting van de aan het begin genoemde soort te verschaffen, die de bovengenoemde nadelen opheft. De inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat het duworgaan beweegbaar is door 25 uitoefening van een slag- of duwbeweging van een gebruiker op de inrichting.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens de uitvinding een behuizingsdeel, waarop het duworgaan is aangebracht, en is de holle ruimte ingericht voor geleiding van het behuizingsdeel.

Bij de inrichting volgens de uitvinding is de bediening heel licht: een lichte 30 slag- of duwbeweging volstaat. De inrichting volgens de uitvinding is daarmee geschikt voor gebruik door alle gebruikers, zowel jonge als oude mensen. Door keuze voor een slag- of duwbeweging is de inrichting volgens de uitvinding bovendien uit weinig onderdelen samen te stellen, waardoor de productie eenvoudig en relatief goedkoop is.

35 In een praktische uitvoeringsvorm is het behuizingsdeel voorzien van een aanslagoppervlak. Door het aanslagoppervlak te integreren in het behuizingsdeel zijn 2 aanvullende bedieningsmiddelen overbodig hetgeen verder bijdraagt aan een eenvoudige en goedkope productie.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het behuizingsdeel losneembaar in de behuizing opgenomen, waardoor de inrichting volgens de uitvinding eenvoudig 5 te reinigen is.

Bijvoorkeur omvatten de snijmiddelen een mesraster en is het duworgaan voorzien van pennen, die zijn ingericht voor samenwerking met de gaten in het mesraster.

In een hygiënische voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de 10 uitvinding voorzien van middelen voor het reinigen van de pennen van het duworgaan. Bijvoorkeur omvatten de reinigingsmiddelen een reinigingsraster, dat beweegbaar om de pennen is aangebracht. De bediening van het raster kan zowel handmatig als automatisch zijn uitgevoerd.

De uitvinding zal nu in meer detail worden beschreven onder verwijzing naar 15 de volgend figuren.

Figuur 1 toont een schematisch zijaanzicht van een knoflookpers volgens de uitvinding;

Figuur 2 toont de knoflookpers volgens figuur 1 in doorsnede; 20 Figuur 3 toont de knoflookpers volgens figuur 1 in doorsnede in explosieaanzicht;

Figuur 4A toont een detail uit figuur 2;

Figuur 4B toont het detail uit figuur 4A in een tweede stand;

Figuur 5 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de knoflookpers in 25 doorsnede;

Figuur 6 toont het aanzicht van figuur 5 in explosieaanzicht;

Figuur 7A toont een detail uit figuur 5;

Figuur 7B toont het detail uit figuur 7A in een tweede stand.

In de figuren zijn gelijke onderdelen voorzien van gelijke verwijzingscijfers.

30

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van het uiterlijk van een inrichting 1 voor het uitpersen en/of snijden van verse kruiden of specerijen. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvormen is de inrichting 1 uitgevoerd als knoflookpers.

Figuur 2 toont een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van knoflookpers 1 in 35 doorsnede aanzicht. Figuur 3 toont de knoflookpers 1 in doorsnede in explosieaanzicht. Knoflookpers 1 omvat een behuizing 2, die is voorzien van een holle ruimte 3 voor het opnemen van de knoflookteentjes. De holle ruimte 3 strekt 3 zich uit in langsrichting van de behuizing 2. Aan de onderzijde van holle ruimte 3 is de behuizing 2 voorzien van snijmiddelen in de vorm van een mesraster 4.

Knoflookpers 1 omvat verder een behuizingsdeel 5 dat losneembaar in de behuizing 2 is opgenomen. Behuizingsdeel 5 is voorzien van een duworgaan 6, dat 5 zich in axiale/langsrichting van het behuizingsdeel uitstrekt. Aan het einde van het duworgaan bevinden zich pennen 16, die zijn ingericht voor samenwerking met het mesraster 4, dat daartoe is voorzien van gaten 14.

Het behuizingsdeel 5 is aan het tegenoverliggende uiteinde voorzien van een aanslagoppervlak 7.

10 Behuizingsdeel 5 is in axiale richting geleidbaar opgenomen in behuizing 2.

Deze geleiding kan op verschillende manieren worden bewerkstelligd. In de getoonde uitvoeringsvorm is het duworgaan 6 vormsluitend opgenomen in de holle ruimte 3. Door de keuze van geschikt kunststofmateriaal zijn geen extra maatregelen nodig om de geleiding te bewerkstelligen.

15 Knoflookpers 1 is eenvoudig in het gebruik. De knoflookteentjes dienen in de holle ruimte 3 te worden geplaatst boven op het mesraster 4. Vervolgens wordt het duworgaan 5 in de holle ruimte 3 geplaatst. De pennen 16 rusten daarbij op de knoflookteentjes. De bediening vindt plaats door een lichte slag- of duwbeweging op oppervlak 7 uit te voeren. Ten gevolge daarvan duwen de pennen 16 de 20 knoflookteentjes door de gaten 14 van het mesraster 4. De resulterende gesneden knoflookreepjes kunnen worden opgevangen in het reservoir 8. Reservoir 8 heeft een opstaande rand en zodanige afmetingen dat de behuizing 2 binnen de opstaande rand kan worden geplaatst. De behuizing 2 is daartoe aan de onderzijde voorzien van een staoppervlak 12. Vanzelfsprekend kan de knoflookpers 1 ook op een andere 25 ondergrond worden geplaatst, zoals een snijplank te plaatsen. De lengte van de pennen is 16 is zo gekozen dat de gesneden knoflookreepjes vervolgens geplet en uitgeperst worden tussen de pennen 16 en de ondergrond, te weten de bodem van het reservoir 8 of de snijplank. Dankzij deze verdere verkleining kan een optimale verdeling van de knoflook in het gerecht worden bereikt. Door gebruik van het 30 reservoir kan ook het uitgeperste sap van de knoflookteentjes in het gerecht worden verwerkt. Als alternatief kan knoflookpers 1 ook zonder reservoir of snijplank worden gebruikt, bijvoorbeeld door de knoflookpers boven een pan te houden.

Knoflookpers 1 is verder voorzien van middelen voor het reinigen van het duworgaan. De reinigingsmiddelen omvatten een reinigingsraster26, dat 35 beweegbaar om de pennen 16 is aangebracht. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is het reinigingsraster 26 vormsluitend om het uiteinde van het duworgaan aangebracht en in langsrichting van het duworgaan 6 verschuifbaar. Dit is geïllustreerd aan de hand van Figuren 4A en 4B. In Figuur 4A is het 4 reinigingsraster 26 getoond in de bovenste stand. Dit is de gebruiksstand van de knoflookpers 1, waarin de knoflookteentjes kunnen worden uitgeperst. Figuur 4B toont het reinigingsraster 26 in de onderste stand, dit is de reinigingsstand, waarin het reinigingsraster 26 langs de pennen 16 is geschoven en deze zijn gereinigd na 5 gebruik. De beweging tussen de gebruiksstand en de reinigingsstand vindt plaats door het reinigingsraster in axiale richting van het duworgaan 6 te verschuiven. In de eerste voorkeursuitvoeringsvorm vindt de reiniging handmatig plaats.

Figuren 5 tot en met 7B hebben betrekking op een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm 10. De alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm komt in 10 grote lijnen overeen met de hierboven beschreven eerste voorkeursuitvoeringsvorm. De overeenkomstige onderdelen zijn aangeduid met overeenkomstige verwijzingscijfers.

De alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm onderscheidt zich van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm door de wijze van het bedienen van het reinigingsraster 15 26. In de bovenbeschreven eerste voorkeursuitvoeringsvorm vindt die bediening handmatig plaats, terwijl de alternatieve tweede voorkeursuitvoeringsvorm een automatische bediening van het reinigingsraster heeft. Het behuizingsdeel 50 en het duworgaan 60 zijn daartoe anders uitgevoerd.

Het duworgaan 60 is daartoe voorzien van een veer 46, die het 20 reinigingsraster 26 voorspant in de reinigingsstand, zoals getoond in Figuur 7B. Tijdens gebruik zullen de pennen 16 door de gaten 14 van het mesraster 4 worden bewogen, ten gevolge waarvan het reinigingsraster 26 in de gebruiksstand wordt gedwongen, zoals getoond in Figuur 7A. Onmiddellijk nadat het duworgaan 60 uit het mesraster 4 wordt verwijderd, dwingt de veer 46 het reinigingsraster 26 weer in de 25 reinigingsstand. In deze alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm wordt op elegante wijze een automatische reiniging bewerkstelligd.

De uitvinding is uitdrukkelijk niet beperkt tot de voorkeursuitvoeringsvormen, die hierboven zijn beschreven in Figuur 1 tot en met 7B, maar strekt zich uit tot alle uitvoeringsvormen die vallen onder de bescherming van de bijgevoegde conclusies. 30

Claims (10)

1. Inrichting voor het uitpersen en/of snijden van verse kruiden of specerijen, zoals knoflook, waarin de inrichting een behuizing omvat, die is voorzien 5 van een holle ruimte voor het opnemen van de verse kruiden of specerijen, zoals knoflookteentjes, en van snijmiddelen, die aangrenzend aan de ruimte zijn aangebracht, waarin de inrichting verder is voorzien van een duworgaan, dat beweegbaar in de behuizing is aangebracht en dat is ingericht om de kruiden of specerijen door de snijmiddelen te duwen, met het kenmerk, dat het duworgaan 10 beweegbaar is door uitoefening van een slag- of duwbeweging van een gebruiker op de inrichting.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de inrichting een behuizingsdeel omvat, waarop het duworgaan is aangebracht, en waarin de holle ruimte is ingericht 15 voor geleiding van het behuizingsdeel.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin het behuizingsdeel is voorzien van een aanslagoppervlak.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin het behuizingsdeel losneembaar in de behuizing is opgenomen.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de snijmiddelen een mesraster omvatten. 25

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarin het duworgaan is voorzien van pennen, die zijn ingericht voor samenwerking met de gaten in het mesraster.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarin de inrichting is voorzien van 30 middelen voor het reinigen van de pennen van het duworgaan.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarin de reinigingsmiddelen een reinigingsraster omvatten, dat beweegbaar om de pennen is aangebracht.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarin het reinigingsraster handmatig beweegbaar is.

10. Inrichting volgens conclusie 8, waarin het reinigingsraster door de 5 slag- of duwbeweging beweegbaar is.