NL2001849C2 - Werkwijze voor het op een bouwtrommel aanbrengen van een breaker van een groene band. - Google Patents

Description

Nr. NLP183719A

Werkwi j ze voor het op een bouwtrommel aanbrengen van een breaker van een groene band

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het op een bouwtrommel aanbrengen van een breaker van een groene band.

Uit onder meer WO 2004/056558 is een werkwijze 5 bekend voor het op een afvoertransporteur produceren van breakers waarbij elke breaker opgebouwd wordt uit meerdere strips. Voor het vervolgens op een bouwtrommel aanbrengen van de breaker worden aanvullende transporteurs gebruikt.

10 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft tot doel een werkwijze voor het op een bouwtrommel aanbrengen van een breaker van een groene band te verschaffen die relatief eenvoudiger en die 15 met gebruik van minder machineonderdelen uitgeveerd kan worden.

De uitvinding voorziet daartoe in een werkwijze voor het op een bouwtrommel aanbrengen van een breaker van een groene band, welke werkwijze de stappen omvat van: 20 het door een productie-inrichting produceren van een strip uit een strook flexibel materiaal, in het bijzonder ongevulcaniseerd rubber, meer in het bijzonder ongevul-caniseerd rubber voorzien van versterkingskoorden, waarbij 2 de productie-inrichting omvat een inrichting voor het opnemen, verplaatsen en plaatsen van een strip of strook flexibel materiaal voorzien van een frame; van een transportband welke over ten minste een eerste en twee rol loopt, en van 5 een vasthoudeenheid voorzien van vasthoudmiddelen voor het op de transportband vasthouden van de strip of strook, waarbij het frame voorzien is van de eerste rol, de vasthoudeenheid verplaatsbaar op het frame gemonteerd is en voorzien is van de tweede rol, en de inrichting verder voorzien 10 is van spanmiddelen om de transportband tijdens het verplaatsen van de vasthoudeenheid op spanning te houden het door een snij inrichting langs een snijlijn afsnijden van een strip van een eind van de strook, het door een aanvoerinrichting in een aanvoerrich-15 ting aanvoeren van de strook naar de snij inrichting, waarbij de inrichting stroomafwaarts van de snij-inrichting opgesteld is voor het stroomopwaarts voorbij de snij inrichting reiken en het van de aanvoerinrichting opnemen van de strook bij zijn uiteinde, het vervolgens voorbij 20 de snij inrichting voeren van het uiteinde van de strook ten behoeve van het afsnijden van een strip van een eind van de strook, en het gecentreerd op een afvoerinrichting plaatsen van de door de snij inrichting van het uiteinde de strook afgesneden strip, 25 het door de afvoerinrichting in een afvoerrichting over een indexafstand afvoeren van de door de snij inrichting afgesneden strip, waarbij de breaker wordt opgebouwd door een aantal afgesneden strips achter elkaar op de afvoerinrichting te 30 plaatsen, en het in een aanbrengrichting direct door de afvoerinrichting op een bouwtrommel aanbrengen van de breaker. Doordat de strips gecentreerd op de afvoerinrichting geplaatst worden, is het mogelijk gebleken dat de breaker 35 direct door de afvoerinrichting, dat wil zeggen zonder aanvullende transporteurs, op de trommel aangebracht kan worden. Hierdoor kan de werkwijze op relatief eenvoudige 3 manier, zonder aanvullende transporteurs uitgevoerd worden.

In een uitvoeringsvorm van deze werkwijze wordt voor de inrichting een inrichting gekozen met een plaat-singseenheid een voorzien van een transportband met een 5 transportdeel met een lengteas parallel aan de aanvoerrich-ting en met een invoer zij de die verplaatsbaar is van de aanvoerinrichting naar de afvoerinrichting. Een dergelijke inrichting kan zelfs tussen een onder- en bovenmes van een snij inrichting door bewegen zonder de werking daarvan te 10 verstoren of te vertragen.

In een uitvoeringsvorm van de werkwi j ze is de vasthoudeenheid verplaatsbaar parallel aan de transportband.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt een vasthoudeenheid gebruikt met een naar de snij inrichting 15 gericht uiteinde welke voorzien is van de tweede rol, waarbij de vasthoudeenheid verplaatsbaar is van een eerste positie met de tweede rol stroomopwaarts ten opzichte van de snij-inrichting naar een tweede positie met de tweede rol stroomafwaarts voorbij de snij inrichting.

20 In een uitvoeringsvorm van deze werkwijze wordt een aanvoerinrichting gebruikt die is voorzien van een aanvoervlak waarop een strook aangevoerd kan worden, bij voorkeur omvat de aanvoerinrichting een aanvoertransport-band, en is de tweede rol in de eerste positie boven het 25 aanvoervlak geplaatst, bij voorkeur juist boven het aanvoervlak, voor het daarvan afnemen van een strook of strip.

In een uitvoeringsvorm van deze werkwijze is de aanvoereenheid in lijn verplaatsbaar ten opzichte van de aanvoerinrichting.

30 In een uitvoeringsvorm van deze werkwijze wordt een afvoerinrichting gebruikt die is voorzien van een af-voervlak waarop een strook of een daarvan gefabriceerde component afgevoerd kan worden, bij voorkeur omvat de afvoerinrichting een afvoertransportband, en is de tweede rol 35 in de tweede positie boven het afvoervlak plaatsbaar, bij voorkeur juist boven het afvoervlak voor het daarop afgeven van een strook of strip.

4

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de eerste rol in lijn opgesteld ten opzichte van de tweede rol waarbij een denkbeeldige raaklijn die de eerste en tweede rol raakt in hoofdzaak parallel is aan het aanvoervlak.

5 In een uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de eerste rol in lijn opgesteld ten opzichte van de tweede rol waarbij een denkbeeldige raaklijn die de eerste en tweede rol raakt in hoofdzaak parallel is aan het afvoervlak.

In een uitvoeringsvorm van deze werkwijze wordt de 10 eerste rol stroomafwaarts voorbij de tweede positie opgesteld.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de aanvoerinrichting ten opzichte van de afvoerinrichting opgesteld zodat de aanvoerrichting onder een hoek is ten 15 opzichte van de afvoerrichting.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij de spanmiddelen een derde verdere rol omvatten.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de 20 uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij de spanmiddelen een vierde verdere rol omvatten.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij de derde verdere rol op de vasthoudeenheid gemonteerd is.

25 In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij de vierde verdere rol op het frame gemonteerd is.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding waarin derde en vierde rollen worden gebruikt 30 wordt een inrichting gebruikt waarbij de derde verdere rol op de vasthoudeenheid gemonteerd is en de vierde verdere rol op het frame gemonteerd is, waarbij de rollen onderling gepositioneerd zijn om tijdens het verplaatsen van de vasthoudeenheid de transportband op spanning te houden. Door 35 toepassing van de rollen is een spanmiddel op zeer eenvoudige wijze te realiseren. Bovendien maakt dat het mogelijk, zoals verderop uitgelegd, om de in beweging te brengen massa 5 nog verder te reduceren.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij de vasthou-deenheid verplaatsbaar is van een eerste positie naar een 5 tweede positie.

In een uitvoeringsvorm van die werkwijze wordt de vasthoudeenheid parallel aan ten minste een deel van een verplaatsingstraject van de strip verplaatst.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de 10 uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij de vasthoudeenheid verplaatsbaar is langs een lineair verplaatsingstraject, bij voorkeur een horizontaal verplaatsingstraject. Hierdoor is, zoals verderop in deze beschrijving nog nader uiteengezet, het mogelijk om voorbij een snijinrich-15 ting te reiken om een strook op te nemen en de strook voorbij de snij inrichting te verplaatsen.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij de vast-houdmiddelen binnen de transportband opgesteld zijn, en 20 omvatten ze bij voorkeur magneten of middelen voor het opwekken van een onderdruk. Middels een luchtpomp kan een onderdruk worden opgewekt. Door bijvoorbeeld gaten in een transportband aan te brengen en aan één zijde via de onderdruk pomp lucht via die gaten af te zuigen kan een strook op 25 de transportband vastgezogen worden. Wanneer de strook voorzien is van ijzeren of stalen versterkingskoorden kan de strook middels magneten, hetzij permanente magneten of elektromagneten, die als bijkomend voordeel hebben dat ze in- en uitschakeibaar zijn, op de transportband vastgehouden 30 worden. Zelfs, zoals bij een voorkeursuitvoeringsvorm, onder een transportband.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij deze verder een aandrijfinrichting omvat voor het aandrijven van de 35 transportband.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij de aan- 6 drijfinrichting voor de transportband verbonden is met het frame, in het bijzonder stationair verbonden met het frame. Hierdoor is een hogere productiesnelheid mogelijk.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de 5 uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij deze verder een aandrijfinrichting omvat voor het verplaatsen van de vasthoudeenheid.

In een uitvoeringsvorm van die werkwijze wordt de aandrijfinrichting voor de vasthoudeenheid verbonden met het 10 frame, in het bijzonder stationair verbonden met het frame. Hierdoor is een hogere productiesnelheid mogelijk.

In een uitvoeringsvorm van de werkwij ze waarbij de derde rol wordt gebruikt, worden de tweede en derde rol op de vasthoudeenheid gemonteerd ten opzichte van elkaar zoda-15 nig dat een eerste raaklijn die raakt aan beide rollen parallel is aan een verplaatsingstraject van de vasthoudeenheid. Hierdoor blijft op eenvoudige wijze de transportband bij verplaatsing van de vasthoudeenheid op spanning.

In een uitvoeringsvorm van die werkwijze waarbij 20 de derde en vierde rol worden gebruikt, worden de derde en vierde rol gemonteerd ten opzichte van elkaar zodanig dat een tweede raaklijn die raakt aan beide rollen parallel is aan de eerste raaklijn. Hierdoor zal bij verplaatsing van de vasthoudeenheid de transportband op spanning blijven. Boven-25 dien kan de transportband bij verplaatsing van de vasthoudeenheid rotatievast ten opzichte van het frame blijven.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij de transportband een tandriem is. Hierdoor is de verplaatsing in-30 stelbaar en waarneembaar.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij de inrichting ingericht is voor het verplaatsen van de strip in hoofdzaak langs een langsas van de strip. Hierdoor is het 35 mogelijk vervorming van de stroken te voorkomen. In het bijzonder bij stroken voorzien van versterkingskoorden in de langsrichting is dat voordelig.

7

In een uitvoeringsvorm van de werkwij ze volgens de uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij de transportband boven de strip opgesteld is. De strip wordt door de vasthoudeenheid aan de onderzijde van de transportband 5 vastgehouden.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een inrichting gebruikt waarbij de vasthoudeenheid en de aandrijfinrichting voor het aandrijven van de transportband operationeel verbonden zijn met een bestu-10 ringseenheid voor het in onderlinge samenwerking van de verplaatsing van de vasthoudeenheid en de transportband langs een verplaatsingstraject verplaatsen van de strip. Door de samenwerking van de vasthoudeenheid en de transportband is een snelheidswinst mogelijk.

15 In een uitvoeringsvorm van die werkwijze worden verder plaatsopnemers of plaatssensoren gebruikt, operationeel verbonden met de besturingseenheid, voor het opnemen van de positie van de strip. De plaatsopnemers of andere sensoren leveren meetgegevens aan de besturingseenheid 20 enerzijds voor procescontroledoeleinden, anderzijds voor eventuele bijstelling. In het bijzonder bij bandenbouwmachi-nes kan de gevolgschade zeer groot zijn, en wordt natrekbaarheid van productiegegevens steeds belangrijker.

In een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens 25 de uitvinding wordt een snij inrichting gebruikt met een ondermes en een bovenmes, waarbij de werkwijze de stap bevat van het reiken van de inrichting voor het opnemen en plaatsen tussen het ondermes en het bovenmes door om de strook van de aanvoerinrichting op te nemen en de stap van het 30 voorbij de messen terugvoeren van de opgenomen strook, waarbij het bovenmes in de aanvoerrichting gezien gelegen is tussen het ondermes en de aanvoerinrichting. Bij voorkeur wordt de breaker vanaf de onderzijde op de bouwtrommel aangebracht. Door deze maatregelen toe te passen is het 35 mogelijk dat de aanbrengrichting identiek is aan de afvoer-richting. Hierdoor is het mogelijk tijdens het opbouwen van de breaker de afvoerinrichting in aanbrengrichting te bewe- 8 gen waardoor de cyclustijd wordt verkort.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

5 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting, samenstel en werkwijze volgens de uitvinding. Daarin worden verdere voordelen uiteengezet. Hierin wordt getoond in:

Figuur 1 een vooraanzicht van een voorbeeld van 10 een samenstel waarmee de werkwijze volgens de uitvinding uitvoerbaar is; figuur 1B het samenstel van figuur 1 in bovenaanzicht; figuur 2 het vooraanzicht van figuur 1 tijdens een 15 eerste bewerkingsstap van de werkwijze; figuur 3 het vooraanzicht van figuur 1 tijdens een verdere bewerkingsstap; figuur 4 het vooraanzicht van figuur 1 bij een volgende bewerkingsstap; en 20 figuur 5 het vooraanzicht van figuur 1 in een volgende bewerkingsstap.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

25 In figuur 1 is een vooraanzicht aangegeven van een voorbeeld van een samenstel waarmee de werkwijze volgens de uitvinding uitvoerbaar is. Het samenstel is voorzien van een inrichting 1 voor het opnemen, verplaatsen en plaatsen van een strip of strook flexibel materiaal (hierna plaatsingsin-30 richting genoemd), een aanvoerband 2, welke hier voorzien is van vasthoudmiddelen 4 zoals magnetische of vacuümopwekkende middelen, met daarop een strook rubbermateriaal 3. De strook is hier een doorlopende strook voorzien van parallelle versterkingskoorden in de langsrichting van de strook. De 35 strook is hier verkregen uit een extruder.

Het samenstel is verder voorzien van een snij-inrichting, hier omvattende een bovenmes 6 en een ondermes 9 5. De snij-inrichting is opgesteld aan de uitvoerzijde 16 van de aanvoertransportband 2. Stroomafwaarts ten opzichte van de aanvoertransportband 2 en op een vrij kiesbare afstand van de messen 5, 6 is een afvoertransportinrichting 5 10, hier uitgevoerd als een conveyor, bij voorkeur een zogenaamde tandriem of "timing belt" conveyor, opgesteld. Deze conveyor 10 is opgesteld met zijn transportrichting het papier uitwijzend in de richting V. Doordat de afstand tussen de conveyor 10 en de messen 5, 6 vrij kiesbaar is, 10 ontstaat er een voordelige constructievrijheid. Hierbij is ook een plaatsing van de messen 5, 6 zo dicht als mogelijk bij de conveyor 10 mogelijk.

De plaatsingsinrichting 1 is voorzien van een transportband 7, welke over rollen 11, 12, 13 en 14 loopt. 15 De plaatsingsinrichting is voorzien van een frame 15, waarop de rollen 11 en 12 vast ten opzichte van elkaar gemonteerd zijn. De plaatsingsinrichting is verder voorzien van een plaatsingseenheid 8, welke ten opzichte van het frame 15 stroomopwaarts en stroomafwaarts heen en weer, hier van 20 links naar rechts en vise versa, beweegbaar is. De rol 14 van de transportband en de rol 13 zijn vast ten opzichte van elkaar gemonteerd op de beweegbare of verplaatsbare plaatsingseenheid 8. De opstelling van de rollen en de onderlinge beweging van het frame 15 en de plaatsingseenheid 8 zijn 25 zodanig dat bij verplaatsing van de plaatsingseenheid 8 ten opzichte van het frame 15 de transportband op spanning blij ft.

De plaatsingseenheid 8 is verder voorzien van houdmiddelen 9 die zich tot bij de transportband 7 uitstrek-30 ken. Deze houdmiddelen kunnen bijvoorbeeld een in- en uit schakelbare elektromagneet zijn, of middelen voor het creëren van een onderdruk.

Figuur 1B toont de inrichting van figuur 1 in bovenaanzicht. Hierbij is goed zichtbaar dat de transport-35 band 7 en de strook 3 in lijn zijn. Op de transportband 10 wordt hier een breaker 20 (hierna ook wel gordellaag genoemd) opgebouwd door van de strook 3 afgesneden strips 10 naast elkaar te leggen. Het aanleggen van dergelijke strips is onder meer beschreven in eerdergenoemde PCT/NL03/00926 van deze aanvraagster. Er ontstaat daardoor een parallello-gram-vormige gordellaag voorzien van versterkingskoorden 5 onder een koordhoek. Tevens is in het bovenaanzicht van Figuur 1B duidelijk te zien dat de afgesneden strips gecentreerd op de transportband 10 zijn geplaatst. Verder is aangegeven dat de transportband 10 de breaker 20 in een aanbrengrichting (V) naar een bouwtrommel 21 transporteert. 10 Bij voorkeur wordt de breaker 20 vanaf de onderzijde op de bouwtrommel 21 aangebracht.

In figuur 2 is de eerste stap in de bewerkingscy-clus voor het produceren van een stripmateriaal weergegeven. Middels de aanvoerconveyor 2 is een strook materiaal 3 15 aangevoerd tot bij de snij-inrichting 5, 6. Het bovenmes 6 is in de richting aangegeven met pijl B naar boven bewogen om doorgang te verlenen aan de plaatsingseenheid 8, waarbij, doordat de aandrukrol 13 en rol 14 zich op onderlinge vaste afstand op de plaatsingseenheid 8 bevinden, de transportband 20 7 zich tot voorbij de messen uitstrekt tot bij het rubberma-teriaal 3. Aan het begin van de beweging van de plaatsingseenheid 8 is het totale frame 15 een weinig naar boven, aangegeven met de pijl A, bewogen. Aan het einde van deze stap in de bewerking bevindt de plaatsingseenheid met de 25 conveyor belt 7 zich voorbij de snij-inrichting en boven de aanvoerinrichting 2 en boven de strook rubbermateriaal 3.

In de figuur maakt het bovenmes 6 ten opzichte van het ondermes 5 een slag die groot genoeg is om de gehele plaatsingseenheid 8 te laten passeren. De slag kan door de 30 gekozen dimensionering zelfs zo klein gekozen worden dat rol 14 net doorgelaten kan worden. Hierdoor is een kleinere slag en daardoor een nog grotere snelheid mogelijk.

Figuur 3 toont de volgende stap in de bewerkings-cyclus. De aanvoerinrichting 2 is in werking gesteld middels 35 een servomotor (niet weergegeven) en transporteert de strook rubbermateriaal 3 in de aanvoerrichting aangegeven met pijl D. Tevens is een servomotor voorzien voor het aandrijven van 11 de rollen, hier een servomotor die rol 12 van de transportband 7 aandrijft, in werking gesteld. Door een rol die aan het frame bevestigd is aan te drijven, is het mogelijk de transportband 7 aan te drijven terwijl de aandrijving zelf 5 niet verplaatst hoeft te worden.

De houdmiddelen 9 van de plaatsingseenheid 8 zijn in werking gesteld zodat het rubbermateriaal eveneens aan de transportband 7 vastgehouden wordt en door het activeren van de transportband 7 wordt het rubbermateriaal 3, dat tegen de 10 transportband 7 vastgehouden wordt, in de richting E getransporteerd. Het rubbermateriaal 3 wordt nu dus door zowel de transportband 7 van de plaatsingsinrichting als de aan-voerinrichting 2 in samenwerking getransporteerd. Tegelijkertijd begint een lengtemeting van het materiaal dat voor-15 bij de messen getransporteerd is, bijvoorbeeld op de wijze zoals beschreven is o.a. in EP-B1-649.730 van de huidige aanvrager.

In figuur 4 is de volgende stap in het proces van het produceren van een strip materiaal weergegeven. In deze 20 stap loopt de transportband 7 nog steeds in de richting E, waardoor het rubbermateriaal 3 zich verplaatst en loopt de aanvoerinrichting 2 nog steeds waardoor het rubber materiaal zich verplaatst in richting D. Het rubber materiaal 3 wordt dus onder meer door samenwerking van de loop van de trans-25 portband 7 van de verplaatsingsinrichting met de aanvoerinrichting 2 verplaatst. Aangezien het materiaal 3 op zowel de aanvoertransportband 2 als de transportband 7 van de plaatsingsinrichting 1 vastgehouden wordt middels de houdmiddelen 4 en 9 zal het materiaal 3 op zeer zekere wijze verplaatst 30 worden. In de figuur is verder aangegeven dat tevens de plaatsingseenheid 8 in de richting C' beweegt.

In figuur 5 is de stap van het snijden van het materiaal 3 weergegeven. De plaatsingseenheid 8 is nu stroomafwaarts voorbij de messen 5 en 6. Het bovenmes 6 35 beweegt in de richting aangegeven met pijl B' en snijdt daardoor een strip 3' van het uiteinde van de strook rubbermateriaal 3 af. Doordat nog steeds de houdmiddelen 4 en 9 12 geactiveerd zijn, liggen zowel het uiteinde van de strook 3 als de strip 3' goed gepositioneerd en kan tijdens het snijden niet verplaatsen. Strook 3 is volgens een ingegeven lengte voorbij de snij inrichting gevoerd. De plaatsingsin-5 richting beweegt neerwaarts in de richting A' om de strook op de transportband 10 te plaatsen. Daarna wordt de strook afgesneden en beweegt frame 15 opwaarts. De afgesneden strip 3' wordt daarna door de plaatsingseenheid 8 verder gevoerd tot op de gecentreerde positie op de band van de afvoercon-10 veyor 10, zoals is weergegeven in Figuur 1B.

Wanneer de afgesneden strip 3' op de gecentreerde positie op transportband 10 aangekomen is, zal het houdmid-del 9 uitgeschakeld worden (bijvoorbeeld electromagneten worden uitgeschakeld). Tegelijkertijd worden de houdmiddelen 15 van de transportband 10 ingeschakeld, waardoor de strip 3' vastgehouden wordt op de transportband 10.

Daarna wordt de afvoerconveyor 10 geactiveerd om een verplaatsing in de afvoerrichting V over een zogenaamde indexafstand uit te voeren ofwel zodanig dat de volgende 20 strip aangelegd kan worden. Wanneer de gehele breaker opgebouwd is, wordt deze in dezelfde afvoerrichting V afgevoerd in de richting naar de bouwtrommel 21 (zie Figuur 1B).

Volgens de uitvinding wordt dus voorzien in een werkwi j ze voor het op een bouwtrommel aanbrengen van een 25 breaker van een groene band, welke werkwijze de stappen omvat van: het door een productie-inrichting produceren van een strip uit een strook flexibel materiaal, in het bijzonder ongevulcaniseerd rubber, meer in het bijzonder ongevul-30 caniseerd rubber voorzien van versterkingskoorden, waarbij de productie-inrichting omvat een inrichting voor het opnemen, verplaatsen en plaatsen van een strip of strook flexibel materiaal voorzien van een frame; van een transportband welke over ten minste een eerste en twee rol loopt, en van 35 een vasthoudeenheid voorzien van vasthoudmiddelen voor het op de transportband vasthouden van de strip of strook, waarbij het frame voorzien is van de eerste rol, de vasthou- 13 deenheid verplaatsbaar op het frame gemonteerd is en voorzien is van de tweede rol, en de inrichting verder voorzien is van spanmiddelen om de transportband tijdens het verplaatsen van de vasthoudeenheid op spanning te houden 5 het door een snij inrichting langs een snijlijn afsnijden van een strip van een eind van de strook, het door een aanvoerinrichting in een aanvoerrich-ting aanvoeren van de strook naar de snij inrichting, waarbij de inrichting stroomafwaarts van de snij-10 inrichting opgesteld is voor het stroomopwaarts voorbij de snij inrichting reiken en het van de aanvoerinrichting opnemen van de strook bij zijn uiteinde, het vervolgens voorbij de snij inrichting voeren van het uiteinde van de strook ten behoeve van het afsnijden van een strip van een eind van de 15 strook, en het gecentreerd op een afvoerinrichting plaatsen van de door de snij inrichting van het uiteinde de strook afgesneden strip, het door de afvoerinrichting in een afvoerrichting over een indexafstand afvoeren van de door de snij inrichting 20 afgesneden strip, waarbij de breaker wordt opgebouwd door een aantal afgesneden strips achter elkaar op de afvoerinrichting te plaatsen, en het in een aanbrengrichting direct door de afvoer-25 inrichting op een bouwtrommel aanbrengen van de breaker.

Zoals in de Figuren weergegeven wordt hiervoor bij voorkeur een snij inrichting gebruikt met een ondermes en een bovenmes, waarbij het bovenmes in de aanvoerrichting gezien gelegen is tussen het ondermes en de aanvoerinri chting r 30 waarbij de werkwijze de stap bevat van het reiken van de inrichting voor het opnemen en plaatsen tussen het ondermes en het bovenmes door om de strook van de aanvoerinrichting op te nemen en de stap van het voorbij de messen terugvoeren van de opgenomen strook. De breaker wordt vanaf de onderzij-35 de op de bouwtrommel aangebracht. Door deze maatregelen toe te passen is het mogelijk dat de aanbrengrichting identiek is aan de afvoerrichting. Hierdoor is het mogelijk tijdens 14 het opbouwen van de breaker de afvoerinrichting in aanbren-grichting te bewegen waardoor de cyclustijd wordt verkort

Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuit-5 voeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken tot de daarin getoonde uitvoeringsvormen. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de 10 onderhavige uitvinding, zoals gedefinieerd door de bijgaande conclusies.

Claims (5)

1. Werkwijze voor het op een bouwtrommel aanbrengen van een breaker van een groene band, welke werkwijze de stappen omvat van: het door een productie-inrichting produceren van 5 een strip uit een strook flexibel materiaal, in het bijzonder ongevulcaniseerd rubber, meer in het bijzonder ongevul-caniseerd rubber voorzien van versterkingskoorden, waarbij de productie-inrichting omvat een inrichting voor het opnemen, verplaatsen en plaatsen van een strip of strook flexi-10 bel materiaal voorzien van een frame; van een transportband welke over ten minste een eerste en twee rol loopt, en van een vasthoudeenheid voorzien van vasthoudmiddelen voor het op de transportband vasthouden van de strip of strook, waarbij het frame voorzien is van de eerste rol, de vasthou-15 deenheid verplaatsbaar op het frame gemonteerd is en voorzien is van de tweede rol, en de inrichting verder voorzien is van spanmiddelen om de transportband tijdens het verplaatsen van de vasthoudeenheid op spanning te houden het door een snij inrichting langs een snijlijn 20 afsnijden van een strip van een eind van de strook, het door een aanvoerinrichting in een aanvoerrich-ting aanvoeren van de strook naar de snij inrichting, waarbij de inrichting stroomafwaarts van de snij-inrichting opgesteld is voor het stroomopwaarts voorbij de 25 snij inrichting reiken en het van de aanvoerinrichting opnemen van de strook bij zijn uiteinde, het vervolgens voorbij de snijinrichting voeren van het uiteinde van de strook ten behoeve van het afsnijden van een strip van een eind van de strook, en het gecentreerd op een afvoerinrichting plaatsen 30 van de door de snij inrichting van het uiteinde de strook afgesneden strip, het door de afvoerinrichting in een afvoerrichting over een indexafstand afvoeren van de door de snij inrichting afgesneden strip, waarbij de breaker wordt opgebouwd door een aantal afgesneden strips achter elkaar op de afvoerinrichting te plaatsen, en 5 het in een aanbrengrichting direct door de afvoer inrichting op een bouwtrommel aanbrengen van de breaker.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de snij inrichting een ondermes en een bovenmes omvat, en de werkwijze de stap bevat van het reiken van de inrichting 10 voor het opnemen en plaatsen tussen het ondermes en het bovenmes door om de strook van de aanvoerinrichting op te nemen en de stap van het voorbij de messen terugvoeren van de opgenomen strook, waarbij het bovenmes in de aanvoerrich-ting gezien gelegen is tussen het ondermes en de aanvoerin-15 richting.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het ondermes en het bovenmes op een vrij kiesbare afstand van de afvoerinrichting geplaatst worden.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij 20 de breaker vanaf de onderzijde op de bouwtrommel wordt aangebracht.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, waarbij de aanbrengrichting identiek is aan de afvoerrich-ting. -o-o-o-o-o-o-o-o- AS/HZ