NL2001636C2

NL2001636C2 - Werkwijze en toestel voor het laden van een omhulsel op een farceerbuis voor het vervaardigen van voedselproducten zoals worsten.

Info

Publication number: NL2001636C2
Application number: NL2001636A
Authority: NL
Inventors: Tatsuo Nakamura; Shinjiro Nakamura
Original assignee: Hitec Co Ltd
Priority date: 2007-06-04
Filing date: 2008-05-30
Publication date: 2010-05-19
Also published as: DE102008026095B4; NL2001636A1; US20080311835A1; US7666071B2; DE102008026095A1

Description

WERKWIJZE EN TOESTEL VOOR HET LADEN VAN EEN OMHULSEL OP EEN FARCEERBUIS VOOR HET VERVAARDIGEN VAN VOEDSELPRODUCTEN

ZOALS WORSTEN.

5 Technisch gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een toestel voor het laden van een omhulsel op een farceerbuis voor het afvoeren van materiaal van een voedselproduct, zoals een worst.

10

Achtergrond van de uitvinding

Op conventionele wijze zijn toestellen voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedselproducten, zoals worsten, die gewoonlijk in vele gebieden gebruikt 15 worden, zodanig geconstrueerd, dat voedselproducten zoals ketens van gekoppelde voedselpoducten, vervaardigd worden door het afvoeren van het materiaal van een voedselproduct zoals een worst, tot in een omhulling door gebruik te maken van een roterende farceerbuis. Vervaardigingstoestellen die een inrichting hebben voor het automatisch laden van ccn omhulsel op een farceerbuis voor het verbeteren van de 20 productiviteit van het toestel zijn echter bijvoorbeeld bekend uit de hieronder genoemde documenten.

In het vervaardigingstoestel zoals beschreven in JP-B-41-5899 wordt een zodanige klem bestaande uit een paar V-vormige onderdelen tegenover beide zijden van een omhulsel verschaft, dat deze in staat is in contact te komen met en zich in een 25 horizontale richting te verplaatsen vanaf beide zijden van het omhulsel. Een hopper met een aantal omhulsels daarin aangebracht is geplaatst boven één van de onderdelen en de beide eerdergenoemde V-vormige onderdelen benaderen en klemmen het omhulsel en plaatsen het omhulsel op een vooraf bepaalde positie. Een farceerbuis beweegt in de richting van het op de vooraf bepaalde positie geplaatste omhulsel en wordt ingebracht 30 in een boring van het buisvormige omhulsel.

De omhulsellaadinrichting zoals het vervaardigingstoestel dat is beschreven in JP-B-41-5899, is effectief ten opzichte van het worstvervaardigingstoestel van het type, waarin de farceerbuis in de langsrichting beweegt. De omhulsellaadinrichting kan 2 echter niet worden toegepast op het toestel van het type waarin de farceerbuis niet in de langsrichting beweegt, zoals in het toestel volgens JP-B-63-62170, dat hierna zal worden beschreven.

Een omhulsellaadinrichting zoals het vervaardigingstoestel dat is beschreven in 5 JP-B-63-62170 heeft een geleidingsbaan voor hel horizontaal instellen van de omhulsels en het rangschikken van een aantal van dergelijke omhulsels in een verticale richting. Een ontvangplaat is gelokaliseerd onder een opening van de geleidingsbaan op een afstand corresponderend met één omhulsel, en een vinger 18, is bevestigd op een duwonderdeel voor het mogelijk te maken dat een op de ontvangplaat gepositioneerd 10 onderste omhulsel in de langsrichting uitgedrukt wordt cn voor het verplaatsen van dat omhulsel naar de farceerbuis. Het onderste omhulsel wordt in de langsrichting in een toestand waarin deze gesandwiched is door een ander daarop geplaatst omhulsel en de ontvangplaat, uitgevoerd.

In de omhulsellaadinrichting volgens JP-B-63-62170 beweegt het onderste 15 omhulsel in de langsrichting terwijl deze in wrijfcontact gebracht wordt met het daarop geplaatste omhulsel, zodat daar de mogelijkheid bestaat dat de vouwen van de bovenste en onderste omhulsels op elkaar bijten, hetgeen deformatie van de vouwen veroorzaakt. Gedurende de terugkeerbeweging van het duwonderdeel 27, waarin de vinger 18 beweegt in een toestand waarin deze in contact staat met ccn buitenzijde van het vel 10 20 van de worst die gelocaliseerd is op de onderste positie, bestaat er de mogelijkheid dat de buitenzijde van het omhulsel door de vinger 18 beschadigd wordt.

Verder is een omhulsellaadinrichting volgens JP-A-5-192068 bekend. In de inrichting volgens JP-A-5-192068 wordt een darmrupsbaan (Engels: gut caterpillar) gevoerd naar een centreermiddel dat een transportmiddel heeft en wordt de 25 darmrupsbaan voor een farceerbuis gerangschikt zodat deze in hoofdzaak opgelijnd is met de farceerbuis en wordt deze vanaf deze positie op de farceerbuis geplaatst. Een centreerelement dat boven en onmiddellijk vóór de farceerbuis voorzien is, wordt aangepast om de centrering van de op een transportriem geplaatste darmrupsbaan ten opzichte van de farceerbuis tot stand te brengen. In de inrichting volgens JP-A-5-30 192068 bestaat er echter de mogelijkheid de plooisels (gathers) van de darmrupsbaan losser te maken indien een verschil wordt veroorzaakt in de aandrijfkrachl die als gevolg van de transporteur en het centreerelement op de darmrupsbaan wordt uitgeoefend.

3

De onderhavige uitvinding is beraamd in het licht van de hierboven beschreven aspecten en het doel daarvan is een werkwijze en toestel te verschaffen waarin een ingehaald (shirred) omhulsel van hoge stijfheid dat in langsrichting gekromd is, of een ingehaald omhulsel van een lage stijfheid dat gemakkelijk lokaal gebogen wordt, 5 foutloos geladen kan worden op een farceerbuis.

Overzicht van de uitvinding

Volgens de uitvinding wordt wat betreft de werkwijze het bovengenoemde doel bereikt door een werkwijze voor het laden van een omhulsel voor een voedselproduct 10 zoals een worst, op een farceerbuis, omvattende de stappen van: het plaatsen van omhulselhoudmiddelen voor het vasthouden van een buitenzijde van een omhulsel stroomafwaarts (in een richting van pijl B) van een farceerbuis zodat het omhulsel in hoofdzaak opgelijnd is met de farceerbuis en het op de farceerbuis laden van het omhulsel dat gehouden wordt door de omhulselhoudmiddelen, gekenmerkt door de 15 stappen van het voortbewegen (in een richting van pijl FM) van elk van een paar in een tegenover elkaar liggende relatie geplaatste houddelen van de genoemde omhulselhoudmiddelen in de richting van een tegenovergesteld deel van de genoemde paar houddelen; het stoppen van het voortbewegen (in de richting van pijl FM) en het vasthouden van dc buitenzijde van het omhulsel door het klemmen hiervan door het 20 genoemde paar houddelen die met een vooraf bepaald interval daartussen tegenover elkaar liggen, teneinde hierdoor een zodanige positionering te bereiken dat het omhulsel in hoofdzaak opgelijnd is met de genoemde farceerbuis; het duwen en voortbewegen in de richting van de genoemde farceerbuis van een voorste einddeel van het vastgehouden omhulsel door een omhulselduw-Zvoortbeweegonderdeel, dat 25 beweegt in een ruimte tussen het genoemde paar houddelen, zich uitstrekkend in een langsrichting van het omhulsel; en het in de richting van de farceerbuis bewegen van het omhulsel dat door het omhulselduw-/voortbeweegonderdeel geduwd en voortbewogen wordt, terwijl de buitenzijde van het omhulsel op het paar houddelen geschoven wordt.

30 Volgens de uitvinding wordt het bovengenoemde doel voor wat betreft het toestel bereikt door een toestel voor het laden van een omhulsel voor een voedselproduct zoals een worst, op een farceerbuis, waarin omhulselhoudmiddelen voor het vasthouden van een buitenzijde van een omhulsel stroomafwaarts (in de richting van pijl B) van een 4 farceerbuis geplaatst zijn, zodat het omhulsel in hoofdzaak opgelijnd is met de farceerbuis en het door de omhulselhoudmiddelen vastgehouden omhulsel geladen wordt op de farceerbuis, met het kenmerk, dat: de omhulselhoudmiddelen een paar houddelen hebben die geplaatst zijn in 5 tegenover elkaar liggende relatie en een buitenzijde van een omhulsel vasthouden door het klemmen hiervan met een vooraf bepaald interval daartussen, welke interval gevormd wordt na het naar elkaar toe voortbewegen (in een richting van pijl FM) van de tegenover elkaar gelegen houddelen en na het stoppen daarvan, waarin een omhulselduw/voortbeweegonderdeel, dat in een ruimte tussen het paar houddelen die 10 zich in langsrichting van het omhulsel uitstrekken, aanligt tegen een voorste einddeel van het omhulsel waarvan de buitenzijde vastgehouden wordt door het paar houddelen, beweegt in de ruimte tussen het paar houddelen in de richting van de farceerbuis, zodat de buitenzijde van het omhulsel beweegt in de richting van de farceerbuis, terwijl deze verschuift op het paar houddelen.

15 Volgens de werkwijze en toestel voor het laden van een omhulsel voor een voedselproduct zoals een worst, op een forceerbuis, voor het bereiken van het bovenbeschreven doel, wordt een staafachtig ingehaald (Engels: shirred) omhulsel van een hoge stijfheid, die in langsrichting gekromd is, op rechte wijze gecorrigeerd en wordt voorkomen dat een staafachtig opgchaald omhulsel van lage stijfheid, welk 20 omhulsel gemakkelijk locaal gebogen wordt, verbogen wordt, zodat het mogelijk is om de nauwkeurigheid van de oplijning tussen het omhulsel en de farceerbuis te verbeteren, waardoor het mogelijk wordt gemaakt om het omhulsel zonder fouten op de farceerbuis te laden.

Volgens de uitvinding is het mogelijk om een werkwijze en toestel te verschaffen 25 die het mogelijk maken dat een omhulsel voor een voedselproduct zoals een worst, waaronder een staafachtig opgehaald omhulsel van hoge stijfheid, welk omhulsel in langsrichting gekromd is, en een staafachtig opgehaald omhulsel van lage stijfheid, welk omhulsel gemakkelijk locaal gebogen wordt, zonder fouten op een farceerbuis wordt geladen.

Korte beschrijving van de tekeningen 30 5

Figuur 1 is een verklarend vooraanzicht van een vervaardigingstoestel dat een omhulsellaadtoestel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft;

Figuur 2 is een verklarend linkerzijaanzicht dat een lay-outstructuur van farceerbuizen van het in figuur 1 getoonde vervaardigingstoestel weergeeft; 5 Figuur 3 is een verklarend bovenaanzicht van het in figuur 1 getoonde vervaardigingstoestel;

Figuur 4 is een verklarend rechterzij aanzicht van het in figuur 1 getoonde omhulsellaadtoestel;

Figuur 5 is een uitvergroot verklarend aanzicht van het omhulsellaadtoestel, 10 waarin het deel (A) een uitvergroot verklarend vooraanzicht is van figuur 1, het deel (B) een gedeeltelijk uitvergroot verklarend aanzicht is dat genomen is in de richting van de pijlen 1-1 in figuur 6, en het deel (C) een gedeeltelijk uitvergroot vooraanzicht is dat een omhulselduw/voortbeweegonderdeel weergeeft dat tegen een omhulsel met gesloten einde aanligt; 15 Figuur 6 is een uitvergroot verklarend rechterzij aanzicht van de werking van de in figuur 4 getoonde omhulselvasthoudmiddelen;

Figuur 7 is een verklarend rechterzij aanzicht van de werking van de in figuur 4 getoonde omhulselvasthoudmiddelen, waarin het deel (A) een verklarend aanzicht is dat in uitvergrote vorm een essentiële structuur van dc omhulselvasthoudmiddelen in 20 een gesloten toestand is en waarin het deel (B) een verklarend diagram is dat in uitvergrote vorm een structuur weergeeft van aanpassing aan het omhulselduw/voortbeweegonderdeel van een andere vorm; en

Figuur 8 een verklarend vooraanzicht van een ander vervaardigingstoestel met een omhulsellaadtoestel volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.

25

Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding

Nu verwijzend naar de tekeningen zal een gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvorm van de uitvinding gegeven worden. Opgemerkt dient te worden dat de 30 uitvinding niet beperkt is tot de hieronder beschreven uitvoeringsvorm.

Zoals is getoond in figuren 1 tot en met 3, heeft allereerst een toestel 100 voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedselproducten zoals worsten met gedraaide delen, en welk toestel een aantal farceerbuizen heeft alsmede een omhulsellaadtoestel 6 110 voor het laden van een omhulsel voor een voedselproduct zoals een worst op een farceerbuis volgens deze uitvoeringsvorm, drie farceerbuizen 2 voor het vormen van een gefarceerd omhulsel SC door het vullen van een omhulsel C met een materiaal van een voedselproduct zoals een worst (hierna het “materiaal” genoemd), zodat de drie 5 farceerbuizen onderling uitwisselbaar kunnen worden gebruikt. De drie farceerbuizen 2 (2-1,2-2, en 2-3), die zodanig gerangschikt zijn dat zij zich uitstrekken in horizontale richting, zijn voorzien op een farceerbuisverplaatsingsmiddel 4, dat ondersteund wordt door een behuizing 3 die aan een hoofdlichaambehuizing la is bevestigd, en zijn aangepast om met een vooraf bepaalde hoeveelheid in de richting van pijl A verplaatst 10 te worden door de intermitterende rotatie van het farceerbuisverplaatsingsmiddel 4.

In het vervaardigingstoestel 100 worden een laadpositie 1 voor het laden van het omhulsel C op farceerwijze 2, een voorste eindsluitpositie 11 voor het sluiten van een voorste einde CA van het omhulsel C dat geladen is op de farceerbuis 2, en een vulpositie III voor het vullen van het omhulsel C met het materiaal verschaft onder 15 vooraf bepaalde hoeken, hetgeen in deze uitvoeringsvorm wil zeggen met intervallen

van 120 graden, rondom een rotatie-as Xo van een later te beschrijven (zie figuur 2) farceerbuissteun 13. Na over een vooraf bepaalde hoeveelheid, bijvoorbeeld in deze uitvoeringsvorm over 120 graden, geroteerd te zijn, is het farceerbuisverplaatsings-middcl 4 aangepast om te stoppen in een toestand waarin dc farceerbuizen 2-1,2-2 en 20 2-3 respectievelijk gerangschikt zijn op de laadpositie I, de voorste eindsluitpositie II

en de vulpositie III.

Het vervaardigingstoestel 100 omvat verder een langsas X die zich uitstrekt door de vulpositie III; een meetpomp 8 voor het leveren van het materiaal aan de farceerbuis 2; een koppelingvormmiddel 9 voor het vormen van gedraaide delen in het gefarceerde 25 omhulsel SC terwijl het gefarceerde SC in de stroomafwaartse richting verplaatst wordt (dat wil zeggen in de richting van pijl B); en een gefarceerd omhulseltransportmiddel 50 voor het transporteren van het vanuit het koppelingsvormmiddel 9 uitgezonden gefarceerde omhulsel SC terwijl het gefarceerde omhulsel SC in een lusvorm gevormd wordt.

30 Het farceerbuisverplaatsingsmiddel 4 omvat een farceerbuisverplaatsingslichaam 10, dat voorzien is van een aantal, bijvoorbeeld in deze uitvoeringsvorm een drietal, farceerbuizen 2 en dat zich verplaatst, dat wil zeggen in deze uitvoeringsvorm zich op een roteerbare wijze verplaatst, alsmede een farceerbuisverplaatsingsmiddel- 7 aandrijfmiddel 11 voor het roteerbaar over vooraf bepaalde hoeveelheden, bijvoorbeeld in deze uitvoeringsvorm over 120 graden, verplaatsen van het farceerbuisverplaatsings-lichaam 10.

Het koppelingsvormmiddel 9 is bevestigd op een remonderdeelverplaatsings-5 lichaam 41, dat bevestigd is aan de hoofdlichaambehuizing la door middel van een schamiermechanisme 41-1. De koppelingsvormmiddelen 9 hebben een paar ketens 9d die knijperonderdelen 9a hebben voor het vormen van verdraaide delen SCa door het inperken van de buitenzijde van het gefarceerde omhulsel SC. Het gedraaide gedeelte SCa wordt gevormd door de rotatie van de farceerbuis 2-3, zoals later beschreven zal 10 worden, cn het gefarceerde omhulsel SC wordt verbonden door de gedraaide delen SCa en vormt daardoor een keten.

Vervolgens zal verwijzend naar figuren 1 tot en met 7 een beschrijving gegeven worden van het omhulsellaadtoestel 110. Het omhulsellaadtoestel 110 volgens deze uitvoeringsvorm is bestemd voor het laden op de farceerbuis 2 van een artificieel 15 omhulsel C (hierna het omhulsel C genoemd) omvattende een opgehaald cellulose omhulsel of collageen omhulsel met een langgerekte buisvorm. Het omhulsel C is een staaf bestaande uit een veelvoud van vouwen die in de langsrichting in blaasbalgvorm gecomprimeerd zijn. Het omhulsellaadtoestel 110 wordt stroomafwaarts van de farceerbuis 2-1, die stil staat op de laadpositic I, cn langs een langsas XI van de 20 farceerbuis 2-1, die zich stroomafwaarts (in de richting van pijl B) tot voorbij een voorste einddeel 2-la van de farceerbuis 2-1 zich uitstrekt, geplaatst. Indien het opgehaalde omhulsel C van het gesloten-eindetype gebruikt wordt (figuur 5(c)), wordt de voorste-eindesluitbewerking niet voor wat betreft het omhulsel C op de farceerbuis 2-2, die stil staat op de voorste-eindesluitpositie II, uitgevoerd.

25 Hoofdzakelijk verwijzend naar figuur 5 heeft het omhulsellaadtoestel 110 een omhulselhoudmiddel 111 voor het positioneren van het omhulsel C op een vooraf bepaalde positie op de langsas X stroomafwaarts (in de richting van pijl B) van de farceerbuis 2-1 alsmede een omhulselduw/voortbeweegmiddel 112 voor het duwen en voortbewegen in de richting van het voorste einddeel 2-1 a van de farceerbuis 2-1 (in de 30 richting van pijl BR), waarbij het omhulsel C vastgehouden wordt door het omhulselhoudmiddel 111. De verschafte rangschikking is zodanig dat wanneer een voorste einddeel CE van het omhulsel C dat vastgehouden wordt door het omhulselvasthoudmiddel 111, geduwd wordt of voortbewogen wordt door het 8 omhulselduw/voortbeweegmiddel 112, het omhulsel C daardoor in de langsrichting op de langsas X verplaatst wordt, en dat het omhulsel C, terwijl dit uitgevoerd wordt vanaf het omhulselvasthoudmiddel 111, geleverd wordt aan de farceerbuis 2-1, waarbij het duwen en voortbewegen door het omhulselduw/voortbeweegmiddel 112 verder 5 gecontinueerd wordt om het het op de farceerbuis 2-1 geleverde omhulsel C mogelijk te maken in de richting van pijl BR te verschuiven, waardoor het omhulsel C op farceerbuis 2-1 geladen wordt.

Zoals is getoond in figuur 4, omvat het omhulselvasthoudmiddel 111 een behuizing 113 die verschaft wordt boven het koppelingvormmiddel 9; een paar heen en 10 weer gaande staven 114 die op heen cn weer gaande wijze ondersteund worden door de behuizing 113; een omhulselklem 115 met een paar omvattende een voorste klem 115-1 en een achterste klem 115-2 die respectievelijk bevestigd zijn op het paar heen en weer gaande staven 114; en een omhulselhopper 116 voor het opslaan van de omhulsels C.

15 Verwijzend naar figuren 5-7 omvat het omhulselduw/voortbeweegmiddel 112 een omhulselduw/voortbeweegonderdeel 117 dat op de langsas XI in de langsrichting van de omhulselklem 115 in een ruimte SP tussen de zich in gesloten toestand bevindende voorste klem 115-1 en achterste klem 115-2 beweegt; en een duw/voortbeweeg-ondcrdccl-hccn-cn-wccr-bcwccgmiddcl 118, dat wil zeggen een bekende luchtcilindcr 20 119 die in dit voorbeeld dienst doet als de heen en weer gaande lineaire actuator, voor het verplaatsen van het omhulselduw/voortbeweegonderdeel 117 in de richting van de farceerbuis 2-1. Een rangschikking kan zodanig verschaft worden dat een staaf 119a van de luchtcilinder 119 direct aanligt tegen het voorste einddeel CE van het omhulsel C. Het duw/voortbeweegonderdeel-heen-en-weer-beweegmiddel 118 kan gerangschikt 25 worden om ook als omhulselduw/voortbeweegonderdeel 117 te functioneren.

Zoals in het bijzonder getoond is in figuur 3, is de behuizing 113 bevestigd op een beugel 121, die bevestigd is op de hoofdlichaambehuizing la en zich in de neerwaartse richting vanaf die hoofdlichaambehuizing la zodanig uitstrekt, dat de omhulselklem 115 in een stationaire toestand in de richting van de langsas XI op een 30 vooraf bepaalde positie ten opzichte van de farceerbuis 2-1 geplaatst is.

Verwijzend naar figuur 1 wordt het paar heen en weer gaande staven 114 loodrecht op de langsas XI geplaatst. De heen en weer gaande staven 114 zijn aangepast om in de richtingen van de pijlen Y heen en weer te gaan onder invloed van 9 een aandrijfmechanisme 112 dat een bekende luchtcilindereenheid heeft die voorzien is in de behuizing 113, en deze leveren een opening/sluitingsbewerking op in de richting van pijl Y, dat wil zeggen in een richting (richting van pijl Y) loodrecht op de langsrichting van het omhulsel C, naar de omhulselklem 115 die bevestigd is aan het 5 paar heen en weer gaande staven 114.

De omhulselklem 115 is op zodanige wijze gerangschikt dat deze zich uitstrekt vanaf de positie in de nabijheid van het voorste einddeel 2-la van de farceerbuis 2-1 horizontaal stroomafwaarts (in de richting van pijl B) langs de langsas XI en de omhulselklem is aangepast om in de richting van pijl Y loodrecht op de langsas XI (zie 10 figuur 1) zich tc openen en tc sluiten. De omhulselklem 115 beweegt tussen een positie PI en een positie P2. In de open toestand op positie PI, ontvangt de omhulselklem 115 in zijn voorste klem 115-1 een omhulsel C, die van de omhulselhopper 116 (zie figuur 4) gevallen is. In zijn gesloten toestand op positie P2 houdt de omhulselklem 115 een buitenzijde Cd van het omhulsel C vast door deze vast te klemmen door middel van de 15 voorste klem 115-1 en de achterste klem 115-2 en heeft daardoor een positionering tot effect (figuur 6). De omhulselklem 115 is aldus gerangschikt om zich te verplaatsen in de richting (richting van pijl Y) loodrecht op de langsrichting van omhulsel C vanaf de ontvangpositie PI voor het ontvangen van het van de boven de omhulselklem 115 (zie figuur 4) voorziene omhulselhopper 116 gevallen omhulsel C naar de positie XI 20 waarop het omhulsel C opgelijnd is met de farceerbuis 2 (zie figuur 6).

De voorste klem 115-1 en de achterste klem 115-2, die stil staan op de positie P2, houden de buitenzijde Cd van het omhulsel C vast, terwijl de toestand behouden blijft waarin een houddeel 115-1 c en het andere houddeel 115-2c daarvan, die elk een in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede hebben, gesloten zijn tot aan een 25 vasthoudbinnendiameter Dl (zie figuur 7(a)). De houddelen 115-1 c en 115-2c strekken zich parallel aan de langsas XI uit en het door deze houddelen 115-1 c en 115-2c vastgehouden omhulsel C wordt geplaatst op een vooraf bepaalde positie stroomafwaarts van de farceerbuis 2-1 en in een toestand waarin het in hoofdzaak concentrisch is met de langsas XI, dat wil zeggen in een toestand waarin dit in 30 hoofdzaak opgelijnd is met de farceerbuis 2-1. Meer specifiek vormt de omhulselklem 115 de in hoofdzaak rechthoekige ruimte SP door het ene houddeel 115-lc en het andere houddeel 115-2c op de positie P2 en huisvest deze het omhulsel C in die ruimte SP op een in langsrichting beweegbare wijze. Zoals getoond is in figuur 5, beweegt de 10 buitenzijde Cd van het omhulsel C, dat geduwd wordt en voortbewogen wordt door het omhulselduw/voortbeweegonderdeel 117, langs de langsas XI, terwijl deze verschuifbaar geleid wordt door het ene houddeel 115-1 c en het andere houddeel 115-2c, en wordt deze uitgezonden vanaf de houddelen 115-lc en 115-2c van de 5 omhulselklem 115, en wordt het omhulsel C daardoor geleverd op de farceerbuis 2-1.

Het omhulselhoudmiddel 111 wordt voorzien van een niet weergegeven aanpasmechanisme voor het veranderbaar maken van de vasthoudbinnendiameter Dl, teneinde omhulsels C van verschillende buitendiameters D te kunnen gebruiken. Zelfs indien het interval Dl veranderd wordt, verandert het midden van de boring van het 10 door de omhulselklem 115 vastgehouden omhulsel C niet in horizontale en verticale richting. Aangezien de buitenzijde Cd van het omhulsel C geklemd wordt door de tegenover elkaar liggende V-groeven 115-1 c en 115-2c van de omhulselklem 115, wordt het staafachtige omhulsel C, dat in langsrichting gekromd is, op rechte wijze gecorrigeerd. Als resultaat hiervan wordt de centrering van het omhulsel C in de 15 horizontale en verticale richtingen ten opzichte van de farceerbuis 2 verzekerd, zodat het omhulsel zonder fouten op de farceerbuis 2 geplaatst kan worden.

Zoals boven beschreven is, worden de houddelen 115-lc en 115-2c gevormd in de omhulselklem 115 en wordt het ene houddeel 115-lc van de voorste klem 115-1 gevormd door het ene gclcidingsoppcrvlak 115-lc dat een in hoofdzaak V-vormigc 20 dwarsdoorsnede heeft, terwijl het andere houddeel 115-2c van de achterste klem 115-2 gevormd wordt door het andere geleidingsoppervlak 115-2c dat een in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede heeft. Alhoewel de vorm van elk van de houddelen 115-lc en 115-2c van de omhulselklem 115 als een V-vormige groef is, is de vorm niet beperkt in zoverre de houddelen 115-lc en 115-2c zodanig gevormd zijn, dat zij in staat zijn om 25 het omhulsel C op de vooraf bepaalde positie vast te houden en het omhulsel C in de langsrichting verschuifbaar te geleiden.

Zoals boven beschreven is, zorgt het omhulselhoudmiddel 111 ervoor dat respectievelijke houddelen van het paar houddelen 115-lc en 115-2c van de omhulselklem 115, die geplaatst zijn in een tegenover elkaar liggende relatie, 30 voorwaarts (in de richting van de pijlen FM) naar elkaar toe wat betreft de onderling tegenover elkaar liggende houddelen 115-lc en 115-2c bewogen worden teneinde de omhulselklem 115 te sluiten (zie figuur 6), stopt het dan het voortbewegen en houdt het de buitenzijde Cd van het omhulsel C vast door deze te klemmen met de houddelen 11 115-lc en 115-2c, die gesloten zijn tot aan het vooraf bepaalde tegenoverliggende interval, dat wil zeggen in dit geval de vasthoudbinnendiameter Dl, waardoor een zodanige positionering tot stand wordt gebracht dat het omhulsel C in hoofdzaak opgelijnd is met de farceerbuis 2-1. Alhoewel in dit voorbeeld de lengte van de 5 houddelen 115-lc en 115-2c ingesleld is op niet minder dan de algehele lengte van het omhulsel C, zoals is getoond in figuur 5, is de lengte van de houddelen 115-lc en 115-2c niet beperkt en kan deze korter zijn dan de algehele lengte van het omhulsel C in zoverre dat deze zodanig lang is dat de operationele effecten van correctie van de gekromde vorm en verhindering van locale kromming of het los geraken tussen de 10 vouw Cs en de vouw Cs bij gebruik van een cellulose omhulsel C van hoge stijfheid, die gekromd is in zijn langsrichting, of het collageen omhulsel C van lage stijfheid, die gemakkelijk locaal zal buigen, verkregen worden.

Zoals is getoond in figuur 4, wordt de omhulselhopper 116 ondersteund door de behuizing 113 en wordt deze geplaatst boven de omhulselklem 115. De 15 omhulselhopper 116 heeft een deel 116a waar de omhulsels C verzameld worden boven de voorste klem 115-1, zodat een omhulsel C valt en gevoerd wordt naar de omhulselklem 115 door een heen en weer gaande bewerking van de omhulselklem 115.

Verwijzend naar figuren 5 en 7, wordt het omhulselduw/voortbeweegonderdeel 117 bevestigd aan de staaf 119a van de luchtcilindcr 119 cn staat dit stil op een stand-20 by positie P3 die gelokaliseerd is in de nabijheid van een stroomafwaarts einddeel 115a van de omhulselklem 115. Het omhulselduw/voortbeweegonderdeel 117 wordt gevormd door een cilindrisch onderdeel 120 dat een buitendiameter D heeft die kleiner is dan de eerdergenoemde vasthoudbinnendiameter Dl en groter is dan een opgehaalde binnendiameter D2 (zie figuur 5(b)), en een duw/voortbeweegoppervlak 120a voor het 25 aanliggen tegen het voorste einddeel CE van het omhulsel C wordt gevormd op het cilindrische onderdeel 120. Een grootte J van het verschil tussen de vasthoudbinnendiameter Dl en de buitendiameter D van het cilindrische onderdeel 120 is niet beperkt. Deze kan bijvoorbeeld klein zijn hetgeen het mogelijk maakt voor de vasthouddelen 115-1 c en 115-2c om het omhulselduw/voortbeweegonderdeel 117 dat het omhulsel C 30 duwt en voortbeweegt, verschuifbaar te geleiden. Het cilindrische onderdeel 120 ligt, terwijl het in de eerdergenoemde in hoofdzaak rechthoekige ruimte SP van de omhulselklem 115 die zich in de gesloten toestand bevindt, beweegt, aan tegen het voorste einddeel CE van het in die ruimte SP gehuisveste omhulsel C en duwt dat 12 omhulsel C en beweegt het voort in de richting van farceerbuis 2-1. Het omhulselduw/voortbeweegonderdeel 117 is niet beperkt tot het cilindrische onderdeel 120 en kan gevormd worden door bijvoorbeeld een onderdeel dat een duw/voortbeweegoppervlak 117 met een rechthoekige vorm heeft, dat op 5 complementaire wijze past in de eerdergenoemde in hoofdzaak rechthoekige ruimte SP (zie figuur 7(b)). Het duw/voortbeweegoppervlak 117a van rechthoekige vorm heeft een breder duw/voortbeweeggebied.

Het duw/voortbeweegonderdeel-heen-en-weer-beweegmiddel 118, dat wil zeggen de bekende luchtcilinder 119 die in dit voorbeeld dienst doet als heen en weer beweger 10 in dc lineaire actuator, wordt op vaste wijze verschaft op de beugel 121 cn is geplaatst op de langsas die zich stroomafwaarts van de omhulselklem 115 (in de richting van pijl B) uitstrekt. De staaf 119 van de luchtcilinder 119 beweegt heen en weer in de richtingen van pijlen Z, waardoor het cilindrische onderdeel 120 gerangschikt is om heen en weer te bewegen tussen de eerdergenoemde stand-by-positie P3 en een 15 duw/voortbeweegstoppositie P4 die gelokaliseerd is tussen een stroomopwaarts einddeel 115b van de omhulselklem 115 en het voorste einddeel 2-la van de farceerbuis 2-1.

Zoals boven beschreven is, is het omhulsellaadtoestel 110 aangepast om in de ruimte SP tussen het paar houddclcn 115-lc cn 115-2c die zich uitstrekken langs dc 20 langsas XI, het voorste einddeel CE van het omhulsel C, dat vastgehouden wordt door de omhulselklem 115, te duwen en voort te bewegen in de richting van het voorste einddeel 2-la van de farceerbuis 2-1 door, in dit geval, het omhulselduw/voortbeweeg-onderdeel 117 dat in de ruimte SP beweegt. Het omhulsel is aangepast om zich te bewegen in de richting van het voorste einddeel 2-la van de farceerbuis 2-1, terwijl de 25 buitenzijde Cd van het omhulsel C dat geduwd wordt en voortbewogen wordt door het omhulselduw/voortbeweegonderdeel 117, geschoven wordt op de houddelen 115-lc en 115-2c.

Verwijzend naar figuren 4 tot en met 6 zal een beschrijving worden gegeven van de werking van het omhulsellaadtoestel 110. Bij voltooiing van het laden van het 30 omhulsel C op de farceerbuis 2-1, keert het cilindrische onderdeel 120 (omhulselduw/ voortbeweegonderdeel 117) terug vanaf de duw/voortbeweegstoppositie P4 naar de stand-by-positie P3, waarna de omhulselklem 115 er voor zorgt dat elk van de vasthouddelen 115-lc en 115-2c zich terugtrekt (in de richting van pijl B) vanaf het 13 tegenover liggende deel van de vasthouddelen 115-lc en 115-2c om terug te gaan vanaf de positie P2 naar de positie PI (zie figuur 4) en daar in de open toestand te stoppen. Nadat het van de omhulselhopper 116 gevallen omhulsel C geplaatst is op de voorste klem 115-1, beweegt de omhulselklem 115 naar de positie P2 om het omhulsel C op de 5 langsas XI te plaatsen. Verhinderd wordt dat de omhulsels in de omhulselhopper 116 kunnen vallen door een omhulselsluiterdeel 115-lz van de voorste klem 115-1 op de positie P2. Wanneer het farceren in het omhulsel C door middel van de farceerbuis 2-3 voltooid is en een lege farceerbuis 2 verplaatst wordt vanaf de vulpositie III naar de laadpositie I door de indexeerrotatie van het farceerbuisverplaatsingslichaam 10 in de 10 richting van pijl A (zie figuur 2), begint het cilindrische onderdeel 120 op de stand-by-positie P3 te bewegen in de richting van pijl BR. Wanneer het duw/voortbeweeg-oppervlak 120a van het cilindrische onderdeel 120 de duw/voortbeweegstoppositie P4 bereikt, is het laden van het omhulsel C op de farceerbuis 2-1 voltooid.

Hoofdzakelijk verwijzend naar figuur 8 zal hierna een beschrijving gegeven 15 worden van een omhulsellaadtoestel 110a in overeenstemming met een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, die verschaft wordt in toestel 150 voor het vervaardigen van ketens van gekoppelde voedselproducten zoals worsten. Het vervaardigingstoestel 150 verschilt alleen van het toestel 100 doordat slechts één farceerbuis 2 voorzien is.

20 In het vervaardigingstoestel 150 worden de laadpositie I voor het laden van het omhulsel C op de farceerbuis 2 die verschaft is op de farceerbuissteun 113, en de vulpositie III voor het vullen van het omhulsel C met het materiaal onder een vooraf bepaalde hoek a, dat wil zeggen in deze uitvoeringsvorm een interval van 120 graden, rondom de rotatie-as Xo van de farceerbuissteun 13 verschaft. Het farceerbuis-25 verplaatsingsmiddel 4 is aangepast om op roteerbare wijze zich in de richting van pijl AR over een vooraf bepaalde hoeveelheid (in deze uitvoeringsvorm bijvoorbeeld 120 graden) te verplaatsen en te stoppen met de farceerbuis 2 opnieuw gerangschikt op de vulpositie III vanaf de laadpositie I. Bij voltooiing van het vullen wordt het farceerbuisverplaatsingsmiddel 4 aangepast om de farceerbuis 2 over 120 graden in de 30 richting van pijl A vanaf de vulpositie III tot de laadpositie I te verplaatsen teneinde gereed te zijn voor het laden van een volgend omhulsel. De vooraf bepaalde hoek α kan bijvoorbeeld ingesteld worden op 180 graden.

14

Het omhulsellaadtoestel 110a wordt stroomafwaarts (in de richting van pijl B) van de farceerbuis 2 geplaatst, die stil blijft staan op de laadpositie 1 die boven de rotatie-as Xo (zie figuur 1) gelokaliseerd is. Het omhulsellaadtoestel 110a is zodanig aangepast dat dit in staat is om verplaatst te worden vanaf het koppelingsvomimiddel 9 5 met als doel aanpassing van het koppelingsvormmiddel 9 en met andere doelen, Een koppelingsmechanisme 151 wordt verschaft op de hoofdlichaambehuizing la. Het koppelingsmechanisme 151 is aangepast om in de verticale richting en de horizontale richting (richting pijl H) heen en weer te bewegen onder invloed van een luchtcilinder 152. Het koppelingsmechanisme 151 is verbonden met een basisplaat 153, waaraan de 10 behuizing 113, die het aandrijfincchanismc 122 huisvest, bevestigd is. De basisplaat 153 is aangepast om heen en weer te bewegen in de richting van pijl H ten opzichte van het koppelingsvormmiddel 9 in overeenstemming met de werking van het koppelingsmechanisme 151.

Volgens de omhulsellaadtoestellen 110 en 110a volgens deze uitvoeringsvormen, 15 treedt in het omhulsel C een compressieve kracht op in de richting waarin de vouw Cs en de vouw Cs dicht bij elkaar worden gebracht, aangezien het omhulsel dat vastgehouden wordt doordat dit geklemd wordt tussen twee tegenovergestelde houddelen 115-lc en 115-2c, geduwd wordt en voortbewogen wordt, waardoor het mogclijk wordt gemaakt het losser worden tussen de vouw Cs cn dc vouw Cs te 20 verhinderen.

Volgens de omhulsellaadtoestellen 110 en 110a in overeenstemming met deze uitvoeringsvormen wordt, aangezien het omhulsel C geladen wordt op de farceerbuis 2 door het duwen en voortbewegen van het voorste einddeel CE van het omhulsel over een vooraf bepaalde afstand L, het omhulsellaadtoestel goedkoop en krijgt het een 25 vereenvoudigde structuur.

Het omhulselduw/voortbeweegonderdeel 117 kan aangedreven worden door het duw/voortbeweegonderdeel-heen-en-weer-beweegmiddel 118, dat verschoven is vanaf de langsas naast het omhulselduw/voortbeweegonderdeel 117 op de langsas XI. Het duw/voortbeweegonderdeel-heen-en-weer-beweegmiddel 118 is niet beperkt tot een 30 actuator van het heen en weer gaande lineaire type (een bekende luchtcilinder of dergelijke). Het omhulsel C kan bijvoorbeeld geduwd en voortbewogen worden door het omhulselduw/voortbeweegonderdeel 117 dat bevestigd is op een balschroef die aangedreven wordt door een besturingsmotor of met een 15 wikkelingverbindingslooplichaam (wrapping connector travelling body) dat aangedreven wordt door een besturingsmotor.

De omhul scl I aadtocstcl lcn 110 en 11 Oa in overeenstemming met deze uitvoeringsvormen zijn toepasbaar op een toestel voor het vervaardigen van worsten of 5 dergelijke met één of meer farceerbuizen. Het farceerbuisverplaalsingslichaam 10 is niet beperkt tot het rotationeel verplaatsende type en is tevens toepasbaar op bijvoorbeeld een lineair heen en weer gaand type.

De bovenbeschreven werkwijze en het bovenbeschreven toestel voor het laden van een omhulsel op een farceerbuis in overeenstemming met de uitvinding zijn 10 uitgebreid toepasbaar op de vervaardiging van voedselproducten zoals worsten waarbij gebmik wordt gemaakt van artificiële omhulsels.

Claims

1. Werkwijze voor het op een farceerbuis laden van een omhulsel voor een voedselproduct zoals een worst, de werkwijze de stappen omvattende van: 5 het plaatsen van omhulselhoudmiddelen (111) voor het vasthouden van een buitenzijde (Cd) van een omhulsel (C) stroomafwaarts (in een richting van pijl B) van een farceerbuis (2) zodat het omhulsel (C) in hoofdzaak opgelijnd is met de farceerbuis (2) en het op de farceerbuis (2) laden van 10 het omhulsel (C) dat gehouden wordt door dc omhulselhoudmiddelen (111), gekenmerkt door de stappen van 15 het voortbewegen (in een richting van pijl FM) van elk van een paar in een tegenover elkaar liggende relatie geplaatste houddelen (115-1C, 115-2C) van de genoemde omhulselhoudmiddelen (111) in de richting van een tegenovergesteld deel van de genoemde paar houddelen (115-1C, 115-2C); het stoppen van het voortbewegen (in dc richting van pijl FM) en het 20 vasthouden van de buitenzijde (Cd) van het omhulsel (C) door het klemmen hiervan door het genoemde paar houddelen (115-1C, 115-2C) die met een vooraf bepaald interval (Dl) daartussen tegenover elkaar liggen, teneinde hierdoor een zodanige positionering te bereiken dat het omhulsel (C) in hoofdzaak opgelijnd is met de genoemde farceerbuis (2); 25 het duwen en voortbewegen in de richting van de genoemde farceerbuis (2) van een voorste einddeel (Ce) van het vastgehouden omhulsel (C) door een omhulselduw-/voortbeweegonderdeel (117), dat beweegt in een mimte (SP) tussen het genoemde paar houddelen (115-1C, 115-2C), zich uitstrekkend in een langsrichting van het omhulsel (C); en 30 het in de richting van de farceerbuis (2) bewegen van het omhulsel (C) dat door het omhulselduw-/voortbeweegonderdeel (117) geduwd en voortbewogen wordt, terwijl de buitenzijde (Cd) van het omhulsel (C) op het paar houddelen (115-1C, 115-2C) geschoven wordt.

2. Toestel voor het op een farceerbuis laden van een omhulsel voor een voedselproduct zoals een worst, waarin omhulselhoudmiddelen (111) voor het vasthouden van een buitenzijde (Cd) van een omhulsel (C) stroomafwaarts (in de 5 richting van pijl B) van een farceerbuis (2) geplaatst zijn, zodat het omhulsel (C) in hoofdzaak opgelijnd is met de farceerbuis (2) en het door de omhulselhoudmiddelen (111) vastgehouden omhulsel (C) geladen wordt op de farceerbuis (2), met het kenmerk, dat: 10 de omhulselhoudmiddelen (111) een paar houddclcn (115-1C, 115-2C) hebben die geplaatst zijn in tegenover elkaar liggende relatie en een buitenzijde (Cd) van een omhulsel (C) vasthouden door het klemmen hiervan met een vooraf bepaald interval (Dl) daartussen, welke interval gevormd wordt na het naar elkaar toe voortbewegen (in een richting van 15 pijl FM) van de tegenover elkaar gelegen houddelen (115-1C, 115-2C) en na het stoppen daarvan, waarin een omhulselduw/voortbeweegonderdeel (117), dat in een ruimte (SP) tussen het paar houddelen (115-1C, 115-2C) die zich in langsrichting van het omhulsel (C) uitstrekken, aanligt tegen een voorste einddeel (Cc) van het omhulsel (C) waarvan dc buitenzijde (Cd) 20 vastgehouden wordt door het paar houddelen (115-1C, 115-2C), beweegt in de ruimte (SP) tussen het paar houddelen (115-1C, 115-2C) in de richting van de farceerbuis (2), zodat de buitenzijde (Cd) van het omhulsel (C) beweegt in de richting van de farceerbuis (2), terwijl deze verschuift op het paar houddelen (115-1C, 115-2C). 25

3. Toestel voor het op een farceerbuis laden van een omhulsel voor een voedselproduct, zoals een worst, volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de houddelen (115-1C, 115-2C) gevormd zijn in een omhulselklem (115), die stationair is ten opzichte van de langsrichting van het omhulsel (C) en dat de klem 30 (115) zich in de langsrichting van het omhulsel (C) uitstrekt.

4. Toestel voor het op een farceerbuis laden van een omhulsel voor een voedselproduct zoals een worst volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de genoemde omhulselklem (115) een paar heeft omvattende een voorste klem (115-1) en een achterste klem (115-2), en dat een houddeel (115-1C) van de voorste klem (115-1) gevormd wordt door een geleidingsoppervlak (115-1C) met een in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede, terwijl een ander houddeel (115-2C) van de 5 achterste klem (115-2) gevormd wordt door een ander geleidingsoppervlak (115-2C) met een in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede.

5. Toestel voor het op een farceerbuis laden van een omhulsel voor een voedselproduct zoals een worst volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de 10 omhulselklem (115) in een richting (richting pijl R) loodrecht op de langsrichting van het omhulsel (C) vanaf een ontvangpositie (Dl) voor het ontvangen van het omhulsel (C), dat valt vanaf een boven de omhulselklem (115) verschafte omhulselhopper (116), naar een positie (XI) waarin het omhulsel (C) in hoofdzaak opgelijnd is met de farceerbuis (2), verplaatst wordt. 15

6. Toestel voor het op een farceerbuis laden van een omhulsel voor een voedselproduct zoals een worst volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een aandrijfmechanisme (122) voor het heen en weer bewegen van de omhulselklem (115) tussen de ontvangpositie (PI) en de positie (XI) waarin in hoofdzaak 20 oplijning optreedt, verschaft wordt op een positie boven koppelingvormmiddelen (9).

7. Toestel voor het op een farceerbuis laden van een omhulsel voor een voedselproduct zoals een worst volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een 25 behuizing (113) waarin het aandrijfmechanisme (122) verschaft is, bevestigd is op een basisplaat (121) en dat de basisplaat (121) heen en weer beweegt ten opzichte van de koppelingvormmiddelen (9).