NL2001400C2 - Hulpmiddel voor het uittrekken van elastische kousen. - Google Patents

Hulpmiddel voor het uittrekken van elastische kousen. Download PDF

Info

Publication number
NL2001400C2
NL2001400C2 NL2001400A NL2001400A NL2001400C2 NL 2001400 C2 NL2001400 C2 NL 2001400C2 NL 2001400 A NL2001400 A NL 2001400A NL 2001400 A NL2001400 A NL 2001400A NL 2001400 C2 NL2001400 C2 NL 2001400C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
aid
leg
elastic
stocking
band
Prior art date
Application number
NL2001400A
Other languages
English (en)
Inventor
Erik Theodorus Johannus Joosten
Chrisstoffel Johannes Van Den Berge
Original Assignee
Arion Internat B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Arion Internat B V filed Critical Arion Internat B V
Priority to NL2001400A priority Critical patent/NL2001400C2/nl
Priority to EP09156084A priority patent/EP2113179A1/en
Priority to US12/410,611 priority patent/US20090242594A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001400C2 publication Critical patent/NL2001400C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G25/00Household implements used in connection with wearing apparel; Dress, hat or umbrella holders
    • A47G25/90Devices for domestic use for assisting in putting-on or pulling-off clothing, e.g. stockings or trousers
    • A47G25/905Devices for domestic use for assisting in putting-on or pulling-off clothing, e.g. stockings or trousers for stockings
    • A47G25/907Smooth and flexible temporary foot covers, e.g. sock-shaped
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G25/00Household implements used in connection with wearing apparel; Dress, hat or umbrella holders
    • A47G25/90Devices for domestic use for assisting in putting-on or pulling-off clothing, e.g. stockings or trousers
    • A47G25/905Devices for domestic use for assisting in putting-on or pulling-off clothing, e.g. stockings or trousers for stockings
    • A47G25/908Removal devices

Landscapes

  • Socks And Pantyhose (AREA)

Description

Hulpmiddel voor het uittrekken van elastische kousen
De uitvinding heeft betrekking op een hulpmiddel voor het uittrekken van elastische 5 kousen.
Een elastische kous of steunkous is een kledingsstuk dat doorgaans wordt toegepast als medisch hulpmiddel voor gebruikers met spataderen en andere vasculaire problemen. Doordat de steunkous strak om het been van de gebruiker zit, oefent het op dat been een 10 betrekkelijk grote spankracht uit. Juist vanwege die grote spankracht ondervindt de gebruiker problemen bij het aantrekken, maar tevens bij het uittrekken van de kous. Bij het aantrekken van de kous brengt de gebruiker de kous eerst in "opgerolde" toestand, steekt vervolgens zijn voet in de instapopening van de kous, en rolt de kous dan af langs voet en been, totdat deze strak aansluit om het been. De elastische kous dient dagelijks 15 te worden verwijderd. Omdat de kous zo strak aansluit op het been vergt ook het uittrekken ervan vrij veel kracht, onder andere omdat de kous van het been en langs de hiel van de voet moet worden getrokken en daarbij vrij veel wrijving ondervindt. Het grootste probleem ondervindt de gebruiker wanneer de kous over de hiel moet worden bewogen, omdat ter hoogte van de hiel de lichaamsomtrek vrij groot is en men met de 20 handen de kous met grote kracht van het lichaam af moet trekken. Dit probleem is in de praktijk dermate ernstig dat het kan voorkomen dat de gebruiker niet in staat is zelfstandig de kousen uit te trekken. Ook komt het regelmatig voor dat de kousen bij het uittrekken worden beschadigd doordat zij bijvoorbeeld achter een vingernagel blijven haken. Daarbij moet nog bedacht worden dat de categorie personen die elastische 25 steunkousen nodig heeft doorgaans mindervalide of oudere mensen zijn die in verminderde mate kracht in hun handen en armen hebben.
De uitvinding heeft ten doel een hulpmiddel voor het uittrekken van elastische kousen te verschaffen waarmee bovengenoemde problemen kunnen worden verlicht. In het 30 bijzonder heeft de uitvinding ten doel een hulpmiddel te verschaffen voor het uittrekken van elastische kousen, waarbij de voor het uittrekken van de kousen benodigde kracht gering is.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een hulpmiddel volgens conclusie 1. 35 Volgens de uitvinding omvat het hulpmiddel voor het uittrekken van elastische kousen 2 een flexibel, kokervormig omtrekslichaam uit een glad materiaal, dat in gebruik om een van een elastische kous voorzien been kan worden geschoven, waarbij het omtrekslichaam aan de van het been afgekeerde zijde is voorzien van fixeermiddelen waarmee het hulpmiddel tenminste tijdelijk om het been kan worden aangebracht.
5 Hierdoor wordt bereikt dat het uittrekken van een elastische kous zonder noemenswaardige krachtuitoefening kan geschieden. Om een elastische kous uit te kunnen trekken wordt vooreerst de voet in de instapopening van het hulpmiddel gestoken en het hulpmiddel om het van de elastische kous voorziene been aangebracht. Het hulpmiddel wordt vervolgens om het been of het onderbeen aangebracht door 10 middel van de fixeermiddelen. Vervolgens worden de bovenranden van de elastische kous en het hulpmiddel gezamenlijk beetgenomen en over een geringe afstand omgeslagen in de richting van de voet zodat het omgeslagen gedeelte van het omtreksoppervlak van het hulpmiddel contact maakt met een niet-omgeslagen gedeelte van hetzelfde omtreksoppervlak. Door nu met de hand de elastische kous verder in de 15 richting van de voet af te rollen zullen de gedeeltes van het omtreksoppervlak van het hulpmiddel over elkaar worden afgeschoven. Hoewel beide gedeeltes van het omtreksoppervlak onder de druk van de elastische kous tegen elkaar worden gehouden zal het afschuiven vrijwel zonder wrijving kunnen gebeuren, onder andere dankzij de eigenschappen van het materiaal waaruit het hulpmiddel is gemaakt. Het gedeelte van 20 de elastische kous dat in contact is met het been, welk contact in beginsel een vrij grote wrijvingskracht zou kunnen veroorzaken, blijft in hoofdzaak stationair. De fixeermiddelen zorgen er onder andere voor dat het hulpmiddel en kous niet vroegtijdig van de voet worden geschoven bij het afrollen van de elastische kous. Bij het verder gecombineerd afrollen van kous en hulpmiddel in de richting van de voet zullen op een 25 gegeven moment de fixeermiddelen worden bereikt. Om de kous volledig af te kunnen rollen dient de fixatie door middel van deze fixeermiddelen te worden opgeheven. Dit kan met de hand gebeuren doch gebeurt bij voorkeur automatisch. Deze laatste voorkeursoptie zal hieronder verder worden beschreven. Nadat de elastische kous aldus van het been is verwijderd bevindt het hulpmiddel zich in binnenstebuiten gekeerde 30 toestand in de elastische kous. Het hulpmiddel kan eenvoudig uit de kous worden verwijderd en voor hernieuwd gebruik in de oorspronkelijke vorm worden teruggebracht door dit binnenstebuiten te keren.
3
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het hulpmiddel volgens de uitvinding wordt dit gekenmerkt doordat de fixeermiddelen een elastische band omvatten die in omtreksrichting om het been kan worden aangebracht, en die tevens is voorzien van sluitmiddelen, waarmee de band tenminste tijdelijk op zichzelf kan worden vastgezet.
5 Nadat het hulpmiddel tot op de gewenste hoogte is aangebracht om het been, wordt de elastische band volgens de uitvinding met een vrij uiteinde vastgenomen en in omtreksrichting om het been geslagen en op zichzelf vastgezet met behulp van de sluitmiddelen. Doordat de band elastisch is kan de band met een zekere spankracht om het been worden aangebracht. Dit zorgt er voor dat het hulpmiddel in ieder geval ter 10 hoogte van de positie van de band relatief strak tegen het been wordt aangehouden. Op andere posities langs het been kan het hulpmiddel desgewenst losser om het been zijn aangebracht. De gewenste hoogte van aanbrengen van het hulpmiddel is in beginsel vrij. Bij voorkeur echter wordt het huipmiddei tot op een hoogte aangebracht die tot net onder de hoogte van de elastische kous reikt. Doordat de elastische kous aldus aan de 15 bovenzijde ervan vrij ligt is deze eenvoudig beet te nemen en slechts over een geringe hoogte omgeslagen te worden. De gewenste hoogte van aanbrengen van de fixeermiddelen is eveneens in beginsel vrij. Bij voorkeur worden de fixeermiddelen ter hoogte van het onderbeen aangebracht. Een verder voordeel van het hulpmiddel volgens de uitvinding is dat de fixeermiddelen bij het afrollen van de elastische kous worden 20 verborgen onder de kous, en dus niet benaderbaar zijn voor de gebruiker. Hierdoor wordt voorkomen dat de gebruiker ongewenste handelingen uit kan voeren met de fixeermiddelen tijdens het afrollen van de kous.
Bij het gecombineerd afrollen van kous en hulpmiddel langs het been dienen de 25 fixeermiddelen op een gegeven moment te worden losgemaakt, om het verder afrollen niet te hinderen. In dit verband heeft het voordelen het hulpmiddel te kenmerken doordat de sluitmiddelen in een voorkeursuitvoeringsvorm een klittenbandstelsel omvatten van samenwerkende primaire en secundaire klittenbandstroken. Zoals algemeen bekend, bestaat een klittenbandstelsel uit een combinatie van twee 30 klittenbandstroken die zijn voorzien van wederzijds elkaar aangrijpende organen.
Dergelijke in elkaar grijpende klittenbandstroken zullen in het kader van de onderhavige aanvrage worden aangeduid als primaire en secundaire klittenbandstroken. In een illustratief voorbeeld bezit de primaire klittenbandstrook primaire grijporganen in de vorm van lusjes en bezit de secundaire band secundaire grijporganen in de vorm van 4 grijphaakjes. Bij het op elkaar drukken van de primaire en secundaire klittenbandstrook grijpen de haakjes in de lusjes waardoor een tijdelijke verbinding ontstaat. Deze verbinding kan eenvoudig worden verbroken door beide klittenbandstroken weer van elkaar weg te trekken. Hoewel een klittenbandstelsel op zich algemeen bekend is, 5 brengt de toepassing ervan in onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm voordelen met zich mee. Zo kan de gebruiker het hulpmiddel onder een zekere spankracht snel en eenvoudig om het been fixeren. Door het gecombineerd toepassen van een klittenbandstelsel en een zekere spankracht in de elastische band wordt bovendien bereikt dat de fixeermiddelen bij het afrollen van kous en hulpmiddel onder een slechts 10 geringe kracht ‘vanzelf zullen losschieten. De gebruiker hoeft dus geen separate handeling te verrichten om de elastische kous voorbij de fixeermiddelen af te kunnen rollen, noch is daartoe een separate trekconstructie nodig. Door de specifieke constructie van het hulpmiddel ontstaat bovendien geen enkel gevaar bij het losschieten van de elastische band. De fixeermiddelen zijn volgens de uitvinding immers aan de van 15 het been afgekeerde zijde van het hulpmiddel aangebracht. Bij het afrollen zullen de fixeermiddelen - in casu de elastische band - zich derhalve tussen de omgeslagen en niet-omgeslagen omtreksoppcrvlakgedeeltes bevinden. Bij het losschieten zal de elastische band dus worden opgevangen door een afgestroopt gedeelte van de elastische kous.
20
Het heeft voordelen wanneer de elastische band aan een zijde is voorzien van primaire klittenbandstrook en aan de andere zijde van secundaire klittenbandstrook, waarbij met nog meer voorkeur de secundaire klittenbandstrook zich over een relatief klein gedeelte van het vrije uiteinde van de band uitstrekt. Secundaire klittenbandstrook heeft een 25 ruwer oppervlak dan primaire klittenbandstrook en kan daardoor gemakkelijker leiden tot beschadiging van de elastische kous. Door volgens onderhavige voorkeursvariant het oppervlak van de secundaire klittenbandstrook te beperken wordt de kans op beschadiging verminderd.
30 In beginsel kan het hulpmiddel op elke wijze worden vervaardigd. Volgens een voorkeursvariant wordt het hulpmiddel gekenmerkt doordat het omtrekslichaam is gevormd door twee tegenoverliggende vrije randgedeeltes van een vlak vel van het materiaal naar elkaar toe te brengen en althans gedeeltelijk met elkaar te verbinden, aldus een gemeenschappelijk randgedeelte vormend. Dit maakt het aanbrengen van het 5 hulpmiddel gemakkelijker, en zorgt bovendien voor een betere werking ervan. Het maakt hierbij niet uit hoe de bevestiging is uitgevoerd. Zo is het mogelijk beide vrije randgedeeltes te verbinden door middel van een ‘permanente’ verbinding, zoals bijvoorbeeld een stiknaad en/of een lijmverbinding. Een andere mogelijkheid bestaat 5 erin beide vellen door middel van een losmaakbare verbinding aan elkaar te bevestigen, zoals bijvoorbeeld door middel van klittenband. Beide randgedeeltes kunnen dan desgewenst in gebruik pas aan elkaar worden bevestigd.
Bij voorkeur strekt het gemeenschappelijk randgedeelte zich in de lengterichting van het 10 hulpmiddel uit, en zijn de fixeermiddelen aan het gemeenschappelijk randgedeelte bevestigd. Het heeft verder voordelen wanneer de verbinding een stikverbinding is en wordt gevormd door een engelse naad. Door de verbinding in de vorm van een engelse naad aan te brengen kan een verder verminderde wrijving tussen hulpmiddel en contactoppervlak worden bereikt. Gebleken is bovendien dat toepassing van een engelse 15 naad de levensduur van het hulpmiddel verlengt, zonder dat dit nadelige effecten heeft op de werking ervan.
In beginsel kan het hulpmiddel volgens de uitvinding zijn vervaardigd uit elk materiaal, zolang dit maar voldoende soepel en glad is. In een voorkeursuitvoeringsvorm van het 20 hulpmiddel wordt dit gekenmerkt doordat het glad materiaal een met een wrijvingsarme kunststof gecoate materiaalstructuur omvat. Dergelijke materialen zijn op zich bekend doch niet in onderhavige toepassing. Bij voorkeur omvat de wrijvingsarme kunststof een polyolefine, zoals bijvoorbeeld polyetheen, polypropeen en copolymeren daarvan. Met de meeste voorkeur omvat de wrijvingsarme kunststof een polytetrafluoretheen.
25
Geschikte materiaalstructuren omvatten elk de vakman bekend weefsel, non-woven, breisel, stiksel, folie, geperforeerde folie, unidirectioneel weefsel, enzovoorts, met dien verstande dat de textiele structuur bij voorkeur relatief dun is. Hiermee wordt in het kader van onderhavige aanvrage bedoeld dat het oppervlaktegewicht van de textiele 30 structuur relatief beperkt is. Geschikte oppervlaktegewichten zijn begrepen tussen 10 en 200 g/m2, bij voorkeur tussen 25 en 100 g/m2, en met nog meer voorkeur tussen 30 en 60 g/m2. Een bijzonder geschikt glasvezeldoek met een polytetrafluoretheen coating wordt in de handel gebracht door Eriks B.V. onder de produktnaam Chemglas PTFE glasweefsel 100-3.
6
Het materiaal waaruit de textiele structuur is vervaardigd kan eveneens binnen brede grenzen worden gekozen. Geschikte materialen omvatten glasvezels, koolstofvezels, organische vezels zoals bijvoorbeeld polyaramidevezels, polyetheenvezels, 5 polyamidevezels, polyestervezels enzovoorts. Een bijzonder geschikt hulpmiddel omvat een textiele structuur die is vervaardigd uit een kunststof gekozen uit de groep van polyesters en/of polyamides. Voorts kan de wrijvingsweerstand van de bij het "afrollen" langs elkaar bewegende materialen worden verminderd door een thermoplastische kunststof en/of wrijvingsarme kunststof toe te passen waaraan een antiblokmiddel, 10 zoals bijvoorbeeld hydrotalciet, is toegevoegd. Bovengenoemde materialen hebben een zeer lage wrijvingscoëfficiënt, zijn doorgaans sterk anti-adhesief en bovendien weer- en zonlichtbestendig. Verder zijn de materialen voldoende sterk om de bij het uittrekken van elastische kousen optredende trekspanningen zonder noemenswaardige rek te weerstaan.
15
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, zonder hiertoe overigens te worden beperkt. Hierin toont:
Fig. 1 een schematisch bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van het 20 hulpmiddel volgens de uitvinding;
Fig. 2 een schematisch onderaanzicht van het in fig. 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld; Fig. 3 een schematisch perspectivisch zicht van het omtrekslichaam van een hulpmiddel volgens de uitvinding met wijze van langsverbinding;
Fig. 4 een schematisch aanzicht van het hulpmiddel volgens de uitvinding in op een 25 been aangebrachte toestand; en tenslotte
Fig. 5 een schematische detail weergave van een gedeelte van een hulpmiddel volgens de uitvinding bij het verwijderen ervan.
Onder verwijzing naar figuren 1 en 2 wordt een hulpmiddel 1 getoond dat bestemd is 30 voor het uittrekken van elastische kousen. Hulpmiddel 1 omvat een flexibel, kokervormig omtrekslichaam 2 uit een glad materiaal. Het omtrekslichaam 2 is aan de buitenzijde ervan (dit is in gebruik de van het been 20 afgekeerde zijde) voorzien van fixeermiddelen 10 waarmee het hulpmiddel 1 tenminste tijdelijk om het been 20 kan worden aangebracht.
7
De laterale zijden 5 en 6 van het omtrekslichaam 2 kunnen volgens de uitvinding beide open zijn. In de in figuren 1 en 2 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm vormt laterale zijde 5 een opening, waardoorheen in gebruik het been kan worden gestoken. Laterale 5 zijde 6 vormt een gesloten rand, verkregen door op elkaar liggende omtrekranden op elkaar vast te stikken langs stiknaad 7. Het getoonde kokervormige hulpmiddel 1 is eenvoudig te vervaardigen, en loopt bij voorkeur min of meer taps toe, waarbij het open randgedeelte 5 breder is dan het gesloten randgedeelte 6. Om het instappen te vergemakkelijken omvat het randgedeelte 5 een hoofdzakelijk recht eerste randgedeelte 10 5a en een tweede randgedeelte 5b in de vorm van een iets uitstekende driehoek.
Het omtrekslichaam 2 is verder voorzien van, bij voorkeur aan het gemeenschappelijk randgedeelte 3 bevestigde, fixeermiddelen 10 waarmee hulpmiddel 1 althans tijdelijk kan worden gefixeerd om het been 20. De fixeermiddelen 10 omvatten in de getoonde 15 voorkeursuitvoeringsvorm een elastische band die in omtreksrichting Y om het been 20 kan worden aangebracht. De elastische band 10 is voorzien van sluitmiddelen 11, waarmee de band 10 tenminste tijdelijk op zichzelf kan worden vastgezet. De sluitmiddelen 10 omvatten een klittenbandstelsel van samenwerkende primaire klittenbandstrook 12 en secundaire klittenbandstrook 13. De primaire klittenbandstrook 20 12 is aan één zijde van de elastische band 10 aangebracht, de secundaire klittenbandstrook 13 aan de andere zijde, waarbij de secundaire klittenbandstrook 13 zich over een relatief klein gedeelte van het vrije uiteinde van de band 10 uitstrekt, zoals is getoond door het gearceerde gedeelte 13 in figuur 1.
25 De elastische band 10 kan van ieder stevig elastisch materiaal zijn vervaardigd, zoals bijvoorbeeld een met weefsel versterkt rubber kunststof. Het omtrekslichaam 2 van hulpmiddel 1 is bij voorkeur vervaardigd uit een met polytetrafluoretheen (PTFE) gecoat weefsel, zoals een nylonweefsel of een glasvezeldoek. Een bijzonder geschikt weefsel is het zogenaamde ribstopweefsel.
30
Omtrekslichaam 2 wordt bijvoorbeeld gevormd uit een in de vorm van een parallellogram gesneden vel van een glad materiaal. Dit vel wordt vervolgens omgevouwen door twee tegenoverliggende vrije randgedeeltes (30, 31) ervan naar elkaar toe te brengen waardoor een hoedvormig geheel ontstaat, zoals wordt getoond in 8 figuur 3. De aldus naar elkaar toegebrachtc vrije randgedeeltes (30, 31) worden dan in de lengterichting X aan elkaar verbonden door middel van stikverbinding 4, waarbij een gemeenschappelijk randgedeelte 3 ontstaat. Het gemeenschappelijke randgedeelte 3 wordt tevens op elkaar gestikt, waarbij desgewenst tegelijkertijd de elastische band 10 5 wordt mee gestikt (zoals getoond in de inzet van figuur 3). Het heeft voordelen wanneer de stikverbinding 4 wordt gevormd door een engelse naad. Een dergelijke naad wordt in detail getoond in de inzet van figuur 3 en omvat twee vrije randgedeeltes (30, 31) die aan hun basis in de lengterichting zijn verbonden door middel van een stiknaad 4 en die over een zekere lengte 32 zijn omgevouwen en daarna opnieuw ter hoogte van het 10 andere uiteinde in de langsrichting zijn verbonden door middel van een stiknaad 33.
Onder verwijzing naar figuren 4 en 5 wordt de werking van het hulpmiddel 1 volgens de uitvinding bij het uittrekken van een elastische kous toegelicht. Om het hulpmiddel 1 te gebruiken bij het uittrekken van een om een been 20 aangebrachte elastische kous 50 15 wordt vooreerst de voet in de door omtreksranden (5a, 5b) gevormde instapopening van het hulpmiddel 1 gestoken, waarbij de voet tot dusdanig diepte in het hulpmiddel 1 wordt gebracht dat de omtrcksrand 5 ervan ter hoogte komt van de bovenrand 51 van de elastische kous. Het hulpmiddel 1 vormt in deze toestand als het ware een relatief loszittend omhulsel voor het van de elastische kous voorziene been. Het hulpmiddel 1 20 wordt vervolgens met een zekere spankracht om het been 20 gefixeerd door de elastische band 10 om het been te slaan (in de omtreksrichting Y) en dit op zichzelf te fixeren onder een zekere spankracht. Het fixeren van de band 10 op zichzelf gebeurt in een voorkeursvariant door de secundaire klittenbandstrook 13 die zich over een relatief klein gedeelte van het vrije uiteinde van de band 10 uitstrekt vast te drukken op de 25 primaire klittenbandstrook 12 zie zich aan de andere zijde van de elastische band 10 bevindt. De positie van de elastische band 10 langs het been 20 is in beginsel vrij te kiezen. Zo is de elastische band 10 in figuur 4 onder de kuitspier aangebracht. Bij voorkeur wordt de elastische band 10 ter hoogte van de enkel aangebracht. Nadat het hulpmiddel 1 aldus is gefixeerd worden de bovenranden 51, respectievelijk 5 van de 30 elastische kous 50 en hulpmiddel 1 gezamenlijk beetgenomen en over een geringe afstand omgeslagen in de richting van de voet. Het omgeslagen gedeelte strekt zich hierbij uit tussen de rand 51 en de aldus gevormde bovenrand 52 (zie figuur 4), en zorgt tevens voor een bijkomende fixatie van het hulpmiddel 1 om het been 20. Zoals in detail getoond in figuur 5 maakt het omgeslagen gedeelte 21 van het omtreksoppervlak 2 van 9 het hulpmiddel 1 contact met een niet-omgeslagen gedeelte 22 van hetzelfde omtreksoppervlak 2. Door nu met de hand een benedenwaartse kracht F uit te oefenen op de elastische kous 50, wordt deze verder in de richting van de voet afgerold. Hierbij zullen de gedeeltes (21, 22) van het omtreksoppervlak 2 van het hulpmiddel 1 over 5 elkaar worden afgeschoven. Hoewel beide gedeeltes (21, 22) van het omtreksoppervlak onder de druk van de elastische kous 50 tegen elkaar worden gehouden zal het afschuiven vrijwel zonder wrijving kunnen gebeuren, onder andere dankzij de eigenschappen van het materiaal waaruit het hulpmiddel is gemaakt. Doordat de wrijvingscoëfficiënt van het met teflon beklede omtrekslichaam 2 immers laag is, is ook 10 de voor het in de richting van de voet afwikkelen van het hulpmiddel benodigde kracht relatief gering. Het gedeelte 53 van de elastische kous 50 dat in contact is met het been 20, welk contact in beginsel een vrij grote wrijvingskracht zou kunnen veroorzaken, blijft in hoofdzaak stationair. Bij het verder gecombineerd afrollen van kous 50 en hulpmiddel 1 in de richting van de voet zullen op een gegeven moment de 15 fixeermiddelen in de vorm van de onder een zekere spankracht om het been aangebrachte elastische band 10 worden bereikt. Om de kous 50 volledig van het been en de voet af te kunnen rollen dient de fixatie door de elastische band 10 te worden opgeheven. In de getoonde variant gebeurt dit automatisch bij het afrollen van de kous 50. Bij het bereiken van de elastische band 10 grijpt de bovenrand 52 (die zich dan lager 20 langs het been 20 bevindt dan is getoond in figuur 4) aan op de bovenrand van de elastische band 10. Door het omgeslagen gedeelte van de kous 50 nu verder in de richting van kracht F af te rollen wordt het klittenband sluitsysteem (12, 13) van de elastische band 10 belast waardoor de primaire en secundaire klittenbandstroken (12, 13) loslaten en de fixatie wordt opgeheven. De kous 50 kan nu verder ongehinderd 25 worden afgerold, waarna het hulpmiddel 1 eenvoudig uit de kous kan worden verwijderd.
De uitvinding is niet beperkt tot het hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Het moge duidelijk zijn dat binnen het raam van de uitvinding verschillende wijzigingen 30 kunnen worden aangebracht, die voor de vakman voor de hand liggen.

Claims (14)

1. Hulpmiddel voor het uittrekken van elastische kousen, omvattende een flexibel, kokervormig omtrekslichaam uit een glad materiaal, dat in gebruik om een van een elastische kous voorzien been kan worden geschoven, waarbij het omtrekslichaam aan de van het been afgekeerde zijde is voorzien van fixeermiddelen waarmee het hulpmiddel tenminste tijdelijk om het been kan worden aangebracht.
2. Hulpmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de fixeermiddelen een elastische band omvatten die in omtreksrichting om het been kan worden aangebracht, en die tevens is voorzien van sluitmiddelen, waarmee de band tenminste tijdelijk op zichzelf kan worden vastgezet. 15
3. Hulpmiddel volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de sluitmiddelen een klittenbandstelsel omvatten van samenwerkende primaire en secundaire klittenbandstroken.
4. Hulpmiddel volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de elastische band aan een zijde is voorzien van primaire klittenbandstrook en aan de andere zijde van secundaire klittenbandstrook.
5. Hulpmiddel volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de secundaire 25 klittenbandstrook zich over een relatief klein gedeelte van het vrije uiteinde van de band uitstrekt.
6. Hulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het omtrekslichaam is gevormd door twee tegenoverliggende vrije randgedeeltes van een 30 vlak vel van het materiaal naar elkaar toe te brengen en althans gedeeltelijk met elkaar te verbinden, aldus een gemeenschappelijk randgedeelte vormend.
7. Hulpmiddel volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het gemeenschappelijk randgedeelte zich in de lengterichting van het hulpmiddel uitstrekt, en de 35 fixeermiddelen aan het gemeenschappelijk randgedeelte zijn bevestigd.
8. Hulpmiddel volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de verbinding een stikverbinding is en wordt gevormd door een engelse naad.
9. Hulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het glad materiaal een met een wrijvingsarme kunststof gecoate materiaalstructuur omvat.
10. Hulpmiddel volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de wrijvingsarme kunststof een polyolefine omvat. 10
11. Hulpmiddel volgens conclusie 10, met het kenmerk dat het polyolefine een polytetrafluoretheen omvat.
12. Hulpmiddel volgens één der conclusies 9-11, met het kenmerk dat de 15 materiaalstructuur een dun weefsel, een non-woven en/of een folie van een thermoplastische kunststof en/of glasvezel omvat.
13. Hulpmiddel volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de materiaalstructuur vervaardigd is uit een kunststof gekozen uit de groep van polyesters en/of polyamides. 20
14. Hulpmiddel volgens één der conclusies 9-13, met het kenmerk dat de thermoplastische kunststof en/of de wrijvingsarme kunststof een antiblokmiddel omvat. 25
NL2001400A 2008-03-25 2008-03-25 Hulpmiddel voor het uittrekken van elastische kousen. NL2001400C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001400A NL2001400C2 (nl) 2008-03-25 2008-03-25 Hulpmiddel voor het uittrekken van elastische kousen.
EP09156084A EP2113179A1 (en) 2008-03-25 2009-03-24 Aid for pulling off elastic stockings
US12/410,611 US20090242594A1 (en) 2008-03-25 2009-03-25 Aid for Pulling Off Elastic Stockings

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001400 2008-03-25
NL2001400A NL2001400C2 (nl) 2008-03-25 2008-03-25 Hulpmiddel voor het uittrekken van elastische kousen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001400C2 true NL2001400C2 (nl) 2009-09-28

Family

ID=39952343

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001400A NL2001400C2 (nl) 2008-03-25 2008-03-25 Hulpmiddel voor het uittrekken van elastische kousen.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US20090242594A1 (nl)
EP (1) EP2113179A1 (nl)
NL (1) NL2001400C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2113178A1 (en) 2008-04-30 2009-11-04 Philip Morris Products S.A. An electrically heated smoking system having a liquid storage portion
NL2002780C2 (nl) * 2009-04-23 2010-08-09 Arion Internat B V Hulpmiddel voor het aan- en uittrekken van elastische kousen.
NL2006039C2 (nl) * 2011-01-20 2012-07-23 Arion Holding B V Hulpmiddel voor het aantrekken van (met name) elastische kousen.
US10238225B2 (en) * 2016-06-08 2019-03-26 Windor Enterprises, LLC Compression garment donning aid device, method, and kit
DE102016111834B4 (de) * 2016-06-28 2019-01-10 Dirk Junge An- und Ausziehhilfe für Kompressionsstrümpfe

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9401036U1 (de) * 1994-01-22 1995-05-24 Heymann, Volker, 68159 Mannheim Ausziehvorrichtung für Kompressionsstrümpfe
DE20012895U1 (de) * 2000-07-14 2001-03-01 Roth Adolf Ausziehhilfe für Kompressionsstrümpfe
WO2003094648A1 (en) * 2002-05-08 2003-11-20 Arion International B.V. Hook and lopp fastener, a hook and loop connecting strip, and a dressing aid for, for example, compression stockings and compression pantyhose

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3401856A (en) * 1965-12-28 1968-09-17 Berlin Abe Hosiery-donning device
NL1000925C2 (nl) * 1995-08-03 1997-02-04 Arion Int Bv Hulpmiddel voor het aantrekken van elastische kousen met gesloten teenstuk.
US7699195B2 (en) * 2005-10-27 2010-04-20 Julius Zorn, Inc. Apparatus for donning and/or doffing a compression garment and related methods

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9401036U1 (de) * 1994-01-22 1995-05-24 Heymann, Volker, 68159 Mannheim Ausziehvorrichtung für Kompressionsstrümpfe
DE20012895U1 (de) * 2000-07-14 2001-03-01 Roth Adolf Ausziehhilfe für Kompressionsstrümpfe
WO2003094648A1 (en) * 2002-05-08 2003-11-20 Arion International B.V. Hook and lopp fastener, a hook and loop connecting strip, and a dressing aid for, for example, compression stockings and compression pantyhose

Also Published As

Publication number Publication date
EP2113179A1 (en) 2009-11-04
US20090242594A1 (en) 2009-10-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2001400C2 (nl) Hulpmiddel voor het uittrekken van elastische kousen.
US11497887B2 (en) Intermittent urinary catheter assembly and an adapter assembly for intermittent urinary catheter
EP2043573B1 (en) A compression stocking applicator
DE69830725T2 (de) Chirurgisches einschnitt-abdecktuch
US3403682A (en) Incontinence devices
EP0935435B1 (en) Aid for putting on elastic stockings having a closed toe portion
US9498077B2 (en) Footwear application assisting apparatus
JP2023099574A (ja) 力変調組織ブリッジ、関連するツール、キット、および方法
EP1790258B1 (en) Donning device for stockings
NL2002780C2 (nl) Hulpmiddel voor het aan- en uittrekken van elastische kousen.
EP2478800B1 (en) Aid for putting on elastic stockings in particular
US8418896B1 (en) Sock donning assistance apparatus
US20150190007A1 (en) Insertion aids
NL2000244C2 (nl) Hulpmiddel voor het verschuiven van lasten over een contactoppervlak.
NO340907B1 (no) Anordning for å feste et kateter til hud
DE9401036U1 (de) Ausziehvorrichtung für Kompressionsstrümpfe
EP3122196B1 (en) Disposable cloth
US20210393063A1 (en) Aid Device for Elastic Support Stockings
CN101010050A (zh) 展开条
DE102015113774A1 (de) Schuhabsatzschoner
GB2520070A (en) Gripping devices
JPH0581U (ja) 小動物類捕獲器
IE20070275U1 (en) Stocking donner and removal aid

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
PD Change of ownership

Owner name: ARION HOLDING B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: VERANDERING VAN EIGENAAR(S), OVERDRACHT; FORMER OWNER NAME: ARION INTERNATIONALB.V.

Effective date: 20151218