NL2001342C2 - Balsem voor het afdekken van slijmvliezen tegen in de lucht aanwezige allergene stoffen, het gebruik van de balsem en een applicator voor de balsem. - Google Patents

Description

Sch/svk/Boegem-4q

BALSEM VOOR HET AFDEKKEN VAN SLIJMVLIEZEN TEGEN IN DE LUCHT AANWEZIGE ALLERGENE STOFFEN, HET GEBRUIK VAN DE BALSEM EN EEN APPLICATOR VOOR DE BALSEM

De uitvinding ligt op het terrein van het preventief behandelen van inhalatie-allergieën, zoals hooikoorts,

Gezondheidsautoriteiten adviseren lijders aan 5 inhalatie-allergieën, zoals hooikoorts, contact met de betreffende allergene stoffen zoveel mogelijk te vermijden en geneesmiddelen te gebruiken die de allergische reacties onderdrukken.

Het is een doel van de uitvinding, een medisch 10 inert onwerkzaam middel te bieden, bij gebruik waarvan de betreffende allergische reacties niet, of althans aanzienlijk minder heftig optreden.

In verband hiermee verschaft de uitvinding een balsem voor het afdekken van slijmvliezen, in het 15 bijzonder neus-slijmvliezen, tegen het directe contact met in de lucht aanwezige allergene stoffen, zoals pollen van grassen, planten, struiken, of bomen, uitwerpselen van huisstofmijt, fijn stof, bijvoorbeeld stof dat is vrijgekomen bij het schuren, slijpen, boren, frezen, of 20 zagen van vaste materialen, zoals hout, kunststoffen, metalen en dergelijke, roet, rook of andere verontreinigingen, welke balsem een smeerbare, pasteuze, vettige substantie is, 25 zodanig, dat na aanbrengen van balsem op de slijmvliezen een gebruiker althans minder onderhevig is aan inhalatie-allergieën, zoals hooikoorts.

In een bepaalde uitvoering vertoont de balsem de bijzonderheid, dat de balsem pasteus vet bevat.

2

Als alternatief of in combinatie daarmee kan de balsem het kenmerk bezitten, dat de balsem olie bevat.

In een combinatie van de laatstgenoemde twee aspecten kan de balsem de bijzonderheid vertonen, dat de 5 balsem pasteus of althans min of meer vast vet en olie bevat.

Bij voorkeur vertoont de balsem het kenmerk, dat hij vrij is van toevoegingen, zoals geurmiddelen, kleurmiddelen, geleermiddelen en conserveringsmiddelen.

10 Volgens een aspect van de uitvinding kan de balsem de bijzonderheid vertonen, dat het vet een mineraal vet bevat, zoals vaseline en paraffine.

Als alternatief of in combinatie daarmee kan de balsem het kenmerk vertonen, dat het vet een dierlijk vet 15 bevat, zoals bijenwas en wolvet.

Ook kan de balsem de bijzonderheid vertonen, dat het vet een plantaardig vet bevat, zoals kokosvet, mangoboter, palmvet, sheaboter en cacaoboter. De genoemde categorieën vet kunnen individueel of in combinatie met 20 elkaar worden toegepast.

Ook verschillende typen vetten van deze!fde categorie, dus mineraal, dierlijk of plantaardig, kunnen desgewenst in combinatie worden toegepast.

Volgens weer een ander aspect van de 2b uitvinding vertoont de balsem de bijzonderheid, dat de vloeibare olie een dierlijke olie bevat.

Dierlijke oliën zijn in vele vormen en soorten bekend. Ze zijn meestal goed bruikbaar als bestanddeel van een balsem volgens de uitvinding.

30 De voorkeur wordt echter gegeven aan een balsem, waarin de dierlijke olie vrij is van van zeedieren afkomstige olie, zoals levertraan, walvistraan of visolie. Van zeedieren afkomstige olie verspreidt meestal een door de meeste mensen als onaangenaam ervaren 35 geur en blijkt in de praktijk relatief snel aan bederf onderhevig te zijn.

Zeker bij gebruik van de balsem op het neusslijmvlies verdient het om voor de hand liggende 3 redenen de voorkeur, als de balsem in hoofdzaak nagenoeg reukloos is, althans geen onaangename geur verspreidt.

Ook kan de balsem de bijzonderheid vertonen, dat de olie een plantaardige olie bevat, zoals 5 amandelolie, avocado-olie, borage-olie (ofwel bernagie-olie), druivenpitolie, hennepolie, jathropa-olie, jojoba-olie, katoenzaadolie, kokosolie, koolzaadolie (ofwel canola-olie), lijnzaadolie (ofwel lijnolie), macadamia-olie, maïsolie, olijfolie, palmolie, palmpitolie, pinda-10 olie (ofwel arachide-olie), raapolie, rijstkiemolie of rijstvliesolie, saffloerolie (ofwel distelolie), sesamolie, soja-olie, tarwekiemolie, teunisbloemolie, walnootolie, wonderolie (ofwel ricinus-olie ofwel castorolie), zonnebloemolie, sia-olie (meestal een 15 mengsel van verschillende soorten plantaardige oliën).

Van de genoemde zogenaamde vette oliën (ter onderscheiding van zogenaamde etherische olie) komen de volgende oliën primair in aanmerking, onder meer in verband met hun grote bekendheid, verspreiding en 20 langjarige toepassing in bijvoorbeeld cosmetische producten: maïsolie, olijfolie, palmolie, sesamolie, soja-olie, tarwekiemolie en zonnebloemolie.

De sterke geur van etherische oliën maakt deze oliën in het algemeen minder geschikt om in de neus te 25 gebruiken. Tevens bestaat er een ten opzichte van andere oliesoorten grotere kans op allergische reacties en overgevoeligheidsreacties voor etherische oliën.

In verband daarmee vertoont een balsem bij voorkeur de bijzonderheid, dat de olie vrij is van 30 etherische olie, zoals bergamotolie, citroenolie, eucalyptusolie, kruidnagelolie, lavendelolie, olibanum-olie, patchouli-olie, pepermuntolie, rozemarijnolie, sandelhoutolie, sinaasappelolie, steranijsolie en tijmolie.

35 Volgens een bepaald aspect van de uitvinding vertoont de balsem de bijzonderheid, dat hij minder dan 5 gewichts-%, bij voorkeur minder dan 1 gewichts-%, water bevat.

4

Een specifieke uitvoering van de balsem vertoont de bijzonderheid, dat hij sap van de aloë vera bevat. Aloë vera is een plant, waarvan het sap volgens diverse publicaties bij aanbrengen op de huid een zekere 5 verkoelende en verzachtende invloed heeft. Bij toepassing in de balsem volgens de uitvinding zou deze eigenschap een gunstig effect kunnen hebben, naast de afdekkende werking tegen contact met allergene stoffen.

Bij voorkeur wordt de balsem zodanig 10 uitgevoerd, dat de verhouding tussen vet en olie zodanig is gekozen, dat de balsem bij een gebruikstemperatuur van circa 25 - 38 °C persistent is. Met het begrip "persistent" wordt bedoeld, dat de balsem gedurende langere tijd een goede deklaag vormt en, anders dan bij 15 bijvoorbeeld minder viskeuze substanties, zoals meer olieachtige substanties en gels, geen neiging tot loslating en migratie als gevolg van bijvoorbeeld de zwaartekracht bezit.

Vastgesteld is, dat door de slijmvliezen van de 20 neus met een laagje van de balsem volgens de uitvinding te bedekken gedurende langere tijd een substantiële vermindering van allergische reacties optreedt.

Er bestaan patiënten die niet alleen allergisch zijn voor de genoemde in de lucht aanwezige allergene 25 stoffen, maar ook voor bepaalde plantaardige stoffen, waaronder plantaardige oliën. In verband daarmee is het van belang, dat aan patiënten een balsem kan worden aangeboden, waarin zich geen bestanddeel bevindt van een type, waarvoor de gebruiker allergisch is. Een specifieke 30 uitvoering van de balsem volgens de uitvinding vertoont dan ook de bijzonderheid, dat de balsem vrij is van een bestanddeel waarvoor een gebruiker allergisch is. Het zal duidelijk zijn, dat in dit verband verschillende typen balsem op de markt gebracht kunnen worden, die alle 35 gebruik maken van bijvoorbeeld een specifiek type plantaardige olie of een combinatie van dergelijke oliën. Op de verpakking en in de bijsluiter kan dan met een betreffende tekst duidelijk worden gemaakt, welke olie of 5 oliën zijn toegepast, en welke olie of oliën zich juist niet in de balsem bevinden, zodat de gebruiker een weloverwogen keuze kan maken.

De genoemde bestanddelen zijn zodanig gekozen, 5 dat het waarschijnlijk lijkt, dat de meeste allergie-patiënten een voor hen zinvolle keuze kunnen maken van een balsem, waarop ze niet allergisch zullen reageren.

Met betrekking tot het gewenste persistente karakter van de balsem wordt opgemerkt, dat wel gepoogd 10 is, uitsluitend een dunne, vloeibare olie op het neusslijmvlies aan te brengen. Deze heeft echter nauwelijks effect. Een olie vormt slechts een dunne film op het neusslijmvlies en verdwijnt snel als gevolg van de zwaartekracht. Het gebruik van bijvoorbeeld uitsluitend 15 witte vaseline heeft het nadeel, zeker na verloop van tijd, een "droog gevoel" te geven.

De balsem volgens de uitvinding heeft, zoals proeven inmiddels hebben aangetoond, deze nadelige effecten niet. Als bijvoorbeeld een onder onbeschermde 20 omstandigheden optredende hooikoortsreactie bij gebruik van de balsem volgens de uitvinding niet optreedt, blijven ook de bijbehorende klachten, zoals niezen, gezwollen neus-slijmvliezen en jeukende en tranende ogen uit. Daardoor kan men door de neus blijven ademen, omdat 25 deze niet verstopt is door de gezwollen neus-sli jmvliezen .

Het afdekken van de neusslijmvliezen met de balsem volgens de uitvinding kan dus de zwelling van de slijmvliezen in de neus, als reactie op contact met een 30 allergene stof, voorkomen. Dat maakt het gebruik van deze balsem ook geschikt voor patiënten met aandoeningen van de luchtwegen, die allergisch reageren op de meest uiteenlopende stoffen die zich binnenshuis in de lucht bevinden. Dit zijn onder meer de fijnverdeelde stoffen 35 zoals die boven gespecificeerd zijn. De neus beschikt over een mechanisme om de in te ademen lucht te zuiveren. Wanneer een patiënt als gevolg van de zwelling van de neus-slijmvliezen gedwongen is door de mond te ademen, 6 wordt de ingeademde lucht niet meer van verontreinigingen en (andere) allergene stoffen ontdaan, hetgeen uit reinigingsoogpunt zeer ongewenst is. Met name voor patiënten met allergische astma respectievelijk COPD is 5 het voorkomen van het binnendringen van deze stoffen via de mond in de luchtwegen essentieel om allergische reacties zoveel mogelijk te beperken.

De onomkeerbare schade die allergische reacties op het longweefsel kunnen hebben zijn al op zeer jonge 10 leeftijd aantoonbaar. Omdat deze patiënten veelal door de mond gaan ademen, omdat het ademen door de neus bemoeilijkt is door het gezwollen neusslijmvlics, komen de allergenen rechtstreeks in de luchtwegen terecht. Door het afdekken van het neusslijmvlies met de balsem zal het 15 neusslijmvlies niet in contact komen met en dus niet kunnen reageren op de in de lucht aanwezige allergenen, zodat de patiënt rustig door de neus kan blijven ademen. Op hun weg door de neus zal althans een substantieel deel van de allergenen in de balsem achter kunnen blijven.

20 Hierdoor zal de hoeveelheid allergenen dat rechtstreeks in de luchtwegen kan komen zeer sterk afnemen en zelfs tot volstrekt onschadelijke proporties kunnen worden gereduceerd.

In een Nederlands onderzoek is een inhalatie-25 allergie aangetoond bij 28 % - 33 %van de 7 - 12-jarige kinderen, bij ongeveer 50% van de 20 - 29-jarigen, en bij circa 25 % van de 60 - 69-jarigen (bron: RIVM). Het moge echter duidelijk zijn, dat inhalatie-allergieën niet alleen een Nederlands maar een mondiaal probleem zijn.

30 Met nadruk wordt de aandacht erop gevestigd, dat de balsem volgens de uitvinding en het gebruik daarvan niet kwalificeert als een medisch hulpmiddel respectievelijk een medisch handelen. Er vindt immers geen enkele ingreep in het menselijk lichaam plaats. De 35 balsem volgens de uitvinding is zodanig samengesteld, dat in het bijzonder de neussli.jmvliezen slechts worden afgedekt, dus als het ware een "mechanische" behandeling, en bij voorkeur zodanig dat geen van de bestanddelen een 7 allergische reactie bij een gebruiker kan veroorzaken.

Op basis van deze overwegingen zijn er dan ook vele varianten in de samenstelling mogelijk. De samenstelling op zichzelf is weinig of niet specifiek 5 voor de werkzaamheid van de balsem. Het gaat immers om de "afdekkende" functie.

Naast de belangrijke, voor allergie-patiënten zeer wezenlijke werking van de balsem volgens de uitvinding is ook vastgesteld, dat het effect van het 10 reukvermogen van de aangebrachte balsem nihil is. Dit is een belangrijke constatering. De neus immers bevat het reukorgaan, dat waarschuwt bij contact met afwijkende geuren en aldus een belangrijke signaalfunctie kan vervullen. Bij voorbeeld kan dit de geur van een 15 brandbaar gas of bedorven voedsel zijn. Bij het gebruik van de balsem volgens de uitvinding is bij onderzoekingen geen enkele invloed op het functioneren van het reukorgaan vastgesteld.

Verder richt de uitvinding zich op het gebruik 20 van de balsem volgens de hiervoor gegeven specificatie, waarbij de balsem wordt aangebracht op slijmvliezen, in het bijzonder neus-slijmvliezen en aldus deze slijmvliezen afdekt tegen het directe contact met in de lucht aanwezige allergene stoffen.

25 Bijvoorbeeld kan het gebruik zodanig plaatsvinden, dat het aanbrengen van de balsem plaatsvindt met de hand, een wattenstaafje, een spatel, een applicator, of een spuitbus die een suspensie met de balsem bevat. Voor toepassing als preventie tegen 30 hooikoorts is het voldoende om de neus-slijmvliezen met balsem te bedekken, voordat de gebruiker naar buiten gaat, waar het contact met de allergenen plaats kan vinden. Voor toepassing binnenshuis is het aanbrengen van de balsem bij het opstaan aan te bevelen, en wordt bij 35 voorkeur de balsem verwijderd bij het naar bed gaan.'

Het verwijderen van de balsem vindt voor toepassing zowel binnenshuis als buitenshuis op dezelfde wijze plaats. De neus dient eerst op een zachte wijze 8 gesnoten en dus gereinigd te worden. Vervolgens dienen de resten van gebruikte en aldus verontreinigde balsem te worden verwijderd, bijvoorbeeld met een propje watten of een wattenstaafje dat in olie gedrenkt is. Door gebruik 5 te maken van een in olie gedrenkt wattenstaafje wordt voorkomen, dat de overgevoelige neusslijmvliezen gedurende de periode dat ze niet beschermd hoeven te worden, zoals gedurende de nacht, te droog worden en daardoor weer geïrriteerd raken. De reiniging met de in 10 olie gedrenkte wattenstaafjes kan deze uitdroging althans enigszins voorkomen. Desgewenst kan ook voor de nacht opnieuw balsem worden aangebracht. Tot op heden lijkt het aanbrengen van de balsem op de slijmvliezen in de neus met een wattenstaafje een praktische werkwijze.

15 Wattenstaafjes met daarop een hoeveelheid balsem en gereed voor eenmalig gebruik, zijn als disposable ook vanuit hygiënisch oogpunt praktisch. Om de balsem na verloop van tijd van de neusslijmvliezen te verwijderen kunnen wattenstaafjes gebruikt worden die bijvoorbeeld 20 gedrenkt zijn in dezelfde oliesoort als de olie die in de balsem is verwerkt.

Het gebruik van de balsem kan verder zodanig plaatsvinden, dat het aanbrengen van de balsem plaatsvindt met de hand, een wattenstaafje, een spatel, 25 een applicator, of een spuitbus die een suspensie met de balsem bevat.

Verder richt de uitvinding zich op een applicator met een voorraadhouder voor balsem volgens de hiervoor gegeven specificatie en met afgiftemiddelen voor 30 het afgeven daarvan en voor het aldus gebruiken van de balsem volgens de hiervoor gegeven specificatie.

De applicator kan verder voorzien zijn van verdringermiddelen voor het bij activering daarvan via ten minste één afgifte-opening afgeven van balsem.

35 Volgens een volgend aspect van de uitvinding kan de applicator de bijzonderheid vertonen, dat de ten minste ene afgifte-opening zich bevindt in de omtrekswand van een buis met gesloten einde, welke buis een zodanige 9 diameter bezit, dat hij in de neus ingebracht kan worden.

Om de mogelijk reeds geïrriteerde slijmvliezen van de neus zoveel mogelijk te ontzien vertoont de applicator bij voorkeur de bijzonderheid, dat althans het 5 buitenvlak van de buis bestaat uit een enigszins zacht en flexibel materiaal.

Tenslotte kan de applicator met voordeel de bijzonderheid vertonen, dat de voorraadhouder een met de hand indrukbare wand bezit, op de wijze van een knijpfles 10 of tube.

Opgemerkt wordt, dat ook van een injectiespuitachtige structuur gebruik gemaakt kan worden. Een knijpfles-achtige structuur of een indrukbare tube is echter gemakkeiijker met één hand te bedienen.

15 Als applicator komt in aanmerking een neusspray-flesje, waarvan het mondstuk in de neus wordt gebracht en waardoor, als gevolg van het indrukken van het flesje met de hand, er een hoeveelheid van de pasteuze balsem volgens de uitvinding in de neus terecht 20 komt. Er kan worden gedacht aan een modificatie van het bekende flesje voor de balsem volgens de uitvinding in die zin, dat er op het flesje een buis met gesloten einde en een afgeronde buitenzijde bevestigd is, die aan de binnenzijde massief is, althans van een prop is voorzien, 25 en waarvan de buitenwand uit twee lagen bestaat. De binnenwand is gesloten en de buitenwand bevat openingen, waar doorheen de balsem vanuit de flexibele houder naar buiten kan worden geperst als er met de hand druk op het flesje wordt uitgeoefend. Door de buis te roteren, worden 30 afgifte-openingen vrijgemaakt en na gebruik door terugdraaien weer gesloten. Vervolgens wordt op op zichzelf algemeen bekende wijze over de buis een afsluitdop gedraaid of door klikken vastgezet.

Nadat met een dergelijke applicator de balsem 35 in de neus is aangebracht, wordt de inbrengbuis bij voorkeur enigszins draaiend of heen en weer bewegend uit het neusgat verwijderd, waardoor de verdeling van de balsem in de neus zoveel mogelijk homogeen plaatsvindt.

10

De uitvinding is niet tot een specifieke samenstelling of percentages van hot vaste of pasteuze vet ten opzichte van de olie beperkt. Gedacht kan worden aan een aandeel van circa 25 - 30% olie en oen aanvulling 5 tot 100% met vet.

In het geval waarin een wat geringere viscositeit, dus een iets meer vloeiend en gemakkelijker smeerbaar karakter gewenst is, zou kunnen worden overwogen, het aandeel plantaardige olie te verhogen, en 10 wel tot bijvoorbeeld 50 % of zelfs 75 %. Dit maakt het aanbrengen van de balsem gemakkelijker, maar brengt ook het risico met zich mee, dat de persistentie van de balsem verslechtert.

Uit aardolie verkregen pasteuze of althans min 15 of meer vaste vetten zoals vaseline en paraffine verdienen waarschijnlijk de voorkeur, omdat ze, in tegenstelling tot de vetten van plantaardige en dierlijke afkomst, niet door de huid en de slijmvliezen van de neus worden opgenomen. Daarnaast zijn de vaste stoffen uit 20 aardolie in gezuiverde vorm absoluut vrij van ziektekiemen en worden ze door nagenoeg iedereen goed verdragen. Een nadeel is de mogelijkheid van een zogenaamde "paraffine-verslaving" en de neiging tot verdroging van de huid. Door een zekere hoeveelheid olie 25 aan de vaste of pasteuze vetten toe te voegen wordt de mogelijkheid tot het ontstaan van een paraffine-verslaving en het verdrogen van de huid of het slijmvlies aanzienlijk verminderd. Tevens kan door de toevoeging van olie aan het vet de juiste smeerbaarheid worden 30 gerealiseerd, in combinatie met de gewenste persistentie.

Vaseline is bestand tegen de inwerking van chemicaliën en kan een barrièrefunctie vormen ten opzichte van de huid en de slijmvliezen van de neus.

Patiënten die lijden aan cara/copd zijn extra 35 kwetsbaar voor luchtverontreiniging, die jaarlijks naar schatting aan 5.000 Nederlanders het leven kost.

Bepaalde vaste vetten, zoals wolvet, kokosvet, mangoboter, sheaboter, en cacaoboter zijn individueel 11 waarschijnlijk niet geschikt, omdat ze een te laag smeltpunt hebben. Door contact met de huid worden ze aanzienlijk vloeibaarder, waardoor onder invloed van de zwaartekracht de afdekkende beschermlaag de neiging zal 5 hebben te verdwijnen. Deze vetten zijn individueel dus minder geschikt in verband met hun gebrek aan persistentie onder gebruiksomstandigheden. Wel kunnen er bepaalde stoffen aan deze vetten worden toegevoegd ter verhoging van het smeltpunt en verbetering van de 10 persistentie bij een gebruikstemperatuur van circa 25 -38 °C.

Onder meer vaseline, paraffine, bijenwas en palmvet moeten worden verwarmd om ze te laten smelten.

Het smelttraject ligt voldoende boven de temperatuur in 15 de neus. Het is ook mogelijk om een combinatie van bijvoorbeeld vaseline, bijenwas en sesamolie te maken, evenals een nagenoeg ongelimiteerd aantal andere combinaties.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de 20 hand van bijgaande tekeningen. In de tekeningen tonen:

Figuur 1 een schematische weergave van het gebruik van een applicator voor de balsem volgens de uitvinding; figuur 2 een vooraanzicht van de applicator; 25 figuur 3 een zijaanzicht van de applicator; figuur 4 de applicator volgens figuur 3, waarin is aangegeven, op welke wijze door samenknijpen balsem kan worden afgegeven; figuur 5 een dwarsdoorsnede door een aantal 30 applicatoren in een verpakking, voorafgaand aan het vullen daarvan; figuur 6 een met figuur 5 corresponderend aanzicht in de fase, waarin een aantal applicatoren simultaan worden gevuld; 35 figuur 7 een ten dele transparant vooraanzicht van de fase, waarin de gevulde applicatoren door sealen worden gesloten; figuur 8 de in figuur 7 getoonde situatie in 12 zijaanzicht; figuur 9 een als deplicator dienstdoend wattenstaafje, waarvan de van watten voorziene uiteinden zijn gedrenkt in een geschikte olie; 5 figuur 10 een als schuimstofstaafje uitgevoerde deplicator; figuur 11 een deel van een stripverpakking met twee deplicatoren volgens figuur 9; figuur 12 een deel van een stripverpakking met 10 twee deplicatoren volgens figuur 10; en figuur 13 een perspectivisch aanzicht van een verpakking, omvattende een kartonnen doos en een daarin te plaatsen blister-drager, die vierentwintig applicatoren en vierentwintig deplicatoren draagt.

15 Figuur 1 toont het gebruik van een applicator 1 met een buis 5 met perforaties 2, welke buis een gesloten einde vertoont en bestaat uit een zacht, flexibel materiaal, bijvoorbeeld een rubberachtig materiaal of een zachte kunststof. Ken pijl 3 duidt aan, op welke wijze de 20 buis 5 in de neus van de gebruiker kan worden ingébracht. Een ronde pijl 4 duidt aan, dat met de in de neus ingebrachte buis 5 een enigszins draaiende beweging moet worden gemaakt om de balsem effectief over het neusslijmvlies te verspreiden.

25 De in de applicator 1 aanwezige balsem moet via de perforaties 2 worden uitgedrukt door het uitoefenen van een knijpbeweging door de vingers 6. Op welke wijze de applicator 1 is opgebouwd en moet worden gebruikt zal nog worden toegelicht aan de hand van de figuren 2, 3 en 30 4.

Figuur 2 toont, dat de buis 5 van de applicator 7 een afgeronde top 7 bezit. De buis 5 vertoont de perforaties 2, terwijl in een zich onder de buis 5 bevindend verbreed deel een zekere hoeveelheid balsem 9 35 bevindt. Onder de balsem 9 bevindt zich een luchtkamer 10, die aan de onderzijde is afgedicht door middel van een sealrand 11.

Figuur 3 toont de applicator 1 in zijaanzicht.

13

Figuur 4 toont, dat de door het volgens pielen 12 samenknijpen van de luchtkamer 10 er balsem 9 via de perforaties 8 uit de buis wordt uitgeperst.

Figuur 5 toont een aantal lege applicatoren die 5 met de buis in neerwaartse richting worden gedragen door een blister-drager van door thermovormen gemodelleerde kunststof.

De buisen van de applicatoren passen in respectieve verdiepingen 16 in de blister-drager 15.

10 Ter voorkoming van een onbedoeld uitpersen van balsem uit de gevulde applicatoren wordt gebruik gemaakt van een afsluitende rand 17, die de buis met de perforaties 8 effectief afdicht, zodanig dat eventueel uitgetreden balsem geen neiging tot verdroging of andere 15 ongewenste inwerking van blootstelling aan de omgeving, zoals luchtzuurstof, bezit.

Figuur 6 toont het vullen van de nu met 18 aangeduide applicatoren. Een vulmachine 21 vertoont een aantal afgiftebuizen 22 die in de lege applicatoren 20 worden ingebracht. Tijdens het vullen wordt volgens een pijl 20 de vulmachine omhoog verplaatst, zodanig dat de onderranden van de vulbuizen steeds juist boven het balsemoppervlak in de buis gepositioneerd zijn. De in de applicatoren 18, in het bijzonder in de buis daarvan, 25 gebrachte balsem is met het verwijzingsgetal 19 aangeduid.

Figuur 7 toont de gevulde applicatoren 23, die door de blister-drager worden gedragen en nog moeten worden gesloten door middel van een sealmachine met 30 lasbalken {zie daartoe ook figuur 8).

Figuur 8 toont in zijaanzicht de sealmachine 25 met de volgens pijlen 27 naar elkaar toe te bewegen verhitte sealbalken. Deze grijpen de open mondranden van de gevulde maar nog niet gesloten applicatoren 23 volgens 35 figuur 7 aan, knijpen ze naar elkaar toe en sealen aldus de gevulde applicatoren geheel dicht.

Figuur 8 toont in doorzicht verder een uitsparing in de blister-drager voor hierna te 14 beschrijven deplicatoren in stripverpakking.

Figuur 9 toont een deplicator 30 die is uitgevoerd als op zichzelf bekend wattenstaafje, waarvan de uit watten bestaande tips zijn geïmpregneerd met een 5 geschikte olie, in het bijzonder een olie, waarvan de gebruiker weet, dat hij die goed verdraagt en waarvoor hij geen overgevoeligheid bezit.

Figuur 10 toont een functioneel overeenkomstige deplicator met een kunststof staafje en uit schuimstof 10 bestaande tips, die eveneens zijn geïmpregneerd met olie.

F.iguur 11 toont een deel van een gesealde verpakkingsstrip voor de deplicatoren 38 volgens figuur 9. Geperforeerde scheurranden zijn met het verwijzingsgetal 35 aangeduid. Hierdoor kan van een strip 15 34 steeds één verpakking met een deplicator worden afgescheurd. De sealranden 36 zijn met een arcering aangeduid.

Een gemakkelijke scheurbaarheid is op op zichzelf bekende wijze verkregen door gebruik te maken 20 van vertande randen 37.

Figuur 12 toont een zelfde structuur. De verpakk.ingstrip 34 is in deze uitvoering echter bestemd voor het verpakken van de applicatoren 32 volgens figuur 10.

25 Figuur 13 tenslotte toont een volledige verpakking 40 van vierentwintig applicatoren en vierentwintig deplicatoren, waarbij ter wille van de duidelijkheid de gevulde blister-drager met applicatoren en deplicatoren boven een kartonnen doos 42 is getekend 30 waarin hij moet worden opgenomen in de richting van een pijl 34.

Het zal duidelijk zijn dat, ondanks dat de balsem volgens de uitvinding geen geneesmiddel is, het onder omstandigheden wenselijk kan zijn, de hygiëne 35 tijdens de productie en opslag volledig te garanderen. Zo kan op de in de farmaceutische industrie gebruikelijke wijze worden gewerkt in een schone omgeving en zouden de luchtkamers 10 wellicht bij voorkeur niet met zuurstof bevattende lucht kunnen worden gevuld, maar met een niet- oxiderend beschermend gas, bijvoorbeeld stikstof of een edelgas.

15

Verder kan bij de productie van de applicatoren 5 en de deplicatoren en het verpakken daarvan in een niet alleen schone, maar zelfs in een aan hoge eisen van steriliteit voldoende omgeving worden gewerkt.

De uitvinding beperkt zich niet tot de beschreven en getoonde voorbeelden. Vele wijzigingen in 10 de samenstelling van de balsem, de wijze van aanbrengen, dat applicatoren en de deplicatoren zijn binnen het kader van de uitvinding mogelijk.

Claims (23)

1. Balsem voor het afdekken van slijmvliezen, in het bijzonder neus-slijmvliezen, tegen het directe contact met in de lucht aanwezige allergene stoffen, zoals pollen van grassen, planten, struiken, of bomen, 5 uitwerpselen van huisstofmijt, fijn stof, bijvoorbeeld stof dat is vrijgekomen bij het schuren, slijpen, boren, frezen, of zagen van vaste materialen, zoals hout, kunststoffen, metalen en dergelijke, roet, rook of andere verontreinigingen, 10 welke balsem een smeerbare, pasteuze, vettige substantie is, zodanig, dat na aanbrengen van balsem op de slijmvliezen een gebruiker althans minder onderhevig is aan inhalatie-al.lergieën, zoals hooikoorts. 15

2. Balsem volgens conclusie 1, waarin de balsem pasteus vet bevat.

3. Balsem volgens een der voorgaande 20 conclusies, waarin de balsem olie bevat.

4. Balsem volgens de conclusies 2 en 3, waarin de balsem pasteus of althans min of meer vast vet en olie bevat. 25

5. Balsem volgens een der voorgaande conclusies, waarin de balsem vrij is van verdere toevoegingen, zoals geurmiddelen, kleurmiddelen, geleermiddelen en conserveringsmiddelen. 30

6. Balsem volgens conclusie 2, waarin het vet een mineraal vet bevat, zoals vaseline en paraffine.

7. Balsem volgens conclusie 2, waarin het vet een dierlijk vet bevat, zoals bijenwas en wolvet. 5

8. Balsem volgens conclusie 2, waarin het vet een plantaardig vet bevat, zoals kokosvet, mangoboter, palmvet, sheaboter en cacaoboter.

9. Balsem volgens conclusie 3, waarin de vloeibare olie een dierlijke olie bevat.

10. Balsem volgens conclusie 9, waarin de dierlijke olie vrij is van van zeedieren afkomstige olie, 15 zoals levertraan, walvistraan of visolie.

11. Balsem volgens conclusie 3, waarin de vloeibare olie een plantaardige olie bevat, zoals amandelolie, avocado-olie, borage-olie (ofwel bernagie- 20 olie), druivenpitolie, hennepolie, jathropa-olie, jojoba-olie, katoenzaadolie, kokosolie, koolzaadolie (ofwel canola-olie), lijnzaadolie (ofwel lijnolie), macadamia-olie, maïsolie, olijfolie, palmolie, palmpitolie, pinda-olie (ofwel arachide-olie), raapolie, rijstkiemolie of 25 rijstvliesolle, saffloerolie (ofwel distelolie), sesamolie, soja-olie, tarwekiemolie, teunisbloemolie, walnootolie, wonderolie (ofwel ricinus-olie ofwel castorolie), zonnebloemolie, sla-olie (meestal een mengsel van verschillende soorten plantaardige oliën). 30

12. Balsem volgens een der voorgaande conclusie 3, waarin de vloeibare olie vrij is van etherische olie, zoals bergamotolie, citroenolie, eucalyptusolie, kruidnagelolie, lavendelolie, olibanurrt-olie, patchouli- 35 olie, pepermuntolie, rozemarijnolie, sandelhoutolie, sinaasappelolie, steranijsolie en thijmolie.

13. Balsem volgens een der voorgaande conclusies, waarin de balsem minder dan 5 gewichts-%, bij voorkeur minder dan 1 gewichts-%, water bevat.

14. Balsem volgens een der voorgaande 5 conclusies, waarin de balsem sap van de aloë vera bevat.

15. Balsem volgens een der voorgaande conclusie 4, waarin de verhouding tussen vet en olie zodanig is gekozen, dat de balsem bij een gebruikstemperatuur van 10 circa 25 - 38 °C persistent is.

16. Balsem volgens een der voorgaande conclusies, waarin de balsem vrij is van een bestanddeel waarvoor een gebruiker allergisch is. 15

17. Het gebruik van de balsem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de balsem wordt aangebracht op slijmvliezen, in het bijzonder neus-slijmvliezen en aldus deze slijmvliezen afdekt tegen het 20 directe contact met in de lucht aanwezige allergene stoffen.

18. Het gebruik volgens conclusie 14, waarin het aanbrengen van de balsem plaatsvindt met de hand, een 25 wattenstaafje, een spatel, een applicator of een spuitbus die een suspensie met de balsem bevat,

19. Applicator met een voorraadhouder voor balsem volgens een der conclusies 1 - 16 en met 30 afgiftemiddelen voor het afgeven daarvan voor het aldus gebruiken van de balsem volgens een der conclusies 17 en 18 .

20. Applicator volgens conclusie 19, omvattende 35 verdringermiddelen voor het bij activering daarvan via ten minste één afgifte-opening afgeven van balsem.

21. Applicator volgens een der conclusies 19 en 20, waarin de ten minste ene afgifte-opening zich bevindt in de omtrekswand van een buis met gesloten einde, welke buis een zodanige diameter bezit, dat hij in de neus ingebracht kan worden. 5

22. Applicator volgens een der conclusie 21, waarin althans het buitenvlak van de buis bestaat uit een enigszins zacht en flexibel materiaal.

23. Applicator volgens conclusie 29, waarin de voorraadhouder een met de hand indrukbare wand bezit, op de wijze van een knijpfles of tube. 15 *****