NL2001288C2

NL2001288C2 - Werkwijze voor buiging van koppelbare en van een wielbaan voorziene deurprofielen voor overheaddeuren.

Info

Publication number: NL2001288C2
Application number: NL2001288A
Authority: NL
Inventors: Jacob Kwant
Original assignee: Condoor Group B V
Priority date: 2008-02-15
Filing date: 2008-02-15
Publication date: 2009-08-18

Description

- 1 -

WERKWIJZE VOOR BUIGING VAN KOPPELBARE EN VAN EEN WIELBAAN VOORZIENE DEURPROFIELEN VOOR OVERHEADDEUREN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 werkwijze waarbij een aan een langszijde open en in dwarsdoorsnede gebogen profiel voor toepassing in met name overheaddeuren, wordt gebogen.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op 10 een profiel, eventueel een samenstel van profielen, een deur voorzien van dergelijke profielen, en een inrichting voor het toepassen van de werkwijze.

Een dergelijke werkwijze en inrichting zijn van 15 algemene bekendheid. Nadeel van de bekende werkwijzen is dat het buigen van het profiel leidt tot onnauwkeurigheden in de maatvoering van met name de te koppelen uiteinden van de profielen. Daardoor zijn die uiteinden niet gemakkelijk en met een vloeiend verloop van een veelal inwendig in het 20 profiel gelegen wielbaan koppelbaar.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze en inrichting, waarmee het mogelijk is om voor onderlinge koppeling geschikte profielen te 25 vervaardigen, welke geschikt zijn voor toepassing van loopmechanieken voor kleine of grote deuren, onder meer die bekend staan onder de verzamelnaam overheaddeuren.

Daartoe heeft de werkwijze volgens de uitvinding het 30 kenmerk dat een aan een langszijde open en in dwarsdoorsnede gebogen profiel, terwijl het wordt vastgehouden, aan een uiteinde wijder wordt gemaakt, waarna het profiel wordt gebogen.

35 Voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is - 2 - dat het wijder maken van het uiteinde van het profiel, ook wel trompen genoemd, en het vastgehouden vormen van een soort kraag voor koppeling met uiteinden van de originele en onbewerkte uiteinden van andere profielen, leidt tot een 5 met name inwendig gladde, geleidelijke en maatvaste koppeling tussen de verschillende profielen. Daarmee wordt de weg geopend voor het tot stand brengen van trilling- en geluidarme, over een glad verlopende baan binnen het profiel bewegende rail- en loopmechanieken voor allerhande 10 typen overheaddeuren.

Toegespitst op het gebruik in deuren van het sectionaal- of overhead type heeft de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk dat het profiel een inwendige 15 wielbaan heeft en buiging van het profiel zodanig wordt uitgevoerd dat, aan de zijde van de wielbaan, het profiel de kortste uitwendige buigstraal krijgt.

Een volgende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens 20 de uitvinding heeft het kenmerk dat het profiel wordt gebogen terwijl het tegen de omtrek van een trommel aanligt, en/of de trommel van een flensrand is voorzien waartegen het profiel tijdens het buigen aanligt en/of dat een tegenover de open langszijde gelegen gedeelte van het 25 profiel tijdens het buigen tegen de flensrand aanligt.

Met voordeel zijn verscheidene alternatieve werkwijzen toepasbaar om het profiel zodanig vast te houden en speciaal in te klemmen tijdens het buigen, dat de kromming zonder scheeftrekken, vloeiend en vlak kan worden 30 gehouden, zodat de loopwielen van het loopmechaniek gelijkmatig over de wielbaan lopen en de overgang, van de betreffende loopwielen bij doorloop van het ene profiel naar het volgende gekoppelde profiel, nauwelijks voelbaar of hoorbaar is.

35 - 3 -

Een vanwege de verkregen vormvastheid en nauwkeurige maatvoering in het vervaardigde profiel de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding heeft het kenmerk dat het profiel wordt 5 gebogen terwijl het onder meer aan het wijder gemaakte uiteinde wordt meegetrokken, in het bijzonder over de buitenomtrek van de eventueel meedraaiende trommel wordt meegetrokken.

10 Een dienovereenkomstige uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de inrichting middelen omvat voor het vasthouden van een aan langszijde open en in dwarsdoorsnede gebogen profiel, middelen voor het trompen van een uiteinde van het profiel, en middelen 15 voor het buigen van het profiel.

Thans zullen met name de werkwijze, het profiel en de inrichting volgens de onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de onderstaande figuren, waarin 20 overeenkomstige onderdelen van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien. Daarbij tonen:

Figuren IA, 1B en 1C respectievelijk tot een samenstel gekoppelde profielen, ontkoppelde profielen en een dwarsdoorsnede van het profiel volgens de uitvinding; 25 toont:

Figuur 2 de samen met een loopmechaniek aan een overheaddeur toegepaste profielen van figuur 1, en

Figuur 3 een schematische weergave van de inrichting voor het vervaardigen van het profiel van figuur 1.

30

Figuur 1C toont een dwarsdoorsnede van een profiel 1, dat in hoofdzaak U-vormig is en voorzien is van een aan diens langszijde lopende sleuf 2. Figuur 1B twee onderling aan uiteinden 3-1 en 3-2 te koppelen profiellengtes en 35 figuur IA toont de gekoppelde profielen 1. Dergelijke - 4 - profielen 1 bevinden zich veelal aan weerzijden van mogelijk opvouwbare hang-, klap-, vouw-, sectionaal- of overheaddeuren 4 (zie in figuur 2 getoonde deel daarvan), zoals toegepast in fabriekshallen, magazijnen, werkplaatsen 5 of garages. De langssleuf 2 in het profiel 1 dat deel uitmaakt van het vaste gedeelte van het loopmechaniek 5 dient ertoe om met de deur 4 verbonden niet getoonde bewegende delen van het loopmechaniek 5 van de deur 4 tijdens het open en dichtgaan te geleiden. In de praktijk 10 steekt een as, waarop één of meer wielen van het met de deur 4 meebewegende gedeelte van het loopmechaniek 5 zijn aangebracht, door de sleuf 2 en rijden de wielen in het profiel 1, terwijl zij binnen een als wielbaan fungerende holte 6 zijn gevangen.

15 De werkwijze voor het aan het uiteinde 3-1 van het profiel 1 aanbrengen van een verwijde kraag 7 en het desgewenst buigen van datzelfde profiel 1 zal hierna worden toegelicht. Daartoe wordt het profiel 1 in een schematisch in figuur 3 getoonde inrichting 8 vastgehouden, doordat het 20 door klemmiddelen 9 van de inrichting 8 wordt vastgegrepen. Ter plaatse van de te vormen kraag 7 is enige ruimte tussen de buitenomtrek van het uiteinde 3-1 en de zich verruimende klemmiddelen 9 gelaten. De inrichting 8 heeft verder in lengterichting beweegbare en taps toelopende trompmiddelen 25 10 die werken als een plunjer met een grootste buitenmaat die overeenkomt met de gewenste binnenmaat van de op het uiteinde 3-1 te vormen kraag 7. Als de plunjer 10 naar het uiteinde toe beweegt wordt het uiteinde 3-1 verwijder gemaakt en vormt zich de kraag 7, terwijl de klemmiddelen 30 en/of eventuele stuitmiddelen aan het tegenover liggende uiteinde van het profiel 1, het profiel 1 tegen beweging in lengterichting fixeren.

Vervolgens vindt het buigen van het profiel 1 plaats, terwijl de klemmiddelen 9 ten minste gedeelte hun klemmende 35 werking op de omtrek van het profiel 1 behouden. In het - 5 - bijzonder blijft de uitwendige en/of inwendige klemkracht, op speciaal de kraag 7 door respectievelijk de klemmiddelen 9 en/of de trompmiddelen 10 tijdens het buigen, gehandhaafd, waardoor het buigen geen invloed heeft op de 5 maten en de vorm van de kraag 7. De nauwkeurigheid van de maatvoering van de kraag 7 blijft, ondanks het latere buigen, in stand waardoor bij het koppelen en steken van een niet bewerkt, origineel gelaten uiteinde van een ander profiel 1 in de kraag 7, met name de wielbaan binnen de 10 profielen 1 nagenoeg glad blijft lopen en voor het daarop lopende deel van het loopmechaniek 5 vrijwel geen sprake is van een overgang of naad, als het bewegende gedeelte van het loopmechaniek 5 van het ene naar het gekoppelde naburige profiel 1 beweegt. Dit beperkt tijdens het openen 15 en sluiten van de deur 4 de daarbij optredende trillingen en geluiden.

De buiging van het profiel 1 wordt zodanig met bijvoorbeeld hydraulische buigmiddelen 11 uitgevoerd dat, zoals de figuren IA en 1B tonen, aan de zijde van de 20 wielbaan 6 het profiel 1 de kortste uitwendige buigstraal krijgt. De over de gladde wielbaan 6 lopende wielen van het bewegende gedeelte van het loopmechaniek 5 volgen dan na montage van de deur 4 de continue en geleidelijke kromming aan deze zijde. Tijdens het buigen ligt het profiel 1 tegen 25 de omtrek van een trommel 12 aan. In het bijzonder ligt het profiel 1 met het tegenover de holte 6 gelegen buitenoppervlak van het profiel 1 althans gedeeltelijk in een niet getoonde omtreksgroef op de trommel. Bij voorkeur is de trommel 12 een draaibaar uitgevoerde trommel 12, die 30 meedraait met het door de trommel 12 meegetrokken en daarover gebogen profiel 1. In dat geval behoudt de kraag 7, terwijl het profiel wordt meegetrokken, zijn positie aan de omtrek van de trommel 12. De trommel heeft dan namelijk een omtreksnelheid die overeen komt met de snelheid waarmee 35 aan het profiel 1 en/of aan het wijder gemaakte uiteinde - 6 - van het profiel 1 wordt getrokken.

De trommel 12 kan verder zijn voorzien van een flensrand 13, waartegen de zijkant 14 van het profiel 1 tijdens het buigen om de trommel 12 aanligt, zodat het 5 profiel 1 niet scheef wordt getrokken. Het aanliggen tijdens het buigen voorkomt verder dat het uiteindelijk gevormde gebogen profiel 1 niet precies vlak loopt. De kans op scheeftrekken van het loopmechaniek 5 of op aanlopen of klem komen zitten van de wielen van dat mechaniek is 10 hiermee verkleind.

De getoonde uitvoering van de inrichting 8 is dubbel uitgevoerd en buigt tegelijkertijd de twee eikaars spiegelbeeld zijnde profielen 1 voor toepassing aan weerszijden van de deur 4, als is getoond in figuur 2.

Claims

1. Werkwijze waarbij een aan langszijde open en in dwarsdoorsnede gebogen profiel, terwijl het wordt 5 vastgehouden, aan een uiteinde wijder wordt gemaakt, waarna het profiel wordt gebogen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het profiel een inwendige wielbaan heeft en buiging van het 10 profiel zodanig wordt uitgevoerd dat aan de zijde van de wielbaan het profiel de kortste uitwendige buigstraal krijgt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het 15 kenmerk dat het profiel wordt gebogen terwijl het tegen de omtrek van een trommel aanligt.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de trommel van een flensrand is voorzien waartegen het 20 profiel tijdens het buigen aanligt.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk dat een tegenover de open langszijde gelegen gedeelte van het profiel tijdens het buigen tegen de flensrand aanligt. 25

6. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk dat het profiel wordt gebogen terwijl het onder meer aan het wijder gemaakte uiteinde wordt meegetrokken.

7. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-6 met verwijzing naar conclusie 3 met het kenmerk dat de trommel een draaiende trommel is.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk dat 35 de trommel draaibaar wordt aangedreven en een - 8 - omtreksnelheid heeft die overeen komt met de snelheid waarmee aan het wijder gemaakte uiteinde van het profiel wordt getrokken.

9. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk dat de binnenmaat van het verwijde gedeelte nagenoeg gelijk is aan de buitenmaat van het daarin passende originele profiel.

10. Samenstel van profielen verkregen door toepassing van de werkwijze volgens een van de conclusies 1-9, met het kenmerk dat de profiel uiteinden gekoppeld zijn via een verwijd en een daarin gestoken origineel gedeelte.

11. Deur, zoals een hangdeur, overheaddeur of uit koppeldelen opgebouwde deur, voorzien van een samenstel volgens conclusie 10, in wiens profielen een wielbaan aanwezig is waarover met één of meer delen van de deur verbonden wielen verrijdbaar zijn. 20

12. Inrichting voor toepassing van de werkwijze volgens één van de conclusies 1-9, omvattende middelen voor het vasthouden van een aan langszijde open en in dwarsdoorsnede gebogen profiel, middelen voor het trompen 25 van een uiteinde van het profiel, en middelen voor het buigen van het profiel.