NL2001039C2 - Transporteur voor verpakkingen. - Google Patents

Description

Transporteur voor verpakkingen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transporteur voor verpakkingen. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een transporteur voor 5 het verplaatsen van verpakkingen die uit een lange baan folie vervaardigd worden. Een dergelijke foliebaan wordt in de langsrichting gesloten waardoor een buis ontstaat en deze wordt van een langsseal voorzien. Daarvoor, daarna of gelijktijdig kunnen dwarsafdichtingen aangebracht worden bij het vullen van de verpakking. Begrepen dient echter te worden dat de uitvinding eveneens betrekking heeft op het transport van 10 andere soorten verpakkingen.

Bij dergelijke verpakkingen is het van belang dat de gevormde afdichtnaad of seal inderdaad in afsluiting voorziet. Mocht om enigerlei reden de langsafdichtnaad niet voldoen aan de gestelde eisen dan is het van belang dat een dergelijke verpakking zo snel mogelijk van de transporteur verwijderd wordt.

15 In de stand der techniek zijn allerlei soorten constructies voorgesteld om tijdens het transport van dergelijke verpakkingen na te gaan of de langsafdichting functioneert. Dergelijke voorstellen zijn hetzij zeer gecompliceerd hetzij eenvoudig. Echter in het laatste geval blijken deze onvoldoende te werken.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een transporteur te voorzien 20 welke het mogelijk maakt verpakkingen tijdens transport daarvan te controleren en meer in het bijzonder na te gaan of deze in een richting loodrecht op de transportrichting voldoende mechanische sterkte hebben.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven transporteur verwezenlijkt doordat in dat draagvlak twee loodrecht op de transportrichting tegenover elkaar aangebrachte 25 spreidorganen aangebracht zijn, die elk een transportbeweging in de richting vanaf het midden van de band naar de betreffende buitenzijde verwezenlijken.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt tijdens het transport in een richting loodrecht op de transportrichting vanaf twee tegenoverliggende zijden door spreidorganen een kracht op de onderkant van de verpakking uitgeoefend. Bij voorkeur 30 worden de verpakkingen zoals zakken zodanig neergelegd dat de kritische naad zich ter plaatse en bij voorkeur tussen dergelijke spreidorganen bevindt. Heeft een dergelijke afdichtnaad voldoende sterkte dan zal de werking van de spreidorganen geen effect hebben en zal een dergelijke verpakking in de transportrichting getransporteerd worden.

2

Mocht echter de afdichtnaad onvoldoende sterkte hebben of geheel of gedeeltelijk niet aanwezig zijn dan zal het opbrengen van de belasting door de spreidorganen het (verder) openen van de verpakking tot gevolg hebben waarbij de inhoud daarvan uit de verpakking verwijderd wordt hetgeen een duidelijke aanduiding is voor het falen van 5 de verpakking. De kracht opgebracht door de spreidorganen is afhankelijk van het gewicht van de verpakking en de tussen de spreidorganen en de verpakking werkende wrijving. Het is mogelijk deze zeer nauwkeurig te regelen zodat voorkomen wordt dat goede verpakkingen door de spreidorganen beschadigd worden maar anderzijds dat steeds gegarandeerd kan worden dat de verpakkingen met geringe fouten dadelijk 10 gedetecteerd worden. Eventueel kan op de verpakking een drukkracht aangebracht worden om de spreidkracht te kunnen vergroten.

Zowel het transportorgaan als de spreidorganen kunnen enige in de stand der techniek voorstelbare constructie hebben. Zo is het mogelijk het transportorgaan uit te voeren als twee op afstand liggende in dezelfde richting bewegende banden en in de 15 tussenruimte de spreidorganen aan te brengen. Een verpakking rust dan met de zijden op het transportorgaan bestaande uit steeds een band en wordt vanuit het midden met behulp van de spreidorganen "opengetrokken".

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding bestaat het transportorgaan uit een reeks in de transportrichting op afstand van elkaar liggende 20 rollen. Daarbij is de rotatiehartlijn van de rollen in hoofdzaak loodrecht op de transportrichting. Elke rol kan uit een aantal roldelen bestaan waardoor enerzijds in voldoende ondersteuning van de verpakking voorzien wordt en anderzijds voldoende vrije ruimte in het draagvlak van de transporteur aanwezig is om materiaaldelen die ongewenst zijn daartussen af te voeren. De spreidorganen kunnen op dezelfde wijze 25 uitgevoerd zijn, d.w.z. kunnen bestaan uit een roterend aangedreven deel dat weer opgebouwd kan zijn uit een aantal op afstand liggende roterend aangedreven schijfdelen. De rollen/roldelen en/of spreidorgaan/schijfdelen kunnen cilindrische delen zijn. Rotatie kan plaatsvinden om de hartlijn daarvan maar het is eveneens mogelijk rotatie te laten plaatsvinden om een ander draaipunt waardoor dergelijke rollen/roldelen 30 resp. spreidorganen/schijfdelen behalve een roterende beweging eveneens een op- en neergaande beweging uitvoeren waardoor het transport van de veipakkingen bevorderd wordt. In plaats van een cilindrische vorm kan elke andere voorstelbare vorm (zoals 3 rechthoekig) voor de rollen/roldelen en/of spreidorganen/schijfdelen gebruikt worden. Door de vorm daarvan kan de aangrijping op de verpakking beïnvloed worden.

In principe is het mogelijk de spreidorganen met verschillende (gelijklopende) motoren aan te drijven. Echter volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van 5 de uitvinding worden de spreidorganen door een gemeenschappelijke aandrijving aangedreven.

Onder de transporteur kunnen opvangmiddelen voor eventueel neervallend materiaal aanwezig zijn en sensoren die een en ander detecteren waardoor foutieve verpakkingen gesignaleerd/afgevoerd kunnen worden.

10 Zoals hierboven beschreven kan de inrichting volgens de onderhavige uitvinding niet alleen toegepast worden bij zakken maar ook bijvoorbeeld bij dozen die volgens een richting dichtgeplakt of op andere wijze gesloten zijn.

De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het controleren van de kwaliteit van een verpakking omvattende het transporteren daarvan 15 in een eerste richting en het tijdens transport onderwerpen aan spreidkrachten in een tweede en derde richting, waarbij die tweede en derde richting tegenovergesteld van elkaar afgericht zijn en loodrecht op die eerste richting staan, waarbij die spreidkracht opgebracht wordt door wrijving tussen verpakking en spreidorgaan veroorzaakt door het gewicht van die verpakking.

20 De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont:

Fig. 1 schematisch in perspectief de transporteur volgens de uitvinding;

Fig. 2 de inrichting volgens fig. 1 in bovenaanzicht;

Fig. 3 de inrichting volgens fig. 1 en 2 in zijaanzicht; 25 Fig. 4 de inrichting volgens de uitvinding in kopsaanzicht, en

Fig. 5 een variant van een transportrol.

De transporteur volgens de onderhavige uitvinding is in fig. 1 en fig. 2 in het geheel met 1 aangegeven. Deze bestaat uit een frame 2 waarin een aantal transportrollen 4 gelagerd is teneinde transport in de richting van pijl 3 te veroorzaken.

30 Elke of enkele van de transportrollen worden aangedreven door een aandrijving 9 met een motor. Een dergelijke motor kan gemeenschappelijk zijn voor verscheidene rollen.

Elk transportrol 4 bestaat uit een as 5 en een aantal op onderlinge afstand aangebrachte roldelen 6. Zoals uit met name fig. 3 blijkt is elk roldeel 6 cirkelvormig 4 uitgevoerd en heeft een hart 8. Echter valt het hart van as 5 aangegeven met 7 niet samen met hart 8 zodat behalve een roterende beweging eveneens een op- en neergaande beweging plaatsvindt.

Een transporteur met dergelijke roldelen is in de stand der techniek algemeen 5 bekend.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt voorgesteld spreidorganen aan te brengen. Deze zijn met 10 aangegeven en bestaan uit steeds een as 11 resp. 12 met op onderlinge afstand daarvan aangebrachte schijfdelen 13 resp. 14. Deze kunnen elke voorstelbare vorm hebben maar zijn bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat de aangrijping 10 op de verpakking optimaal is. Dit door een cirkelronde vorm verwezenlijkt worden. Een gemeenschappelijke aandrijving 15 (zie fig. 4) is aanwezig en via een overbrenging 16 worden de schijfdelen 13 en 14 gedraaid in de richting van pijl 17 resp. 18.

Onder het frame 2 is een bak 19 aangebracht.

15 Uit fig. 4 blijkt dat een verpakking 20 bij transport in de richting 3 geheel of gedeeltelijk afsteunt op de schijfdelen 13,14. Door rotatie daarvan in de richting van de pijlen 17 en 18 zal door de wrijving ontstaan uit het gewicht van de verpakking 20 en de wrijvingscoëfficiënten van het materiaal van de verpakking resp. de oppervlakken van de schijfdelen 13 en 14 een spreidkracht ontstaan waarmee de zak aan de 20 onderzijde opengetrokken wordt. Zoals getoond is de zak voorzien van een langsnaad 21. Is deze naad 21 voldoende sterk dan zal de opentrekkende werking van de schijfdelen 13,14 geen gevolg hebben. Mocht echter de naad 21 niet perfect zijn of in het geheel niet aanwezig zijn dan zal openen van de verpakking 20 plaatsvinden en de inhoud daarvan verdwijnen in de bak 19. Dit kan op eenvoudige wijze gedetecteerd 25 worden waarna een dergelijke verpakking verwijderd kan worden.

Begrepen zal worden dat met een dergelijke constructie ook andere verpakkingen op sterkte gecontroleerd kunnen worden.

In fig. 5 is een variant van een transportrol afgebeeld. Deze is voorzien van schijfdelen met een vorm, die afwijkt van de in de eerdere figuren getoonde vorm.

30 Door de onderhavige uitvinding wordt voorzien in een eenvoudig test die zeer reproduceerbare resultaten oplevert en welke met geringe constructieve inspanning te verwezenlijken is. Begrepen zal worden dat de spreidorganen die in het voorbeeld als rollen uitgevoerd zijn op andere wijze uitgevoerd kunnen worden. Wezenlijk voor de 5 uitvinding is dat een tegenovergestelde loodrecht op de transportrichting staande kracht op de verpakking uitgeoefend wordt. Vanzelfsprekend hoeft deze kracht niet precies loodrecht op de transportrichting te zijn.

Na het lezen van bovenstaande beschrijving zullen bij degene bekwaam in de 5 stand der techniek dadelijk varianten opkomen die liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies en waarvoor uitdrukkelijk rechten gevraagd worden. Bovendien worden rechten gevraagd voor varianten beschreven in de volgconclusies onafhankelijk van de hoofdconclusie.

Claims (12)

1. Transporteur (1) voor verpakkingen (20) omvattende een draagvlak voor verpakkingen met een in het draagvlak in de transportrichting (3) voor het 5 verplaatsen van die verpakkingen werkzaam transportorgaan (4), met het kenmerk, dat in dat draagvlak twee loodrecht (17, 18) op de transportrichting (3) tegenover elkaar aangebrachte spreidorganen (10) aangebracht zijn, die elk een transportbeweging in de richting (17, 18) vanaf het midden van de band naar de betreffende buitenzijde verwezenlijken. 10

2. Transporteur volgens conclusie 1, waarbij dat transportorgaan twee op afstand liggende banden omvat met daartussen een ruimte voor die spreidorganen.

3. Transporteur volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat 15 transportorgaan omvat een reeks in de transportrichting op afstand liggende roteerbare rollen (4), waarvan de rotatiehartlijn in hoofdzaak loodrecht op de transportrichting staat.

4. Transporteur volgens conclusie 3, waarbij die rol omvat een aantal op onderlinge 20 afstand aangebrachte roldelen (6).

5. Transporteur volgens conclusie 3 of 4, waarbij de rotatiehartlijn (7) niet samenvalt met het hart (8) van die rol.

6. Transporteur volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het spreidorgaan omvat een roterend aangedreven schijfdeel (13,14).

7. Transporteur volgens conclusie 6, omvattende een aantal op afstand van elkaar op een gemeenschappelijke aandrijfas (11,12) aangebrachte schijfdelen. 30

8. Transporteur volgens een van de voorgaande conclusies omvattende twee tegenoverliggende spreidorganen volgens conclusie 7 en een gemeenschappelijke aandrijving (15,16) daarvoor.

9. Transporteur volgens een van de voorgaande conclusies in combinatie met conclusie 3, waarbij het spreidorgaan tussen twee op afstand liggende rollen (4) is aangebracht. 5

10. Transporteur volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende onder die transporteur aangebrachte opvangmiddelen (19) in verbinding met de bij die spreidorganen liggende ruimte van die transporteur.

11. Werkwijze voor het bepalen van de kwaliteit van een verpakking omvattende het transporteren daarvan in een eerste richting en het tijdens transport onderwerpen aan spreidkrachten in een tweede en derde richting, waarbij die tweede en derde richting tegenovergesteld van elkaar afgericht zijn en loodrecht op die eerste richting staan, waarbij die spreidkracht opgebracht wordt door wrijving tussen 15 verpakking en spreidorgaan veroorzaakt door het gewicht van die verpakking.

12. Werkwijze volgens conclusie 1 waarbij op de verpakking kracht uitgeoefend wordt voor het vergroten van de wrijvingskracht tussen verpakkingen en spreidorgaan.