NL2000911C1 - Systeem en werkwijze voor leggen van relaties. - Google Patents

Description

SYSTEEM EN WERKWIJZE VOOR LEGGEN VAN RELATIES

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem en werkwijze 5 voor het leggen van relaties tussen personen uit een groep personen, waarbij elk van de personen een badge heeft waarop visuele informatie over de identiteit van de betreffende persoon, zoals de persoonsnaam, voor de andere personen van de groep zichtbaar is, alsmede een persoonsprofiel beschikbaar heeft, dat ten minste gegevens omvat die representatief zijn voor de te leggen relaties met andere leden van de groep. 10 Het doel van veel netwerkbijeenkomsten, zoals conferenties, congressen, workshops, vergaderingen en dergelijke, is het leggen van geschikte contacten tussen de individuele deelnemers. Tijdens het netwerken benaderen deelnemers elkaar om onderlinge relaties te kunnen leggen die voor de betreffende deelnemers op een of ander manier nuttig zijn. Het succes van dergelijke bijeenkomsten hangt vaak af van de 15 hoeveelheid en kwaliteit van de gelegde contacten tussen de deelnemers.

Een manier om het leggen van relaties te stimuleren is het voorzien van elk van de deelnemers van een speld met naamkaartje, ook wel een badge genoemd, op welk naamkaartje de naam van de deelnemer en vaak ook een indicatie van zijn werkkring en zijn beroep, zichtbaar zijn. Dit maakt het netwerken weliswaar 20 eenvoudiger, maar het blijft moeilijk om goede contacten te kunnen leggen, zeker als het aantal deelnemers aan de bijeenkomst groot is.

Ook zijn systemen bekend waarin elk van de deelnemers voorzien wordt van een elektronische badge. De elektronische badges staan in verbinding met een centrale verwerkingseenheid, die op verzoek en aan de hand van vooraf bepaalde 25 “matching” criteria bepalen of er tussen twee of meer deelnemers voldoende overeenkomst (“match”) is om een zinvol persoonlijk contact te leggen. Dergelijke elektronische badges zijn echter over het algemeen complex, kostbaar, relatief zwaar en moeilijk te bedienen, zodat in de praktijk de bekende systemen weinig succesvol zijn gebleken. Bovendien kennen de bekende systemen vaak privacy issues omdat na afloop 30 van de bijeenkomst informatie over de deelnemers in de elektronische badges achterblijft.

2 0 0 0 9 1 1 - 2

Het is een doel van de uitvinding een verbeterd systeem en een verbeterde werkwijze te verschaffen waarin ten minste een van bezwaren die kleven aan de stand van de techniek, te ondervangen.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een systeem van de 5 hierboven genoemde soort verschaft, waarbij het systeem voorts omvat: - een aantal badges, waarbij elke badge een eerste badgedeel omvat waarop een afbeelding van de visuele informatie te verschaffen is, alsmede een tweede badgedeel voorzien van een elektronische besturingseenheid, welke besturingseenheid een elektronische opslageenheid voor het opslaan van gegevens, een 10 verwerkingseenheid voor het verwerken van gegevens, een zendontvanger voor het verzenden en ontvangen van gegevens en een waarschuwingseenheid voor het afgeven van een audiosignaal en/of visueel signaal omvat; - overbrengmiddelen voor het overbrengen van ten minste de persoonsprofielen naar de zendontvangers van de bijbehorende badges; 15 waarbij de verwerkingseenheid van elk van de badges is ingericht voor het in de opslageenheid opslaan van het via de zendontvanger ontvangen persoonsprofiel, het periodiek door de zendontvanger laten detecteren van de aanwezigheid van een of meer van de andere badges binnen een voorbepaalde afstand, het bij detectie van de aanwezigheid van een of meer badges binnen de vooraf bepaalde afstand bepalen of er 20 voldoende overeenstemming (match) is tussen de persoonsprofielen, en het bij voldoende overeenstemming tussen ten minste twee badges door de waarschuwingseenheid laten afgeven van een waarschuwingssignaal om een potentiële relatie tussen de bij de badges behorende personen aan te geven.

Doordat de verwerkingseenheden zijn ingericht om zelfstandig de mate van 25 overeenkomst (“match”) te bepalen, functioneren de individuele badges op decentrale wijze en kan een centrale besturing, die veelal complex en kostbaar is, achterwege blijven. Doordat bovendien de elektronica op het tweede badgedeel en de naaminformatie op het eerste badgedeel, en dus gescheiden van elkaar, zijn voorzien, is het tweede badgedeel met de elektronica eenvoudig te hergebruiken en kan het 30 eerste badgedeel uitgevoerd worden voor éénmalig gebruik. Bovendien kan de potentieel privacygevoelige informatie die in het tweede badgedeel is opgeslagen apart worden gehouden van de naaminformatie op het eerste badgedeel.

3

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bevat het eerste badgedeel een elektrische voeding bevat die in gekoppelde toestand van de eerste en tweede badgedelen, in verbinding staat met de elektronische besturingseenheid van het tweede badgedeel en in ontkoppelde toestand de verbinding met de besturingseenheid 5 verbreekt. In gebruik zijn de beide badgedelen met elkaar gekoppeld en wordt de besturingseenheid gevoed, na gebruik worden de badgedelen van elkaar ontkoppeld zodat de besturingseenheid niet meer gevoed wordt. Wanneer bovendien de opslageenheid van een type is dat opgeslagen gegevens verliest wanneer de voeding onderbroken wordt, betekent dit dat bij het van elkaar ontkoppelen van de badgedelen 10 ook de in het tweede badgedeel opgeslagen gegevens verloren gaan. Het is derhalve geen probleem dat gegevens eventueel als privacygevoelig kunnen worden aangemerkt, aangezien ze toch verloren gaan zodra de beide badgedelen van elkaar worden losgemaakt.

Een persoonsprofiel wordt bij voorkeur opgesteld door de deelnemer een 15 vragenlijst (questionnaire) te laten beantwoorden. De vragen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het soort en het aantal te leggen relaties met de deelnemers. De antwoorden op de vragen worden gecodeerd en overgebracht naar de respectievelijke badges. Het overbrengen kan plaatsvinden met behulp van een draadloze verbinding (radiofrequentie of infrarood), maar het zorgen van een galvanische verbinding behoort 20 ook tot de mogelijkheden. De gecodeerde antwoorden vormen een signaal, bijvoorbeeld een binaire reeks (string) van karakters. Behalve de antwoorden op de vragen bevat het signaal bij voorkeur ook informatie over de identiteit (persoonsnaam, bedrijfsnaam, etc) van de persoon en eventueel besturingsinformatie, zoals een “matching” percentage, waarmee het vergelijkingsproces in de respectievelijk 25 besturingseenheid aangestuurd kan worden. Opgemerkt wordt dat deze identiteitsinformatie niet strikt noodzakelijk is, aangezien er ook uitvoeringen denkbaar zijn met alleen het persoonsprofiel. Hetzelfde geldt voor de besturingsinformatie.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is een persoonsprofiel beschikbaar in de vorm van een barcode als onderdeel van de afbeelding van de visuele 30 informatie van het eerste badgedeel, waarbij de overbrengmiddelen van het systeem omvatten: - een barcodescanner voor het lezen van de barcode; 4 - een omzetter voor het omzetten van de gelezen barcode in een voor verzending geschikt signaal, - een zendeenheid voor het verzenden van het signaal naar de zendontvanger van het tweede badgedeel.

5 Een voordeel van het verwerken van het persoonsprofiel en eventueel de identiteitsinformatie en/of matching gegevens, in een barcode en het afbeelden van de barcode op de badge, bijvoorbeeld door de barcode samen met de naam van de gebruiker met een standaard printer af te drukken, is dat gebruik kan worden gemaakt van standaard voor soortgelijke bijeenkomsten beschikbare software en apparatuur.

10 Barcodes zijn internationaal gestandaardiseerd en kunnen, met name in het geval van tweedimensionale codes, veel informatie bevatten op een relatief klein oppervlak.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de zendontvanger niet alleen geschikt voor het ontvangen van de persoonsprofielen (inclusief eventuele identiteitinformatie en besturingsinformatie), maar ook voor het communiceren met 15 naburige badges. In andere uitvoeringsvormen zijn hiertoe afzonderlijke communicatiemiddelen voorzien.

Zoals eerder is vermeld, is een besturingseenheid van een badge uitgevoerd om geheel zelfstandig te bepalen of zijn persoonsprofiel in voldoende mate overeenkomt met het persoonsprofiel van een naburige om een waarschuwingssignaal 20 af te geven. De wijze van bepaling van de mate van overeenkomst kan gestuurd worden door besturingsinformatie, die van tevoren in de besturingseenheid is opgeslagen, bijvoorbeeld door deze informatie daarin permanent op te slaan. In andere uitvoeringen van de uitvinding zijn de overbrengmiddelen ingericht voor het overbrengen van besturingsinformatie naar de respectievelijke badges en zijn de respectievelijke 25 besturingseenheid zijn ingericht om de overeenstemming tussen persoonsprofielen afhankelijk van de ontvangen besturingsinformatie te bepalen. De besturingsinformatie wordt in dit geval vlak vóór het gebruik of zelfs tijdens het gebruik naar de betreffende badges gestuurd.

Volgens een andere uitvoeringsvorm is de waarschuwingseenheid zodanig 30 uitgevoerd, dat een aantal verschillende signalen kan worden afgegeven. De verwerkingseenheid kan hierbij afhankelijk van de mate van overeenstemming één waarschuwingssignaal uit het aantal mogelijke waarschuwingssignalen te selecteren. Als er een klein beetje overeenstemming is twee deelnemers, zal bijvoorbeeld een 5 ander waarschuwingssignaal afgegeven worden dan wanneer de deelnemers een bijna perfecte overeenstemming hebben.

De badge kan als gevolg van de hierin beschreven opbouw daarvan relatief kleine afmetingen hebben, bijvoorbeeld zo klein als een credit card (bijv. kleiner dan 54 5 mm bij 86 mm).

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het leggen van relaties tussen personen uit een groep personen, waarbij elk van de personen een badge heeft waarop visuele informatie over de identiteit van de betreffende persoon, zoals de persoonsnaam, voor de andere personen van de groep 10 zichtbaar is, alsmede een persoonsprofiel beschikbaar heeft, dat ten minste gegevens omvat die representatief zijn voor de te leggen relaties met andere leden van de groep, waarbij de werkwijze omvat: - het overbrengen van ten minste de persoonsprofielen naar de bijbehorende badges, waarbij elke badge een eerste badgedeel omvat waarop een 15 afbeelding van de visuele informatie te verschaffen is, alsmede een tweede badgedeel voorzien van een besturingseenheid omvat, welke besturingseenheid een elektronische opslageenheid voor het opslaan van gegevens, een verwerkingseenheid voor het verwerken van gegevens, een zendontvanger voor het verzenden en ontvangen van gegevens en een waarschuwingseenheid voor het afgeven van een audiosignaal en/of 20 visueel signaal omvat; - het voor elke badge in de opslageenheid opslaan van het ontvangen persoonsprofiel, het periodiek door de zendontvanger laten detecteren van de aanwezigheid van een of meer van de andere badges binnen een voorbepaalde afstand, het bij detectie van de aanwezigheid van een of meer badges binnen de vooraf bepaalde 25 afstand bepalen of er voldoende overeenstemming (match) is tussen de persoonsprofielen, en het bij voldoende overeenstemming tussen ten minste twee badges door de waarschuwingseenheid laten afgeven van een waarschuwingssignaal om een potentiële relatie tussen de bij de badges behorende personen aan te geven.

De werkwijze omvat bij voorkeur het vóór gebruik aan elkaar koppelen van 30 het eerste en tweede badgedeel om de aan het eerste badgedeel voorziene voeding te verbinden met de elektronische besturingseenheid van het tweede badgedeel en het na gebruik van elkaar loskoppelen van het eerste en tweede badgedeel om de aan het eerste badgedeel voorziene voeding los te maken van de besturingseenheid van het 6 tweede badgedeel en het automatisch uit de besturingseenheid verwijderen van het opgeslagen persoonsprofiel.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van een 5 voorkeursuitvoering daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bij gevoegde figuren, waarin tonen:

Figuur 1: Een vooraanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 2: Een vooraanzicht van de uitvoeringsvorm, zonder een 10 persoonsgebonden sticker aan de voorzijde;

Figuur 3: Een achteraanzicht in perspectief van de uitvoeringsvorm in figuur 1;

Figuur 4: een aanzicht in perspectief van het permanente deel van de uitvoeringsvorm; 15 Figuur 5: een aanzicht van het wegwerpbare deel van de uitvoeringsvorm, inclusief batterijen; en

Figuur 6: een uitvoeringsvorm van de omzetter waarmee een barcode kan worden gelezen en worden omgezet.

Figuur 1 toont een schetsmatig aanzicht van een kunststof badge 1 volgens 20 een uitvoeringsvorm van de uitvinding. De badge wordt uitgedeeld aan alle deelnemers van een conferentie en is opgebouwd uit een wegwerpbare badgehouder 2 , een permanente behuizing 3 en een ophangkoord 4 waarmee de badgehouder 2 en de behuizing 3 aan een deelnemer van een bijeenkomst bevestigd worden. De badgehouder 2 is gevormd uit een vlakke plaat 9, aan de bovenrand waarvan een 25 teruggebogen deel 8 is voorzien. Tegen de voorzijde van de vlakke plaat 9 is een sticker 5 te plakken, waarop de naam van de deelnemer, eventueel de naam van de werkkring van de deelnemer en de naam van het congres zijn afgedrukt. De plaat met sticker fungeren als aldus als naamkaartje van de deelnemer. Op de sticker 5 van de wegwerpbare badgehouder 2 is tevens een barcode 20 afgebeeld, de functie waarvan 30 later verder uiteengezet wordt.

De behuizing 3 is in meer detail weergegeven in figuren 3 en 4. De behuizing 3 is in hoofdzaak opgebouwd uit een opstaand deel 10 en liggend deel 11. Beide delen 10,11 samen vormen een onderdeel in de vorm van een T. De behuizing 3 7 bevat een aantal elektronische schakelingen, hierin ook wel gezamenlijk de besturingseenheid genoemd, waarmee de werkwijze volgens de uitvinding kan worden geïmplementeerd is, zoals in het navolgende uiteengezet wordt. Het opstaande deel 10 van de behuizing 3 is voorts nog voorzien van een clip 14 waarmee, als alternatief voor 5 het eerdergenoemde ophangkoord 4, de badge 1 aan de deelnemer kan worden bevestigd.

In figuur 5 is de achterzijde van de badgehouder 2 weergegeven. Aan de achterzijde van de plaat 9 zijn opstaande wanden 14,15,16 weergegeven, die een langgerekte ruimte omspannen waarin de voeding van de behuizing 3 kan worden 10 aangebracht. In het weergegeven voorbeeld is de voeding gevormd door een tweetal (penlite) batterijen 7, 7’ die van bovenaf in de genoemde ruimte zijn geschoven. Een van de wanden, in het voorbeeld van figuur 5 is dit wand 14, is voorzien van een omgebogen deel 17 om ervoor te zorgen dat de batterijen in de ruimte opgesloten blijven. De wanden definiëren tevens een langgerekte opening 18 waarlangs men de 15 respectievelijke batterij 7,7’ kan aanpakken om deze uit de genoemde ruimte te kunnen schuiven. Zoals boven is genoemd, vormen de beide delen 10, 11 van de badgehouder 2 een T-vormig onderdeel. Dit onderdeel is zodanig gedimensioneerd, dat het opstaande deel daarvan tussen de eerder genoemde wanden 15 van de badgehouder 2 te schuiven is (zoals met pijl 25 in figuur 5 is weergegeven). De uiteinden van het liggende deel 11, 20 althans de onderzijde daarvan, bevatten elektrische contacten 12 die, in ingeschoven toestand van de behuizing, geleidingscontact maken met de bovenste uiteinden 18 van elke batterij 7, 7’. Op deze wijze worden de elektronische schakelingen in de badgehouder 2 van voedingsspanning voorzien.

In figuur 6 is het wegwerpbare deel van de badge 1 nogmaals getoond. In 25 deze figuur is tevens een omzetter 21 weergegeven die bedoeld is om de eerder genoemde barcode op het wegwerpbare badgedeel om te zetten in een elektronische vorm en de informatie uit de barcode naar de besturingseenheid van het permanente badgedeel te sturen. De omzetter 21 omvat ondermeer een barcodescanner 22. Deze scanner schrijft lijnen van laserlicht over de barcode en detecteert het vanaf de barcode 30 gereflecteerde licht. Het gedetecteerde licht wordt omgezet in een seriële digitale code die geschikt is om naar de besturingseenheid overgebracht te worden. Het overbrengen van de digitale code naar de besturingseenheid in de behuizing 3 kan plaatsvinden door middel van een radiografische zender 23 in de omzetter 21 en een corresponderende 8 zendontvanger 26 van de besturingseenheid 24 in de behuizing 3. Andere wijzen van overbrengen van de code vanaf de omzetter 21 naar de behuizing 3 zijn uiteraard eveneens denkbaar. De omzetter 21 kan bijvoorbeeld een elektrische connector (niet weergegeven) bevatten, waarmee een directe, galvanische koppeling tot stand kan 5 worden gebracht met een in de wand van de behuizing 3 voorziene en op de besturingseenheid aangesloten connector.

Naast de zendontvanger 26 omvat de besturingseenheid 24 een microcontroller 28, een geheugen 27, en een aantal LED’s 30,31 (van verschillende kleur, bijvoorbeeld groen en rood/groen) en, eventueel, met (niet weergegeven) 10 elementen voor het afgeven van een audiosignaal. De door de zenderontvanger 26 ontvangen code wordt verwerkt door de microcontroller 28 en opgeslagen in het geheugen 27, de functie waarvan later uiteengezet wordt. De zenderontvanger 26 is overigens niet alleen geschikt voor het ontvangen van signalen van de omzetter 21, maar tevens voor het ontvangen van eventuele signalen afkomstig van andere badges.

15 Daarnaast is de zenderontvanger geschikt om signalen te versturen naar de overigen badges, zodat tussen de badges onderling tweeweg communicatie gerealiseerd kan worden.

De werking van de badge 1 is als volgt. Wanneer een gebruiker, bijvoorbeeld een deelnemer aan een conferentie, zich aanmeldt ter plaatse, wordt hem 20 of haar verzocht een vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst (questionnaire) bevat een aantal vragen die betrekking hebben op de wijze waarop de deelnemer contact wenst te leggen met andere deelnemers en met welke soort andere deelnemers hij of zij contact wenst te leggen. Op basis van de antwoorden van de vragenlijst, wordt per deelnemer een profiel opgesteld. Het profiel kan handmatig worden opgesteld, bijvoorbeeld door 25 het baliepersoneel waar de deelnemer zich heeft gemeld, of automatisch in een computer. Van belang is slechts dat aan elke deelnemer een “matching” profiel kan worden gekoppeld, welk profiel indicatief is voor hoe een bepaalde deelnemer zijn relatie met de andere deelnemers tot stand wenst te brengen. Vervolgens wordt de naam van de deelnemer, eventueel aangevuld met zijn of haar bedrijfsnaam, alsmede de 30 eerder genoemde barcode 20 op de sticker 5 afgedrukt. Barcode 20 is het resultaat van de ingevulde vragenlijst, de identiteitscode van de gebruiker, dat wil zeggen de unieke code die aan de deelnemer gekoppeld wordt, en eventueel een zogenaamd “matching” percentage. De barcode kan een eendimensionale (1D) barcode zijn of een 9 tweedimensionale (2D datamatrixcode zijn, afhankelijk van de hoeveelheid over te brengen informatie.

Het resultaat van de ingevulde vragenlijst is beschikbaar in de vorm van een reeks karakters (cijfers en/of letters). Hetzelfde geldt voor de identiteitscode van de 5 deelnemer en het eventuele matching-percentage. De barcode 20 behoeft derhalve slechts een reeks karakters, bijvoorbeeld in de vorm van een binaire reeks, te representeren. De barcode kan gecodeerd zijn volgens een openbare standaard, maar bij voorkeur blijft de wijze van coderen van de barcode geheim, zodat een derde bij het lezen van de barcode 20 geen kennis heeft van de achterliggende betekenis van de 10 code. Nadat aldus de sticker 5 is afgedrukt, bijvoorbeeld op een standaard printer of een ander afdrukmiddel, wordt de sticker 5 langs het omgebogen deel 8 van de badge 2 geplaatst en aan de voorzijde van de vlakke plaat 9 bevestigd. Het geheel van vlakke plaat 9 en sticker 5 behoort toe aan de drager en wordt na afloop van de conferentie weggegooid. De enige informatie die op deze onderdelen aanwezig is, is derhalve de 15 naam van de drager en/of de naam van het bedrijf en een door derden niet te doorgronden barcode 20.

De wegwerpbare badgehouder 2 wordt vervolgens gemonteerd aan de behuizing 3, door de behuizing 3, op eerder genoemde wijze, tussen de wanden 15 van de badgehouder 2 te schuiven en deze aan de badgehouder vast te klikken.

20 In gemonteerde toestand is de behuizing 3 zodanig aangebracht, dat de contacten 12 aan de onderzijde van het liggende deel 11 daarvan in verbinding staan met de batterijen 7, 7’ die aan de badgehouder 2 zijn aangebracht. Op deze wijze worden de elektronische schakelingen van de besturingseenheid 24 in de behuizing 3 van voeding voorzien. Het geheel van badgehouder 2 en behuizing 3 kan nu door de 25 gebruiker gedragen worden, bijvoorbeeld via ophangkoord 4 of de clip 14.

Om ervoor te zorgen dat de informatie die is opgesloten in de barcode 20 in de besturingseenheid terecht komt, leest de omzetter 21 met behulp van de scanner 22 de barcode 20 uit, zet deze barcode om in een voor verzending geschikte code en verzendt deze code met behulp van een zender 23 naar de zendontvanger 26 van de 30 besturingseenheid 24. De microcontroller 28 van de besturingseenheid 24 verwerkt de ontvangen code en slaat (een deel van) de verwerkte code op in het geheugen 27. De badge 1 is nu gereed voor gebruik en het netwerken kan nu gaan beginnen.

10

Met behulp van een zenderontvanger 26 (of een afzonderlijke hiervoor voorziene tweede zenderontvanger 29) tast de besturingseenheid 24 periodiek (bijvoorbeeld elke paar seconden) zijn omgeving af op zoek naar andere badges. Het bereik waarbinnen gezocht wordt, is instelbaar maar zal voor de gebruikelijke 5 toepassingen maximaal tussen de 6 en 8 meter liggen. Dit betekent dat alle personen binnen een straal van 6 tot 8 meter door een badge 1 gedetecteerd kunnen worden. Wanneer een andere badge gedetecteerd is, zullen beide badges via hun respectievelijke zenderontvanger 26 gegevens uitwisselen en bepalen de respectievelijke verwerkingseenheden of, op basis van de opgeslagen resultaten van de vragenlijst en 10 eventueel ook op basis van permanente en/of via de omzetter 21 overgebrachte besturingsinformatie, zoals een matching-percentage, er een voldoende mate van overeenkomst (match) is tussen de beide dragers. Indien er geen of te weinig overeenkomst is, gebeurt er niets. De deelnemers weten dan dat het geen zin heeft om persoonlijk contact te gaan leggen en gaan verder zoeken naar andere deelnemers die 15 wellicht wel interessant zijn. Wanneer er echter wel overeenkomst is, schakelt elk van de besturingselementen 24 van de betreffende badges een of meer van de LED’s 30, 31 in. In plaats van of in aanvulling op het in- of uitschakelen van de LED’s 30,31 kan een geluidssignaal worden afgegeven door de (niet-weergegeven) audiomiddelen, zoals een luidspreker, buzzer of iets dergelijks. De dragers in kwestie worden aldus 20 gewaarschuwd dat zij ten minste in enige mate bij elkaar passen. Een contact is daarmee snel gelegd.

In een bepaalde uitvoering van de uitvinding zendt een bepaalde badge (stel badge 1) zijn eigen profiel op een gesynchroniseerd tijdstip uit. Er vindt dan een soort dynamische synchronisatie plaats tussen de badges die binnen bereik van elkaar zijn.

25 Andere badges in de omgeving van badge 1 luisteren op dat moment naar eventuele informatie in de ether, ontvangen en decoderen de ontvangen code van badge 1 , en in geval van een match stuurt de bewuste badge in zijn (gesynchroniseerde) tijdslot een code terug naar badge 1, d.w.z. de badge waarmee hij een match heeft, met zijn informatie en een “kleurcode” die aangeeft hoe en in welke kleur de LED’s van badge 30 1 moet gaan knipperen. Deze kleur en frequentie komt overeen met zijn eigen kleur en frequentie hetgeen resulteert in twee identiek signalerende badges. De badges pikken ook de in de buurt al gebruikte kleurcodes op van anderen, waardoor de kans bijzonder klein wordt dat verschillende paren badges op dezelfde manier gaan signaleren.

11

Wanneer de dragers hun contact willen beëindigen, kunnen zij zich weer van elkaar verwijderen. Waneer bijvoorbeeld beide dragers uit eikaars bereik zijn gekomen, neemt het respectievelijke besturingselement 30 dit waar. Op basis van het meegestuurde identiteitsnummer van de drager bepaalt de besturingseenheid 30 nu dat 5 er in het vervolg geen contact meer met deze bepaalde drager behoeft te worden gemaakt en kan gezocht worden naar andere overeenstemmende contacten.

Na afloop van de bijeenkomst verwijdert de deelnemer de badgehouder 3 van de behuizing 3. Doordat de behuizing 3 geen contact meer maakt met de batterijen 7, 7’, krijgt het besturingselement 30 geen voeding meer. Wanneer gekozen is voor een 10 geheugen dat zijn inhoud verliest wanneer de voeding onderbroken wordt, zal ook aan het einde van de conferentie alle op de behuizing 3 opgeslagen informatie verloren gaan. Dit is met name van belang voor privacygevoelige informatie. Deze blijft dus niet achter in de behuizing 3. De enige informatie die de badge 1 dan nog bezit is de op de sticker 5 vermelde informatie. De sticker 5 wordt samen met de plaat 9 weggeworpen.

15 Alvorens de houder 2 weg te werpen, kan deze nog doormidden worden gebroken, bijvoorbeeld wanneer de vlakke plaat 9 voorzien is van een voorgevormde breuklijn (niet weergegeven). Op deze wijze weet de drager zeker dat ook de informatie op de sticker 5 verloren gaat en niet in onbevoegde handen kan komen. Zijn privacy is derhalve gewaarborgd.

20 Het is duidelijk dat het voor een besturingseenheid het van belang is de grens of drempelwaarde te bepalen waarop besloten kan worden dat er een voldoende mate van overeenstemming tussen verschillende deelnemers is. Enerzijds wil men de drempel voor het leggen van contacten niet te hoog leggen, omdat er anders te weinig contacten worden gelegd. Contacten leggen is immers een belangrijk doel van een 25 conferentie. Wanneer de drempel echter te laag wordt gelegd, en de badges te snel aangeven dat er een “match” is tussen bepaalde dragers, neemt de kwaliteit van de contacten af. Dit is uiteraard evenzeer onwenselijk, aangezien het niet alleen gaat om de hoeveelheid contacten, maar ook om de kwaliteit ervan. Om een goede balans te vinden tussen te veel en te weinig contacten, moet van tevoren de grens of 30 drempelwaarde zo goed mogelijk bepaald worden.

Deze grens kan bijvoorbeeld afhankelijk worden gemaakt van een van te voren bepaald percentage. Dit percentage kan bijvoorbeeld berekend worden door het aantal overeenstemmende antwoorden te tellen en dit te delen door het totaal aantal 12 antwoorden. Er zijn echter talloze andere manieren om deze grens te bepalen. Van belang is slechts dat de verwerkingseenheden deze grens telkens bepalen aan de hand van besturingsinformatie (waarvan het matching-percentage slechts een voorbeeld is). De besturingsinformatie kan van te voren op de opslageenheden zijn opgeslagen, 5 bijvoorbeeld vlak vóór de bijeenkomst of zelfs in de fabriek in het geval van een opslageenheid met (gedeeltelijk) een permanent geheugen, maar kan ook tijdens gebruik van de badge overgezonden worden, zoals hierboven uiteengezet is.

Voorbeelden van andere manieren voor het bepalen van de grens- of drempelwaarden zijn talrijk. Men kan de individuele antwoorden op de vragenlijst 10 coderen en per antwoord een weging meegeven (welke weging kan variëren), maar men kan ook alle antwoorden op een hoop gooien en een gezamenlijke weging van de uitkomsten meegeven. In een verder uitvoeringsvorm worden uiteindelijk alle antwoorden teruggebracht tot ja/nee antwoorden, waardoor de complete vragenlijst uitmondt in een x - bits code (bijvoorbeeld 10 bytes = 80 bits = 80 ja/nee antwoorden) , 15 waar later de identiteit van de gebruiker (bv nr.1016 : in het systeem terug te vinden als de heer Y met bedrijfsgegevens, adres, telefoonnummer en dergelijke) en het matchingpercentage aan toegevoegd wordt. De totale code bestaat dan bijvoorbeeld uit 10 bytes informatie, 2 bytes identiteitsgegevens en 1 Byte matchingpercentage.

Het is ook niet zo dat alle deelnemers dezelfde drempel moeten hebben. De 20 drempel kan individueel worden ingesteld. Wanneer bijvoorbeeld de deelnemer van tevoren heeft aangegeven zoveel mogelijk contacten te willen maken, wordt de drempel lager ingesteld, terwijl, wanneer de deelnemer aangeeft de kwaliteit van de contacten belangijker te vinden, een hogere drempel wordt ingesteld.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven 25 voorkeursuitvoering daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

2000911

Claims (20)

1. Systeem voor het leggen van relaties tussen personen uit een groep personen, waarbij elk van de personen een badge heeft waarop visuele informatie over 5 de identiteit van de betreffende persoon, zoals de persoonsnaam, voor de andere personen van de groep zichtbaar is, alsmede een persoonsprofiel beschikbaar heeft, dat ten minste gegevens omvat die representatief zijn voor de te leggen relaties met andere leden van de groep, het systeem omvattende: - een aantal badges, waarbij elke badge een eerste badgedeel omvat waarop 10 een afbeelding van de visuele informatie te verschaffen is, alsmede een tweede badgedeel voorzien van een besturingseenheid omvat, welke besturingseenheid een elektronische opslageenheid voor het opslaan van gegevens, een verwerkingseenheid voor het verwerken van gegevens, een zendontvanger voor het verzenden en ontvangen van gegevens en een waarschuwingseenheid voor het afgeven van een audiosignaal 15 en/of visueel signaal omvat; - overbrengmiddelen voor het overbrengen van ten minste de persoonsprofielen naar de zendontvangers van de bijbehorende badges; waarbij de besturingseenheid van elk van de badges is ingericht voor het in de opslageenheid opslaan van het via de zendontvanger ontvangen persoonsprofiel, het 20 periodiek door de zendontvanger laten detecteren van de aanwezigheid van een of meer van de andere badges binnen een voorbepaalde afstand, het bij detectie van de aanwezigheid van een of meer badges binnen de vooraf bepaalde afstand bepalen of er voldoende overeenstemming (match) is tussen de persoonsprofielen, en het bij voldoende overeenstemming tussen ten minste twee badges door de 25 waarschuwingseenheid laten afgeven van een waarschuwingssignaal om een potentiële relatie tussen de bij de badges behorende personen aan te geven.

2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij het eerste badgedeel een elektrische voeding bevat die in gekoppelde toestand van de eerste en tweede badgedelen in verbinding staat met de besturingseenheid van het tweede badgedeel en 30 in ontkoppelde toestand de verbinding met de besturingseenheid verbreekt..

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarin de opslageenheid van een type is dat opgeslagen gegevens verliest wanneer de voeding onderbroken wordt. 2 0 0 09 1 1 ,

4. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarin een persoonsprofiel beschikbaar is in de vorm van een barcode als onderdeel van de afbeelding van de visuele informatie van het eerste badgedeel en waarin de overbrengmiddelen omvatten: 5. een barcodescanner voor het lezen van de barcode; - een omzetter voor het omzetten van de gelezen barcode in een voor verzending geschikt signaal, - een zendeenheid voor het verzenden van het signaal naar de zendontvanger van het tweede badgedeel.

5. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de overbrengmiddelen zijn ingericht voor het overbrengen van besturingsinformatie naar de respectievelijke badges en de respectievelijke besturingseenheid zijn ingericht om de overeenstemming tussen persoonsprofielen afhankelijk van de ontvangen besturingsinformatie te bepalen.

6. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede badgedeel herbruikbaar is en het eerste badgedeel bestemd is voor eenmalig gebruik.

7. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de waarschuwingseenheid geschikt is voor het afgeven van een aantal verschillende signalen en de verwerkingseenheid is ingericht om afhankelijk van de mate van 20 overeenstemming één waarschuwingssignaal uit het aantal mogelijke waarschuwingssignalen te selecteren en door de waarschuwingseenheid te laten afgeven.

8. Badge omvattende de badge maatregelen zoals gedefinieerd in een van de vorige conclusies.

9. Overbrengmiddelen omvattende de overbrengmiddelen zoals gedefinieerd in een van de voorgaande conclusies.

11. Gebruik van het systeem volgens een van de conclusies 1-7.

12. Werkwijze voor het leggen van relaties tussen personen uit een groep personen, waarbij elk van de personen een badge heeft waarop visuele informatie over 30 de identiteit van de betreffende persoon, zoals de persoonsnaam, voor de andere personen van de groep zichtbaar is, alsmede een persoonsprofiel beschikbaar heeft, dat ten minste gegevens omvat die representatief zijn voor de te leggen relaties met andere leden van de groep, waarbij de werkwijze omvat: - het overbrengen van ten minste de persoonsprofielen naar de bijbehorende badges, waarbij elke badge een eerste badgedeel omvat waarop een afbeelding van de visuele informatie te verschaffen is, alsmede een tweede badgedeel voorzien van een besturingseenheid omvat, welke besturingseenheid een elektronische 5 opslageenheid voor het opslaan van gegevens, een verwerkingseenheid voor het verwerken van gegevens, een zendontvanger voor het verzenden en ontvangen van gegevens en een waarschuwingseenheid voor het afgeven van een audiosignaal en/of visueel signaal omvat; - het voor elke badge in de opslageenheid opslaan van het ontvangen 10 persoonsprofiel, het periodiek door de zendontvanger laten detecteren van de aanwezigheid van een of meer van de andere badges binnen een voorbepaalde afstand, het bij detectie van de aanwezigheid van een of meer badges binnen de vooraf bepaalde afstand bepalen of er voldoende overeenstemming (match) is tussen de persoonsprofielen, en het bij voldoende overeenstemming tussen ten minste twee 15 badges door de waarschuwingseenheid laten afgeven van een waarschuwingssignaal om een potentiële relatie tussen de bij de badges behorende personen aan te geven.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, omvattende het vóór gebruik aan elkaar koppelen van het eerste en tweede badgedeel om de aan het eerste badgedeel voorziene voeding te verbinden met de elektronische besturingseenheid van het tweede 20 badgedeel.

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, omvattende het na gebruik van elkaar loskoppelen van het eerste en tweede badgedeel om de aan het eerste badgedeel voorziene voeding los te maken van de besturingseenheid van het tweede badgedeel en het automatisch uit de besturingseenheid verwijderen van het opgeslagen 25 persoonsprofiel.

15. Werkwijze volgens een van de conclusies 12-14, waarin het overbrengen van de persoonsprofielen omvat het omzetten van de over te zetten gegevens in een barcode, het afdrukken van de barcode op de afbeelding van de visuele informatie van het eerste badgedeel, het met een barcodescanner lezen van de barcode, 30 het omzetten van de gelezen barcode in een voor verzending geschikt signaal, het verzenden van het signaal naar het tweede badgedeel.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarin het signaal draadloos, bij voorkeur via een radiofreqentieverbinding, naar de badge gestuurd wordt.

17. Werkwijze volgens een van de conclusies 12-16, tevens omvattende het overbrengen van identiteitgegevens die representatief zijn voor de identiteit van de betreffende persoon naar de badge en het in de besturingseenheid opslaan van de identiteitsgegevens.

18. Werkwijze volgens een van de conclusies 12-17, tevens omvattende het overbrengen van besturingsinformatie naar een besturingseenheid en het daarin opslaan van de besturingsinformatie, waarbij het bepalen of voldoende overeenstemming tussen de persoonsprofielen is wordt uitgevoerd op basis van de ontvangen besturingsinformatie.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarin de stuurgegevens een percentage voor de mate van overeenstemming omvatten.

20. Werkwijze volgens een van conclusies 12-19, omvattende het hergebruiken van het tweede badgedeel voor een andere persoon, waarbij een nieuw eerste badgedeel wordt gekoppeld aan het gebruikte tweede badgedeel.

21. Werkwijze volgens een van de conclusies 12-20, waarin het afgeven van een waarschuwingssignaal omvat het afhankelijk van de mate van overeenstemming selecteren van een waarschuwingssignaal uit een aantal mogelijke waarschuwingssignalen en het afgeven van het geselecteerde waarschuwingssignaal. 2000911