NL2000492C2 - Aan geleiderail bevestigbaar beschermmiddel voor motorbestuurders. - Google Patents

Description

Aan geleiderail bevestigbaar beschermmiddel voor motorbestuurders

De uitvinding betreft een aan een geleiderail bevestigbaar beschermmiddel voor motorbestuurders.

5

Geleiderails worden op de middenberm en/of aan de zijkanten van autowegen aangebracht om verkeersdeelnemers te beschermen. Zij dienen onder andere voertuigen op te vangen die op een tegenoverliggend baanvak terecht dreigen te komen, of voertuigen op te vangen die uit de bocht vliegen, bijvoorbeeld bij klaverbladen en 10 gevaarlijke wegstroken met water of obstakels. Om de botsingsenergie van voertuigen goed op te kunnen vangen dienen geleiderails aan strenge eisen te voldoen. Zo moeten zij bijvoorbeeld flexibel genoeg zijn om een uit zijn normale baan geraakt voertuig met zekere zachtheid op te kunnen vangen. Anderzijds moet het voertuig wel worden opgevangen zonder dat dit leidt tot een dusdanig grote vervorming dat het 15 tegenoverliggend verkeer hier hinder van ondervindt.

Hoewel geleiderails inmiddels dusdanig zijn ontwikkeld dat hun werking voor normale voertuigen zoals personenwagens en/of vrachtverkeer adequaat is, vertonen zij grote gebreken als het gaat om motorrijders. Een geleiderail omvat doorgaans een aantal 20 staanders, waarop via een tussenconstructie één of meerdere geleiderails zijn bevestigd. Bij de bekende geleiderail is de ruimte onder de geleiderails open, zodat de staanders onbeschermd zijn. Deze vormen een groot gevaar voor motorrijders, die immers bij een val laag over het wegdek schuiven en onder de geleiderail terechtkomen. Komen zij hierbij in aanraking met een stander dan zijn de gevolgen vaak zeer ernstig, zelfs met 25 dodelijke afloop. Schuiven zij tussen twee staanders door dan komen zij op het tegenoverliggende wegdek terecht, waarbij zij tevens een gevaar vormen voor andere weggebruikers.

Om bovengenoemd probleem op te lossen is een beschermmiddel ontwikkeld in de 30 vorm van een stalen kantplank, welke tegen de staanders wordt geplaatst. Deze bekende kantplank echter is zwaar en moeilijk te vervoeren. Bovendien is de plaatsing ervan tijdrovend.

2

De uitvinding beoogt in een aan een geleiderad bevestigbaar beschermmiddel voor motorbestuurders te voorzien dat onder andere bovengenoemde nadelen niet bezit.

Het beschermmiddel volgens de uitvinding heeft daartoe de kenmerken zoals verwoord 5 in conclusie 1. In het bijzonder wordt een aan een geleiderad bevestigbaar beschermmiddel voor motorbestuurders verschaft, dat tenminste één flexibele plaat omvat, die in de lengterichting ervan oprolbaar is, waarvan tenminste de in de lengterichting verlopende zijranden zijn voorzien van bevestigingsmiddelen voor opspanmiddelen, welke opspanmiddelen in opgespannen toestand de zijranden van de 10 tenminste één plaat naar elkaar toe trekken zodat de tenminste één plaat wordt gekromd. Het beschermmiddel overeenkomstig de uitvinding schermt in gemonteerde toestand althans een groot gedeelte van de open ruimte onder de geleiderad af en vormt een adequate bescherming voor de staanders. Doordat het beschermmiddel flexibele platen omvat kan het eenvoudig worden verpakt en vervoerd door het op te rollen. Nadat het 15 beschermmiddel is vervoerd naar een geleiderad, wordt het ter plekke eenvoudig ontrold. Door vervolgens de platen op te spannen wordt de voor een dergelijk beschermmiddel benodigde stijfheid en energieabsorberend vermogen bereikt. Het beschermmiddel wordt in opgespannen toestand aan de geleiderad bevestigd, bijvoorbeeld aan de staanders ervan. Door de bijzondere constructie van het 20 beschermmiddel is dit eenvoudig te vervoeren, licht, en gemakkelijk aan te brengen, terwijl het tegelijkertijd de gewenste stijfheid bezit.

Een bijkomend voordeel van het uitgevonden beschermmiddel is dat deze de stijfheid en de andere voor de toepassing relevante mechanische eigenschappen van de 25 geleiderad niet of slechts in geringe mate beïnvloedt. Dit is een groot voordeel, omdat een geleiderad die is voorzien van het beschermmiddel dus niet herberekend en/of aangepast moet worden om te voldoen aan de norm.

Nog een voordeel is dat het beschermmiddel overeenkomstig de uitvinding zeer snel 30 kan worden aangebracht op een geleiderad of anderszins kan worden geplaatst. Het is inderdaad mogelijk plaatsingssnelheden te bereiken die tenminste 5 km per dag bedragen, en zelfs 10 km per dag voor relatief rechte wegtrajecten. Hierdoor wordt het mogelijk voor relatief geringe kosten gehele geleiderails van het beschermmiddel te voorzien waardoor niet hoeft te worden gekozen voor slechts selectieve bescherming 3 van enkele staanders. Verder levert de in potentie snelle plaatsing een bijdrage aan het voorkomen van fïleleed.

Niettegenstaande één plaat reeds voldoende bescherming beidt wordt in een 5 voorkeursuitvoeringsvorm het beschermmiddel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat deze tenminste twee flexibele platen omvat, die in de lengterichting ervan onderling scharnierend zijn verbonden. De ruimte tussen de ondergrond en de onderrand van de geleiderad kan gemakkelijk oplopen tot meer dan 50 cm. Doordat het beschermmiddel tenminste twee platen omvat, die elk volgens de uitvinding worden 10 opgespannen wordt deze afstand gemakkelijk overbrugt zonder dat de stijfheid van het beschermmiddel wordt verminderd. Hoewel de scharnierende verbinding op elke wijze kan worden uitgevoerd, worden de tenminste twee scharnierende platen bij voorkeur verkregen door een plaat te voorzien van een in de lengterichting ervan verlopende rilnaad. Ter hoogte van de rilnaad heeft de plaat een verminderde dikte, waardoor aldaar 15 een plastisch scharnier ontstaat. Deze wijze van verbinding is duurzaam en eenvoudig.

De opspanmiddelen waarmee de platen worden opgespannen kunnen in beginsel elk middel omvatten waarmee de zijranden naar elkaar toe kunnen worden getrokken. In een voorkeursuitvoeringsvorm van het beschermmiddel volgens de uitvinding omvatten 20 de opspanmiddelen een bundelband met een vergrendeling. Dergelijke bundelbanden zijn doorgaans vervaardigd uit een goedkope en duurzame kunststof, bijvoorbeeld een polyolefine. Een bundelband is reepvormig en heeft aan één zijde een gekarteld profiel. De bundelband wordt door een erop aangebrachte vergrendeling getrokken, waarbij een lus wordt gevormd. De vergrendeling heeft een interne profilering die dusdanig 25 samenwerkt met het gekarteld profiel dat de bundelband in één richting door de vergrendeling kan worden bewogen, doch in de andere richting wordt tegengehouden. Bundelbanden zijn bekend en worden bijvoorbeeld gebruikt in de installatietechniek voor het vastzetten van bekabeling en het omsnoeren van pijpen.

30 Het beschermmiddel kan in beginsel uit elk materiaal worden vervaardigd. Zo is het mogelijk het beschermmiddel uit metaalplaat samen te stellen, waarbij de opspanmiddelen desgewenst ook uit metaal zijn gemaakt. Een bijzonder voordelig beschermmiddel omvat tenminste één plaat en/of opspanmiddelen uit kunststof, bij voorkeur een polyolefine, en in het bijzonder een hoge dichtheid polyolefine, zoals 4 bijvoorbeeld HDPE of HDPP, of co-polymeren ervan. Deze voorkeursvariant heeft als grote voordeel dat deze licht is, bestand is tegen weersinvloeden, en goedkoop is. Het is een voordeel dat door de bijzondere constructie relatief flexibele kunststof kan worden toegepast, daar waar het bekende beschermmiddel uit metaal moet worden opgetrokken.

5 Om weerstand tegen de schadelijke invloed van zonlicht te verhogen bevat de kunststof bij voorkeur roet.

Het beschermmiddel volgens de uitvinding kan eenvoudig op een bestaande geleiderail worden gemonteerd. Het is echter ook mogelijk het beschermmiddel op zich te 10 gebruiken als energieabsorberende constructie, waarbij deze bijvoorbeeld kan worden bevestigd aan in de ondergrond aangebrachte staanders. Het beschermmiddel wordt in uitgerolde toestand vooreerst opgespannen. Omdat het beschermmiddel niet veel plaats inneemt tijdens vervoer is het mogelijk ettelijke honderden meters in één keer uit te rollen. Nadat althans gedeeltes van het beschermmiddel zijn opgespannen wordt het 15 beschermmiddel op één van de in de lengterichting verlopende zijranden gekeerd en met de concave zijde naar de staanders van de geleiderail bewogen en hieraan bevestigd middels geschikte bevestigingsmiddelen. Het aldus bevestigde beschermmiddel bevindt zich in de ruimte onder de geleiding van de geleiderail, waardoor zij een bescherming vormen voor de staanders. Door het beschermmiddel dusdanig te bevestigen dat de 20 convexe zijde van de staanders weg wijst wordt verrassenderwijs voldoende energieabsorberend vermogen geleverd om een motorrijder op te vangen tegen de convexe zijde van het beschermmiddel.

Het moge duidelijk zijn dat de stijfheid van het beschermmiddel, en in het bijzonder de 25 buigstijfheid in de lengterichting ervan, enigszins afhankelijk is van onder andere de tussenafstand tussen de staanders van de geleiderail. Er zijn voldoende mogelijkheden om deze stijfheid in te stellen en eventueel aan te passen, afhankelijk van de situatie ter plekke.

30 In een uitvoeringsvorm van het beschermmiddel volgens de uitvinding strekken de bevestigingsmiddelen zich uit over de in de lengterichting verlopende zijranden van de tenminste één plaat met een tussenafstand begrepen tussen 10 en 100 cm, bij voorkeur tussen 15 en 50 cm, en met de meeste voorkeur tussen 20 en 30 cm. Door deze 5 tussenafstand aldus te kiezen wordt vermeden dat de tussenliggende plaatgedeeltes onder invloed van de inkomende stootbelasting gemakkelijk uitknikken.

Het heeft verder voordelen het beschermmiddel volgens de uitvinding dusdanig uit te 5 voeren dat deze drie platen omvat, waarbij de derde plaat een in de lengterichting ervan verlopende vrije zijrand heeft die na plaatsing onder een geleiderail tegen de achterzijde van de geleiding van de geleiderail aanligt. Hierdoor wordt de vrije ruimte tussen de achterzijde van de geleiding en de zijrand van de tweede plaat (die grenst aan de derde plaat) afgeschermd. Dit voorkomt dat een motorrijder met een ledemaat in aanraking 10 komt met de (scherpe) onderrand van de achterzijde van de geleiding.

De dikte van de platen waaruit het beschermmiddel is opgebouwd kan binnen brede grenzen worden gekozen. Voor de meeste belastingen en in het geval een kunststof materiaal wordt toegepast voor de platen is de dikte van de tenminste één plaat bij 15 voorkeur begrepen tussen 0,5 en 5 mm, met meer voorkeur tussen 1 en 3 mm, en met de meeste voorkeur tussen 1,5 en 2,5 mm. Een dergelijk beschermmiddel biedt enerzijds een voldoende laag gewicht om dit eenvoudig te kunnen transporteren, doch levert anderzijds voldoende stijfheid en energieabsorberend vermogen.

20 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het beschermmiddel overeenkomstig de uitvinding is deze voorzien van tenminste één markering, bij voorkeur in stickervorm. Een dergelijke markering kunnen bijvoorbeeld pijlen omvatten ter aanduiding van een gevaarlijke bocht. Een dergelijke markering is kostenbesparend ten opzichte van markeringen welke gemonteerd dienen te worden in plaats van geplakt.

25

De uitvinding zal nu verder worden verduidelijkt aan de hand van in de figuren beschreven niet-limiterende uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: - figuur 1 een schematisch aanzicht in perspectief van een beschermingsmiddel volgens de uitvinding in ontspannen toestand; 30 - figuur 2 een schematisch aanzicht in perspectief van het in figuur 1 getoonde beschermingsmiddel in opgespannen toestand; - figuur 3 een schematisch aanzicht in perspectief van een andere uitvoeringsvorm van het beschermingsmiddel volgens de uitvinding in ontspannen toestand; 6 - figuur 4 een schematisch aanzicht in perspectief van het in figuur 3 getoonde beschermingsmiddel in opgespannen toestand; en - figuur 5 een schematische aanzicht in perspectief van een geleiderail, voorzien van het beschermingsmiddel volgens de uitvinding.

5

Onder verwijzing naar figuren 1 en 2 wordt een eerste uitvoeringsvorm van een beschermmiddel 1 voor motorbestuurders getoond. Het beschermmiddel omvat in de getoonde uitvoeringsvorm twee flexibele platen 2 en 3. Platen 2 en 3 zijn in ontspannen toestand (zie figuur 1) oprolbaar in de lengterichting 5 van platen 2 en 3. Hierdoor 10 kunnen grote lengtes beschermmiddel eenvoudig worden vervoerd. De in de lengterichting 5 verlopende vrije zijranden 6 en 7 zijn voorzien van bevestigingsmiddelen 10, in de getoonde variant openingen in de betreffende plaat. De openingen zijn met een tussenafstand van ongeveer 25 cm in de in de lengterichting 5 verlopende zijranden 6 en 7 aangebracht. Het beschermmiddel 1 is tevens voorzien van 15 opspanmiddelen 11, in de vorm van een aantal bundelbanden 11 met vergrendeling. De bundelbanden 11 worden door de openingen 10 gestoken en overspannen de breedte van elke plaat. In vlakke ontspannen toestand (getoond in figuur 1) hebben de bundelbanden een lengte die groter is dan de breedte van de betreffende plaat. Om het beschermmiddel 1 op te spannen worden de bundelbanden 11 consecutief of nagenoeg 20 tegelijkertijd aangetrokken waardoor hun lengte kleiner wordt dan de breedte van de betreffende plaat. Zoals is getoond in figuur 2 worden de zijranden 6 en 7 van de platen 2 en 3 naar elkaar toe getrokken zodat de platen 2 en 3 worden gekromd. Het convexe gedeelte van de opgespannen platen 2 en 3 bevindt zich aan de zijde waar zich de opgespannen bundelbanden 11 bevinden. Het moge duidelijk zijn dat het in figuur 2 25 getoonde opgespannen beschermmiddel 1 slechts de getoonde vorm kan aannemen wanneer de verbinding 12 tussen de platen 2 en 3 een scharnierende verbinding is. Zoals is getoond in figuur 1 kan de scharnierende verbinding tussen platen 2 en 3 worden gevormd door een aantal openingen 10 waardoorheen bundelbanden 11 zijn aangebracht. De in figuur 2 getoonde variant heeft echter de voorkeur. De scharnierende 30 verbinding 12 wordt daar gevormd door een plaat (2, 3) te voorzien van een in de lengterichting 5 ervan verlopende rilnaad 12, waardoor 2 platen 2 en 3 ontstaan met een plastische schamierverbinding ertussen. Ter plaatse van de rilnaad 12 is immers de dikte van de plaat (2, 3) verminderd ten opzichte van de rest van de plaat (2, 3).

7

Onder verwijzing naar figuren 3 en 4 wordt een tweede uitvoeringsvorm van een beschermmiddel 1 voor motorbestuurders getoond. Deze variant omvat drie platen 2, 3 en 4, waarbij de derde plaat 4 een in de lengterichting 5 ervan verlopende vrije zijrand 8 heeft die na plaatsing onder een geleiderail 20 tegen de achterzijde van de geleiding 22 5 van de geleiderail 20 aanligt (zie figuur 5). Deze variant schermt na montage op een geleiderail 20 ook het gedeelte van de ruimte af dat zich uitstrekt tussen de achterzijde van de geleiding 22 en de zijrand 6 van plaat 2. Dit voorkomt dat een motorrijder met een ledemaat in aanraking komt met de (scherpe) onderrand van de achterzijde van de geleiding 22.

10

Figuur 5 toont het beschermmiddel 1 in gemonteerde toestand. Getoond is een gedeelte van een geleiderail 20. Geleiderail 20 omvat een aantal staanders 21, waarop via een tussenconstructie 23 tenminste één geleiding 22 (doch doorgaans twee) is bevestigd. Bij de bekende geleiderail 20 is de ruimte onder de geleiding 22 open, zodat de staanders 15 21 onbeschermd zijn. Hierdoor vormen deze een groot gevaar voor motorrijders. Het uitgevonden beschermmiddel 1 schermt althans een groot gedeelte van deze open ruimte af. Zoals is te zien op figuur 5 wordt het beschermmiddel 1 in opgespannen toestand aan de staanders 21 van de geleiderail 20 bevestigd, bijvoorbeeld eveneens door middel van bundelbanden. Voor een goede werking wordt het beschermmiddel 20 dusdanig bevestigd dat de convexe zijde van de staanders weg wijst, met andere woorden een motorrijder dient opgevangen te worden tegen de convexe zijde van het beschermmiddel 1.

Platen 2 en 3 dienen volgens de uitvinding flexibel te zijn, om deze door opspannen van 25 de bundelbanden 11 op de gewenste wijze te kunnen vervormen, zonder dat hier bovenmatig veel kracht voor nodig hoeft te zijn. Voor een goede werking van het beschermmiddel 1 dienen de platen 2 en 3 ook voldoende stijfheid te bezitten in de opgespannen toestand. Een geschikt beschermmiddel is uit kunststof vervaardigd, bij voorkeur uit een polyolefine, en met de meeste voorkeur uit een polyolefine met een 30 hoge dichtheid, zoals bijvoorbeeld HDPE. Het HDPE bevat bij voorkeur roet om de bestendigheid tegen inwerking van UV-straling te verbeteren. Een bijzonder geschikte dikte van de platen 2 en 3 is begrepen tussen 1,5 en 2,5 mm, hoewel andere diktes mogelijk zijn .

8

Hoewel de uitvinding is toegelicht en beschreven aan de hand van bovengenoemde uitvoeringsvormen zal het duidelijk zijn dat hieraan vele wijzigingen en aanvullingen kunnen worden doorgevoerd die binnen de beschermingsomvang van de hieronder weergegeven conclusies vallen.

Claims (11)

1. Aan geieiderail (20) bevestigbaar beschermmiddel (1) voor motorbestuurders, omvattende tenminste één flexibele plaat (2, 3, 4), die in de lengterichting (5) ervan 5 oprolbaar is, waarvan tenminste de in de lengterichting (5) verlopende zijranden (6, 7, 12. zijn voorzien van bevestigingsmiddelen (10) voor opspanmiddelen (11), welke opspanmiddelen (11) in opgespannen toestand de zijranden (6, 7, 12) van de tenminste één plaat (2, 3, 4) naar elkaar toe trekken zodat de tenminste één plaat wordt gekromd.

2. Beschermmiddel (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat deze tenminste twee flexibele platen (2, 3) omvat, die in de lengterichting (5) ervan onderling scharnierend zijn verbonden.

3. Beschermmiddel (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de tenminste 15 twee scharnierende platen (2, 3) zijn verkregen door een plaat (2, 3) te voorzien van een in de lengterichting (5) ervan verlopende rilnaad (12).

4. Beschermmiddel (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de opspanmiddelen (11) een bundelband omvatten met een vergrendeling. 20

5. Beschermmiddel (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tenminste één plaat (2, 3, 4) en/of de opspanmiddelen (11) uit kunststof zijn vervaardigd.

6. Beschermmiddel (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de kunststof een polyolefine omvat.

7. Beschermmiddel (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de kunststof roet bevat. 30

8. Beschermmiddel (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bevestigingsmiddelen (10) zich uitstrekken over de in de lengterichting (5) verlopende zijranden (6, 7, 12) van de tenminste één plaat (2, 3,4) met een tussenafstand begrepen tussen 20 en 30 cm.

9. Beschermmiddel (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze drie platen (2, 3, 4) omvat, waarbij de derde plaat (4) een in de lengterichting (5) ervan verlopende vrije zijrand (8) heeft die na plaatsing onder een geleiderail (20) 5 tegen de achterzijde van de geleiding (22) van de geleiderail (20) aanligt.

10. Beschermmiddel (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de dikte van de tenminste één plaat (2, 3, 4) begrepen is tussen 0,5 en 5 mm, bij voorkeur tussen 1 en 3 mm, en met nog meer voorkeur tussen 1,5 en 2,5 mm.

11. Beschermmiddel (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze is voorzien van tenminste één markering in stickervorm.