NL2000475C2 - Gordijnhaak voor platte plooien, en strip en slede ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak. - Google Patents

Gordijnhaak voor platte plooien, en strip en slede ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak. Download PDF

Info

Publication number
NL2000475C2
NL2000475C2 NL2000475A NL2000475A NL2000475C2 NL 2000475 C2 NL2000475 C2 NL 2000475C2 NL 2000475 A NL2000475 A NL 2000475A NL 2000475 A NL2000475 A NL 2000475A NL 2000475 C2 NL2000475 C2 NL 2000475C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
flange
strip
curtain hook
assembly
hook
Prior art date
Application number
NL2000475A
Other languages
English (en)
Inventor
Jeroen Petrus Theodorus Abelen
Original Assignee
Wybenga Machines B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wybenga Machines B V filed Critical Wybenga Machines B V
Priority to NL2000475A priority Critical patent/NL2000475C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2000475C2 publication Critical patent/NL2000475C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47HFURNISHINGS FOR WINDOWS OR DOORS
    • A47H13/00Fastening curtains on curtain rods or rails
    • A47H13/14Means for forming pleats
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47HFURNISHINGS FOR WINDOWS OR DOORS
    • A47H13/00Fastening curtains on curtain rods or rails
    • A47H13/14Means for forming pleats
    • A47H13/16Pleat belts; Hooks specially adapted to pleat belts

Landscapes

  • Curtains And Furnishings For Windows Or Doors (AREA)

Description

Gordijnhaak voor platte plooien, en strip en slede ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak
De uitvinding heeft betrekking op een gordijnhaak voor platte plooien. De uitvinding 5 heeft tevens betrekking op een strip ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak. De uitvinding heeft voorts betrekking op een slede ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak.
Gordijnhaken voor platte plooien zijn bekend. De veelal uit metaal vervaardigde, starre 10 haak is daarbij zodanig vormgegeven dat deze kan worden bevestigd aan het naaiwerk van een platte plooi. Eventueel kan een separate gordijnband worden aangebracht op een van platte plooien voorzien gordijn, teneinde de platte plooien te kunnen consolideren. De met het gordijn vemaaide gordijnband is daarbij doorgaans voorzien van meerdere opneemruimtes voor gordijnhaken. Voorbeelden van bekende 15 gordijnhaken voor platte plooien zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften US2621728, US2672194, US2796928, en US2864442. De bekende gordijnhaak heeft meerdere nadelen. Een belangrijk nadeel van de bekende gordijnhaken is dat de gordijnhaak verwijderd moet worden van het gordijn of eventueel van de gordijnband tijdens het wassen van het gordijn. Het verwijderen en na wassen herbevestigen van de 20 gordijnhaken is omslachtig en tijdrovend, en leidt bovendien veelal tot het onregelmatig (ongelijk) hangen van het gordijn, hetgeen vanuit esthetisch oogpunt doorgaans ongewenst is.
De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een relatief gebruiksvriendelijke 25 gordijnhaak voor van platte plooien voorziene gordijnen.
De uitvinding verschaft daartoe een gordijnhaak van het in aanhef genoemde type, omvattende: ten minste één strip ingericht om te worden ingenaaid in een platte plooi, een met de ten minste ene strip verbonden samenstel van een naar de strip toegekeerde 30 eerste flens en een van de strip afgekeerde tweede flens, en ten minste één de tweede flens omsluitende slede voorzien van een haakvormig orgaan, waarbij de slede verplaatsbaar is ten opzichte van de tweede flens, waarbij het samenstel en ten minste een deel van ten minste één strip onderling een hoek insluiten. Door het samenstel, of althans het door het samenstel opgespannen vlak, en de strip onderling een hoek te laten 2 insluiten kan de strip enerzijds efficiënt worden opgenomen en worden ingenaaid in een platte plooi van een gordijn, en kan anderzijds de toegankelijkheid van het samenstel voor een gebruiker worden gewaarborgd. De doorgaans uit kunststof vervaardigde gordijnhaak overeenkomstig de uitvinding behoeft niet te worden verwijderd van het 5 gordijn tijdens het afhalen en wassen van het gordijn en zal doorgaans zijn ingericht om permanent te worden bevestigd in een platte plooi, hetgeen de gebruiksvriendelijkheid van de gordijnhaak facilieert. Bovendien kan het gordijn na ophanging relatief snel en eenvoudig recht of anderszins in een gewenste positie worden gehangen, doordat de gordijnhaak overeenkomstig de uitvinding in hoogte verstelbaar is. Het krimpen en/of 10 uitzakken van delen van het gordijn kunnen aldus relatief eenvoudig worden gecorrigeerd door de slede te verplaatsen ten opzichte van de het samenstel van flenzen. Een aanvullend voordeel van de gordijnhaak overeenkomstig de uitvinding is dat de gordijnhaak constructief relatief eenvoudig kan worden uitgevoerd. Zoals reeds opgemerkt zal de gordijnhaak doorgaans althans in hoofdzaak uit kunststof zijn 15 vervaardigd. Kunststof is relatief goedkoop, waarbij de gordijnhaak relatief eenvoudig middels spuitgieten in een enkele processtap kan worden vervaardigd. De strip is daarbij zodanig opgebouwd en gedimensioneerd dat de strip is ingericht om te worden doorstoken met naald en draad om de strip en daarmee de gordijnhaak te kunnen bevestigen in een platte plooi. De gordijnhaak overeenkomstig de uitvinding is in het 20 bijzonder geschikt om machinaal te worden verwerkt, en in het bijzonder om machinaal te worden getransporteerd in de richting van een naaimachine.
De strip kraagt bij voorkeur ten minste éénzijdig uit ten opzichte van een door het samenstel opgespannen vlak. Bij nadere voorkeur kraagt de strip tweezijdig uit ten 25 opzichte van een door het samenstel opgespannen vlak, teneinde de stabiliteit van de ingenaaide gordijnhaak te kunnen verbeteren. Het is daarbij bijzonder voordelig ingeval de strip in hoofdzaak dwars is georiënteerd ten opzichte van het door het samenstel opgespannen vlak. Het door het samenstel opgespannen vlak is een imaginair vlak dat loopt door beide flenzen alsmede door een doorgaans tussen beide flenzen 30 gepositioneerd verbindingsgedeelte. Het samenstel en de strip sluiten onderling bij voorkeur een hoek in die is gelegen tussen 45° en 135°, bij nadere voorkeur tussen 75° en 115°, en in het bijzonder een hoek van in hoofdzaak 90°. Laatstgenoemde hoek heeft tot gevolg dat een in hoofdzaak dwarse oriëntatie aanwezig zal zijn van de strip ten opzichte van het samenstel, hetgeen enerzijds, zoals reeds aangegeven, doorgaans de 3 stabiliteit van de ingenaaide gordijnhaak zal optimaliseren, en hetgeen anderzijds een optimale toegankelijkheid van het samenstel voor een gebruiker kan waarborgen.
5 In een voorkeursuitvoering omvat de gordijnhaak meerdere strips, waarbij de strips respectievelijk aan weerszijden uitkragen ten opzichte van een door het samenstel opgespannen vlak. Het is daarbij denkbaar dat het samenstel en de respectievelijke strips onderling verschillende hoeken insluiten, waarbij bijvoorbeeld het samenstel en een met het samenstel verbonden eerste strip onderling een hoek kunnen insluiten van 10 70°, onderwijl het samenstel en een met het samenstel verbonden tweede strip onderling een hoek kunnen insluiten van 90°. Het is zelfs denkbaar dat één van de strips in een door het samenstel opgespannen vlak is gelegen, onderwijl het samenstel en een andere strip onderling een hoek insluiten.
15 In een voorkeursuitvoering omgrijpt de slede de eerste flens ten minste gedeeltelijk. Door de slede, naast het laten omsluiten van de tweede flens, eveneens de eerste flens ten minste gedeeltelijk te laten omgrijpen kan een relatief solide, sterke en derhalve stabiele koppeling worden verkregen tussen de strip enerzijds en de slede anderzijds. Een dergelijke relatief solide, sterke (losneembare) koppeling als gevolg van de 20 meerzijdige stabilisatie facilieert verwerking en gebruik van de gordijnhaak, daar de gordijnhaak als geheel constructief relatief stevig is ten opzichte van de bekende gordijnhaak. Tijdens gebmik van de gordijnhaak overeenkomstig de uitvinding zal de treksterkte van de gordijnhaak, als gevolg van de relatief solide koppeling tussen de strip en de slede, relatief traag afnemen in vergelijking met de afname van de treksterkte 25 bij conventionele gordijnhaken. Naast een grotere flexibiliteit in verwerking en toepassing van de gordijnhaak overeenkomstig de uitvinding, zal de gordijnhaak doorgaans tevens een relatief lange levensduur hebben. Opgemerkt zij dat de slede en de strip, of althans de met de strip verbonden tweede flens, onderling losneembaar zijn gekoppeld, waardoor een solide koppeling tussen beide componenten bepalend is voor 30 de totaalsterkte en stevigheid van de gordijnhaak.
In een voorkeuruitvoering kragen zowel de eerste flens als de tweede flens tweezijdig uit ten opzichte van de strip, of althans ten opzichte van een door het samenstel opgespannen vlak. Alzo vormen de beide flenzen en een tussenliggend 4 verbindingsgedeelte onderling een Ι-profiel (of een gekanteld H-profiel) ingericht voor het stabiel kunnen geleiden en kunnen dragen van de slede. In een bijzondere voorkeursuitvoering kragen de eerste flens en de tweede flens over een in hoofdzaak zelfde afstand uit ten opzichte van een door het samenstel opgespannen vlak. Alzo 5 wordt een symmetrisch I-profiel gegenereerd, met behulp waarvan de slede aan de strip kan worden gekoppeld.
In een andere voorkeursuitvoering is de eerste flens en/of de tweede flens voorzien van ten minste één tandvormig profiel ingericht voor samenwerking met een van de slede 10 deel uitmakend contraprofiel. Het is daarbij denkbaar dat beide flenzen zijn voorzien van een tandvormig profiel. Het tandvormig profiel wordt bij voorkeur gevormd door een zaagtandprofiel. Bij nadere voorkeur is ten minste een van de strip afgekeerde zijde van de tweede flens voorzien van het tandvormig profiel. Doorgaans zal een dergelijke naar buiten gekeerde positionering van het tandvormig profiel gunstig zijn, daar een 15 dergelijke positionering het vaststikken van de gordijnhaak in een platte gordijnplooi niet belemmert. Bij voorkeur wordt het contraprofiel gevormd door een flexibele lip.
Het is daarbij denkbaar om meerdere flexibele lippen te laten aangrijpen op eenzelfde tandvormig profiel. Ingeval meerdere tandvormige profielen worden toegepast, die bijvoorbeeld zijn aangebracht op verschillende flenzen of op verschillende zijden van 20 een bepaalde flens, kunnen een corresponderend aantal lippen worden toegepast, teneinde de onderlinge samenwerking tussen de profielen en de contraprofielen te optimaliseren.
In een voorkeursuitvoering is de slede ingericht voor meerzijdige aangrijping op de 25 eerste flens. Doorgaans zal de slede ten minste aangrijpen op een naar de tweede flens toegekeerde zijde van de eerste flens. Teneinde de onderlinge koppeling van de strip en de slede te optimaliseren, zal de slede doorgaans tevens aangrijpen op ten minste één zijde van de eerste flens anders dan een naar de tweede flens toegekeerde zijde van de eerste flens. Veelal zal een dergelijke (kopse) zijde aansluiten op de naar de tweede 30 flens toegekeerde zijde van de eerste flens. Het is echter tevens denkbaar dat de slede de eerste flens ten minste gedeeltelijk omgrijpt of omsluit. Alsdan grijpt de slede tevens aan op een van de tweede flens afgekeerde zijde van de eerste flens. Doorgaans zal in elke voorbesproken variant een multilaterale aangrijping plaatsvinden van de slede op elk van de eerste flens en de tweede flens.
5
In een andere voorkeursuitvoering is de eerste flens en/of de tweede flens in dwarsdoorsnede ten minste gedeeltelijk gehoekt uitgevoerd. Daarbij zal de betreffende flens doorgaans een rechthoekige doorsnede bezitten, waarbij de flens zich 5 (rechtstandig) éénzijdig, doch bij voorkeur tweezijdig, uitkraagt ten opzichte van een door de strip opgespannen vlak. Het is echter eveneens denkbaar dat de eerste flens en/of de tweede flens in dwarsdoorsnede ten minste gedeeltelijk afgerond is uitgevoerd. Daarbij kan de flens tevens volledig afgerond zijn uitgevoerd. Voordeel van een dergelijke afronding is dat een gordijn, tijdens het verwerken van de gordijnhaak door 10 het onderling vaststikken van de gordijnhaak aan het gordijn, doorgaans niet zal blijven haken achter scherpe, hoekige delen van de flens. In een bijzondere voorkeursuitvoering is de eerste flens aan een van de tweede flens afgekeerde zijde, id est de zijde waarlangs een stiksel zal worden aangebracht, in dwarsdoorsnede afgerond uitgevoerd, onderwijl een naar de tweede flens toegekeerde zijde in dwarsdoorsnede gehoekt is uitgevoerd, 15 teneinde ongewenste inname van ruimte door de eerste flens te kunnen tegengaan.
Bij voorkeur is op een op de eerste flens aansluitend deel van de strip verdikt is uitgevoerd. Dit verdikte deel sluit bij voorkeur aan op een van de tweede flens afgekeerde zijde van de eerst flens, en fungeert met name als versteviging voor de 20 gordijnhaak als geheel.
De eerste flens en de tweede flens zijn bij voorkeur elk voorzien van ten minste één nok ingericht voor samenwerking met een extern vasthoudorgaan voor gestabiliseerde verplaatsing van de gordijnhaak. Doorgaans zijn de flenzen eenzijdig nabij een kopse 25 langsrand van de strip voorzien van meerdere, in het bijzonder twee, nokken, waarbij de nokken van de beide flenzen onderling naar elkaar toe zijn gekeerd. Doorgaans zal een aanvoerorgaan, veelal gevormd door een bekvormig orgaan, een tussen de beide flenzen gelegen deel van de strip deels omsluiten, waarna de gordijnhaak machinaal kan worden verplaatst richting een steekplaat onder een naaimachine.
30
In een voorkeursuitvoering is de slede voorzien van een doorvooropening voor de tweede flens, welke doorvoeropening wordt begrensd door meerdere aangrijporganen ingericht voor overgrijping van de tweede flens en meerzijdige aangrijping op de eerste flens. In het bijzonder is daarbij een van de doorvoeropening afgelegen deel van de 6 slede ten minste gedeeltelijk afgerond uitgevoerd. Zoals reeds in het voorgaande opgemerkt gaat een dergelijke afronding het ongewenst haken van het gordijn aan een scherpe, gehoekt deel van de gordijnhaak tegen, waardoor een dergelijke afronding de verwerking, id est het vaststikken van de gordijnhaak in een platte plooi, doorgaans zal 5 faciliëren.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een strip en een met de strip en een met de strip verbonden samenstel van een naar de strip toegekeerde eerste flens en een van de strip afgekeerde tweede flens ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak. De uitvinding 10 heeft voorts betrekking op een slede ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak.
Voordelen van beide delen van de gordijnhaak zijn reeds in het voorgaande uitvoerig beschreven.
De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren 15 weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur la een zijaanzicht op een gordijnhaak overeenkomstig de uitvinding, figuur lb een perspectivisch aanzicht op de gordijnhaak volgens figuur la, figuur lc een bovenaanzicht op een deel van de gordijnhaak volgens figuren la en lb, figuur 2 een zijaanzicht op een andere gordijnhaak overeenkomstig de uitvinding, 20 figuur 3 een zijaanzicht op weer een andere gordijnhaak overeenkomstig de uitvinding, en figuur 4 een perspectivisch aanzicht op een alternatieve gordijnhaak overeenkomstig de uitvinding.
25 Figuur la toont een zijaanzicht op een gordijnhaak 1 overeenkomstig de uitvinding. De gordijnhaak 1 omvat een strip 2 en een met de strip 2 verbonden samenstel 3 van een naar de strip 2 toegekeerde eerste flens 4, een van de strip 2 afgekeerde tweede flens 5, en een lijf 6 voor het op afstand houden van beide flenzen 4, 5. Het samenstel 3 wordt in hoofdzaak omgrepen door een slede 7 voorzien van een haakvormig lichaam 8.
30 Getoond is dat een substantieel deel van de strip 2 dwars is gelegen op een door het samenstel opgespannen vlak A, waardoor de strip 2 in het bijzonder geschikt wordt om te worden opgenomen in en te worden vemaaid met een platte plooi 35. De slede 7 is tevens voorzien van een flexibele lip 9 die thans aangrijpt op een op de tweede flens 5 aangebracht zaagtandprofiel 10 (zie figuur lb). De slede 7 grijpt onder klempassing aan 7 op het samenstel 3, zodanig dat verplaatsing van de slede 7 ten opzichte van het samenstel 3 in één richting mogelijk is. Daar de slede 7 beide flenzen 4, 5 nauw omsluit wordt een solide koppeling tussen de slede 7 en de strip 2 gerealiseerd, hetgeen resulteert in een relatief stevige gordijnhaak 1. Daarbij grijpt de slede 7 aan zowel op 5 een naar de tweede flens toegekeerde zijde 11 van de eerste flens 4 alsook op twee op deze zijde 11 aansluitende kopse zijden 12 van de eerste flens 4. Bovendien grijpt de slede 7 aan op een deel van een van de tweede flens 5 afgekeerde zijde 13 van de eerste flens 4. Naast een relatief lange levensduur heeft een dergelijke relatief solide en stabiele koppeling als voordeel dat de handling van de gordijnhaak 1 gefacilieerd wordt, 10 waarbij het aantal tijdens de handling (en gebruik) beschadigde gordijnhaken kan worden geminimaliseerd. De strip 2 en het samenstel 3 zijn bij voorkeur integraal uit kunststof opgebouwd, en zijn in een enkele processtap middels spuitgieten vervaardigd. Tijdens het spuitgietproces kan een kleurstof zijn toegevoegd aan de (te vervaardigen) gordijnhaak 1. Bij voorkeur heeft de gordijnhaak 1 ten minste één van de volgende 15 kleuren: wit, zwart, geel, groen, blauw, rood, paars, bruin, oranje, grijs en roze. De strip 2 is aangrenzend aan de eerste flens 4 voorzien van een verstevigingsrand 14 voor het verschaffen van additionele stevigheid. Figuur lb toont een perspectivisch aanzicht op de gordijnhaak 1 volgens figuur la. In deze figuur is het zaagtandprofiel 10 dat thans samenwerkt met de flexibele lip 9 van de slede 7 duidelijk weergegeven. Bovendien 20 toont figuur lb dat het lijf 6 nabij een langsrand verbreed is uitgevoerd, teneinde machinale verplaatsing te kunnen faciliëren. Tijdens een dergelijke verplaatsing wordt de gordijnhaak 1 middels een bekvormig lichaam (niet-weergegeven) verplaatst, waarbij het bekvormig lichaam tweezijdig aangrijpt op een deel van het lijf 6. Teneinde (te) eenvoudig losraken van de gordijnhaak 1 van het bekvormig lichaam te kunnen 25 voorkomen zijn de naar elkaar toegekeerde zijden 11,15 van beide flenzen 4, 5 elk voorzien van een tweetal nokken 16, 17 ingericht voor het uitoefenen van een zekere voorspanning op het bekvormig lichaam. Dergelijk nokken 16, 17 zijn tevens gevisualiseerd in figuur lc, waarin de slede 7 niet is getoond. Het zaagtandprofiel 10 omvat meerdere regelmatig gerangschikte zaagtanden 18, waarbij elke zaagtand 18 aan 30 de langsranden afgeknot is uitgevoerd, teneinde ongewenst haken van de slede 7 of van een platte gordijnplooi aan de zaagtanden 18 te kunnen tegengaan.
Figuur 2 toont een zijaanzicht op een andere gordijnhaak 19 overeenkomstig de uitvinding ingericht voor opname in een (niet-weergegeven) platte plooi. De 8 gordijnhaak 19 omvat een strip 20 en een met de strip 20 verbonden I-profiel 21 van een binnenste flens 22, een tussendeel 23, en een buitenste flens 24. De strip 20 is de facto opgebouwd uit twee stripdelen 20a, 20b, waarbij een eerste stripdeel 20a in het verlengde is gelegen van het I-profiel 21, en daarmee is gelegen in een door het I-profiel 5 21 opgespannen imaginair vlak B, en waarbij een tweede stripdeel 20b loodrecht staat op voomoemd vlak B. Het relatief lange tweede stripdeel 20b zal worden aangewend voor het vastnaaien van de gordijnhaak 19 in de platte plooi, onderwijl het relatief korte eerste stripdeel 20a is ingericht voor het verschaffen van aanvullende stabiliteit van de gordijnhaak 19. Opgemerkt zij dat beide stripdelen 20a, 20b tevens kunnen worden 10 beschouwd als separate strips die beide zijn verbonden met het I-profiel 21. Om het I-profiel 21 grijpt een slede 25 voorzien van een haakvormig orgaan 26. De slede 25 omsluit de buitenste flens 24 daarbij volledig, onderwijl de binnenste flens 22 slechts op drie zijden, id est een naar de buitenste flens toegekeerde zijde en twee kopse zijden, wordt aangegrepen door de slede 25. Duidelijk zichtbaar in figuur 2 is dat de binnenste 15 flens 22 in dwarsdoorsnede rechthoekig is uitgevoerd, waarbij de buitenste flens 24 in dwarsdoorsnede deels afgerond is uitgevoerd.
Figuur 3 toont een zijaanzicht op weer een andere gordijnhaak 27 overeenkomstig de uitvinding. De thans getoonde gordijnhaak 27 is constructief sterk gelijkend op de in 20 figuur 2 weergegeven gordijnhaak 19. De gordijnhaak 27 omvat tevens een strip 28 en een met de strip 28 verbonden I-profiel 29 van een binnenste flens 30, een afstandhouder 31, en een buitenste flens 32. De strip 28 is wederom de facto opgebouwd uit twee stripdelen 28a, 28b. Een door het I-profiel lopend vlak C sluit met het eerste stripdeel 28a een hoek α in van 90°. Het imaginaire vlak C en het tweede 25 stripdeel 28b sluiten onderling een hoek β in van circa 55°. Het I-profiel 29 wordt in hoofdzaak omsloten door een slede 33 voorzien van een haakvormig orgaan 34. In tegenstelling tot de in figuur 2 getoonde gordijnhaak 19 is de binnenste flens 30 in dwarsdoorsnede afgerond uitgevoerd, waarbij de slede 33 de afgeronde zijde van de binnenste flens 30 in hoofdzaak volledig volgt. Ook in deze configuratie kan een solide, 30 stabiele losneembare koppeling worden verkregen tussen de strip 28 enerzijds en de slede 33 anderzijds. Opgemerkt zij dat een tandvormig profiel ingericht voor samenwerking met de slede 33 thans niet is weergegeven. Een dergelijk profiel kan zowel zijn aangebracht op de binnenste flens 30 alsook op de buitenste flens 32.
9
Figuur 4 toont een zijaanzicht op een alternatieve gordijnhaak 35 overeenkomstig de uitvinding. De gordijnhaak 35 omvat een strip 36 en een met de strip 36 verbonden samenstel 37 van een naar de strip 36 toegekeerde eerste flens 38, een van de strip 36 afgekeerde tweede flens 39, en een verbindingsgedeelte 40 voor het op afstand houden 5 van beide flenzen 38, 39. Het samenstel 37 wordt in hoofdzaak omgrepen door een slede 41 voorzien van een haakvormig lichaam 42. Getoond is dat een substantieel deel van de strip 36 dwars is gelegen op een door het samenstel opgespannen vlak, waarbij de strip 36 (bezien vanuit een vooraanzicht op de gordijnhaak 35) meerzijdig, in het bijzonder vierzijdig, lateraal uitsteekt ten opzichte van het samenstel 37. Door de strip 10 36 volledig rondom het samenstel 37 te laten uitsteken, kan de strip 36 en daarmee de gordijnhaak 35 op verbeterde wijze worden ingenaaid in een platte plooi, waarbij, naast ten opzichte van de samenstel 37 zijdelings uitkragende delen van de strip 36, tevens ten opzichte van een bovenzijde en een onderzijde het samenstel 37 uitkragende delen van de strip 36 kunnen worden aangewend voor het vastnaaien van de gordijnhaak 35 in een 15 platte plooi. Hierdoor zal de gordijnhaak 35 op met een verbeterde stabiliteit en duurzaamheid worden ingenaaid in een platte plooi.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande 20 conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

Claims (22)

1. Gordijnhaak voor platte plooien, omvattende: ten minste één strip ingericht om te worden ingenaaid in een platte plooi, 5. een met de ten minste ene strip verbonden samenstel van een naar de strip toegekeerde eerste flens en een van de strip afgekeerde tweede flens, en ten minste één de tweede flens omsluitende slede voorzien van een haakvormig orgaan, waarbij de slede verplaatsbaar is ten opzichte van de tweede flens, 10 waarbij het samenstel en ten minste een deel van ten minste één strip onderling een hoek insluiten.
2. Gordijnhaak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de strip ten minste éénzijdig uitkraagt ten opzichte van een door het samenstel opgespannen vlak. 15
3. Gordijnhaak volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de strip tweezijdig uitkraagt ten opzichte van een door het samenstel opgespannen vlak.
4. Gordijnhaak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 20 samenstel en de strip onderling een hoek insluiten die is gelegen tussen 45° en 135°.
5. Gordijnhaak volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het samenstel en de strip onderling een hoek insluiten van in hoofdzaak 90°.
6. Gordijnhaak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gordijnhaak meerdere strips omvat, waarbij de strips respectievelijk aan weerszijden uitkragen ten opzichte van een door het samenstel opgespannen vlak.
7. Gordijnhaak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 30 slede is ingericht voor ten minste gedeeltelijke omgrijping van de eerste flens.
8. Gordijnhaak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zowel de eerste flens als de tweede flens tweezijdig uitkragen ten opzichte van een door het samenstel opgespannen vlak.
9. Gordijnhaak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste flens en de tweede flens over een in hoofdzaak zelfde afstand uitkragen ten opzichte van een door het samenstel opgespannen vlak. 5
10. Gordijnhaak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste flens en/of de tweede flens is voorzien van ten minste één tandvormig profiel ingericht voor samenwerking met een van de slede deel uitmakend contraprofiel.
11. Gordijnhaak volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het tandvormig profiel wordt gevormd door een zaagtandprofiel.
12. Gordijnhaak volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat een van de strip afgekeerde zijde van de tweede flens is voorzien van het tandvormig profiel. 15
13. Gordijnhaak volgens een der conclusies 10-12, met het kenmerk, dat het contraprofiel wordt gevormd door een flexibele lip.
14. Gordijnhaak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 20 slede is ingericht voor meerzijdige aangrijping op de eerste flens.
15. Gordijnhaak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste flens en/of de tweede flens in dwarsdoorsnede ten minste gedeeltelijk gehoekt is uitgevoerd. 25
16. Gordijnhaak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste flens en/of de tweede flens in dwarsdoorsnede ten minste gedeeltelijk afgerond is uitgevoerd.
17. Gordijnhaak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een op de eerste flens aansluitend deel van de strip verdikt is uitgevoerd.
18. Gordijnhaak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste flens en de tweede flens elk zijn voorzien van ten minste één nok ingericht voor samenwerking met een extern vasthoudorgaan voor gestabiliseerde verplaatsing van de gordijnhaak.
19. Gordijnhaak volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 slede is voorzien van een doorvooropening voor de tweede flens, welke doorvoeropening wordt begrensd door meerdere aangrijporganen ingericht voor overgrijping van de tweede flens en meerzijdige aangrijping op de eerste flens.
20. Gordijnhaak volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat een van de 10 doorvoeropening afgelegen deel van de slede ten minste gedeeltelijk afgerond is uitgevoerd.
21. Strip en een met de strip verbonden samenstel van een naar de strip toegekeerde eerste flens en een van de strip afgekeerde tweede flens ten gebruike in een gordijnhaak 15 vo lgens een der conclusies 1 -20.
22. Slede ten gebruike in een gordijnhaak volgens een der conclusies 1-20.
NL2000475A 2007-02-06 2007-02-06 Gordijnhaak voor platte plooien, en strip en slede ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak. NL2000475C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000475A NL2000475C2 (nl) 2007-02-06 2007-02-06 Gordijnhaak voor platte plooien, en strip en slede ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000475A NL2000475C2 (nl) 2007-02-06 2007-02-06 Gordijnhaak voor platte plooien, en strip en slede ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak.
NL2000475 2007-02-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000475C2 true NL2000475C2 (nl) 2008-08-07

Family

ID=38512159

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000475A NL2000475C2 (nl) 2007-02-06 2007-02-06 Gordijnhaak voor platte plooien, en strip en slede ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2000475C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0431580U (nl) * 1990-07-05 1992-03-13
NL1022149C2 (nl) * 2002-12-12 2004-06-15 Wybenga Machines B V Gordijnhaak, en strip en samenstel ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak.
EP1604594A1 (en) * 2004-06-11 2005-12-14 Wybenga Machines B.V. Curtain hook, and strip and carriage for use in such a curtain hook

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0431580U (nl) * 1990-07-05 1992-03-13
NL1022149C2 (nl) * 2002-12-12 2004-06-15 Wybenga Machines B V Gordijnhaak, en strip en samenstel ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak.
EP1604594A1 (en) * 2004-06-11 2005-12-14 Wybenga Machines B.V. Curtain hook, and strip and carriage for use in such a curtain hook

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5136756A (en) Cord clamp with hasp
CA2384900A1 (en) Device for attachment of buttress material to a surgical fastening device
CN110662862A (zh) 遮布的缝边装置
NL2000475C2 (nl) Gordijnhaak voor platte plooien, en strip en slede ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak.
US2758645A (en) Hooks for drapes
NL1026404C2 (nl) Gordijnhaak, en strip en slede ten gebruike in een dergelijke gordijnhaak.
US4012811A (en) Molded plastic clamp
US5957345A (en) Garment hanger clamp pads with side clips
JP3795753B2 (ja) カーテン吊下げ具
JPH09154679A (ja) 座家具又は臥寝具のフレームに波形ばね又はこれに類したものを固定する装置
CN213785815U (zh) 一种可拆卸的互拼互换箱包
US20010005002A1 (en) Apparatus and method for assembling sheet material mounting device components
EP0504126A1 (fr) Embout destiné à assujettir les extrémités des lattes de bois appartenant à un sommier à lattes
WO1999036155A1 (en) Frame for mounting of filter bags
JP3091403U (ja) 植物育成用ピンチ
JP2588937Y2 (ja) バンドの結束環体具
US912854A (en) Curtain-holder.
JP3007930U (ja) カーテンフック
JPS6211577Y2 (nl)
US1078155A (en) Wire-fence clamp.
JPS6018221Y2 (ja) 袋物縫着用治具
US195763A (en) Improvement in curtain-tassel clamps
US1030069A (en) Loop for straps of bags, &c.
KR930000596Y1 (ko) 창문용 블라인더의 슬레트 결합장치
JP3037704U (ja) バックル

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120901