NL2000412C2

NL2000412C2 - Verduisteringsstructuur voor beeldweergaveapparaat.

Info

Publication number: NL2000412C2
Application number: NL2000412A
Authority: NL
Inventors: Chul Hee Yoo; Ho Sik Ahn
Original assignee: Samsung Electro Mech
Priority date: 2006-01-09
Filing date: 2006-12-29
Publication date: 2008-07-22
Also published as: JP2007183639A; DE102006062021A1; TWI356943B; TW200732761A; US20070159449A1; NL2000412A1; JP4676424B2; KR100735361B1; US8508462B2

Description

VERDUISTERINGSSTRUCTUUR VOOR BEELDWEERGAVEAPPARAAT

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Gebied van de uitvinding 5 Deze uitvinding heeft betrekking op een verduisterings-structuur voor een beeldweergaveapparaat waarin licht en duisternis rond een beeld, geproduceerd via het weergave-apparaat, gecontroleerd worden om levendigheid te verschaffen aan het beeld, en meer in het bijzonder, een 10 verduisteringstructuur voor een beeldweergaveapparaat dat verder een contrastpaneel omvat die contrastverschillen in een deel rond het geproduceerde beeld verandert teneinde verduisterende effecten te produceren op het beeld, die kleiner zijn dan een lichtgevende lamp.

15

Beschrijving van de verwante techniek

Met het populariseren en commercialiseren van diverse weergave apparaten, kwam er een aanzienlijke technologische vooruitgang in kleur reproductie en reductie van 20 voedingsconsumptie. Recent, werd een vloeibaar kristallen scherm (LCD) merkbaar aangepast voor weergave apparaten.

In het algemeen, is het LCD apparaat samengesteld uit een weergavepaneel voor het weergeven van een beeld via licht 25 en een achterverlichtingseenheid voor het maken van licht. De achterverlichtingseenheid is hoofdzakelijk ontworpen om licht gelijkmatig te leveren aan een effectief weergave gebied, waar het beeld is weergegeven op het weergavepaneel.

30

Recentelijk, in een poging tot het ontwikkelen van het LCD apparaat, werden diverse aanpakken ingezet om een levendiger en levensechter beeld te produceren, d.i. een beeld met visuele diepte om de weergavekwaliteit te ver-35 beteren. Om levendigheid en visuele diepte te verschaffen 2000412 2 aan het beeld, werd helderheid hoofdzakelijk gedeeltelijk opgedreven om een contrast ratio te verhogen. Daarnaast werden de LCD apparaten met deze functie op de markt gebracht .

5

Een conventioneel LCD apparaat zal hieronder gedetailleerd worden uiteengezet, met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen.

10 FIG. 1 illustreert opeenvolgend werking van het conventionele LCD apparaat.

Zoals getoond in FIG. 1, omvat het conventionele LCD apparaat 1 een achterverlichtingseenheid 2, voorzien van 15 meerdere lichtbronnen 20 en een weergavepaneel 3 voor het weergeven van een beeld 30. Hier is elk van de lichtbronnen 20 in de vorm van een staaf.

Volgens een voorbeeld, getoond in FIG. 1, terwijl een 20 beeld zoals licht beweegt in een donkere plaats, wordt een perifeer deel van het beeld 30 ook in bescheiden mate helderder. Als het beeld 30 weergegeven is in een deel van het weergavepaneel 3 zoals in stap (a), is één van de lichtbronnen, die overeenkomen met het beeld 30, d.i. een 25 derde lichtbron, een lichtbron met hoge helderheid 22.

Ook zijn linkse en rechtse lichtbronnen 20 rond de hoge helderheid lichtbron 22, d.i. de tweede en vierde lichtbronnen, lage helderheid lichtbronnen 24. De rest van de lichtbronnen, met uitzondering van de hoge helderheid en 30 lage helderheid lichtbronnen 22 en 24, zijn afgezette lichtbronnen 26 die geen licht geven.

In stap (b) waar het beeld 30 verschoven wordt naar rechts met een halve breedte van de lichtbron 20 uit stap 35 (a) , een derde lichtbron en de vierde lichtbron waartus- 3 sen het beeld 30 gespreid ligt, zijn de hoge helderheid lichtbron 22. Daarnaast zijn linkse en rechtse lichtbronnen 20 rond de hoge helderheid lichtbron 22, d.i. de tweede lichtbron en een vijfde lichtbron, de lage helder-5 heid lichtbronnen 24. De rest van de lichtbronnen, uitgezonderd de hoge en lage helderheid lichtbronnen 22 en 24, zijn afgezette lichtbronnen 26 die geen licht geven.

Verder, in stap (c) waar het beeld 30 verschoven wordt 10 naar rechts met een halve breedte van de lichtbron 20 uit stap (b), komt het beeld 30 slechts overeen met de vierde lichtbron. Dus de vierde lichtbron is de hoge helderheid lichtbron 22 en linkse en rechtse lichtbronnen 20 rond de hoge helderheid lichtbron 22, d.i. de derde en vijfde 15 lichtbronnen, zijn de lage helderheid lichtbronnen 24. De rest van de lichtbronnen uitgenomend de hoge helderheid lichtbron 22 en de lage helderheid lichtbron 24 zijn de afgezette lichtbronnen 26 die geen licht geven.

20 Op deze manier wordt elk van de lichtbronnen 20 gevarieerd in de hoeveelheid uitgezonden licht volgens de plaats van het beeld 30 teneinde de levendigheid van het beeld te versterken. Dat wil zeggen, het beeld 30 wordt helder weergegeven, het perifere deel daarvan is gemid-25 deld helder weergegeven, d.i., verduisterd, en een deel, geplaatst op een vooraf bepaalde afstand van het beeld, wordt donker weergegeven.

Hier, in een geval waar de lichtbron 20 een breedte heeft 30 dat veel smaller is dan dat van het beeld 30, wordt het verduisterde deel duidelijker weergegeven, dus meer levensechtheid verzekerend. Intussen, in een geval waar de lichtbron een breedte heeft die gelijkaardig is met of groter dan dat van beeld 30, wordt het verduisterende 35 deel niet duidelijk weergegeven, dus minder levensecht.

4

Dit wil zeggen, in een geval waar het beeld 30 geplaatst is om overeen te komen met slechts één van de lichtbronnen 20 zoals in stap (a) , komen linkse en rechtse delen van het beeld 30 enkel overeen met de lage helderheid 5 lichtbronnen 24, waardoor de linkse en rechtse delen van het beeld 30 gelijkmatig helder zijn. Anderzijds, in een geval waar het beeld 30 gespreid is tussen de twee lichtbronnen 20 zoals in stap (b) , komen de linker en rechter delen van het beeld 3 0 respectievelijk overeen met de 10 hoge helderheid lichtbron 22 en de lage helderheid lichtbron 24. Dit leidt tot verschillen in helderheid tussen de linker en rechter delen van het beeld 30, waarbij levendigheid ondermijnd wordt.

15 Daarbij, zoals getoond in FIG. 1, als de lichtbronnen 20 respectievelijk de vorm van een staaf hebben, komen sommige delen van het paneel 3, geplaatst onder en boven het beeld 30, overeen met het gebied van de hoge helderheid lichtbron 22, aldus helderder lijkend dan andere delen 20 van het paneel 3 geplaatst links en rechts van het beeld 30.

FIG. 2 illustreert opeenvolgend de werking van een ander conventioneel LCD apparaat.

25

Om het probleem van het LCD apparaat getoond in FIG. 1 op te lossen, werd het LCD apparaat 1 voorgesteld, waarin meerdere kleine LEDs 10 dicht opeen daarop zijn geplaatst zoals getoond in FIG. 2.

30

Wanneer het LCD apparaat 10 van FIG. 2 een beeld weergeeft zoals helder licht, zijn sommige delen van de LEDs die overeenkomen met het beeld, een hoge helderheid LED

12. Sommige andere LEDs, geplaatst naast de hoge helder-35 heid LED 12, zijn een lage helderheid LED 14 en de rest 5 van de LEDs zijn een uitgeschakelde LED 16, waarbij visuele diepte aan het beeld wordt gegeven.

Zoals hierboven beschreven kan het LCD apparaat 1 met de 5 kleine LEDs dichter opeen, een kleiner beeld weergeven door het gebruiken van de LEDs die individueel aan de linker en rechterkanten en de boven en onderkanten zijn geplaatst. Dienovereenkomstig, kan het LCD apparaat 1 duidelijk een perifeer deel van het beeld weergeven, d.i. 10 waar licht verduisterd wordt uitgezonden, leidend tot een levensechter beeld.

Niettemin vereist het conventionele LCD apparaat getoond in FIG. 2 meerdere LEDs daarop gerangschikt, dus met ver-15 hoging van fabricatiekosten en met hoog vermogensver- bruik. Ook geeft elk van de LEDs aanzienlijk veel warmte af, dus is een afzonderlijke structuur voor het vrijgeven van warmte nodig. Daarnaast, in het conventionele LCD apparaat, zou elk van de LEDs respectievelijk verbonden 20 moeten zijn om onafhankelijk te worden gecontroleerd. Dit maakt interne configuratie van het apparaat moeilijker en vereist een hoog aantal circuit structuren.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

25 Deze uitvinding werd gedaan om de voorafgaande problemen op te lossen van de stand van de techniek en daarom is een aspect van deze uitvinding het voorzien van een ver-duisteringstructuur voor een beeldweergaveapparaat dat uniforme verduisterende effecten kan veroorzaken op een 30 deel rond een beeld, interne configuratie daarvan vereenvoudigt en het vermogensverbruik en problemen van vrijgeven van warmte oplost, niettegenstaande het gebruik van een lichtbron die groter is dan het in te voeren beeld.

35 Volgens een aspect van de uitvinding, geeft de uitvinding 6 een verduisteringstructuur voor een beeldweergaveappa-raat, met inbegrip van een achterverlichtingseenheid met een meervoud aan lichtbronnen erin; een weergavepaneel voor het weergeven van een beeld, de achterverlichtings-5 eenheid gemaakt om het weergavepaneel op te lichten; en een contrastpaneel geplaatst tussen de achterverlichtingseenheid en het weergavepaneel, waarbij het contrastpaneel een lichtgevend venster heeft, gevormd in een deel ervan, overeenkomend met het beeld van het weergavepaneel 10 om daardoorheen licht door te sturen, dat is uitgezonden door de achterverlichtingseenheid.

Het lichtgevende venster is in het centrum uitgelijnd met het beeld van het weergavepaneel.

15

Bij voorkeur heeft het lichtgevende venster een kleinere grootte dan het uitgezonden beeld van het weergavepaneel.

Het lichtgevende venster heeft een horizontale doorsnede, 20 variabel in vorm in overeenstemming met een vorm van het beeld.

Het contrastpaneel is geconfigureerd om licht door te sturen van de achterverlichtingseenheid via het lichtge-25 vende venster, waarbij de rest van de achterverlichtingseenheid wordt uitgesloten.

De achterverlichtingseenheid is zo geconfigureerd dat één van de lichtbronnen, overeenkomend met het beeld van het 30 weergavepaneel, een helderder licht geeft, een aangrenzende lichtbron minder helder licht geeft en de rest van de lichtbronnen geen licht geeft.

De lichtbronnen zijn parallel geplaatst en, respectieve-35 lijk, in de vorm van een staaf.

7 KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN De bovenvermelde en andere voorwerpen, kenmerken en andere voordelen van deze uitvinding, zullen duidelijker 5 begrepen worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving, samen met de bijbehorende tekeningen, waarin: FIG. 1 opeenvolgend de werking illustreert van een conventioneel vloeibaar kristal weergave (LCD) apparaat; 10 FIG. 2 opeenvolgend de werking illustreert van een ander conventioneel LCD apparaat; FIG. 3 opeenvolgend de werking illustreert van elke com-15 ponent in een verduisteringstructuur volgens de uitvin ding; FIG. 4 een bovenaanzicht is met opeenvolgende illustratie van de werking van een verduisteringstructuur volgens de 20 uitvinding; en FIG. 5 een doorsneeaanzicht is ter illustratie van een verduisteringstructuur volgens de uitvinding.

25 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE

VOORKEURSUITVOERINGSVORM

Uitvoeringsvoorbeelden van deze uitvinding zullen nu gedetailleerd beschreven worden met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen.

30 FIG. 3 illustreert opeenvolgend de werking van elke component, inbegrepen in een verduisteringstructuur volgens de uitvinding. FIG. 4 is een bovenaanzicht die opeenvolgend de werking illustreert van een verduisteringstruc-35 tuur volgens de uitvinding.

8

Zoals getoond in FIG. 3 en 4, omvat de verduistering-structuur 100 van de uitvinding een achterverlichtings-eenheid 110, een weergavepaneel 130 en een contrastpaneel 120. De achterverlichtingseenheid 110 bevat meerdere 5 lichtbronnen. Het weergavepaneel 130 geeft een beeld 132 weer als de achterverlichtingseenheid 110 geplaatst is om het weergavepaneel 130 op te lichten. Het contrastpaneel 120 is geplaatst tussen de achterverlichtingseenheid 110 en het weergavepaneel 130. Het contrastpaneel 120 heeft 10 een lichtgevend venster, gevormd in een deel daarvan, overeenkomend met het beeld van het weergavepaneel om daardoorheen licht door te sturen, verzonden vanuit de achterverlichtingseenheid 110.

15 De achterverlichtingseenheid 110 kan de lichtbronnen daarin parallel hebben en, respectievelijk, in de vorm van een staaf, om configuratie en bedrading ervan te vergemakkelijken. Dat wil zeggen, de achterverlichtingseenheid 110 kan identiek zijn geconfigureerd als de conven-20 tionele achterverlichtingseenheid 2 getoond in FIG. 1. Alternatief kunnen in de achterverlichtingseenheid 110 kunnen de lichtbronnen dicht bijeen zijn geplaatst. Hier kan elk van de lichtbronnen 110 rond of vierkant van vorm zi jn.

25

Dat wil zeggen, de achterverlichtingseenheid 110 van de uitvinding kan worden toegelicht door elk type van de conventionele achterverlichtingseenheid 110. Ook het weergavepaneel 130 van de uitvinding is identiek in 30 structuur en werking met het conventionele weergavepaneel 130. Daarom zullen werking en structuur van de achterverlichtingseenheid 110 en het weergavepaneel 130 niet meer in detail uitgelegd worden.

35 Kenmerkend en effectief voor de verduisteringstructuur 9 100 van de uitvinding, is dat het contrastpaneel 120 geplaatst is tussen de achterverlichtingseenheid 110 en het weergavepaneel 130.

5 Het contrastpaneel 120 geeft licht door, uitgezonden van de achterverlichtingseenheid 110 naar slechts een deel van het weergavepaneel 130, meer bepaald waar het beeld 132 geproduceerd wordt. Dit verhoogt contrastverschillen tussen het beeld 132 en een perifeer deel daarvan, daar-10 bij dienend om de levendigheid van het beeld 132 te verbeteren.

Ook in een geval waar een verduisterd licht uitgezonden wordt rond het beeld 132 om het beeld 132 met visuele 15 diepte te produceren, geeft de achterverlichtingseenheid 110 het helderste licht uit van één van de lichtbronnen die overeenkomen met het beeld 132, gemiddeld helder licht van aangrenzende lichtbronnen en geen licht van de rest van de lichtbronnen. Dat wil zeggen, als het beeld 20 132 vertoond wordt in een deel van het weergavepaneel 130 zoals in stap (a) van FIG. 3, is de lichtbron die overeenkomt met het beeld 132, d.i. een derde lichtbron, een hoge helderheid lichtbron 112. De linker en rechter lichtbronnen rond de hoge helderheid lichtbron 112, d.i. 25 tweede en vierde lichtbronnen, zijn lage helderheid lichtbronnen 114. De rest van de lichtbronnen, met uitzondering van de hoge helderheid en lage helderheid lichtbronnen 112 en 114, zijn afgezette lichtbronnen 116.

3 0 Hier geeft het contrastpaneel 120 licht door van de lichtbronnen, enkel door het deel dat overeenkomt met het beeld 132, zodat licht van de hoge helderheid lichtbron 22 niet wordt uitgezonden door deze delen van het paneel 120, overeenkomend met bovenste en onderste delen van het 35 weergavepaneel 130 boven en onder het beeld 30. Daarom 10 wordt een verduisterd licht enkel weergegeven in een ondergeschikt deel van het beeld 132, om daarbij visuele diepte van het beeld 132 te verschaffen. Dit dient om het geproduceerde beeld 132 levensechter te maken.

5

Hier, volgens de uitvoeringsvorm van de uitvinding, om het beeld 132 gemakkelijker te onderscheiden van het lichtgevende venster 122, wordt het eerste 132 aangeduid als een cirkel en de laatste 122 als een vierkant Niette-10 min is bij voorkeur het lichtgevende venster gevormd in overeenstemming met een vorm van het beeld 132.

In stap (b) , waar het beeld 132 verschoven wordt naar rechts met een halve breedte van de lichtbron uit stap 15 (a), zijn de derde en vierde lichtbronnen waartussen het beeld 132 gespreid is, de hoge helderheid lichtbronnen 112. De linker en rechter lichtbronnen rond de hoge helderheid lichtbron 112, d.i. de tweede lichtbron en een vijfde lichtbron, zijn de lage helderheid lichtbronnen 20 114. De rest van de lichtbronnen, uitgezonderd de hoge helderheid en lage helderheid lichtbronnen 112 en 114, zijn afgezette lichtbronnen 116 die geen licht geven.

Het contrastpaneel 120 verschuift de plaats van het 25 lichtgevende venster 122 volgens de locatie van het beeld 132, daarbij verzekerend dat een verduisterd licht de hele tijd weergegeven wordt in het deel rond het beeld 132. Het contrastpaneel 120, geconfigureerd om de plaats van het lichtgevende venster 122 te verschuiven, is van 30 toepassing op een zwart/wit LCD op dezelfde manier als een zwart/wit LCD paneel. Maar de configuratie van het contrastpaneel 120 kan variërend gewijzigd zijn.

Ook bepaalt bij de verduisteringstructuur 100 van de uit-35 vinding de grootte van het lichtgevende venster 122 het 11 gebied dat door de hoge helderheid lichtbron 112 wordt belicht en dat overeenkomt met het gebied van het beeld 132. Daarom, zelfs als twee van de hoge helderheid lichtbronnen 112 zijn aangedreven zoals in stap (b), wordt een 5 verduisterd deel rond het beeld 132 geproduceerd op dezelfde manier als in stap (a) . Dat wil zeggen, het verduisterde gedeelte rond het beeld 132 wordt constant geproduceerd, ongeacht het aantal hoge helderheid lichtbronnen 112. Dienovereenkomstig laat de verduistering-10 structuur 100 van de uitvinding toe dat een levensechter beeld 132 wordt weergegeven.

Daarnaast verzekert de verduisteringstructuur 100 van de uitvinding verduisterende effecten op het beeld 132, 15 niettegenstaande het gebruik van de lichtbron die groter is dan het beeld 132. Dit vereenvoudigt circuit bekabeling en interne configuratie van de verduisteringstructuur 100, en vermindert de warmte vrijgave, waardoor geen afzonderlijk apparaat nodig is. Verder vermindert dit het 20 aantal lichtbronnen per zelfde gebied, waardoor minder vermogen wordt verbruikt.

In stap (c) , waar het beeld 132 naar rechts wordt verschoven met een halve breedte van de lichtbron in stap 25 (b), is enkel de vierde lichtbron, overeenkomend met het beeld 132, de hoge helderheid lichtbron 112. Linker en rechter lichtbronnen rond de hoge helderheid lichtbron 112, d.i. de derde en vijfde lichtbronnen, zijn lage helderheid lichtbronnen 114. De rest van de lichtbronnen, 30 uitgezonderd de hoge helderheid en lage helderheid lichtbronnen 112 en 114, zijn af gezette lichtbronnen 116 die geen licht geven. Hier werkt het contrastpaneel 120 om de locatie van het lichtgevende venster 122 op dezelfde manier te verschuiven als van stap (a) naar stap (b) hier-35 boven. Dus een gedetailleerde uitleg van de werking van 12 het contrastpaneel 120 zal worden weggelaten.

FIG. 5 is een doorsnee zicht ter illustratie van een ver-duisteringstructuur volgens de uitvinding.

5

Zoals getoond in FIG. 5, omvat de verduisteringstructuur 100 van de uitvinding een contrastpaneel 120, geplaatst op een achterverlichtingseenheid 110, en een weergavepa-neel 130, geplaatst op het contrastpaneel 120. Hier wordt 10 bij voorkeur het lichtgevend venster 122 op één lijn gebracht met het beeld, op een verticale centrale as, zodat licht, komende van de hoge helderheid lichtbron 112 meer gelijkmatig wordt overgedragen naar het beeld 132.

15 Volgens de uitvoeringsvorm van de uitvinding, heeft het lichtgevende venster 122 een vlak gedeelte dat kleiner is dan dat van het beeld 132. Dit laat de hoge helderheid lichtbron 112 toe om licht intensief te doen stralen op een centraal deel van het beeld 132. Dus het beeld 132 20 heeft een randgedeelte dat minder helder is dan het centrale deel, waardoor het beeld 132 visuele diepte krijgt. Niettemin kan het vlakke gedeelte van het lichtgevende venster 122 kan variëren in vorm, zonder te zijn beperkt tot de uitvoeringsvorm in FIG. 5. Bijvoorbeeld heeft het 25 lichtgevende venster 122 een horizontale vorm, identiek met die van het beeld 132. Alternatief heeft het lichtgevende venster 122 een horizontale vorm, groter dan die van het beeld 132. In een geval waar het lichtgevende venster 122 een horizontale vorm heeft die identiek is 30 aan die van het beeld 132, wordt licht van de hoge helderheid lichtbron 112, verstuurd naar het weergavepaneel 130 via het lichtgevende venster 122, uniform uitgestraald naar elk deel van het beeld 132, waardoor het levendige beeld 132 wordt geproduceerd. Ondertussen, in een 35 geval waar het lichtgevende venster 122 een horizontale 13 vorm heeft, groter dan die van het beeld 132, wordt licht van de hoge helderheid lichtbron 112, uitgezonden naar het weergavepaneel 130, gelijkmatig uitgestraald op het perifere deel van het beeld 132, waardoor uitvloeiende 5 kleureffecten geproduceerd worden. Bij voorkeur kan het lichtgevende venster 122 diverse vormen en groottes hebben.

Zoals hierboven beschreven, past de verduisteringstruc-10 tuur 100 van de uitvinding, de conventionele achterver-lichtingseenheid 110 en het weergavepaneel 130 toe, om zeer effectieve toepasselijkheid te garanderen. Ook kan het lichtgevende apparaat 122 worden gewijzigd in vorm en grootte om diverse effecten op het beeld 132 te bekomen. 15

Zoals hierboven uiteengezet, volgens de uitvoeringsvoor-beelden van de uitvinding, verzekert de verduistering-structuur uniforme verduisterende effecten op een deel rond een beeld, niettegenstaande het gebruik van een 20 lichtbron die groter is dan het te produceren beeld. Dit vereenvoudigt eveneens interne configuratie van het apparaat, en vermindert de vermogensconsumptie en de mate van warmteafgifte.

25 Daarnaast, kan de verduisteringstructuur volgens de uitvinding een conventioneel LCD apparaat toepassen, waardoor zeer effectieve toepasselijkheid wordt gegarandeerd. Daarnaast kan het verduisteringsapparaat diverse effecten produceren met een vereenvoudigde structuur.

30

Terwijl deze uitvinding werd getoond en beschreven in verband met de voorkeursuitvoeringsvormen, zal het duidelijk zijn voor de vakman, dat wijzigingen en variaties kunnen worden aangebracht zonder af te wijken van de ge-35 dachte en de reikwijdte van de uitvinding, zoals gedefi- 14 nieerd door de bijgevoegde conclusies.

2000412

Claims

1. Verduisteringsstructuur voor een beeldweergave apparaat, bevattende: 5 een achterverlichtingseenheid met daarin meerdere lichtbronnen; een weergavepaneel voor het weergeven van een beeld, de achterverlichtingseenheid geplaatst om het weergavepaneel te belichten; en een contrastpaneel geplaatst tussen de achterverlich- 10 tingseenheid en het weergavepaneel, waarbij het contrastpaneel een lichtgevend venster heeft gevormd in een deel daarvan, overeen komend met het beeld van het weergavepaneel, om licht daardoorheen te sturen dat vanuit de achterverlichtingseenheid wordt geëmitteerd, en waarin de 15 achterverlichtingseenheid geconfigureerd is, zodanig dat één van de lichtbronnen, die overeenkomt met het beeld van het weergavepaneel, helderder licht geeft een aangrenzende lichtbron minder helder licht geeft en de rest van de lichtbronnen geen licht geeft. 20

2. Verduisteringsstructuur volgens conclusie 1, waarin het lichtgevende venster in het midden uitgelijnd is met het beeld dat vanuit het weergavepaneel geproduceerd wordt. 25

3. Verduisteringsstructuur volgens conclusie 1, waarin het lichtgevende venster kleiner in grootte is dan het beeld dat vanuit het weergavepaneel geproduceerd wordt.

4. Verduisteringsstructuur volgens conclusie 1, waarin het lichtgevende venster een horizontale doorsnee heeft, variabel in vorm in overeenstemming met een vorm van het beeld.

5. Verduisteringsstructuur volgens conclusie 1, waarin het contrastpaneel geconfigureerd is om het licht vanuit de achterverlichtingseenheid door het lichtgevende venster te sturen, waarbij de rest van de achterverlichtingseenheid uitgesloten wordt. 5

6. Verduisteringsstructuur volgens conclusie 1, waarin de lichtbronnen parallel en, respectievelijk, in de vorm 10 van een staaf geplaatst worden.