NL2000358C2 - Werkwijze en inrichting voor het van een karkas separeren van de anus en ten minste een deel van de endeldarm. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het van een karkas separeren van de anus en ten minste een deel van de endeldarm. Download PDF

Info

Publication number
NL2000358C2
NL2000358C2 NL2000358A NL2000358A NL2000358C2 NL 2000358 C2 NL2000358 C2 NL 2000358C2 NL 2000358 A NL2000358 A NL 2000358A NL 2000358 A NL2000358 A NL 2000358A NL 2000358 C2 NL2000358 C2 NL 2000358C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carcass
anus
rectum
knife
cylindrical knife
Prior art date
Application number
NL2000358A
Other languages
English (en)
Inventor
Wilhelmus Antonius Bernardus
Arno Hermanus Maria Ueffing
Original Assignee
Humboldt B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Humboldt B V filed Critical Humboldt B V
Priority to NL2000358A priority Critical patent/NL2000358C2/nl
Priority to DK07851887.5T priority patent/DK2091337T3/da
Priority to AT07851887T priority patent/ATE511354T1/de
Priority to EP07851887A priority patent/EP2091337B1/en
Priority to PCT/NL2007/050627 priority patent/WO2008069662A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2000358C2 publication Critical patent/NL2000358C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22BSLAUGHTERING
    • A22B5/00Accessories for use during or after slaughtering
    • A22B5/0094Cutting or blocking the rectum of a carcass, e.g. for avoiding fecal contamination
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/06Eviscerating devices for poultry

Description

Werkwijze en inrichting voor het van een karkas separeren van de anus en ten minste een deel van de endeldarm
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het van 5 een karkas separeren van de anus en de endeldarm. De onderhavige uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze en inrichting voor het doorsnijden van een weefseldeel tussen een geopend deel van een karkas en een van het karkas gesepareerd deel. Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze en inrichting voor het uit een karkas verwijderen van een van het karkas gesepareerde anus en de 10 endeldarm.
Het verwerken van karkassen van slachtdieren, zoals in het bijzonder varkens, schapen en runderen omvat doorgaans het openen, ook wel aangeduid als het klieven, van het schaambeen van het karkas en het gelijktijdig aanbrengen van een eerste opening in de 15 onderbuik, het separeren van de anus en de endeldarm van het karkas, het volledig openen van de buik en borst, en het daarna door de geopende buik uitnemen van het ingewandenpakket. Bij het van het karkas losmaken van de anus en ten minste een deel van de endeldarm is het volgens de stand der techniek bekend om gebruik te maken van een anusboor welke een roteerbaar cilindervormig mes omvat voorzien van een ten 20 opzichte van het roteerbare cilindervormig mes gecentreerde doom. Een dergelijke anusboor wordt ondermeer beschreven in het Europese octrooi 1 027 829.
Bij de beschreven techniek wordt de doom allereerst uitgelijnd met de anus, en wordt deze vervolgens althans gedeeltelijk in de endeldarm gevoerd. Het uitlijnen kan daarbij 25 met optische herkenningsmiddelen (“vision”) plaatsvinden. Na het inbrengen van de doom en het met de huid rond de anus in contact brengen van een cilindervormige mes kan de juiste positionering van de snijmiddelen worden getoetst met een onderdrukinrichting die aansluit op de binnenzijde van het cilindervormige mes. Bij een juiste positionering van de snijmiddelen ontstaat er in het cilindervormige mes een 30 onderdruk, hetgeen door meting vastgesteld kan worden. Bij een onjuiste uitlijning ontstaat er in het cilindervormige mes geen onderdruk.
Zodra een juiste positionering is vastgesteld, wordt door het roteren en in het karkas voeren van het cilindervormige mes de anus en ten minste een deel van de endeldarm 2 van het karkas losgemaakt (gesepareerd). Zodra het cilindervormige mes voldoende in het karkas is gevoerd en de anus vanwege de onderdruk voldoende diep in het cilindervormige mes is gezogen wordt de, eveneens verder in het karkas gedrongen, doom teruggetrokken in het cilindervormige mes. Door het tot nabij een vernauwing in 5 de binnenzijde van het cilindervormige mes bewegen van een verdikt uiteinde van de doom wordt aldus de anus geborgd in het cilindervormige mes; ten minste indien de verdikte anus niet meer tussen de vernauwing in het cilindervormige mes en het naar binnen bewogen verdikte uiteinde van de doom kan worden bewogen. In deze positie is de endeldarm aan de zijde van de anus in het cilindervormige mes gehouden.
10
Na het separeren wordt de separatie-inrichting in de richting waarin deze in het karkas werd gevoerd weer uit het karkas verwijderd zodanig dat de anus en een deel van de endeldarm aan de rugzijde (kontzijde) van het karkas vanuit het cilindervormige mes in een houder kunnen worden overgezet. Later in het slachtproces wordt de anus met 15 aanhangende endeldarm handmatig naar de buikzijde van het karkas gevoerd waarna het ingewandenpakket door de buikopening wordt uitgenomen.
Het van een karkas losmaken van de anus en ten minste een deel van de endeldarm volgens de stand der techniek functioneert in de praktijk. Toch zijn er een aantal zaken 20 te verbeteren; ondermeer het probleem dat er tijdens of na het losmaken van de anus met regelmaat mest uit de anus op het karkas terecht komt. Een ander nadeel van de stand der techniek is dat, na het met het cilindervormige mes van het karkas losmaken van de anus en een deel van de endeldarm, opvolgende handelingen veelal handmatig uitgevoerd moeten worden.
25
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde werkwijze en inrichting van het in aanhef genoemde type waarmee de kans op verontreiniging van een karkas van een slachtdier bij het losmaken van de anus wordt verkleind en waarmee op doelmatige wijze een opvolgende mechanische/automatische verwerking van 30 karkassen mogelijk wordt gemaakt.
De vinding verschaft daartoe een werkwijze voor het van een karkas separeren van de anus en de endeldarm, omvattende: het uitlijnen van een doom van een separatie-inrichting met de anus van het slachtdier; het ten minste gedeeltelijk in de anus voeren 3 van de doom van de separatie-inrichting; het met behulp van het cilindervormig mes van het karkas separeren van de anus en de endeldarm; met het kenmerk dat het mes tijdens het separeren alternerend linksom en rechtsom draait. De werkwijze omvat het op een bekende wijze uitlijnen van een doom van een separatie-inrichting met de anus 5 van het karkas. Door rotatie van het cilindervormige mes worden vervolgens de anus en een deel van de endeldarm gesepareerd van het karkas, waarbij echter volgens de onderhavige uitvinding het mes tijdens het separeren alternerend linksom en rechtsom draait. Door het alternerend linksom en rechtsom snijden wordt de endeldarm niet opgewonden (getordeerd). Torderen kan bij het in één enkele richting roteren van het 10 cilindervormige mes volgens de stand der techniek wel gebeuren. Het niet torderen van de darm verkleint de kans dat de inhoud van de endeldarm, dat wil zeggen de mest, onder druk komt te staan en daardoor naar buiten wordt gedrongen. Het voordeel van het alternerend linksom en rechtsom draaien van het cilindervormige mes is ondermeer dat er geen of slechts beperkte krachten op de darm worden uitgeoefend waardoor de 15 endeldarm hoegenaamd niet zal torderen. De inhoud van de darm zal aldus niet wijzigen, met het voordeel dat het niet torderen de kans op het uit de anus treden van mest nadrukkelijk vermindert. Voorts verkleint het alternerend linksom en rechtsom draaien de kans op beschadiging van de endeldarm, waardoor de kans op het vrijkomen van mest eveneens verkleint. Het is mogelijk na één of meerdere omwentelingen van 20 het cilindervormige mes de draairichting te wijzigen, maar het is voordelig gebleken het mes alternerend linksom en rechtsom te draaien over een hoekverdraaiing tussen de 30 en 150 graden, en meer in het bijzonder met een hoekverdraaiing van ongeveer 90 graden. De meest geschikte hoekverdraaiing kan daarbij afhankelijk van de situationele omstandigheden worden vastgesteld. Zo speelt hierbij ondermeer de stevigheid van het 25 weefsel rond de anus en het al dan niet aanwezig zijn van een vertanding op de snijrand van het cilindervormige mes een rol.
De uitvinding verschaft tevens een inrichting voor het van een karkas separeren van de anus en de endeldarm, omvattende een middels een aandrijving roteerbaar 30 cilindervormig mes en een ten opzichte van het cilindervormige mes gecentreerde doom, waarbij de aandrijving zo is ingericht dat deze geschikt is voor het alternerend linksom en rechtsom aandrijven van ten minste het cilindervormige mes. De aandrijving van het mes is daarbij zodanig ingericht dat deze het mes alternerend linksom en rechtsom aandrijft met een hoekverdraaiing tussen de 30 en 150 graden, dit is 4 bijvoorbeeld mogelijk met een krukasaandrijving waarbij de ingaande aandrijfas van de inrichting een kleinere diameter heeft dan de aangedreven as. Voor de voordelen van toepassing van een dergelijk inrichting wordt verwezen naar de voorgaand reeds genoemde voordelen van de bovengaand beschreven werkwijze volgens de onderhavige 5 uitvinding. Daarnaast is het mogelijk een bestaande inrichting voor het van een karkas losnemen van de anus (“anusboor”) met minimale inspanning om te bouwen tot een alternerend linksom en rechtsom draaiende anusboor.
De onderhavige uitvinding verschaft verder respectievelijk een werkwijze en inrichting 10 voor het uitvoeren van de werkwijze voor het doorsnijden van een weefseldeel dat is gelegen tussen een geopende schaamstreek van een karkas en een rond de anus aangebrachte opening in het karkas, waarbij het geopende deel van de schaamstreek door het schaambeen van het karkas voert, met het kenmerk dat het doorsnijden van het weefseldeel in een doorgaande beweging wordt uitgevoerd met het in het karkas 15 dringen van een cilindervormig mes waarmee de anus en ten minste een deel van de endeldarm van het karkas wordt gesepareerd. Het doorsnijden van het weefseldeel heeft het voordeel dat dit het verwijderen van het gesepareerde ingewandenpakket (of een deel daarvan) direct naar de buikzijde mogelijk maakt. Het in een doorgaande beweging met het in het karkas dringen van het cilindervormige mes ten behoeve van het 20 doorsnijden van het weefsel heeft het voordeel dat het verwerken van het karkas sneller kan plaatsvinden. Een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze kan bijvoorbeeld gekenmerkt zijn door een zodanig met de separatie-inrichting gekoppeld additioneel mes dat de projectie van een snijrand van het additionele mes op een snijrand die in een projectie op hetzelfde vlak loodrecht op de axiaal van het cilindervormig mes staat de 25 door het cilindervormige mes bepaalde snede rond de anus verbindt met de geopende schaamstreek.
De voorbewerking van het openen kan hierdoor in plaats van tot op de gebruikelijke afstand van 5 tot 10 centimeter van de anus geschieden van 1-5 centimeter van de anus, 30 en in het bijzonder tot op 2-3 centimeter van de anus, voor het eenvoudig met een additioneel mes kunnen doorsnijden van het weefsel. Een minimale afstand van bijvoorbeeld 2 tot 3 centimeter is wenselijk voor het doelmatig kunnen verifiëren van de uitlijning van het cilindervormige mes op basis van een onderdruk. Het cilindervormige mes kan vanwege het niet volledig doorsneden zijn van het weefseldeel rond de anus 5 gasdicht aansluiten op het karkas. Wanneer de doorsnijding tot op een kleinere afstand van de anus wordt doorgevoerd bestaat de kans dat de onderdruk niet opgebouwd kan worden, daar de doorsnijding dan luchttoevoer tot in het cilindervormige mes mogelijk maakt.
5
Om te garanderen dat het weefseldeel dat is gelegen tussen een geopende schaamstreek en de rond de anus aangebrachte opening in het karkas in een opvolgende stap wel volledig wordt doorsneden is het wenselijk dat de buitenzijde van de mantel van het cilindervormige mes is voorzien van een in hoofdzaak ringvormige ondersnijding 10 waarin een uiteinde van de snijrand van het additionele mes is gelegen. Een door het additionele mes vervaardigde snede zal hierdoor altijd aansluiten op de door het cilindervormige mes gemaakte snede.
De onderhavige uitvinding verschaft verder een werkwijze voor het uit een karkas 15 verwijderen van een van het karkas gesepareerde anus en ten minste een deel van de endeldarm. Waarbij de werkwijze het met een cilindervormig mes van een separatie-inrichting aangrijpen van de van het karkas gesepareerde anus en ten minste een deel van de endeldarm omvat en de met het cilindervormige mes aangegrepen anus en endeldarm door de separatie-inrichting naar de buikzijde van het karkas worden 20 bewogen. Bij voorkeur worden daarbij de gesepareerde anus en ten minste een deel van de endeldarm aan de buikzijde van het karkas gelost uit het cilindervormige mes en worden deze geborgd in een op afstand van het karkas gelegen positie. Aldus wordt de anus met ten minste een deel van de endeldarm in een afgeschermde toestand (want opgenomen in het cilindervormige mes) naar de buitzijde verplaatst. Hierdoor is de kans 25 op vervuiling van het karkas door middel van uit de anus tredende mest ten opzichte van de stand der techniek aanmerkelijk verminderd. In plaats van het onbeschermd van de kontzijde naar de borstzijde verplaatsen van de losgemaakte anus levert immers een verhoogde kans op contaminatie op. Nog een voordeel is dat deze werkwijze zeer doelmatig is; de voor het losmaken aangegrepen anus hoeft niet hernieuwd voor een 30 tweede maal te worden aangegrepen. Dit bespaart tijd en vermindert de kans op fouten.
In een bijzondere uitvoeringsvariant van deze werkwijze wordt de aan de buikzijde en op afstand van het karkas geborgde endeldarm met het verplaatsen van het karkas meebewogen. De karkassen worden gebruikelijk langs een transportbaan door een 6 productielocatie bewogen; de losgemaakte anus kan aldus worden meebewogen tot dat een bewerkingsstation wordt bereikt waar het ingewandenpakket van het karkas wordt gescheiden. Aldaar is ook de noodzaak voor het borgen van de anus verdwenen.
5 De uitvinding verschaft daarenboven ook een inrichting voor het uit een karkas nemen van een van het karkas gesepareerde anus en ten minste een deel van de endeldarm, omvattende een separatie-inrichting voorzien van een cilindervormig mes voor het van het karkas separeren van de anus en ten minste een deel van de endeldarm, welke separatie-inrichting is ingericht voor het in het cilindervormige mes borgen van de anus 10 en de endeldarm, met het kenmerk dat het cilindervormige mes naar de buikzijde van het karkas verplaatsbaar is. In een bijzondere voorkeursvariant wordt daarbij het cilindervormige mes gedragen door een tussen de poten van het karkas verplaatsbare meshouder. Met behulp van een dergelijke inrichting kunnen de voordelen worden gerealiseerd zoals bovengaand beschreven naar aanleiding van de werkwijze waarbij de 15 met het cilindervormige mes aangegrepen anus en endeldarm door de separatie- inrichting naar de buikzijde van het karkas worden bewogen.
Een inrichting volgens de onderhavige uitvinding kan voorts zijn voordelig zijn geconfigureerd doordat de inrichting aan de buikzijde van het karkas gelegen 20 borgmiddelen omvat voor het houden van de uit het cilindervormige mes geloste anus en endeldarm. Deze borgmiddelen kunnen verder zo worden uitgevoerd dat deze evenwijdig aan een transportbaan voor de karkassen verplaatsbaar zijn. Ook deze maatregelen dragen bij aan het verder verkleinen van de kans op contaminatie van het op het karkas. De borgmiddelen die het mogelijk maken om de anus evenwijdig aan een 25 transportbaan voor de karkassen te verplaatsen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit klemelementen die langs een geleiding verplaatsbaar zijn of uit een geleiding die direct aangrijpt op een losgemaakte anus, bijvoorbeeld in de vorm van twee evenwijdige en op korte afstand van elkaar gelegen geleidingsstangen.
30 Tevens heeft de uitvinding betrekking op een samengestelde werkwijze voor het verwerken van een karkas, omvattende ten minste twee van de werkwijzen volgens respectievelijk de conclusies 1-2, 5-7 en 10-12, en op een samengestelde inrichting voor het verwerken van een karkas, omvattende ten minste twee van de inrichtringen volgens respectievelijk de conclusies 3-4, 8-9, 13-16.
7
De uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitalieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur IA een doorsnede van een deel van een separatie-inrichting volgens een eerste 5 uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, in een eerste toestand; figuur 1B een doorsnede van een deel van een separatie-inrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, in een tweede toestand; figuur 1C een aandrijving van een separatie-inrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding de onderhavige uitvinding; 10 figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 3A een perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens een derde uitvoeringvorm van de onderhavige uitvinding, in een eerste toestand; figuur 3B een perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens een derde 15 uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, in een tweede toestand; figuur 3C een perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in een derde toestand, figuur 3D een perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, in een vierde toestand; 20 figuur 3E een perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding in een vijfde toestand.
Figuur IA toont een doorsnede van een deel 100 van een separatie-inrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, in een eerste toestand. De 25 inrichting omvat een cilindervormig mes 10 met een cirkelvormige snijrand 20, waarin een ten opzichte van het cilindervormige mes 10 axiaal geplaatste doom 30 is gelegen. De doom 30 is aldus gelegen op een as 40. De doom 30 kan daarbij in de axiale richting van de as 40 verplaatst worden. In de nabijheid van een verbinding van de doom 30 met de as 40 zijn openingen van een vacuüminrichting 50 aangebracht, voor het op 30 eenvoudige wijze door middel van het al dan niet aanwezig zijn van onderdruk in het cilindervormige mes 10 verifiëren van een juiste uitlijning ten opzichte van de anus. De doom 30 bevindt zich in een positie buiten het cilindervormige mes 10. In deze positie kan de separatie-inrichting 100 ten opzichte van de anus worden uitgelijnd en kan de doom 30 gedeeltelijk in de anus worden gevoerd. Zodra het cilindervormige mes 10 8 gedeeltelijk is in de anus is gevoerd kan de doom 30 in het cilindervormige mes teruggetrokken worden. Het in het karkas voeren van het cilindervormige mes 10 geschiedt daarbij onder alternerend linksom en rechtsom roteren van het mes 10, door middel van bij voorbeeld de aandrijving welke nader toegelicht zal worden in figuur 1C.
5
Figuur 1B toont de inrichting 100 uit figuur IA, waarbij de doom 30 in het cilindervormige mes 10 getrokken is. Hierbij wordt de anus van het karkas geborgd tussen de doom 30 en een vernauwing 55 aan de binnenzijde van het cilindervormige mes 10. In deze positie is de kans dat er mest uit de endeldarm treedt uiterst gering, en 10 kan inrichting 100 met de anus en de endeldarm uit het karkas genomen worden en wordt de anus bovendien van het karkas afgeschermd door het cilindervormige mes 10.
Figuur 1C toont een uitvoeringsvoorbeeld van een aandrijving, toepasbaar op de inrichting 100 uit de figuren IA en 1B. De aandrijving omvat een motor 60, 15 bijvoorbeeld een elektromotor, voor het aandrijven van een eerste wiel 80. Het eerste wiel 80 is onder tussenkomst van een krukas 90 verbonden met een tweede wiel 85, dat is verbonden met een aandrijfas 95 voor het aandrijven van de inrichting 100. Een krukas 90 is met het eerste wiel 80 verbonden op een eerste radius 120 die kleiner is dan de tweede radius 130 waarmee de drijfstang 90 is verbonden met het tweede wiel 85.
20 Wanneer het eerste wiel 80 een eerste hoekverdraaiing 140 maakt, maakt het tweede wiel 85 hierdoor een tweede hoekverdraaiing 150 die kleiner is dan de eerste hoekverdraaiing 140. In de getoonde configuratie zal de hoekverdraaiing van het tweede wiel 85 altijd kleiner zijn dan een volledige omwenteling, ook wanneer het eerste wiel 80 een of meerdere volledige omwentelingen maakt. In de weergegeven configuratie 25 bedraagt de hoekverdraaiing van het tweede wiel 85 ongeveer 90 graden. De verdraaiing kan in afhankelijkheid van de gekozen verhouding tussen de eerste radius 120 en de tweede radius 130 afgestemd worden op een voor een specifiek weefsel gewenste waarde.
30 Figuur 2 toont een inrichting 200 volgens een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Wederom is er een doom 210 weergegeven die is gecentreerd in een cilindervormig mes 215 met een snijrand 220. De inrichting kan daarbij worden aangedreven met de (niet weergegeven) aandrijving uit figuur 1C. Grenzend aan de mantel 230 van het cilindervormige mes 215 is een additioneel mes 250 aangebracht, 9 dat dient voor het doorsnijden van een weefseldeel tussen een geopend deel van een door de inrichting te verwerken karkas en een van dat karkas gesepareerd deel dat de anus en de endeldarm omvat. Een snijrand 260 van het additionele mes 250 strekt zich in radiale richting uit ten opzichte van de cilindermantel 230 van het cilindervormige 5 mes. Het additionele mes 250 is verbonden met een niet-roterend vast deel 280 van de inrichting 200, waardoor het niet mee roteert met het cilindervormige mes 230. In figuur 2a is in de cilindermantel 230 van het cilindervormige mes 215 een in hoofdzaak ringvormige ondersnijding 240 verschaft waarin een uiteinde 270 van de snijrand 260 van het additionele mes 250 is opgenomen. Hierdoor wordt voorkomen dat er weefsel 10 niet gesneden wordt doordat het tussen het vlakke mes 215 en het cilindervormige mes 250 gevoerd wordt. Het additionele mes 250 verschaft het voordeel dat er geen handmatige bewerking of separate geautomatiseerde bewerking hoeft plaats te vinden, en maakt het mogelijk dat de gesepareerde anus en endeldarm naar de buikzijde van het karkas worden afgevoerd, met voordeel dat er gering risico is op het op het karkas 15 terecht komen van mest.
Figuur 3A toont een inrichting 300 volgens een derde uitvoeringvorm van de onderhavige uitvinding, in een eerste toestand. Hierin is een separatie-inrichting (bij voorbeeld de inrichting 200 uit figuur 2) met een additioneel mes voor het doorsnijden 20 van het weefsel tussen een geopend schaambeen en een losgemaakte anus, door middel van een arm 310 gepositioneerd in een positie ter hoogte van de anus van het karkas 330. Het karkas wordt langs de inrichting 300 gevoerd door een transportinrichting 340, welke op zich geen deel uitmaakt van de onderhavige uitvinding.
25 Figuur 3B toont de inrichting 300 in een tweede toestand, volgend op de toestand zoals weergegeven in figuur 3A waarin de inrichting 300 aan de rugzijde 360 gedeeltelijk in het karkas 330 wordt gevoerd. Wordt de inrichting 300 alternerend linksom en rechtsom geroteerd rond de anus en de endeldarm. Het weefsel tussen de het schaambeen doorklievende opening en de separatie van de anus en de endeldarm wordt aldus 30 doorsneden.
Figuur 3C toont de inrichting 300 in een derde toestand, volgend op de toestand uit figuur 3B, waarbij na het separeren van de anus en de endeldarm, het doorsnijden van het resterende weefsel tussen de opening van het schaambeen en de anus aan de 10 buikzijde 350 van het karkas 330 wordt uitgevoerd. Daarbij worden de anus en de endeldarm door de separatie-inrichting 300 geborgd.
Figuur 3D toont de inrichting 300 uit de figuren 3A-3C in een vierde toestand, volgend 5 op de toestand uit figuur 3C, waarin de gesepareerde anus en endeldarm (niet weergegeven) in een houder 370 wordt geplaatst, welke over een rails 375 met het karkas 330 wordt meegevoerd.
Figuur 3E toont de inrichting 300 uit de figuren 3A-3D in een vijfde toestand, volgend 10 op de toestand zoals geïllustreerd in figuur 3D, waarbij een deel van de separatie-inrichting 300 in een reinigingsinrichting is geplaatst, om aldus gereinigd te worden alvorens de eerste tot en met vierde toestand hernieuwd worden doorlopen voor een opvolgend te bewerken karkas 390.

Claims (18)

1. Werkwijze voor het van een karkas separeren van de anus en de endeldarm, omvattende: 5. het uitlijnen van een doom van een separatie-inrichting met de anus van het slachtdier; - het ten minste gedeeltelijk in de anus voeren van de doom van de separatie-inrichting; - het met behulp van het cilindervormig mes van het karkas separeren van de anus en de endeldarm; met het kenmerk dat het mes tijdens het separeren alternerend linksom en rechtsom 10 draait.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het alternerend linksom en rechtsom draaien van het mes geschiedt over een hoekverdraaiing tussen de 30 en 150 graden.
3. Inrichting voor het van een karkas separeren van de anus en de endeldarm, omvattende: een middels een aandrijving roteerbaar cilindervormig mes; en een ten opzichte van het cilindervormige mes gecentreerde doom, met het kenmerk dat de aandrijving is ingericht voor het alternerend linksom en 20 rechtsom aandrijven van ten minste het cilindervormige mes.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de aandrijving het mes alternerend linksom en rechtsom aandrijft met een hoekverdraaiing tussen de 30 en 150 graden.
5. Werkwijze voor het doorsnijden van een weefseldeel dat is gelegen tussen een geopende schaamstreek van een karkas en een rond de anus aangebrachte opening in het karkas, waarbij het geopende deel van de schaamstreek door het schaambeen van het karkas voert, met het kenmerk dat het doorsnijden van het weefseldeel in een doorgaande beweging 30 wordt uitgevoerd met de beweging van het in het karkas dringen van een mes waarmee de anus en ten minste een deel van de endeldarm van het karkas wordt gesepareerd.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de schaamstreek voorafgaand aan het doorsnijden van het weefseldeel wordt geopend tot op 1 tot 5 centimeter afstand van de anus.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de schaamstreek voorafgaand aan het doorsnijden van het weefseldeel wordt geopend tot op 2 tot 3 centimeter afstand van de anus.
8. Inrichting voor het doorsnijden van een weefseldeel dat is gelegen tussen een 10 geopende schaamstreek van een karkas en een rond de anus aangebrachte opening in het karkas, waarbij het geopende deel van de schaamstreek door het schaambeen van het karkas voert, omvattende een separatie-inrichting voorzien van een door een aandrijving roteerbaar in hoofdzaak cilindervormig mes voor het van het karkas separeren van de anus en ten minste een deel van de endeldarm, 15 gekenmerkt door een zodanig met de separatie-inrichting gekoppeld additioneel mes dat de projectie van een snijrand van het additionele mes op een snijrand die loodrecht op de axiaal van het cilindervormig mes staat de door het cilindervormige mes bepaalde snede rond de anus verbindt met de geopende schaamstreek.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de buitenzijde van de mantel van het in hoofdzaak cilindervormige mes is voorzien van een in hoofdzaak ringvormige ondersnijding waarin een uiteinde van de snijrand van het additionele mes is gelegen.
10. Werkwijze voor het uit een karkas verwijderen van een van het karkas gesepareerde anus en ten minste een deel van de endeldarm, omvattende het met een cilindervormig mes van een separatie-inrichting aangrijpen van de van het karkas gesepareerde anus en ten minste een deel van de endeldarm, met het kenmerk dat de met het cilindervormige mes aangegrepen anus en endeldarm 30 door de separatie-inrichting naar de buikzijde van het karkas worden bewogen.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de gesepareerde anus en ten minste een deel van de endeldarm aan de buikzijde van het karkas worden gelost uit het cilindervormige mes en worden geborgd in een op afstand van het karkas gelegen positie.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de aan de buikzijde en 5 op afstand van het karkas geborgde endeldarm met het verplaatsen van het karkas wordt meebewogen.
13. Inrichting voor het uit een karkas nemen van een van het karkas gesepareerde anus en ten minste een deel van de endeldarm, omvattende een separatie-inrichting 10 voorzien van een cilindervormig mes voor het van het karkas separeren van de anus en ten minste een deel van de endeldarm, welke separatie-inrichting is ingericht voor het in het cilindervormige mes borgen van de anus en de endeldarm, met het kenmerk dat het cilindervormige mes naar de buikzijde van het karkas verplaatsbaar is. 15
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het cilindervormige mes wordt gedragen door een tussen de poten van het karkas verplaatsbare meshouder.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de inrichting aan de 20 buikzijde van het karkas gelegen borgmiddelen omvat voor het houden van de uit het cilindervormige mes geloste anus en endeldarm.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk dat de borgmiddelen evenwijdig aan een transportbaan voor de karkassen verplaatsbaar zijn. 25
17. Samengestelde werkwijze voor het verwerken van een karkas, omvattende ten minste twee van de werkwijzen volgens respectievelijk de conclusies 1-2, 5-7 en 10-12.
18. Samengestelde inrichting voor het verwerken van een karkas, omvattende ten 30 minste twee van de inrichtringen volgens respectievelijk de conclusies 3-4, 8-9, 13-16.
NL2000358A 2006-12-07 2006-12-07 Werkwijze en inrichting voor het van een karkas separeren van de anus en ten minste een deel van de endeldarm. NL2000358C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000358A NL2000358C2 (nl) 2006-12-07 2006-12-07 Werkwijze en inrichting voor het van een karkas separeren van de anus en ten minste een deel van de endeldarm.
DK07851887.5T DK2091337T3 (da) 2006-12-07 2007-12-06 Fremgangsmåde og anordning til separering af anus og mindst en del af rektum fra en slagtekrop
AT07851887T ATE511354T1 (de) 2006-12-07 2007-12-06 Verfahren und gerät zum abtrennen des anus und mindestens eines teils des rektums von einem schlachtkörper
EP07851887A EP2091337B1 (en) 2006-12-07 2007-12-06 Method and device for separating the anus and at least a part of the rectum from a carcass
PCT/NL2007/050627 WO2008069662A2 (en) 2006-12-07 2007-12-06 Method and device for separating the anus and at least a part of the rectum from a carcass

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000358A NL2000358C2 (nl) 2006-12-07 2006-12-07 Werkwijze en inrichting voor het van een karkas separeren van de anus en ten minste een deel van de endeldarm.
NL2000358 2006-12-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000358C2 true NL2000358C2 (nl) 2008-06-10

Family

ID=38190764

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000358A NL2000358C2 (nl) 2006-12-07 2006-12-07 Werkwijze en inrichting voor het van een karkas separeren van de anus en ten minste een deel van de endeldarm.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP2091337B1 (nl)
AT (1) ATE511354T1 (nl)
DK (1) DK2091337T3 (nl)
NL (1) NL2000358C2 (nl)
WO (1) WO2008069662A2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2552852B1 (es) * 2015-03-30 2016-06-01 Innovative Food Robotics-Banss & Aira, S. L. Dispositivo para la limpieza y procesamiento del recto y pelvis de cerdos sacrificados y procedimiento de funcionamiento de dicho dispositivo
DK180939B1 (en) 2021-05-31 2022-07-04 Teknologisk Inst System for automatic cutting and sealing of the rectum of an animal carcasses
DK181104B1 (en) 2021-09-13 2022-12-16 Teknologisk Inst System for automatic cutting and sealing of the rectum of a pig carcasses

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3705440A (en) * 1971-01-21 1972-12-12 Gainesville Machine Co Inc Fowl vent removal apparatus and method
NL7510362A (nl) * 1975-09-02 1977-03-04 Stork Brabant Bv Inrichting voor het vormen van een snede in ge- slacht gevogelte.
NL9002249A (nl) * 1990-10-16 1992-05-18 Stork Pmt Aarssnijder.
WO1992013458A1 (en) * 1991-02-06 1992-08-20 Chickmatic Aps A method and an apparatus for cutting free and removing the rectum of an animal to be slaughtered, preferably pigs
EP1027829A1 (en) 1999-02-12 2000-08-16 Stork MPS B.V. Method and device for detaching the bung of a carcass, and vent cutter
US6210263B1 (en) * 2000-03-03 2001-04-03 James J. Meyer Field dressing apparatus

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3705440A (en) * 1971-01-21 1972-12-12 Gainesville Machine Co Inc Fowl vent removal apparatus and method
NL7510362A (nl) * 1975-09-02 1977-03-04 Stork Brabant Bv Inrichting voor het vormen van een snede in ge- slacht gevogelte.
NL9002249A (nl) * 1990-10-16 1992-05-18 Stork Pmt Aarssnijder.
WO1992013458A1 (en) * 1991-02-06 1992-08-20 Chickmatic Aps A method and an apparatus for cutting free and removing the rectum of an animal to be slaughtered, preferably pigs
EP1027829A1 (en) 1999-02-12 2000-08-16 Stork MPS B.V. Method and device for detaching the bung of a carcass, and vent cutter
US6210263B1 (en) * 2000-03-03 2001-04-03 James J. Meyer Field dressing apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
WO2008069662A2 (en) 2008-06-12
EP2091337A2 (en) 2009-08-26
DK2091337T3 (da) 2011-09-12
EP2091337B1 (en) 2011-06-01
ATE511354T1 (de) 2011-06-15
WO2008069662A3 (en) 2008-07-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5980376A (en) Method and apparatus for gutting fish
US4564977A (en) Poultry vent removal machine
US6371843B1 (en) Methods and apparatus for performing processing operations on a slaughtered animal or part thereof
EP1731038A1 (en) Method and apparatus for harvesting an inner fillet from poultry
NZ571922A (en) Tool for gutting fish with suction tube device to clamp/squeeze entrails, and end and radial openings
EP1222858B2 (en) Method and device for processing a cluster of organs of a slaughtered animal
NL9001308A (nl) Inrichting voor het uitsnijden van de aars van geslacht gevogelte.
NL2000358C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het van een karkas separeren van de anus en ten minste een deel van de endeldarm.
DK2907391T3 (en) Method and device for opening a meat body of a slaughtered animals
US5580304A (en) Method and apparatus for venting slaughtered poultry
KR102396205B1 (ko) 뼈 있는 다리살의 골육 분리 장치 및 뼈 있는 다리살의 골육 분리 방법
WO1996022026A9 (en) Method and apparatus for venting slaughtered poultry
JPH03503720A (ja) 豚肉加工業で用いられる腸の切断片の直径選別、長さ測定及び包装方法並びにそれを実施する装置
WO2006039932A2 (en) Method and machine for processing of fish
CN106686985A (zh) 用于屠宰蟹的设备和方法
NL2001677C2 (nl) Schraapkop, inrichting en werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen.
US5993308A (en) Machine for eviscerating and displaying poultry for inspection
JP2022536284A (ja) 家禽の内臓除去方法、前内臓除去装置、内臓除去システム、及び回収装置
NL1012132C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het positioneren van de voorpoten van een, aan de achterpoten opgehangen, karkas van een slachtdier.
NL1011287C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het losmaken van het veteind van een karkas.
DK181104B1 (en) System for automatic cutting and sealing of the rectum of a pig carcasses
NL1024963C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het van een karkasdeel losmaken van een botdeel.
WO2005036973A1 (en) Process for evisceration of slaughtered poultry, slaughtering system for the treatment of viscera from slaughtered poultry and a viscera holder for a viscera conveyor in a slaughtering system
EP1588622B1 (en) Device and method for cutting a vent loose from a carcass
AU633050B2 (en) A method and means for opening animal carcasses

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150701

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150701