NL2001677C2 - Schraapkop, inrichting en werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen. - Google Patents

Schraapkop, inrichting en werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen. Download PDF

Info

Publication number
NL2001677C2
NL2001677C2 NL2001677A NL2001677A NL2001677C2 NL 2001677 C2 NL2001677 C2 NL 2001677C2 NL 2001677 A NL2001677 A NL 2001677A NL 2001677 A NL2001677 A NL 2001677A NL 2001677 C2 NL2001677 C2 NL 2001677C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
scraper head
scraper
neck
casing
elongated
Prior art date
Application number
NL2001677A
Other languages
English (en)
Inventor
Adrianus Josephes Van Nieuwelaar
Johannes Henricus Maria Van Mil
Wilhelmus Martinus Kusters
Fransiscus Cornelis Wilhelmus Gaal
Original Assignee
Stork P M T B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=40083586&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL2001677(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Stork P M T B V filed Critical Stork P M T B V
Priority to NL2001677A priority Critical patent/NL2001677C2/nl
Priority to EP09762698A priority patent/EP2299834B1/en
Priority to BRPI0909907-7A priority patent/BRPI0909907B1/pt
Priority to AT09762698T priority patent/ATE538656T1/de
Priority to DK09762698.0T priority patent/DK2299834T3/da
Priority to PCT/NL2009/050204 priority patent/WO2009151317A1/en
Priority to US12/997,475 priority patent/US8821222B2/en
Priority to ES09762698T priority patent/ES2380198T3/es
Application granted granted Critical
Publication of NL2001677C2 publication Critical patent/NL2001677C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/06Eviscerating devices for poultry

Description

Schraapkop, inrichting en werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen
De uitvinding heeft betrekking op een schraapkop voor het reinigen van de nek van 5 gevogelte karkassen, en op een inrichting voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen waarvan een dergelijke schraapkop deel uitmaakt. Verder heeft de uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen.
Na het slachten van gevogelte wordt in gemechaniseerde slachtlijnen gebruikelijk het 10 darmstelsel door een daartoe in het karkas aangebrachte snede verwijderd. Na het verwijderen van het darmstelsel blijven er gebruikelijk ten minste delen van de luchtpijp, slokdarm en de krop (een zak waarin het voedsel wordt opgevangen en waarin dit wordt geweekt met speeksel) achter in de nek van het karkas. Dit is niet gewenst. Daarom wordt er in slachtlijnen tevens een bewerking uitgevoerd waarbij de 15 nek inwendig zodanig wordt gereinigd dat de luchtpijp, slokdarm en de krop nadien ten minste in hoofdzaak uit de nek zijn verwijderd. De hierbij gebruikte werktuigen worden ook wel aangeduid als “kropboor” en zijn onder meer bekend uit EP 0 516 888 en US 4,788,749. Nadeel van de bestaande werktuigen en systemen voor het gemechaniseerd reinigen van de nek van gevogelte karkassen is dat tijdens het reinigen veelvuldig 20 beschadiging optreedt van het nekvel en botten. Een ander nadeel van de bestaande werktuigen is dat deze weefsel van de nekwervels verwijderen daar waar dit niet nodig of zelfs onwenselijk is.
Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterde schraapkop, 25 een verbeterde inrichting en een verbeterde werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen waarmee luchtpijp, slokdarm en krop doeltreffend worden verwijderd en waarmee gelijktijdig de kans op beschadiging van nekvel en botten beperkt is.
30 De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een schraapkop voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen, omvattende: een langwerpig schraaplichaam met een het schraaplichaam omgevende mantel, voorzien van ten minste één in de mantel vrijgelaten sparing, waarbij ten minste een deel van de de sparing begrenzende randen schraapranden vormt voor het van het karkas losmaken van de uit de nek van pluimvee 2 karkassen te verwijderen weefseldelen; en een op de van de vrije kopse zijde overliggende kopse zijde van het langwerpig schraaplichaam aansluitend koppelsegment, waarbij de in de mantel vrijgelaten sparing is voorzien van een langgerekt hoofdsparingdeel waarop ten minste twee sparing-uitlopers aansluiten.Met 5 een dergelijke schraapkop, voorzien van ten minste één sparing met een complexe geometrie zoals beschreven, kunnen doelmatig de te verwijderen weefseldelen worden losgenomen, waarbij minder dan volgens de stand der techniek, onnodige en ongewenste beschadiging van niet te verwijderen karkasdelen zoals nekvel en dragende vliezen optreedt. Het verwijderen van juist die delen die verwijderd dienen te worden 10 (luchtpijp, slokdarm en krop) en niet meer dan deze delen heeft een aantal voordelen. Allereerst kan door toepassing de onderhavige schraapkop de opbrengst van het slachtproces worden vergroot en is het slachtresultaat niet vervuild met (delen van) weefseldelen die wenselijk verwijderd hadden moeten worden. Een bijkomend voordeel is dat door het gericht wegnemen van juist de specifieke te verwijderen weefseldelen 15 geen onnodige vervuiling optreedt van het bewerkte karkas (denk hierbij bijvoorbeeld aan losgeraakte botpartikels).
Bijzonder voordelige testresultaten zijn gerealiseerd met een schraapkop dit wordt gekenmerkt doordat de op een zelfde hoofdsparingdeel aansluitende sparing-uitlopers in 20 hoofdzaak evenwijdig zijn en op een zelfde langszijde van het bijbehorende langgerekt hoofdsparingdeel aansluiten. Aldus ontstaat er een sparing die wordt begrensd door zogezegde “tanden” hetgeen een positieve effect heeft op de “schrapende” werking van de schraapkop.
25 Voor een verdere goede werking is het voordelig indien de sparing-uitlopers in van het langgerekt hoofdsparingdeel afgekeerde richting vernauwd (smaller wordend) toelopen. Door rotatie van de schraapkop kunnen zo de tot in een sparing-deel stekende weefseldelen worden aangevat door de schraapkop.
30 Ter verdere vergroting van de doeltreffendheid van de schraapkop, zonder daarbij ongewenst weer de kans op beschadiging van het karkas te doen toenemen, is een naar het koppelsegment gekeerde overgang van het langgerekt hoofdsparingdeel naar een sparing-uitloper wenselijk voorzien van een afgeronde hoek met een radius van tussen 0 en 3 mm.
3
Indien er op een hoofdsparingdeel ten minste drie sparing-uitlopcrs aansluiten en de afstand tussen de aangrenzende sparing-uitlopers daarbij constant is zal de schraapkop een gelijkmatige schraapwerking kunnen uitoefenen. Met hetzelfde doel is het voordelig 5 indien de hoofdsparingdelen van de afzonderlijke sparingen evenwijdig zijn.
Terwijl het voor een verdere vergroting van de doelmatigheid van de schraapkop (en daardoor mogelijk ook een verkorting van de benodigde bewerkingstijd) voordelig is indien de schraapkop is voorzien van ten minste twee sparingen.
10
In weer een andere voorkeursvariant omvat de schraapkop tevens een op het langwerpig schraaplichaam aansluitend topsegment dat de vrije kopse zijde van de schraapkop vormt. De schraapkop voorzien van een dergelijk topsegment werkt doorgaans beter indien voorzien van een dergelijk topsegment. Het topsegment kan als los onderdeel (al 15 dan niet losneembaar) zijn samengebouwd met het schraaplichaam maar het is ook mogelijk het topsegment uit te voeren als een integraal onderdeel van het schraaplichaam.
Het langwerpig schraaplichaam kan cilindervormig (of buisvormig indien voorzien van 20 een centrale opening) worden uitgevoerd maar het is ook mogelijk een langwerpig schraaplichaam toe te passen dat in dwarsdoorsneden een andere vorm heeft zoals bijvoorbeeld en niet-limitatief: een octaëder, een ellips of een conische vorm.
In weer een andere uitvoeringsvariant is het langwerpig schraaplichaam voorzien van 25 een centrale doorvoeropening. Met een centrale doorvoeropening wordt bedoeld een meer of minder centraal in het langwerpig schraaplichaam gelegen uitsparing, zoals bijvoorbeeld een boring. De uitsparing kan centraal (of zelf axiaal) in het schraaplichaam zijn aangebracht en is wenselijk (maar niet noodzakelijk) cirkelsymmetrisch uitgevoerd. Niet alleen kan de schraapkop hierdoor lichter worden uitgevoerd het maakt 30 het tevens mogelijk een externe aansluiting van de ten minste ene sparing die aansluit op de centrale doorvoeropening te realiseren. Een dergelijke aansluiting maak het mogelijk materie af te zuigen (gas, vloeistof of zelfs losgenomen karkasdelen) terwijl het omgekeerd ook mogelijk wordt materie naar de kop toe te voeren (gassen en/of vloeistoffen). Aldus worden de gebruiksmogelijkheden van de schraapkop verder 4 vergroot waardoor de doelmatigheid kan toenemen en/of aanvullende bewerkingen op de karkassen kunnen worden uitgevoerd (denk hierbij bijvoorbeeld aan reiniging).
Er kan voor worden gekozen de schraapkop zo uit te voeren dat alle de sparingen 5 begrenzende schraapranden geheel of gedeeltelijk samenvallen met de omtrek van de mantel. Maar als alternatief is het ook mogelijk dat de schraapranden buiten de omtrek van de mantel zijn gelegen doordat tussen de sparing-uitlopers gelegen delen van de mantel ten minste gedeeltelijk tot buiten de mantel zijn verplaatst. Afhankelijk van de gebruikscondities kan er voor worden gekozen de kans op beschadiging van de karkas 10 te minimaliseren door de schraapranden geheel of gedeeltelijk te laten samenvallen met de omtrek van de mantel of door de schrapende werking te vergroten door de schraapranden ten minste gedeeltelijk buiten de omtrek van de mantel te laten steken. Overigens wordt hierbij opgemerkt dat er ook één of meerdere (scherpere) schraapranden binnen de omtrek van de mantel mogen liggen.
15
Ook is het voordelig indien de maximale dwarsdoorsnede door het langgerekt schraaplichaam loodrecht op de lengte van het schraaplichaam (de longitudinale as hetgeen in geval van een cilindervormig schraaplichaam wil zeggen de diameter van de cilindermantel) ligt in het bereik van [20 - 30] mm. Met een dergelijke schraapkop 20 kunnen doelmatig de te verwijderen weefseldelen worden losgenomen met geringe onnodige en ongewenste beschadiging van niet te verwijderen karkasdelen zoals nekvel en dragende vliezen. Het verwijderen van juist die delen die verwijderd dienen te worden (luchtpijp, slokdarm en krop) en niet meer dan deze delen heeft een aantal voordelen. Allereerst kan door toepassing van de onderhavige schraapkop de opbrengst 25 van het slachtproces worden vergroot en is het slachtresultaat niet vervuild met (delen van) weefseldelen die wenselijk verwijderd hadden moeten worden. Een bijkomend voordeel is dat door het gericht wegnemen van juist de specifieke te verwijderen weefseldelen geen onnodige vervuiling optreedt van het bewerkte karkas (denk hierbij bijvoorbeeld aan losgeraakte botpartikels).
30
De diameter van de schraapkop is voordelig (aanzienlijk) groter dan de binnenruimte in de nek van kippen en kalkoenen. Het gevolg hiervan is dat het nekvel bij het in de nek dringen van de schraapkop oprekt en de nek met voorspanning om de schraapkop grijpt. Het nekvel is aldus over de ten minste ene sparing in de mantel gespannen zodanig dat 5 delen van het nekvel binnen de hoofdvorm van de mantel van de schraapkop vallen. Deze delen kunnen door een in de schraapkop op te wekken vacuüm nog verder naar binnen worden gezogen ten gevolge waarvan zij bij rotatie van de schraapkop door de schraapranden zullen worden aangegrepen. Het gevolg hiervan is dat de binnen de 5 hoofdvorm of radius van de mantel gelegen weefseldelen worden opgepakt en losgetrokken van het nekvel en de van de nek deel uitmakende vliezen. De mantel vormt daarbij een draagvlak dat voldoende groot is om onnodige beschadiging van weefsels te voorkomen.
10 De schraapkop kan gunstig worden vervaardigd uit roestvast staal en, indien het een schraapkop met centrale doorvoer betreft,de wanddikte van de mantel ligt wenselijk tussen de 2 en 2,5 mm. In de praktijk blijkt dat voor een optimale werking de schraapkop een totale lengte heeft van ten minste 100 mm.
15 In een voordelige uitvoeringsvariant is ook de centrale doorvoeropening van de mantel cilindervormig. Een dergelijke opening is relatief eenvoudig te reinigen en zal bijdragen aan een gelijkmatige verdeling van eventueel in de centrale doorvoeropening aanwezige onderdruk. Om eventueel in de centrale doorvoeropening aanwezige onderdruk te kunnen aanwenden voor het tot in de sparing aanzuigen van te verwijderen 20 weefseldelen is het wenselijk dat de sparingen in de mantel door de mantel voeren zodanig dat deze aansluiten op de centrale doorvoeropening.
De oriëntatie van de schraapranden ten opzichte van de mantel kan situationeel worden geoptimaliseerd. Zo kan ten minste een deel van de schraapranden in geval van een 25 cilindervormige mantel radiaal verlopen ten opzichte van de mantel. Een meer agressieve schraapbewerking kan worden verkregen door de schraapranden een hoek te laten insluiten met de radialen (in geval van een cilindervormig schraaplichaam) van de mantel. Een dergelijke hoek van de schraapranden is bij voorkeur een scherpe hoek die gericht is naar de binnenzijde van de mantel; dat wil zeggen dat de betreffende 30 schraapranden afgeschuind zijn naar de binnenzijde van de mantel. Voordelige testresultaten zijn gerealiseerd met schraapranden die een scherpe hoek insluiten met de mantel van 0° - 30°, meer bij voorkeur 0°-20°. In geval van een cilindermantel-vormig schraaplichaam wordt deze hoek ingesloten met radialen van de cilindermantel.
6
Dergelijke randen kunnen nauwkeurig worden vervaardigd door bijvoorbeeld een laser-bewerking.
Weer een andere voordelige uitvoering van de schraapkop kenmerkt zich doordat het 5 ten minste ene hoofdsparingdeel in hoofdzaak helix-vormig in de mantel is uitgespaard. Een dergelijke helix-vormig hoofdsparingdeel kan ook worden aangeduid als “spiraal” of “helix”. Voor toepassing bij kippenkarkassen worden bij voorkeur 1 - 5 helix-vormige hoofdsparmgdelen in een schraapkop aangebracht terwijl dit voor kalkoenen 6 of 7 hoofdsparingdelen zijn. Meer sparingen leidt tot vermindering van de spanning op 10 het te verwijderen weefsel. De breedte van een helix-vormig hoofdsparingdeel waarmee voordelige resultaten worden bereikt bedraagt 9-14 mm, maar kan bij toepassing van een vacuüm kleiner worden gekozen tot 5 mm. Een dergelijke breedte is benodigd om het te verwijderen weefsel tot binnen de ten minste ene sparing van de schraapkop te laten treden. De hoek ten opzichte van de lengterichting van het schraaplichaam (in 15 geval van een cilindervorm de axiaal) waaronder het ten minste ene helix-vormige hoofdsparingdeel in de mantel is aangebracht varieert wenselijk tussen de 20 en 60°.
Ook de sparing-uitlopers zijn bij voorkeur in hoofdzaak helix-vormig in de mantel uitgespaard. Deze kleinere helix-vormige sparing-uitlopers hebben bij voorkeur een 20 minimale lengte van 6 mm, en een maximale lengte van 12 mm, omdat er voldoende lengte dient te zijn om het weefsel zich “vast te laten zetten” in de sparing-uitlopers. Hetgeen het losmaken van de weefseldelen ten gevolge van rotatie en/of uitnemen van de schraapkop verder verbetert. De hoek ten opzichte van de lengterichting van het schraaplichaam (in geval van een cilindervormig schraaplichaam de axiaal) waaronder 25 de helix-vormige sparing-uitlopers in de mantel zijn aangebracht varieert wenselijk tussen de 40 en 50°; bij voorkeur is deze hoek ongeveer 45°. Daarbij is het verder wenselijk dat de spoed van de helix-vormige sparing-uitlopers tegengesteld is aan de spoed van het bijbehorend hoofdsparingdeel. Dit wil zeggen dat als een hoofdsparingdeel bijvoorbeeld linksdraaiend is dat de daarop aansluitende helix-30 vormige sparinguitlopers rechtsdraaiend zijn en vice versa. Hoe groter de spoed van de helix hoe kleiner de spanning op het te verwijderen weefsel.
Het op de vrije kopse zijde van het schraaplichaam aansluitend topsegment kan zijn uitgevoerd als afdichtend topsegment dat aan de naar de centrale doorvoeropening 7 gekeerde zijde (de binnenzijde) is voorzien van een in hoofdzaak kegelvormig object. Het afdichtende topsegment voorkomt nodeloos verlies van onderdruk aan de vrije kopse zijde (dat wil zeggen de voorzijde). De aanwezigheid van het kegelvormige object maakt verder dat de eventueel in de centrale doorvoeropening aanwezige 5 onderdruk in min of meer gelijke mate over de sparingen wordt verdeeld. De onderdruk wordt aldus gunstiger benut dan wanneer een dergelijk kegelvormig object in combinatie met een gesloten topsegment ontbreekt.
Als alternatief is het ook mogelijk dat het op de vrije kopse zijde van het 10 schraaplichaam aansluitend topsegment geopend is. Dit vergroot de toegankelijkheid van de centrale doorvoer hetgeen onder meer vanwege reiniging wenselijk kan zijn.
Ook in de cilinderwand kan een aparte (bijvoorbeeld ronde) opening worden aangebracht waardoor de binnenzijde van de schraapkop makkelijk kan worden (schoon)gespoeld.
15
Een andere gunstige maatregel is dat het op de vrije kopse zijde van het langwerpig schraaplichaam aansluitend topsegment aan de buitenzijde van de schraapkop is afgeschuind. Hierdoor is de schraapkop zelfzoekend en wordt de kans op onnodige beschadiging van beenderen of weefsels die niet verwijderd dienen te worden verder 20 gereduceerd.
Om op een eenvoudige wijze onderdruk in de centrale doorvoeropening van de schraapkop aan te brengen en/of vloeistof in de schraapkop te pompen is het gunstig indien het koppelsegment is voorzien van een op de centrale doorvoeropening 25 aansluitende doorlaat. Het koppelsegment kan bijvoorbeeld zijn voorzien van schroefdraad, een klikverbinding, een snelkoppeling, een bajonetkoppeling of een ander (losneembaar) koppelsysteem naar keuze.
De uitvinding verschaft verder een inrichting voor het reinigen van de nek van 30 gevogelte karkassen voorzien van een schraapkop zoals beschreven, waarbij de inrichting tevens omvat: contra-koppelmiddelen voor losneembare aangrijping op het koppelsegment van de schraapkop; en ten minste één aandrijving voor het ten minste axiaal en roterend verplaatsen van de contra-koppelmiddelen. Bij voorkeur is de inrichting tevens voorzien van op de contra-koppelmiddelen aansluitende 8 onderdrukmiddelen voor het opwekken van een onderdruk in de centrale doorvoeropening van de schraapkop. Voor een automatische werking van de inrichting kan deze zijn voorzien van een druksensor voor de onderdruk en/of van ten minste één druksensor voor uitgeoefende krachten. In combinatie met een met intelligente 5 besturing voor de aandrijving en/of de onderdrukmiddelen kan aldus het bewerkingsproces worden geautomatiseerd. Tn weer een andere uitvoeringsvariant is de inrichting voorzien van een op de contra-koppelmiddelen aansluitende vloeistoftoevoer voor het in de schraapkop brengen van vloeistof (zoals water).
10 De uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen, omvattende de bewerkingsstappen: A) het vanuit de borstholte tot in de nek bewegen van een in hoofdzaak cilindervormige schraapkop zoals voorgaand beschreven; B) het in de nek doen roteren van de schraapkop; en C) het uit het karkas bewegen van de schraapkop, waarbij tijdens de bewerkingsstap B) tot in de sparing-15 uitlopers in de mantel voerende weefseldelen ten gevolge van het roteren van de schraapkop naar versmald toelopende sparing-uitlopers worden gedrongen zodanig dat ten minste een deel van de weefseldelen in de sparing-uitlopers wordt ingeklemd. Tijdens bewerkingsstap A) zal de schraapkop zelfzoekend een weg vinden langs de binnenzijde van het borstbeen, het V-been en de sleutelbeenderen tot langs de 20 ruggenwervels en nekwervels. Zoals voorgaand al is beschreven is het daarbij verder gunstig in de schraapkop zodanig een onderdruk op te wekken dat weefseldelen in daartoe in de op de onderdruk aansluitende sparing worden gezogen. Deze weefseldelen kunnen dan vervolgens tijdens bewerkingsstap B) ten gevolge van het roteren van de schraapkop ten minste gedeeltelijk worden losgemaakt van de nek. Maar het is ook 25 mogelijk dat te verwijderen weefseldelen tijdens bewerkingsstap C) ten gevolge van het uit de nek nemen van de schraapkop ten minste gedeeltelijk (verder) worden losgemaakt van de nek. Voor de voordelen van deze werkwijze volgens de uitvinding wordt verwezen naar de naar aanleiding van de schraapkop reeds genoemde voordelen.
30 In een uitvoeringsvariant van deze werkwijze kan de schraapkop na bewerkingsstap B) door de nek tot buiten het karkas worden bewogen. Aldus verkrijgt men zekerheid dat de nek over de volledige lengte is bewerkt. Tevens wordt het mogelijk hierbij de door de nek tot buiten het karkas bewogen schraapkop mechanisch te reinigen, bijvoorbeeld door middel van een al dan niet bewegende borstel in combinatie met een 9 spoelvloeistof. De door de nek tot buiten het karkas bewogen schraapkop dient vervolgens weer terug door het karkas te worden gevoerd om zo de inrichting weer vrij te maken van het karkas. Deze “retourslag” van de schraapkop kan tevens een verder reinigend effect sorteren. Na de bewerkingsstap B) kan ook voordelig aan de 5 schraapkop een vloeistof worden toegevoerd. Dat wil zeggen dat zowel wanneer de schraapkop door de nek naar buiten steekt en/of tijdens de retourslag door het karkas er door de schraapkop een spoelvloeistof kan stromen ten gevolge waarvan niet alleen reiniging van de spoelkop en de nek kan worden gerealiseerd maar waardoor ook de kans op beschadiging van de nek tijdens de retourslag van de schraapkop kan worden 10 verkleind.
De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin tonen: figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een schraapkop volgens de onderhavige 15 uitvinding; figuur 2 een perspectivisch aanzicht op een alternatieve uitvoeringsvariant van een schraapkop volgens de onderhavige uitvinding; figuren 3A en 3B perspectivische weergaven van twee standen van een inrichting voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen voorzien van een schraapkop volgens 20 de onderhavige uitvinding; en figuren 4A - 4E schematisch weergegeven bewerkingsstappen van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 1 toont een schraapkop 1 die met een koppelsegment 2 bevestigbaar is aan een in 25 deze figuur niet getoonde inrichting voor aandrijving van de schraapkop 1. De schraapkop 1 is voorzien van een cilindermantelvormig schraaplichaam 3 met een centrale uitsparing 4. Deze centrale uitsparing 4 sluit aan op een - hier niet zichtbare -doorvoer in het koppelsegment 2 zodat er eenvoudig een onderdruk kan worden opgewekt in de centrale uitsparing 4. De van het koppelsegment 2 afgekeerde gesloten 30 kopse zijde 5 is voorzien van aan afschuining 6 om de schraapkop 1 makkelijk in de nek van een karkas te kunnen positioneren. Aan de binnenzijde van de schraapkop 1 is de gesloten kopse zijde 5 voorzien van een kegellichaam 7 waardoor onder meer in de centrale uitsparing 4 aanwezige onderdruk wordt verdeeld.
10
In de mantel van het schraaplichaam 3 zijn grotere helix-vormige hoofdsparingen 8 (spiraalvormige openingen) aangebracht op iedere hoofdsparing 8 waarvan evenwijdig aan elkaar steeds vijf sparing-uitlopers 9 aansluiten. Aldus resteren er tussen de sparing-uitlopers 9 tandvormige manteldelen waarmee de gewenste schraapwerking wordt 5 gerealiseerd. Ook de sparing-uitlopers 9 zijn helix-vormig maar zij hebben een tegengestelde draairichting als de hoofdsparingen 8.
Te verwijderen weefseldelen zullen door de helix-vormige hoofdsparingen 8 tot in de schraapkop 1 steken. Door vervolgens de schraapkop 1 te roteren worden deze weefsels 10 vanuit de helix-vormige hoofdsparingen 8 in de sparing-uitlopers 9 gedrongen ten gevolge waarvan zij zich in de sparing-uitlopers 9 vastklemmen. Dit kan slechts worden gerealiseerd bij één rotatierichting. De hoofdsparingen 8 met sparing-uitlopers 9 worden voor een deel begrensd door afgeschuinde schraapranden 10 waardoor de weefsels worden los geschraapt of mogelijk zelfs ook gedeeltelijk worden losgesneden. De 15 schraapranden 10 zijn zodanig naar de binnenzijde van de cilindermantel 3 afgeschuind dat zij een scherpe hoek insluiten met de radialen van de cilindermantel 3.
Figuur 2 toont een alternatieve uitvoeringsvariant van een schraapkop 20 waarvan de met de in figuur 1 getoonde schraapkop 1 overeenkomstige onderdelen zijn aangeduid 20 met identieke verwijscijfers. Afwijkend ten opzichte de voorgaand besschreven schraapkop 1 is dat de schraapkop 20 is voorzien van een van het koppelsegment 2 afgekeerde geopende kopse zijde 21 welke is omgeven door een afschuining 22. Verder is er in de cilindermantel 3 een extra spoelopening 23 aangebracht waarmee de centrale uitsparing 4 na gebruik kan worden gereinigd.
25
Figuren 3 A en 3B tonen perspectivische weergegeven twee standen van een deel van een inrichting voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen volgens de onderhavige uitvinding. In figuur 3A is een schraapkop 30 weergegeven met een vrije kopse zijde 31. Aan de overliggende zijde van de vrije kopse zijde kopse zijde 31 30 bevindt zich een koppelsegment van de schraapkop 30 dat in deze figuur niet zichtbaar is daar dit wordt aangegrepen door een koppelstang 32 waarin een centrale doorvoer is vrijgelaten. Aan de van de schraapkop 30 afgekeerde zijde van de koppelstang 32 sluit deze aan op een geleidingselement 33 dat tevens is voorzien van een aansluiting 34 voor het in de koppelstang 32 opwekken van onderdruk en eventueel ook voor de toevoer 11 van een spoelvloeistof zoals water aan de koppelstang 32. De in de koppelstang 32 aanwezige onderdruk zal worden doorgeleid naar de schraapkop 30 en ook de eventueel aan de koppelstang 32 toegevoerde spoelvloeistof zal worden doorgeleid naar de schraapkop 30.
5
Het geleidingselement 33 grijpt verschuifbaar aan op twee geleidingsstangen 35 zodanig dat de koppelstang 32 en de daarop bevestigde schraapkop 30 evenwijdig aan de geleidingsstangen 35 verplaatsbaar is. Zie hiertoe ook figuur 3B waarin de identieke onderdelen zijn weergegeven in een toestand waarin de schraapkop 30 meer naar 10 beneden is verplaatst dan in figuur 3A. Tussen de geleidingsstangen 35 is ook een brugstuk 36 opgenomen met een doorvoer voor de koppelstang 32. Aansluitende aan dit brugstuk 36 bevindt zich een tandwiel 37 met eveneens een doorvoer voor de koppelstang 32. De doorvoer in het tandwiel 37 heeft een doorsnede die zodanig aansluit op de koppelstang 32 dat bij rotatie van het tandwiel 37 ook de koppelstang 15 gaat roteren. Aldus kan met een in deze figuur niet getoonde aandrijving het tandwiel 37 in rotatie worden gebracht, ten gevolge waarvan ook de koppelstang 32 en dus ook de schraapkop 30 worden geroteerd.
In de in deze figuur 3A weergegeven toestand word de schraapkop 30 afgeschermd door 20 een beugel 38 en zal de schraapkop 30 zich dus in een niet-werkzame toestand bevinden terwijl de in figuur 3B getoonde situatie de schraapkop 30 zich in een pluimvee karkas zou kunnen bevinden.
Figuren 4A - 4E tonen een aantal opeenvolgende bewerkingsstappen van de werkwijze 25 volgens de onderhavige uitvinding. In figuur 4A wordt een schraapkop 40 roterend (zie pijl Pi) door een koppelstang 41 vanuit de borstholte tot in de nek van een pluimvee karkas 42 naar beneden (zie pijl P2) bewogen. Onderwijl wordt er door de koppelstang 41 een onderdruk (zie pijlen P3) in de schraapkop 40 opgewerkt waardoor weefseldelen (in het bijzonder Trachea en krop) tot binnen de buitendiameter van de schraapkop 40 30 worden aangezogen (zie pijlen P4) en worden losgemaakt.
In figuur 4B is de schraapkop 40 door de nek tot buiten het karkas 42 gedrongen (zie pijl P5). Door de koppelstang 41 wordt nu water gespoeld (zie pijlen Pö) waardoor de schraapkop 40 schoon spoelt. Onderwijl roteert de schraapkop 40 nog steeds (pijl Pi).
12
Buiten het karkas 42 grijpt een roterende borstel 43 (zie pijl P7) aan op de schraapkop 40 om deze mechanisch te reinigen. Eventueel kan er ook nog extra reinigingsvloeistof wordt toegevoerd.
5 In figuur 4C wordt de schraapkop 40 ten opzichte van de voorgaande figuur weer naar boven bewogen (zie pijl Ps). Doordat er nog steeds vloeistof door de koppelbuis 40 naar de schraapkop wordt gevoerd zal de schraapkop 40 tijdens deze retourslag makkelijker door de nek kunnen worden teruggehaald met minder kans op onnodige beschadiging van de nek. De beweging uit figuur 4C wordt doorgezet tijdens de situatie zoals 10 weergegeven in figuur 4D; de schraapkop 40 bevindt zich daar weer volledig in het karkas 42. De spoelvloeistof die uit de schraapkop 40 stroomt (zie pijlen P9) verkleinen de kans op beschadiging maar spoelen de nek doordat deze wordt “losgeblazen” van de schraapkop 40. Verder wordt de kans kleiner dat er in de nek losse weefseldelen achterblijven. Figuur 4E toont dat bij het verlaten van de machine het karkas 42 door 15 sterke vloeistofstralen (waterstralen) 43 aan de buitenzijde wordt schoongemaakt.

Claims (39)

1. Schraapkop voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen, omvattende: - een langwerpig schraaplichaam met een het schraaplichaam omgevende 5 mantel, voorzien van ten minste één in de mantel vrijgelaten sparing, waarbij ten minste een deel van de de sparing begrenzende randen schraapranden vormt voor het van het karkas losmaken van de uit de nek van pluimvee karkassen te verwijderen weefseldelen; en 10. een op de van de vrije kopse zijde overliggende kopse zijde van het langwerpig schraaplichaam aansluitend koppelsegment, waarbij de in de mantel vrijgelaten sparing is voorzien van een langgerekt hoofdsparingdeel waarop ten minste twee sparing-uitlopers aansluiten.
2. Schraapkop volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de individuele sparing- uitlopers een langgerekte hoofdvorm bezitten
3. Schraapkop volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de op een zelfde hoofdsparingdeel aansluitende sparing-uitlopers in hoofdzaak evenwijdig zijn en op een 20 zelfde langszijde van het bijbehorende langgerekt hoofdsparingdeel aansluiten.
4. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de sparing-uitlopers in van het hoofdsparingdeel afgekeerde richting vernauwd toelopen.
5. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een naar het koppelsegment gekeerde overgang van het langgerekt hoofdsparingdeel naar een sparing-uitloper is voorzien van een afgeronde hoek met een radius tussen 0 en 3 mm.
6. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies 5, met het kenmerk dat op een hoofdsparingdeel ten minste drie sparing-uitlopers aansluiten en de afstand tussen aangrenzende sparing-uitlopers constant is.
7. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de schraapkop is voorzien van ten minste twee sparingen
8. Schraapkop volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de hoofdsparingdelen 5 van de afzonderlijke sparingen evenwijdig zijn.
9. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de schraapkop tevens een op het langwerpig schraaplichaam aansluitend topsegment omvat dat de vrije kopse zijde van de schraapkop vormt. 10
10. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het langwerpig schraaplichaam cilindervormig is.
11. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het 15 langwerpig schraaplichaam is voorzien van een centrale doorvoeropening.
12. Schraapkop volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de ten minste ene sparing aansluit op de centrale doorvoeropening.
13. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de schraapranden geheel of gedeeltelijk samenvallen met de omtrek van de mantel.
14. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de schraapranden buiten de omtrek van de mantel zijn gelegen doordat tussen de sparing- 25 uitlopers gelegen delen van de mantel ten minste gedeeltelijk tot buiten de mantel zijn verplaatst.
15. Schraapkop volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de maximale dwarsdoorsnede door het langgerekt cilindervormig schraaplichaam loodrecht op de 30 lengte van het schraaplichaam 20 tot 30 mm bedraagt.
16. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de centrale doorvoeropening van de mantel cilindervormig is.
17. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de schraapranden een hoek insluiten met de radialen van de mantel.
18. Schraapkop volgens conclusie 17, met het kenmerk dat de hoek die de 5 schraapranden insluiten met radialen van de mantel een scherpe hoek is die naar de binnenzijde van de mantel is gericht.
19. Schraapkop volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk dat de hoek die de schraapranden insluiten met radialen van de mantel 0° - 30° is. 10
20. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het ten minste ene hoofdsparingdeel in hoofdzaak helixvormig in de mantel is uitgespaard.
21. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 15 sparing-uitlopers in hoofdzaak helixvormig in de mantel zijn uitgespaard.
22. Schraapkop volgens een der conclusies 9-21, met het kenmerk dat het op de vrije kopse zijde van het langwerpig schraaplichaam aansluitend topsegment een afdichtend topsegment is dat aan de naar de centrale doorvoeropening gekeerde zijde is 20 voorzien van een in hoofdzaak kegelvormig object.
23. Schraapkop volgens een der conclusies 9-21, met het kenmerk dat het op de vrije kopse zijde van het langwerpig schraaplichaam aansluitend topsegment een geopend topsegment is. 25
24. Schraapkop volgens een der conclusies 9-23, met het kenmerk dat het op de vrije kopse zijde van het langwerpig schraaplichaam aansluitend topsegment aan de buitenzijde van de schraapkop is afgeschuind.
25. Schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het koppelsegment is voorzien van een op de centrale doorvoeropening aansluitende doorlaat.
26. Inrichting voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen voorzien van een schraapkop volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting tevens omvat: - contra-koppelmiddelen voor losneembare aangrijping op het koppelsegment 5 van de schraapkop; en ten minste één aandrijving voor het ten minste axiaal en roterend verplaatsen van de contra-koppelmiddelen.
27. Inrichting volgens conclusie 26, met het kenmerk dat de inrichting is voorzien 10 van op de contra-koppelmiddelen aansluitende onderdrukmiddelen voor het opwekken van een onderdruk in de centrale doorvoeropening van de schraapkop.
28. Inrichting volgens conclusie 26 of 27, met het kenmerk dat de inrichting is voorzien van op de contra-koppelmiddelen aansluitende toevoenniddelen voor 15 vloeistof.
29. Inrichting volgens een der conclusie 26 - 28, met het kenmerk dat de inrichting is voorzien van een druksensor voor het detecteren van de door de onderdrukmiddelen gegenereerde onderdruk. 20
30. Inrichting volgens conclusie 26 - 29, met het kenmerk dat de inrichting is voorzien van ten minste één druksensor voor het detecteren van de met een schraapkop uitgeoefende krachten.
31. Inrichting volgens conclusie 29 of 30, met het kenmerk dat de inrichting is voorzien van een met ten minste één sensor communicerende intelligente besturing voor de aandrijving en/of de onderdrukmiddelen.
32. Werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen, omvattende 30 de bewerkingsstappen: A) het vanuit de borstholte tot in de nek bewegen van een in hoofdzaak cilindervormige schraapkop volgens een der conclusies 1-25; B) het in de nek doen roteren van de schraapkop; en C) het uit het karkas bewegen van de schraapkop, waarbij tijdens de bewerkingsstap B) tot in de sparing-uitlopers voerende weefseldelen ten gevolge van het roteren van de schraapkop naar versmald toelopende sparing-uitlopers worden gedrongen zodanig dat ten minste een deel van de weefseldelen in de sparing-uitlopers wordt ingeklemd. 5
33. Werkwijze volgens conclusie 32, met het kenmerk dat de werkwijze tevens omvat het in de schraapkop opwekken van een onderdruk zodanig dat weefseldelen in daartoe in de op de onderdruk aansluitende sparing worden gezogen.
34. Werkwijze volgens conclusie 32 of 33, met het kenmerk dat de weefseldelen tijdens bewerkingsstap B) ten gevolge van het roteren van de schraapkop minste gedeeltelijk worden losgemaakt van de nek.
35. Werkwijze volgens een der conclusies 32 - 34, met het kenmerk dat de 15 weefseldelen tijdens bewerkingsstap C) ten gevolge van het uit de nek nemen van de schraapkop ten minste gedeeltelijk worden losgemaakt van de nek.
36. Werkwijze volgens een der conclusies 32 - 35, met het kenmerk dat de schraapkop na bewerkingsstap B) door de nek tot buiten het karkas wordt bewogen. 20
37. Werkwijze volgens conclusie 36, met het kenmerk dat de door de nek tot buiten het karkas wordt bewogen schraapkop mechanisch wordt gereinigd.
38. Werkwijze volgens conclusies 36 of 37, met het kenmerk dat de door de nek 25 tot buiten het karkas bewogen schraapkop weer terug door het karkas wordt gevoerd.
39. Werkwijze volgens een der conclusies 32 -38, met het kenmerk dat na de bewerkingsstap B) aan de schraapkop een vloeistof wordt toegevoerd.
NL2001677A 2008-06-12 2008-06-12 Schraapkop, inrichting en werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen. NL2001677C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001677A NL2001677C2 (nl) 2008-06-12 2008-06-12 Schraapkop, inrichting en werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen.
EP09762698A EP2299834B1 (en) 2008-06-12 2009-04-16 Scraper head, device and method for cleaning the neck of poultry carcasses
BRPI0909907-7A BRPI0909907B1 (pt) 2008-06-12 2009-04-16 "cabeçote raspador, dispositivo e método para a limpeza do pescoço de carcaças de aves"
AT09762698T ATE538656T1 (de) 2008-06-12 2009-04-16 Abkratzkopf, vorrichtung und verfahren zur reinigung des halses einer geflügelkarkasse
DK09762698.0T DK2299834T3 (da) 2008-06-12 2009-04-16 Skraberhoved, anordning og fremgangsmåde til rensning af halsen på fjerkrækroppe
PCT/NL2009/050204 WO2009151317A1 (en) 2008-06-12 2009-04-16 Scraper head, device and method for cleaning the neck of poultry carcasses
US12/997,475 US8821222B2 (en) 2008-06-12 2009-04-16 Scraper head, device and method for cleaning the neck of poultry carcasses
ES09762698T ES2380198T3 (es) 2008-06-12 2009-04-16 Cabezal raspador, dispositivo y método para limpiar el cuello de canales de aves

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001677A NL2001677C2 (nl) 2008-06-12 2008-06-12 Schraapkop, inrichting en werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen.
NL2001677 2008-06-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001677C2 true NL2001677C2 (nl) 2009-12-15

Family

ID=40083586

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001677A NL2001677C2 (nl) 2008-06-12 2008-06-12 Schraapkop, inrichting en werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US8821222B2 (nl)
EP (1) EP2299834B1 (nl)
AT (1) ATE538656T1 (nl)
BR (1) BRPI0909907B1 (nl)
DK (1) DK2299834T3 (nl)
ES (1) ES2380198T3 (nl)
NL (1) NL2001677C2 (nl)
WO (1) WO2009151317A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8827775B2 (en) 2011-10-26 2014-09-09 Wayne Allen Jefferson, SR. Device for removing material from feet of poultry
RU2655936C1 (ru) * 2017-04-17 2018-05-30 Федеральное государственное бюджетное научное учреждение Федеральный научный центр "Всероссийский научно-исследовательский и технологический институт птицеводства" Российской академии наук (ФНЦ "ВНИТИП" РАН) Рабочий орган для очистки кожи шеи тушек птицы
CN108208605A (zh) * 2017-12-28 2018-06-29 王翠霞 一种烤鸭预处理半自动加工系统及方法
CN109104911B (zh) * 2018-08-29 2021-11-26 浙江鼎鑫路桥养护工程有限公司 一种新型市政园林铲
NL2032952B1 (en) 2022-09-05 2024-03-21 Meyn Food Processing Tech Bv Scraper and processing line for cleaning the neck of poultry

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0178825A1 (en) * 1984-10-16 1986-04-23 Lindholst & Co. A/S A device for clearing the neck skin of slaughtered poultry
US5222905A (en) * 1989-06-20 1993-06-29 Stork Pmt B.V. Apparatus for decropping poultry
FR2708417A1 (fr) * 1993-07-30 1995-02-10 Orty Sa Appareil pour le déjabotage des volailles.
EP0838156A2 (en) * 1996-10-18 1998-04-29 Systemate Holland B.V. Crop remover assembly
US6213864B1 (en) * 1999-12-27 2001-04-10 Water Management Resources, A Division Of 3G Group Sales, Inc. Water injection system for poultry crop remover

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3175244A (en) * 1962-02-16 1965-03-30 Equity Financial Corp Method of processing gizzards of fowls
US3714681A (en) * 1970-08-10 1973-02-06 Canadian Fishing Co Ltd Cutting apparatus for tissue-like material
EP0162154B1 (en) * 1984-10-22 1990-04-04 Tieleman B.V. A device for extracting the crop, the vent and the gullet of slaughtered poultry
NL8501556A (nl) * 1985-05-30 1986-12-16 Stork Pmt Ontkroppingsmachine.
US4788749A (en) 1987-07-17 1988-12-06 Hazenbroek Jacobus E Crop removal system
NL8801970A (nl) * 1988-08-08 1990-03-01 Meyn Maschf Inrichting voor het verwijderen van de krop van geslacht gevogelte.
NL8901551A (nl) * 1989-06-20 1991-01-16 Stork Pmt Ontkropper voor gevogelte.
EP0516888B1 (en) 1991-06-04 1993-10-06 Machinefabriek Meyn B.V. Device for clearing the neck skin of slaughtered poultry
US5178578A (en) * 1992-05-22 1993-01-12 Lacy Simmons Poultry crop remover
US5688164A (en) * 1994-09-26 1997-11-18 Commonwealth Scientific And Industrial Research Organisation Rectum separating
US5597350A (en) * 1995-11-03 1997-01-28 Baader North America Corporation Flexible probe for decropping poultry carcasses
US6176772B1 (en) * 1997-01-22 2001-01-23 Jacobus E. Hazenbroek Crop remover assembly
US20050186895A1 (en) * 2004-01-26 2005-08-25 Winkelmolen Antoine J. Decropping tool and wrapped cam for use in food processing machinery

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0178825A1 (en) * 1984-10-16 1986-04-23 Lindholst & Co. A/S A device for clearing the neck skin of slaughtered poultry
US5222905A (en) * 1989-06-20 1993-06-29 Stork Pmt B.V. Apparatus for decropping poultry
FR2708417A1 (fr) * 1993-07-30 1995-02-10 Orty Sa Appareil pour le déjabotage des volailles.
EP0838156A2 (en) * 1996-10-18 1998-04-29 Systemate Holland B.V. Crop remover assembly
US6213864B1 (en) * 1999-12-27 2001-04-10 Water Management Resources, A Division Of 3G Group Sales, Inc. Water injection system for poultry crop remover

Also Published As

Publication number Publication date
US8821222B2 (en) 2014-09-02
WO2009151317A1 (en) 2009-12-17
ATE538656T1 (de) 2012-01-15
DK2299834T3 (da) 2012-04-02
BRPI0909907A2 (pt) 2015-08-04
US20110171893A1 (en) 2011-07-14
BRPI0909907B1 (pt) 2018-06-26
EP2299834B1 (en) 2011-12-28
ES2380198T3 (es) 2012-05-09
EP2299834A1 (en) 2011-03-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2001677C2 (nl) Schraapkop, inrichting en werkwijze voor het reinigen van de nek van gevogelte karkassen.
JP5977360B2 (ja) 臓器取り出しのための臓器取り出しデバイスおよび方法
NL8501556A (nl) Ontkroppingsmachine.
CA2654578A1 (en) Fish cleaning apparatus and methods
US5222905A (en) Apparatus for decropping poultry
CN104983450A (zh) 一种肝胆科肝内胆管结石取出器
EP3278670A1 (en) Device for cleaning and for processing the rectum and pelvis of slaughtered pigs and operating method of said device
US6213864B1 (en) Water injection system for poultry crop remover
CN113747793B (zh) 从悬挂的半猪屠体切下前部端部
CN103083061A (zh) 取骨装置
CN109152373A (zh) 用于为取出已被屠宰的去头家禽的内脏做准备的装置和方法
JP3213353B2 (ja) 屠殺された鳥から腹部脂肪を除去する装置、該装置を含む設備、及び該装置を操作する方法
EP2885976A1 (en) An apparatus and a method for gutting fish
RU2546231C2 (ru) Устройство для удаления остаточного жира и способ удаления остаточного жира с филе птицы
JP2021036843A (ja) 活魚の血抜き方法及びそれに用いる血抜き装置
CN107646956A (zh) 用于在加工线上加工被屠宰家禽的躯体部分的方法和装置
NL1015137C2 (nl) Werkwijze voor het uit een karkas verwijderen van een uiteinde van het darmkanaal en aarsboor.
JP4740294B2 (ja) カッティングバーセット及び破折片除去方法
EP2974601A1 (en) An apparatus and method for cleaning a poultry carcass
RU2363504C1 (ru) Способ экстракции нефростомического дренажа, экстрактор для реализации способа и способ работы экстрактора
JP6969038B2 (ja) 血管内異物摘出用鉗子
EP1048214B1 (en) Tool and device for removing undesired parts from the neck area of slaughtered poultry
JP2020505055A (ja) 内臓除去用具およびこの種の内臓除去用具を有する内臓除去装置
EP1275304A1 (en) Tool, device and method for removing tissue parts from the surface of carcass parts
JP2016041223A5 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Effective date: 20110105

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220701