NL2000303C2 - Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een glasoppervlak. - Google Patents

Description

NL 47.182-YR

Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een glasoppervlak

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het reinigen van een glasoppervlak. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het reinigen van een glasoppervlak.

5 Glasoppervlakken worden gebruikelijk gereinigd door met behulp van een spons water op het glas aan te brengen. Vuil en stof dat aanwezig is op het te reinigen glasoppervlak lost op in het water. Vervolgens wordt het water en het daarin opgeloste vuil met een wisser naar een rand van het glas-10 oppervlak getransporteerd. In veel gevallen wordt aan het water een schoonmaakmiddel toegevoegd, waarna dan weer met schoon water wordt nagespoeld.

Deze wijze van reinigen is betrekkelijk arbeidsintensief en daarmee kostbaar. Met name voor grote glasopper-15 vlakken is het niet eenvoudig om het water van het glasoppervlak te verwijderen. De spons moet een aantal malen over het glas worden bewogen, met min of meer wrijving, om het vuil goed op te lossen. Vaak wordt het vuile water over een grote afstand getransporteerd om het van het glas te kunnen vegen, 20 wat zowel lastig is en ook de mogelijkheid dat er vuil op het glas achterblijft vergroot. De problemen bij deze wijze van reinigen worden in verhouding groter wanneer de te reinigen glasoppervlakken groter worden.

Onlangs zijn er inrichtingen in de handel verschenen 25 die gebruik maken van gedemineraliseerd water als schoonmaakmiddel. Gedemineraliseerd water heeft als voordeel dat het schoon opdroogt, maar dat is uitsluitend het geval als er geen vuil in is opgelost. Dit betekent dat het water met het daarin opgeloste vuil toch moet worden afgevoerd. Ook hier-30 door wordt het bovengenoemde probleem niet opgelost.

De uitvinding heeft tot doel om een inrichting en een werkwijze te verschaffen voor het reinigen van glasoppervlakken, die de genoemde problemen niet heeft, of in aanzienlijk mindere mate.

2

Dit doel wordt bereikt door een inrichting voor het reinigen van een glasoppervlak, waarbij is voorzien in stoom-aanvoermiddelen voor het naar het te reinigen oppervlak leiden van stoom, en in afvoermiddelen. Door de hoge temperatuur 5 heeft stoom een zeer sterk oplossende en reinigende werking. Door het gebruik van stoom kan worden afgezien van chemicaliën als reinigingsmiddelen. Daarnaast maakt de combinatie van aanvoer van stoom en de aanwezige afvoermiddelen voor het afvoeren van met name de tot water gecondenseerde stoom, waarin 10 het vuil is opgelost, ingewikkelde bewegingen met meer of minder wrijving overbodig.

Voor een goede werking heeft de stoom bij de aanvoer een temperatuur van ten minste 150°C. Met het toenemen van de temperatuur neemt de reinigende werking van de stoom toe.

15 Echter de temperatuur van de stoom kan niet onbeperkt omhoog worden gebracht. Er moet vermeden worden dat er schade wordt aangebracht aan het glasoppervlak.

In een voorkeursuitvoering van de uitvinding is in een wisser voorzien welke twee onderling verbonden evenwijdi-20 ge wisbladen van flexibel materiaal heeft, en zijn tussen deze wisbladen uitstroomopeningen voor de stoomaanvoermiddelen aangebracht. Hierdoor kan de stoom direct op het glasoppervlak worden gespoten en wordt tevens de stoom bij het glasoppervlak gehouden en wordt verhinderd dat een belangrijk deel 25 van de stoom direct vervliegt of verwaait zonder effectief te kunnen worden.

Een compacte en efficiënte inrichting kan worden verkregen door de inrichting te voorzien van ten minste een afzuigopening, die deel vormt van de afvoermiddelen, en de 30 afzuigopening tussen de wisbladen aan te brengen. Door de af-zuigopening in dezelfde ruimte te plaatsen als de uitstroom-openingen voor de stoom, zal het tot water gecondenseerde stoom, met daarin het opgeloste vuil efficiënt kunnen worden afgevoerd. Het is daarbij bijzonder voordelig om de afzuig-35 opening in de in gebruikstoestand onderzijde van de wisser te plaatsen, zodat de afvoer door de zwaartekracht wordt bevorderd.

De doelmatigheid van de inrichting kan verder worden 3 verbeterd door een inrichting die twee wissers omvat, die met een stijf verbindingsdeel evenwijdig aan elkaar zijn verbonden .

In een uitvoeringsvorm die meer voorkeur heeft is de 5 inrichting voorzien van middelen voor het genereren van stoom, waarbij deze middelen zijn verbonden met de uitstroom-openingen. Hierdoor kan een compacte inrichting worden gebouwd, met korte aanvoerleidingen, waardoor de stoom geen onnodige warmte verliest bij het transport naar het glas.

10 Wanneer de middelen voor het genereren van stoom een vat omvatten met een verwarmingselement en een bestuurbare afsluitklep, dan kan er gedurende langere tijd stoom worden gegenereerd en naar de uitstroomopeningen worden toegevoerd. Deze tijd is afhankelijk van de in het vat plaatsbare hoe-15 veelheid water. De afsluitklep is bijzonder voordelig omdat daarmee desgewenst gedurende korte tijd de aanvoer van stoom kan worden onderbroken, zonder dat daarbij de het genereren van stoom hoeft te worden onderbroken.

In een uitvoeringsvorm die bijzondere voorkeur 20 heeft, is de inrichting voorzien van een zuigorgaan voor het afzuigen van vuil water, waarbij het zuigorgaan aan de lage drukzijde is aangesloten op de afzuigopening en is geplaatst in een opvangvat voor het vuile water. Hierdoor kan het vuile water worden opgevangen in een vat, en op gecontroleerde wij-25 ze worden verwijderd. Bijvoorbeeld door na het reinigen het vat in een waterafvoer te ledigen.

De mogelijkheden van de inrichting worden verder uitgebeid door de wisser aan beide uiteinden te voorzien van een kogel, die draaibaar om zijn middelpunt is gelagerd in 30 een ophanging, waarbij de ophanging scharnierend is verbonden met het uiteinde van de wisser. Hierdoor wordt de wisser niet alleen in zijn beweging geleid, maar bij kleinere obstakels, zoals bijvoorbeeld een lijst, kan de kogel hierover rollen en kan door de scharnierende verbinding toch de wisser in goed 35 contact blijven met het te reinigen glasoppervlak.

Wanneer van de inrichting de wisbladen beweegbaar in een vlak loodrecht op een wisvlak zijn bevestigd aan de wisser zullen de wisbladen voor het volgen van oneffenheden van 4 het glasoppervlak volgen en blijven ook bij oneffenheden de wisbladen in goed contact met het te reinigen oppervlak en zal dus zoveel mogelijk stoom in aanraking komen met het te reinigen glasoppervlak.

5 De doelmatigheid van de inrichting wordt verder ver hoogd, wanneer deze wordt uitgerust met een ophangkabel en een spankabel. Hierdoor kan bijvoorbeeld de inrichting met de ophangkabel worden opgehangen aan het dak van een gebouw en kan de inrichting glasoppervlak aan de gevel van dat gebouw 10 reinigen, zonder dat bedienend personeel zich nabij het te reinigen glasoppervlak hoeft te bevinden. Met de spankabel, die bijvoorbeeld naar de grond leidt, kan de aandrukking van de wisbladen op het glasoppervlak worden geregeld.

Wanneer daarnaast de ophangkabel en de spankabel elk 15 aan hun van de inrichting afgekeerde zijde zijn verbonden aan een kabeltrommel, waarbij de kabeltrommels langs een geleide-rail verplaatsbaar zijn, dan is hiermee een inrichting verkregen, die bijvoorbeeld langs een gevel zowel horizontaal als verticaal verplaatst kan worden, zonder dat er de nood-20 zaak is voor bedienend personeel om zich nabij de wisser te bevinden bij de gevel. Er is dan geen noodzaak voor hijs- of klimwerktuigen voor het bedienend personeel, die de bediening kunnen uitvoeren vanaf een veilige positie, bijvoorbeeld vanaf de grond.

25 De bediening kan nog verder worden vereenvoudigd, door de inrichting te voorzien van een besturing, die is verbonden met de middelen voor het genereren van stoom, het zuigorgaan en met de kabeltrommels. Een dergelijke besturing regelt bijvoorbeeld het verplaatsen van de inrichting over 30 het glasoppervlak, zowel in horizontale richting, door de kabeltrommels over de rail te laten bewegen, maar ook het verplaatsen in verticale richting, door het respectievelijk opwinden en afwinden van de ophangkabel en spankabel. Bij sommige verplaatsingen kan het gewenst zijn dat de aanvoer van 35 stoom tijdelijk wordt onderbroken. Bijvoorbeeld wanneer bij verticale stand van de wisbladen, een verticale beweging wordt uitgevoerd, moet worden voorkomen dat een deel van het glasoppervlak te langdurig wordt blootgesteld aan de hete 5 stoom. Ook kan hierdoor de gehele handeling van het reinigen in gang worden gezet door het aanschakelen van de middelen voor het genereren van stoom en het zuigorgaan. Omgekeerd kunnen deze worden uitgeschakeld na het voltooien van de rei-5 niging of bij een onderbreking daarvan. De besturing is bij voorkeur programmeerbaar. Hiermee kan een naar keuze meer of minder compleet wasprogramma voor een gebouw bijvoorbeeld automatisch worden uitgevoerd.

Het doel van de uitvinding wordt verder bereikt door 10 een werkwijze voor het reinigen van een glasoppervlak, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: -het genereren van stoom uit gedemineraliseerd water, -het toevoeren van deze stoom naar het te reinigen 15 glasoppervlak, -het afzuigen van de tot water gecondenseerde stoom, met het zich daarin bevindende vuil, van het glasoppervlak.

Met deze werkwijze wordt, met name door de zeer actieve reinigende werking van stoom, een bijzonder doelmatige 20 wijze van reinigen van het glasoppervlak verkregen. Doordat ook het vuil met het gecondenseerde water wordt afgezogen gebeurt het afvoeren op gecontroleerde wijze en is er evenmin de noodzaak om dit afvoeren met ingewikkelde wisbewegingen te laten plaatsvinden, waarbij er zeer beperkte controle is over 25 waar het vuile water uiteindelijk terechtkomt.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij wordt verwezen naar de bij gevoegde tekening, waarin: 30 Fig. 1 toont een zijaanzicht in doorsnede van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding,

Fig. 2 toont een schematisch aanzicht van een wisser van de inrichting van fig. 1,

Fig. 3 toont een vooraanzicht van de inrichting, 35 Fig. 4 toont een zijaanzicht van een wisser, en

Fig. 5 toont verschillende schematische aanzichten van de inrichting op een glasoppervlak met oneffenheden.

Fig. 1 toont een zijaanzicht in doorsnede van een 6 uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. De inrichting heeft twee aan elkaar evenwijdige wissers 1, met elk twee wisbladen 2, die op betrekkelijk kleine onderlinge afstand van elkaar liggen. De wisbladen zijn van rubber. Fig.

5 2 toont een schematisch aanzicht van een wisser 1. In fig. 1 is slechts een wisser zichtbaar. De twee wissers zijn echter te zien in fig. 3. De inrichting is verder voorzien van een vat 3 voor gedemineraliseerd water. In het vat 3 is een verwarmingselement is aangebracht om stoom op te wekken uit het 10 gedemineraliseerde water. Van vat 3 naar de wissers 1 loopt een leiding 4 die stoom transporteert naar een reeks uit-stroomopeningen 5, die zijn aangebracht tussen de wisbladen 3, zodat stoom door de door verhitting gecreëerde overdruk van de stoom op het te reinigen glasoppervlak kan worden 15 gespoten. De wisbladen zijn aan hun bovenzijde verbonden, zodat de dwarsdoorsnede de vorm heeft van de letter ü.

Wanneer de wisbladen zich op het glasoppervlak bevinden, wordt ertussen de bladen en het glasoppervlak een ruimte gevormd, waarin de stoom wordt vastgehouden. Aan de uiteinden 20 is de ruimte open om overdruk tegen te gaan. In fig. 1 zijn voor de duidelijkheid slechts twee uitstroomopeningen met een verwijzingscijfer aangegeven. Op het glasoppervlak zal de stoom het vuil op het oppervlak losmaken en oplossen en zal de stoom ten dele condenseren. In vat 3 is een bestuurbare 25 klep (niet getoond) aangebracht tussen vat 3 en leiding 4.

De wisser 1 is voorzien van twee afzuigopeningen 6, die door een afvoerleiding 7 zijn verbonden met een vuilwatertank 8, waarbij eveneens een zuigpomp 9 is geplaatst.

De tot water gecondenseerde stoom zal met het daarin 30 opgeloste vuil worden afgezogen naar vuilwatertank 8.

Beide wissers 1 zijn aan hun uiteinden voorzien van kogels 12, die via veerscharnieren 13 aan wisser 1 zijn bevestigd. Deze kogels ondersteunen en geleiden de wissers bij hun beweging over het glasoppervlak. Hiermee kunnen eveneens 35 kleine oneffenheden worden genomen door de wissers 1 en passen zij zich aan aan deze oneffenheden. Een verdere aanpas-singsmogelijkheid voor de wisbladen 2 wordt verschaft door dat deze in slobgaten 15 zijn bevestigd aan wissers 1. Verder 7 zijn ter plaatse veren 16 aangebracht, die de wisbladen in elke positie tegen het glasoppervlak duwen. Hierdoor is een kromming van de wisbladen mogelijk, waardoor deze verdere onregelmatigheden van het te reinigen glasoppervlak kunnen vol-5 gen.

De inrichting is voorzien van twee ophangkabels 10, die aan het andere (niet getoonde) uiteinde zijn verbonden met een kabeltrommel. De kabeltrommel bevindt zich bijvoorbeeld op het dak van een gebouw waarvan het glasoppervlak van 10 de gevel wordt gereinigd door de inrichting volgens deze uitvoeringsvorm van de uitvinding. Door op- en afwinden van de kabeltrommel wordt de inrichting respectievelijk omhoog en omlaag bewogen. Om de inrichting met de juiste spanning op het glasoppervlak te houden is de inrichting voorzien van een 15 spankabel 11. Spankabel 11 is eveneens verbonden met een (niet getoonde) kabeltrommel, die zich bijvoorbeeld op de grond bevindt aan de voorzijde van het gebouw. Zowel de kabel trommel van de ophangkabels als van de spankabel zijn geplaatst op rails die evenwijdig lopen met de gevel. Door be-20 weging van de kabeltrommels over de rails wordt de inrichting in horizontale richting verplaatst.

Verder is de inrichting voorzien van een programmeerbare besturing, waarmee de bewegingen van de kabeltrommels, en daarmee van de wissers over het te reinigen glasop-25 pervlak kunnen worden bestuurd. De besturing is eveneens verbonden met de zuigpomp 9 en met het verwarmingselement voor het opwekken van stoom en de klep in vat 3. Hiermee kan de aanvoer van stoom worden geregeld alsmede het afzuigen worden aan en uitgeschakeld.

30 Bij een gebouw, waarvan het gevelglas moet worden gereinigd, is de inrichting op de gevel aangebracht en verbonden met op het dak en op de begane grond aangebrachte kabeltrommels, die elk langs de gevel op rails verrijdbaar zijn. De besturing bevindt zich eveneens op de begane grond. 35 Met de besturing wordt nu e inrichting met de wissers in een aanvangspositie gebracht. Vervolgens wordt stoom opgewekt uit gedemineraliseerd water, dat zich in vat 3 bevindt. Bij voldoende stoomdruk wordt de klep geopend en wordt de stoom op 8 het glasoppervlak gespoten. Tegelijkertijd wordt de afzuiging aangeschakeld en vervolgens wordt de inrichting in horizontale beweging gezet. Wanneer het andere uiteinde van het glasoppervlak is bereikt, wordt de stoom toevoer gesopt en wordt 5 de inrichting in verticale richting over een vooraf bepaalde afstand verplaatst. Dan wordt de stoomtoevoer weer aangeschakeld en wordt een horizontale beweging gestart in tegengestelde richting. Dit proces wordt herhaald tot het hele glasoppervlak is gereinigd.

10 Hiermee is dus een inrichting verschaft voor het reinigen van glasoppervlakken, waarmee glasoppervlakken goed en eenvoudig zonder veel tussenkomst van bedienend personeel kunnen worden gereinigd.

Claims (14)

1. Inrichting voor het reinigen van een glasoppervlak, met het kenmerk, dat is voorzien in stoomaanvoermidde-len (3, 4, 5) voor het naar het te reinigen oppervlak leiden van stoom, en in afvoermiddelen (6, 7, 8, 9).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stoom bij de aanvoer een temperatuur heeft van ten minste 150°C.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in een wisser (1) is voorzien welke twee onderling 10 verbonden evenwijdige wisbladen (2) van flexibel materiaal heeft, en dat tussen deze wisbladen uitstroomopeningen (3) voor de stoomaanvoermiddelen zijn aangebracht.

4. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van ten minste 15 een afzuigopening (6) die deel vormt van de afvoermiddelen (6, 7, 8, 9), en dat de afzuigopening (6) tussen de wisbladen (2) is aangebracht.

5. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de inrichting twee wissers (1) omvat, 20 die met een stijf verbindingsdeel evenwijdig aan elkaar zijn verbonden.

6. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van middelen voor het genereren van stoom, waarbij deze middelen zijn ver- 25 bonden met de uitstroomopeningen.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de middelen voor het genereren van stoom een vat (3) omvatten met een verwarmingselement en een bestuurbare afsluitklep.

8. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een zuig-orgaan (9) voor het afzuigen van vuil water, waarbij het zuigorgaan aan de lage drukzijde is aangesloten op de afzuig-opening (6) en is geplaatst in een opvangvat (8) voor het 35 vuile water.

9. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat de wisser aan beide uiteinden is voorzien van een kogel (12), die draaibaar om zijn middelpunt is gelagerd in een ophanging (13), waarbij de ophanging (13) scharnierend is verbonden met het uiteinde van de wisser (1). 5

10. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de wisbladen (2) beweegbaar in een vlak loodrecht op een wisvlak zijn bevestigd aan de wisser voor het volgen van oneffenheden van het glasoppervlak.

11. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 10 10, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een ophangkabel (10) en een spankabel (11).

12. Inrichting volgens conclusies 11, met het kenmerk, dat de ophangkabel (10) en de spankabel (11) elk aan hun van de inrichting afgekeerde zijde zijn verbonden aan een 15 kabeltrommel, waarbij de kabeltrommels langs een geleiderail verplaatsbaar zijn.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een besturing, die is verbonden met de middelen voor het genereren van stoom, het 20 zuigorgaan en met de kabeltrommels.

14. Werkwijze voor het reinigen van een glasoppervlak, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van: -het genereren van stoom uit gedemineraliseerd water, 25 -het toevoeren van deze stoom naar het te reinigen glasoppervlak, -het afzuigen van de tot water gecondenseerde stoom, met het zich daarin bevindende vuil, van het glasoppervlak.