NL2000130C2

NL2000130C2 - Pers en werkwijze voor het vormen van balen textiel, in het bijzonder kleding.

Info

Publication number: NL2000130C2
Application number: NL2000130A
Authority: NL
Inventors: Frank Tak
Original assignee: Reshare B V
Priority date: 2006-07-06
Filing date: 2006-07-06
Publication date: 2008-01-08

Description

NL8499-Aa/rac

Pers en werkwijze voor het vormen van balen textiel, in het bijzonder kleding

De uitvinding heeft betrekking op een pers voor het vormen het van balen textiel, in het bijzonder kleding, omvattende ten minste één persplaat en middelen voor het omwikkelen van samengeperst textiel met folie, koord of 5 dergelijke. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vormen van balen textiel.

De internationale octrooiaanvrage WO 2005/012098 beschrijft een pers voor textiel en andere materialen, die een eerste voorpers station (in de Figuren aangeduid met 10 nummer 103) en een tweede pers- en bindstation (105) omvat. Tijdens het overbrengen van een in horizontale richting voorgeperste baal textiel van het eerste in het tweede station onderschept de baal een folie, zodanig dat drie (T2, T3 en T4) van de zes zijden van de baal door de folie worden 15 omgeven. In het tweede station wordt de baal in verticale richting geperst en worden de resterende drie zijden (T5, T6 en T7) met folie omwikkeld.

Met de uitvinding wordt beoogd te voorzien in een verbeterde pers, in het bijzonder in een relatief compacte 20 pers en/of een pers waarmee met een enkele persslag een baal verkregen kan worden.

Hiertoe wordt de pers volgens de uitvinding gekenmerkt door een mal, die aan twee tegenover elkaar gelegen zijden open is en die, tijdens het persen, de 25 persplaat omgeeft. De pers is bij voorkeur voorzien van middelen voor het in de persrichting heen en weer, i.e. in het geval van een verticale pers op en neer, bewegen van de mal tussen ten minste een eerste positie (Figuur 2) voor het vullen van de mal met textiel en een tweede positie (Figuur 30 3) voor het lossen van een baal samengeperst textiel.

Aldus kan textiel in een enkele heen en weer gaande beweging van zowel de persplaat als de mal worden geperst, omwikkeld en gelost. Bovendien kan de mal benut worden om de 2 hoeveelheid textiel per baal af te meten.

De pers wordt verder vereenvoudigd, indien de middelen voor het omwikkelen van samengeperst textiel aan de mal bevestigd of daarmee verbonden zijn ter plaatse van of 5 nabij het van de persplaat afgekeerde open uiteinde, i.e. doorgaans de onderste rand van de mal.

De met de onderhavige pers verkregen balen kunnen bijvoorbeeld met containers vervoerd worden. In dit verband verdient het de voorkeur dat de binnenmaten (hoogte x 10 breedte x diepte) van de mal zich bevinden in een bereik van 1.5 tot 2.5 meter (hoogte), 1.0 tot 1.3 meter (breedte) en 1.0 tot 1.3 meter (diepte). De met de pers verkregen balen kunnen dan twee breed, twee hoog en bijvoorbeeld tien (of elf) diep in een standaard (respectievelijk "high cube") 15 container geladen worden om aldus een althans nagenoeg maximale belading van die container te behalen.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vormen van balen textiel, in het bijzonder kleding, waarbij 20 textiel in een mal wordt gebracht, welke mal aan twee tegenover elkaar gelegen zijden open is, het textiel in de mal wordt samengeperst, bij voorkeur door middel van een persplaat, de mal en het samengeperste textiel ten opzichte 25 van elkaar in de persrichting worden bewogen, zodat het textiel (geleidelijk) wordt gelost, het geloste textiel rondom, i.e. om de persrichting, met folie, koord of dergelijke, wordt omwikkeld, bij voorkeur terwijl de persplaat op het textiel 30 rust. Voorts wordt het volume van het textiel bij voorkeur met ten minste 20% respectievelijk ten minste 30% gereduceerd.

De uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de figuren, waarin een voorkeursuitvoering van een 35 pers volgens de onderhavige uitvinding schematisch is 3 weergegeven.

Figuur 1 is vooraanzicht van een pers volgens de uitvinding voorzien van een verticaal beweegbare mal.

Figuur 2 is een achteraanzicht in perspectief van 5 de pers volgens Figuur 1 met de mal in de onderste positie.

Figuur 3 is een achteraanzicht in perspectief van de pers volgens Figuur 1 met de mal in de bovenste positie.

De Figuren tonen een pers 1 voor het vormen van balen textiel, in het bijzonder ingezamelde kleding, 10 omvattende een frame 2 en een mal 3, die door middel van één of meer cilinders, in dit voorbeeld vier hydraulische cilinders 4, in het frame 2 bevestigd is en verticaal op en neer bewogen kan worden tussen een onderste positie, waarin de mal 3 met kleding gevuld kan worden (Figuur 2), en een 15 bovenste positie, waarin een gerede baal uit de pers verwijderd kan worden (Figuur 3), zoals hieronder in meer detail uiteengezet zal worden.

De mal 3 omvat vier in hoofdzaak gesloten, verticale wanden 5, bijvoorbeeld vervaardigd uit platen van 20 roestvrij staal, en is open aan de boven- en onderzijde. In dit voorbeeld is de mal 3 nabij de onderzijde voorzien van rollenparen 6, één op elke hoek van de mal 3, waarin een cirkelvormige rail 7, roteerbaar is opgehangen. Aan ten minste één van de wanden 5 van de mal 3 is een samenstel van 25 een elektromotor 8 en een daarmee gekoppeld wiel 9 scharnierend bevestigd. Het wiel 9 wordt door middel van een veer (niet getoond) tegen de binnenzijde van de rail 7 gedrukt. Voorts is aan de rail 7 een houder 10 voor een rol folie 11 bevestigd, bijvoorbeeld een krimpfolie met een 30 breedte tussen 40 en 50 cm.

Boven de mal 3 bevindt zich een vierkante persplaat 12, die door middel van één of meer cilinders, in dit voorbeeld vier hydraulische cilinders 13, aan de bovenzijde van het frame 2 is bevestigd en verticaal op en neer bewogen 35 kan worden en die in de mal 3 past. De denkbeeldige rotatie- 4 as van rail 7 en de houder 10 en de richting waarin de mal 3 en de plaat 12 op en neer bewogen kunnen worden (de persrichting) vallen samen, althans verlopen in hoofdzaak parallel.

5 Onder de mal 3 bevindt zich een transportbaan 14, bijvoorbeeld een rollen- of kettingbaan, waarmee pallets 15 aan- en afgevoerd kunnen worden. Tijdens het samenpersen van de kleding fungeert een pallet 15 als onderste persplaat.

Ongeveer halverwege het frame 2 bevindt zich een 10 aanvoer, in het bijzonder een transportbaan 16, waarvan een uiteinde zich buiten de omtrek van de mal 3 en boven de bovenste rand bevindt, indien de mal 3 de onderste positie inneemt (zoals getoond in Figuur 2). Eventueel kan de pers 1 voorzien worden van middelen voor het wegen van de kleding 15 die zich in de mal bevindt.

Tijdens bedrijf wordt met de transportbaan 14 een pallet 15 onder de mal 3 geplaatst en wordt de mal 3 neergelaten over of tot vlak boven deze pallet 15. In plaats van of in aanvulling op de pallet kan bijvoorbeeld een 20 kartonnen bak, die (precies) in de mal past, gebruikt worden.

Vervolgens wordt textiel, bijvoorbeeld kleding, los en/of verpakt in zakken, aangevoerd met de aanvoertransportbaan 16 en in de mal 3 gestort. Wanneer de 25 mal 3 gevuld is of een vooraf ingesteld gewicht is bereikt, wordt de persplaat 12 naar beneden bewogen en wordt de kleding tussen de persplaat 12 en de pallet 15 tot een baal geperst waarbij het volume van het textiel met ruim 30% wordt gereduceerd.

30 Nadat de persslag is voltooid wordt een uiteinde van de folie 11 aan het textiel of de pallet 15 bevestigd, bijvoorbeeld door middel van een klem, en wordt de mal 3 door middel van de hydraulische cilinders 4 geleidelijk omhoog getrokken, terwijl de persplaat 12 de baal naar 35 beneden houdt. Tegelijkertijd worden de rail 7 en de houder 5 10 om een denkbeeldige as, die, zoals genoemd, samenvalt met of parallel verloopt aan de persrichting, geroteerd, zodat het vrijkomende deel van de geperste baal direct en rondom (over alle vier de zijden) met folie wordt omwikkeld.

5 Daarbij verdient het de voorkeur dat de effectieve spoed van de windingen kleiner is dan de breedte van de folie, zodat de windingen elkaar overlappen. Na de laatste winding wordt de folie met een verwarmde draad losgesneden van de rol en aan de baal bevestigd. Eventueel kan vóór of na het persen 10 een afdichting, zoals een kartonnen plaat, op de bovenzijde van het textiel worden aangebracht.

De gerede baal wordt met de transportbaan 14 verwijderd en een volgende pallet 15 wordt aansluitend onder de mal 3 geplaatst, waarna de bovenstaande cyclus wordt 15 herhaald.

Aldus kunnen grote hoeveelheden kleding in relatief korte tijd tot balen worden gevormd.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringen en kan op talrijke 20 manieren binnen het kader van de conclusies gevarieerd worden. Zo is het mogelijk de mal dusdanig uitvoeren dat deze eenvoudig uit de mal genomen en door een andere mal vervangen kan worden. Aldus wordt het mogelijk de mallen elders te vullen, bijvoorbeeld op één of meer inzamelpunten, 25 en aldus gevulde mallen, aan de onderzijde voorzien van een losse althans losneembare bodem, bijvoorbeeld een pallet, in de pers te plaatsen.

Claims

1. Pers (1) voor vormen het van balen textiel, in het bijzonder kleding, omvattende ten minste één persplaat (12) en middelen (7-10) voor het omwikkelen van samengeperst textiel met folie(ll), koord of dergelijke, gekenmerkt door 5 een mal (3), die aan twee tegenover elkaar gelegen zijden open is en die, tijdens het persen, de persplaat (12) omgeeft.

2. Pers (1) volgens conclusie 1, welke is voorzien van middelen (4) voor het in de persrichting heen en weer 10 bewegen van de mal (3) tussen ten minste een eerste positie (Figuur 2) voor het vullen van de mal (3) met textiel en een tweede positie (Figuur 3) voor het lossen van een baal samengeperst textiel.

3. Pers (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 15 middelen (7-10) voor het omwikkelen van samengeperst textiel aan de mal (3) bevestigd of daarmee verbonden zijn ter plaatse van of nabij het van de persplaat (12) afgekeerde open uiteinde.

4. Pers (1) volgens conclusie 3, waarbij die 20 middelen (7-10) roteerbaar zijn ten opzichte van de mal (3) en om een denkbeeldige as, die samenvalt met, althans in hoofdzaak parallel verloopt aan de persrichting.

5. Pers (1) volgens één der voorgaande, conclusies, omvattende een aanvoer, in het bijzonder een transportbaan 25 (16), welke zich, tijdens het vullen, boven de mal (3) bevindt.

6. Pers (1) volgens één der voorgaande conclusies, omvattende middelen voor het wegen van textiel dat zich in de mal (3) bevindt.

7. Pers (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de binnenmaten (hoogte x breedte x diepte) van de mal (3) zich bevinden in een bereik van 1.5 tot 2.5 (hoogte), 1.0 tot 1.3 (breedte) en 1.0 tot 1.3 (diepte).

8. Pers (1) volgens één der voorgaande conclusies, voorzien van een rol folie (11) met een breedte tussen 0,3 en 0,6 cm, bij voorkeur tussen 0,4 en 0,5 cm.

9. Werkwijze voor het vormen van balen textiel, in 5 het bijzonder kleding, waarbij textiel in een mal (3) wordt gebracht, welke mal (3) aan twee tegenover elkaar gelegen zijden open is, het textiel in de mal (3) wordt samengeperst, de mal (3) en het samengeperste textiel ten 10 opzichte van elkaar in de persrichting worden bewogen, zodat het textiel wordt gelost, het geloste textiel rondom met folie (11), koord of dergelijke, wordt omwikkeld.

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij het 15 volume van het textiel met ten minste 20%, bij voorkeur ten minste 30% wordt gereduceerd.

11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, waarbij de folie (11) een breedte heeft die groter is dan de spoed van de omwikkeling en die zich bij voorkeur bevindt in een 20 bereik tussen 0,3 en 0,6 cm.

12. Werkwijze volgens één der conclusies 9-11, waarbij het textiel met ten minste twee, elkaar overlappende windingen wordt omwikkeld.