NL2000116C2 - Inrichting omvattende een houdersysteem voor een lichaamsvloeistof. - Google Patents
Inrichting omvattende een houdersysteem voor een lichaamsvloeistof. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2000116C2 NL2000116C2 NL2000116A NL2000116A NL2000116C2 NL 2000116 C2 NL2000116 C2 NL 2000116C2 NL 2000116 A NL2000116 A NL 2000116A NL 2000116 A NL2000116 A NL 2000116A NL 2000116 C2 NL2000116 C2 NL 2000116C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- holder
- widening
- connecting line
- container
- holders
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B04—CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
- B04B—CENTRIFUGES
- B04B5/00—Other centrifuges
- B04B5/04—Radial chamber apparatus for separating predominantly liquid mixtures, e.g. butyrometers
- B04B5/0407—Radial chamber apparatus for separating predominantly liquid mixtures, e.g. butyrometers for liquids contained in receptacles
- B04B5/0428—Radial chamber apparatus for separating predominantly liquid mixtures, e.g. butyrometers for liquids contained in receptacles with flexible receptacles
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M1/00—Suction or pumping devices for medical purposes; Devices for carrying-off, for treatment of, or for carrying-over, body-liquids; Drainage systems
- A61M1/02—Blood transfusion apparatus
- A61M1/0209—Multiple bag systems for separating or storing blood components
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M1/00—Suction or pumping devices for medical purposes; Devices for carrying-off, for treatment of, or for carrying-over, body-liquids; Drainage systems
- A61M1/02—Blood transfusion apparatus
- A61M1/029—Separating blood components present in distinct layers in a container, not otherwise provided for
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M1/00—Suction or pumping devices for medical purposes; Devices for carrying-off, for treatment of, or for carrying-over, body-liquids; Drainage systems
- A61M1/36—Other treatment of blood in a by-pass of the natural circulatory system, e.g. temperature adaptation, irradiation ; Extra-corporeal blood circuits
- A61M1/3693—Other treatment of blood in a by-pass of the natural circulatory system, e.g. temperature adaptation, irradiation ; Extra-corporeal blood circuits using separation based on different densities of components, e.g. centrifuging
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M1/00—Suction or pumping devices for medical purposes; Devices for carrying-off, for treatment of, or for carrying-over, body-liquids; Drainage systems
- A61M1/36—Other treatment of blood in a by-pass of the natural circulatory system, e.g. temperature adaptation, irradiation ; Extra-corporeal blood circuits
- A61M1/3693—Other treatment of blood in a by-pass of the natural circulatory system, e.g. temperature adaptation, irradiation ; Extra-corporeal blood circuits using separation based on different densities of components, e.g. centrifuging
- A61M1/3698—Expressing processed fluid out from the turning rotor using another fluid compressing the treatment chamber; Variable volume rotors
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61P—SPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
- A61P7/00—Drugs for disorders of the blood or the extracellular fluid
- A61P7/08—Plasma substitutes; Perfusion solutions; Dialytics or haemodialytics; Drugs for electrolytic or acid-base disorders, e.g. hypovolemic shock
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B04—CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
- B04B—CENTRIFUGES
- B04B9/00—Drives specially designed for centrifuges; Arrangement or disposition of transmission gearing; Suspending or balancing rotary bowls
- B04B9/10—Control of the drive; Speed regulating
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B04—CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
- B04B—CENTRIFUGES
- B04B13/00—Control arrangements specially designed for centrifuges; Programme control of centrifuges
- B04B2013/006—Interface detection or monitoring of separated components
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Heart & Thoracic Surgery (AREA)
- Vascular Medicine (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Public Health (AREA)
- Hematology (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Anesthesiology (AREA)
- Cardiology (AREA)
- Pathology (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- Diabetes (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
- General Chemical & Material Sciences (AREA)
- Medicinal Chemistry (AREA)
- Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Pharmacology & Pharmacy (AREA)
- External Artificial Organs (AREA)
- Medicines Containing Material From Animals Or Micro-Organisms (AREA)
- Centrifugal Separators (AREA)
Description
Inrichting omvattende een houder systeem voor een lichaamsvloeistof
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het onder centrifugaalkracht in fracties scheiden van een lichaamsvloeistof, in het bijzonder bloedplaatjesconcentraat, 5 welke inrichting een flexibel houdersysteem omvat, welk houdersysteem ten minste een eerste houder voor de te scheiden vloeistof, en een tweede houder voor een gescheiden fractie omvat, waarbij de houders onderling zijn verbonden met behulp van een veibindingsleiding vooreen vloeistof. De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het onder centrifugaalkracht in fracties scheiden van een lichaamsvloeistof, in het 10 bijzonder bloedplaatjesconcentraat
Menselijk bloed omvat in hoofdzaak vier componenten, te weten bloedplasma, bloedplaatjes (trombocyten), witte bloedcellen (leukocyten) en rode bloedcellen. De witte bloedcellen en de bloedplaatjes worden tezamen ook wel buffycoat’ genoemd en 15 vormen gebruikelijk ongeveer één procent van het bloed. De rode bloedcellen vormen ongeveer vijfenveertig procent van het bloed, terwijl het resterende gedeelte, dat wil zeggen ongeveer vierenvijftig procent, gevormd wordt door bloedplasma. De vraag naar de verschillende bloedbestanddelen in een zo zuiver mogelijke vorm is aanzienlijk en neemt steeds toe. Uit de stand van de techniek zijn verschillende werkwijzen bekend 20 voor het vervaardigen van bloedproducten door het van elkaar scheiden van de verschillende bestanddelen. Een bekende werkwijze voor het scheiden van volbloed in verschillende fracties zoals rode cellen, bloedplaatjes en plasma omvat het toepassen van centrifugaalkracht. In een dergelijke werkwijze wordt een kunststofhouder met een eenheid volbloed van bijvoorbeeld tussen de 400-550 ml in een centrifuge geplaatst.
25 Door het aanleggen van centrifugaalkrachten worden de componenten van het bloed in lagen van elkaar gescheiden, waarbij de iaagverdeling wordt bepaald door het soorteüjk gewicht van de bestanddelen van het bloed. Vervolgens wordt de houder met de verschillende lagen voorzichtig uit de centrifuge genomen en in een afpersapparaat geplaatst, waarmee de lagen naar verschillende houders worden geperst. Met behulp van 30 dit houdersysteem bestaat de mogelijkheid om bloed tijdens de centrifugering daarvan te scheiden in de verschillende bloedbestanddelen, waarbij verschillende bloedbestanddelen in verschillende houders terecht komen. Met behulp van een dergelijke scheidingstechnologie worden bloedproducten, dat wil zeggen bloedbestanddelen, in een relatief zuivere vorm en in een bevredigende opbrengst 2 verkregen. Boven beschreven werkwijze kan tevens rechtstreeks bij een bloeddonor worden toegepast, waarbij bloed wordt afgenomen, en vervolgens gescheiden. De gewenste bloedproducten worden afgeperst en opgevangen en de andere bestanddelen worden direct aan de donor geretourneerd. Deze weikwijze staat bij de vakman bekend 5 onder de naam apherese. Om de kwaliteit van de aldus verkregen bloedproducten te verhogen tot het gewenste niveau dienen deze gefilterd te worden om daarmee, in het bijzonder, het gehalte aan leukocyten te verminderen. Bloedproducten met een gereduceerd gehalte aan leukocyten hebben vanwege betere klinische effecten een hogere waarde en derhalve ook een hogere vergoedingsprijs. In het bijzonder vertonen 10 volgens bovenstaande weikwijze verkregen bloedplaatjesconcentraten een te hoog leukocytgehalte. Voor het maken van een bloedplaatjesconcentraat uit vol bloed is een extra stap noodzakelijk. Doorgaans worden hiertoe een aantal bloedplaatjesconcentraten samengevoegd en separaat nogmaals gecentrifugeerd zodat althans een gedeelte van de leukocyten wordt afgescheiden. Na het centrifugeren wordt het van leukocyten 15 gezuiverde bloedplaatjesconcentraat naar een separate houder geperst via een leiding.
Na deze stap wordt het bloedplaatjesconcentraat dan ook nog eens gefilterd om aan de huidige nonnen voor bloedproducten te voldoen, waarbij de grens voor leukocytenarme bloedcomponenten doorgaans wordt gesteld op een leukocytgehalte lager dan 1 miljoen leukocyten per therapeutische eenheid. Uit de literatuur is echter algemeen bekend dat 20 contact van bloedbestanddelen met filtermateriaal van leukocytenfilters een negatief effect heeft op de kwaliteit van de betreffende bloedbestanddelen. Zo kunnen bijvoorbeeld enzymen en cytokinen vrijkomen uit de leukocyten, wat ongewenst is. Ook gaat een deel van de bestanddelen doorgaans verloren doordat deze achterblijven in het filter. In het bijzonder bloedplaatjes blijken erg gevoelig te zijn voor een dergelijke 25 bijkomende filtratie vanwege onder andere de hoge activeringsgevoeligheid. Andere neveneffecten worden in de literatuur beschreven. Naast genoemde kwaliteitsaspecten van de bloedplaatjes speelt tevens mee dat een extra bewerkingsstap moet worden uitgevoerd. Bovendien werkt het gebruik van leukocytenfilters kostenverhogend.
30 De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting en weikwijze te verschaffen voor het onder centrifugaalkracht in fracties scheiden van een lichaamsvloeistof, in het bijzonder bloedplaatjesconcentraat, waarbij een bloedproduct met een hoge kwaliteit wordt verkregen. In het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een inrichting en werkwijze te verschaffen voor het onder centrifugaalkracht in fracties scheiden van 3 bloedplaatjesconcentraat, waarbij een leukocytarm bloedplaatj esconcentraat wordt verkregen.
Hiertoe wordt door de onderhavige uitvinding een inrichting volgens de aanhef 5 verschaft die gekenmerkt wordt doordat de inrichting een flexibel houdersysteem omvat, welk houdersysteem ten minste een eerste houder voor de te scheiden vloeistof, en een tweede houder voor een gescheiden fractie omvat, waarbij de houders onderling zijn verbonden met behulp van een verbindingsleiding voor een vloeistof, waarbij in de verbindingsleiding een verwijding is opgenomen tussen de eerste en tweede houder. De 10 verwijding zorgt onder andere voor een betere detectie van de verschillende gescheiden componenten en maakt een nauwkeuriger scheiden en afpersen van de componenten mogelijk. Hoewel volgende uitleg niet beperkend moet worden opgevat denken de uitvinders dat de verwijding leidt tot een lagere stroomsnelheid van de vloeistof die van de buitenkant van de centrifuge naar de binnenkant wordt geperst onder invloed van het 1S aangelegde centrifiigaalkrachtveld. Door de lagere stroomsnelheid worden de zwaardere bestanddelen, zoals bijvoorbeeld de leukocyten, beter van de lichtere bestanddelen gescheiden gehouden cq. opnieuw gescheiden door de centrifugaalkracht Door het aanbrengen van de verwijding in de leiding in het centrifugaal krachtveld tussen de eerste houder (waar de eerste scheiding plaats vindt) en de tweede houder wordt het 20 bijvoorbeeld mogelijk plaatjesconcentraten te bereiden met een resterend leukocytengehalte van lager dan 5 miljoen per unit, bij voorkeur lager dan 3 miljoen per unit, met de meeste voorkeur lager dan 1 miljoen per unit
Opgemerkt zij dat de inrichting en werkwijze volgens de uitvinding in beginsel geschikt 25 zijn toe te passen voor de bereiding van alle cellulaire bloedproducten, en niet noodzakelijk beperkt zijn tot de bereiding van bloedplaatjes alleen. De inrichting en werkwijze zijn overigens wel bijzonder geschikt voor de bereiding van bloedplaatjesconcentraten, en met name deze met een gereduceerd leukocytengehalte.
30 De verwijding in het leidingsysteem kan diverse vormen hebben. Zo is het mogelijk dat de verwijding trapeziumvormig, cilindrisch, rechthoekig is, of elke andere geschikte vorm aanneemt De enige beperking die aan de vorm ervan wordt gesteld is dat deze moet leiden tot een afname van de gemiddelde stroomsnelheid van de vloeistof ten opzichte van de gemiddelde stroomsnelheid in de leiding. De verwijding staat volgens 4 de uitvinding in verbinding met de eerste houder via een inkomende leiding, en met de tweede houder via een uitgaande leiding. Bij het opnemen van het houdersysteem volgens de uitvinding in een centrifuge wordt de inkomende leiding bij vootkeur gepositioneerd op de grootste radius van de centrifuge, terwijl de uitgaande leiding bij 5 voorkeur wordt gepositioneerd op een kleinere radius.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de inrichting is voorzien van middelen met behulp waarvan de veibindingsleiding tussen de eerste houder en de verwijding en/of tussen de verwijding 10 en de tweede houder geblokkeerd, respectievelijk gedeblokkeerd kan worden. Bij voorkeur omvatten de middelen met behulp waarvan de verbindingsleiding tussen de houders geblokkeerd, respectievelijk gedeblokkeerd kan worden klemntiddelen. Dergelijke klemmiddelen kunnen de verbindingsleiding tussen de respectievelijke houders afklemmen (blokkeren) of vrijgeven (deblokkeren), afhankelijk van de 15 gewenste toestand. Het is ook mogelijk dat de klemmiddelen gekoppeld zijn met de centrifuge-inrichting, terwijl de inrichting volgens de onderhavige uitvinding voorzien is van organen die met de klemmiddelen kunnen samenwerken, bijvoorbeeld openingen, om aldus bij te dragen aan de (de)blokkering van de verbindingsorganen.
20 De blokkeringsmiddelen in de inrichting kunnen zorgdragen voor een blokkering (afsluiting), respectievelijk deblokkering (openstelling) van de verbindingsleiding tussen de houders. De inrichting kan, samen met het daarmee gekoppelde houdersysteem, in een daartoe geschikte ruimte in een centrifuge-inrichting worden geplaatst. Bij voorkeur worden meerdere inrichtingen gelijktijdig in de centrifuge 25 behandeld. Ook is het mogelijk slechts één inrichting in de centrifuge te behandelen, bijvoorbeeld wanneer een ringvormig houdersysteem als eerste houder wordt toegepast. Een voorbeeld van een dergelijke centrifuge-inrichting is van het type Orbisac®. Indien het hierboven beschreven houdersysteem wordt toegepast in een centrifuge, kunnen de blokkeringsmiddelen de verbindingsleiding tussen de eerste houder en de verwijding, en 30 de verwijding en de tweede houder in eerste instantie afsluiten totdat een scheiding van bloedbestanddelen in de eerste houder heeft plaatsgevonden. Vervolgens kan de verbindingsleiding tussen de twee houders worden gedeblokkeerd zodat één van de bloedbestanddelenlagen vanuit de eerste houder, via de verwijding in de tweede houder kan stromen. Volgens de uitvinding zorgt de verwijding hierbij voor een scherper 5 gedefinieerde scheidingslaag en derhalve een betere scheiding. Wanneer in het geval van een bloedplaatjesconcentraat in hoofdzaak al het bloedplaatjesrijke plasma vanuit de eerste naar de tweede houder is gestroomd, kan de verbindingsleiding tussen de eerste houder en de verwijding, en tussen de verwijding en de tweede houder met 5 behulp van één of meer blokkeringsmiddelen worden afgesloten. Om de stroming van de eerste naar de tweede houder te ondersteunen omvat de inrichting volgens de uitvinding drukmiddelen, met behulp waarvan tenminste de eerste houder kan worden onderworpen aan een van buiten betreffende houder af uitgeoefende druk.
10 In een verdere voorkeursvariant omvat de inrichting detectiemiddelen voor het detecteren van de positie van de gescheiden fracties in de verwijding. Door toepassen van de verwijding ontstaat een scherper gedeiïnieerde scheidingslaag waarvan de positie op eenvoudiger en nauwkeuriger wijze kan worden gedetecteerd door de detectiemiddelen. Hoewel in beginsel elk geschikt detectiemiddel zou kunnen worden 15 toegepast heeft het voordelen als de detectiemiddelen een aan één zijde van de verwijding opgestelde lichtbron omvatten, en een, aan de andere zijde van de verwijding opgestelde rij lichtgevoelige sensoren, die de intensiteit van het, door de in de verwijding aanwezige vloeistof verstrooide licht kunnen meten. De lichtgevoelige detectoren worden hierbij bij voorkeur dusdanig ingesteld dat deze een signaal geven 20 aan in de inrichting aanwezige aansturingsmiddelen als een bepaalde, niet in de tweede houder op te vangen bloedcomponent de uitgangsleiding van de verwijding bereikt De aansturingsmiddelen zorgen er dan voor dat één of meer blokkeringsmiddelen worden aangestuurd, bijvoorbeeld worden geactiveerd waardoor de leiding naar de tweede houder wordt afgesloten. Om geen vermenging meer te veroorzaken nadat de 25 verschillende gescheiden bestanddelen zijn overgeperst worden de toevoerleidingen tussen de eerste houder en de tweede houder bij voorkeur voor het stoppen van de centrifuge afgeklemd en verzegeld door middel van sealen, lassen, enzovoort. Dit laatste kan ook handmatig geschieden na het tot stilstand komen van de centrifuge waarbij de klemmen gesloten blijven.
30
Hoewel de inrichting volgens de uitvinding heel goed werkt wanneer deze twee houders omvat, kan het voordelig zijn de inrichting te kenmerken doordat deze een houdersysteem omvat met meerdere houders, en waarbij in de verbindingsleiding tenminste één verwijding is opgenomen tussen tenminste twee van de houders. Met een 6 deigelijke inrichting wordt een nog nauwkeuriger scheiding van het bloed in haar bestanddelen bereikt.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting één of meer 5 opnamegedeelten voor het opnemen van een houder en/of verwijding, welke zodanig zijn ingericht dat een houder en/of een verwijding losneembaar daarmee gekoppeld kan worden. Deze voorkeursvariant heeft als voordeel dat na beëindiging van de centrifuge-beweridng de inrichting door middel van de opnamegedeelten met het daarin opgenomen houdersysteem eenvoudig uit de centrifuge kunnen worden genomen. Een 10 belangrijk voordeel hiervan is dat doordat de verschillende bloedbestanddelen zich in de verschillende houders bevinden en de doorgang tussen deze houders met behulp van de blokkeringsmiddelen is gesloten, geen vermenging van de verschillende bloedbestanddelen plaats kan vinden en zeer zuivere bloedproducten worden verkregen. Een ander belangrijk voordeel van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding is 15 dat deze reeds gekoppeld kan worden met een houdersysteem. terwijl één of meer andere gelijke inrichtingen met daarmee gekoppelde houdersystemen in een centrifuge zijn geplaatst en aan een centrifugebehandeling worden onderworpen. Na beëindiging van de centrifugebehandeling kunnen de inrichtingen met de daarmee gekoppelde houdersystemen eenvoudig en snel verwisseld worden zonder dat aanvullende 20 handelingen verricht dienen te worden om het houdersysteem te plaatsen. Toepassing van onderhavige voorkeursvariant bevordert derhalve in hoge mate de efficiëntie van de centrifugeringsbewerking met behulp van bovengenoemd houdersysteem.
Bij voorkeur is ten minste één van de opnamegedeelten zodanig uitgevoerd dat een 25 daarmee losneembaar gekoppelde houder kan worden onderworpen aan een van buiten de houder af uitgeoefende druk. Een dergelijke uitvoering van ten minste één van de opnamegedeelten is van belang opdat een overpersing van de bloedbestanddelen vanuit de eerste houder naar de verwijding en/of tweede houder plaats kan vinden. Deze overpersing wordt bijvoorbeeld bewerkstelligd met behulp van een tegen de houder 30 drukkend drukkussen dat gevuld is met drukvloeistof of -gas. Om een dergelijk drukkussen - of ander drukmiddel - tegen de houder aan te kunnen laten drukken, ligt het drukkussen bij voorkeur met tenminste één zijde aan tegen een wandgedeelte van het opnamegedeelte.
7
De onderhavige uitvinding zal in het navolgende nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren. De figuren zijn zuiver schematisch en niet noodzakelijk op schaal getekend. Ter wille van de duidelijkheid zijn sommige dimensies overdreven weergegeven. In de figuren toont: 5 figuur 1 schematisch een flexibel houdersysteem volgens de uitvinding, geschikt om te worden toegepast bij de scheiding van lichaamsvloeistoffen; figuur 2 schematisch een bovenaanzicht van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding; en figuur 3 schematisch in bovenaanzicht een andere uitvoeringsvorm van een inrichting 10 volgens de onderhavige uitvinding, geplaatst in een centrifuge-inrichting.
Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een flexibel houdersysteem 1 voor het door middel van centrifugering scheiden van lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld bloed, en in het bijzonder bloedplaatjesconcentraat. In de getoonde uitvoeringsvariant omvat het 15 houdersysteem 1 een eerste houder 2, alsmede een tweede houder 4. De inhoud van de houders (2,4) staat onderling in verbinding met behulp van een slang- of buisvormige verbindingsleiding 3. Volgens de uitvinding is in de verbindingsleiding 3 een verwijding 30 opgenomen tussen de eerste 2 en tweede houder 4. Desgewenst kunnen ook meerdere verbindingsleidingen worden toegepast Zowel de houders (2,4), de 20 verwijding 30 in de verbindingsleiding 3, als de verbindingsleiding 3 zelf zijn bij voorkeur gevormd uit een flexibel materiaal, doorgaans een doorzichtige kunststof. Bij toepassing van het houdersysteem 1 wordt een bloedplaatjesconcentraat, dat op bekende wijze is verkregen door afgetapt bloed te scheiden in haar bestanddelen, in de eerste houder 2 opgenomen, waarna het houdersysteem 1 in een centrifuge-inrichting, 25 bijvoorbeeld van het type Rotomat®, wordt geplaatst en het bloedplaatjesconcentraat onder invloed van de optredende centrifugaalkracht in afzonderlijke componenten wordt gescheiden. Desgewenst kan tevens een mengsel van meerdere buffycoats, bijvoorbeeld 4 tot 6, in de eerste houder 2 worden opgenomen. Tijdens het centrifugeren van deze gepoolde buffycoats wordt het bloedplaatjesconcentraat doorgaans gescheiden in rode 30 bloedcellen, in een wit-geelachtige laag van plaatjes en witte bloedcellen, en in een gele bovenlaag van plasma en plaatjes. Nadat de scheiding van de componenten is opgetreden wordt de bovenste laag van plasma en bloedplaatjes, dit is de laag die zich na het centrifugeren het dichtst bij de uitlaat van houder 2 bevindt, via de verwijding 30 naar de tweede houder 4 overgeperst Dit persen kan plaatsvinden door op de eerste 8 houder 2 met behulp van drukvloeistof of -gas met persmiddelen 20 een druk uit te oefenen en wordt bij voorkeur bij een lager toerental van de centrifuge uitgevoerd. Volgens de uitvinding wordt dus het plasma met een relatief hoge concentratie aan plaatjes als eerste opgevangen in de tweede houder 4. Op het moment dat de wit-5 geelachtige laag de verwijding 30 in de leiding 3 bereikt worden de in de witgeelachtige laag aanwezige zwaardere leucocyten door de centrifugaalkracht meer vertraagd dan de plaatjes in het plasma. Hierdoor ontstaat een strakkere scheidingslaag in de verwijding 30. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de inrichting verder voorzien van klemmiddelen 15 waarmee de verbindingsleiding 3 10 tussen de houders (2,4) geblokkeerd en/of gedeblokkeerd kan worden, zoals is getoond in figuur 2. In de getoonde voorkeursvariant omvat de inrichting klemmen 15 tussen de eerste houder 2 en de verwijding 30, en tussen de verwijding 30 en de tweede houder 4. Verder omvat de inrichting detectiemiddelen 25 voor het detecteren van de positie van de gescheiden fracties in de verwijding 30. Detectiemiddelen omvatten meer bepaald 15 een aan één zijde (de voorzijde of de achterzijde van het vlak van figuur 2) van de verwijding 30 opgestelde lichtbron, en een, aan de andere zijde van de verwijding 30 opgestelde rij lichtgevoelige sensoren, die de intensiteit van het, door de in de verwijding 30 aanwezige vloeistof verstrooide licht kunnen meten. Naargelang de afstelling van de reeks lichtgevoelige sensoren 25 wordt de klem 15 in werking gesteld 20 waarmee de slangleiding 3 tussen de verwijding 30 en de opvang houder 4 wordt afgesloten en eventueel verzegeld wanneer de witgeelachtige laag het einde van de verwijding 30 heeft genaderd. Nadat de centrifuge 21 is gestopt kan de opvanghouder 4 verwijderd worden (na verzegeling van de leiding 3) alsmede de eerste houder 2 en de verwijding 30. Afhankelijk van het type centrifuge scheidingsautomaat 21 kan de boven 25 beschreven bewerking in enkelvoud of in veelvoud gelijktijdig worden uitgevoerd. De eerste en tweede houder (2,4) kunnen diverse vormen hebben al naar gelang het type inrichting dat wordt toegepast. Zo is het mogelijk houders toe te passen met een in het vakgebied gebruikelijke vorm, vulbaar via top en/of bodem, relatief plat en rond, voorzien van zijopening, en zo meer. Ook is het volgens de uitvinding mogelijk de 30 werkwijze uit te voeren met een enkele buffy coat of eenheid bloedplaatjes rijk plasma.
Figuur 2 toont schematisch een bovenaanzicht van een gedeelte van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding. De getoonde inrichting is geschikt voor het opnemen van een houdersysteem 1 volgens figuur 1 en bestemd om geplaatst te worden 9 in een centrifuge-inrichting 21, zoals getoond in figuur 3. Het in figuur 2 getoonde inrichtingsgedeelte 8 omvat drie, onderling met elkaar gekoppelde, opnamegedeelten 10,11 en 12, waarvan gedeelten 10 en 12 bestemd zijn voor het opnemen van een houder (2,4) en waarvan gedeelte 11 bestemd is voor het opnemen van de leiding 3, 5 voorzien van verwijding 30. Alle onderdelen (2,4,30) kunnen losneembaar met de opnamegedeelten 10,11 en 12 gekoppeld worden. In de getoonde uitvoeringsvorm is opnamegedeelte 10 ingericht om de eerste houder 2 van het houdersysteem 1 op te nemen. Het opnamegedeelte 10 omvat een aan één zijde in hoofdzaak open ruimte waardoor de eerste houder 2 in opnamegedeelte 10 kan worden geplaatst en, al dan niet 10 onder toepassing van koppelingsmiddelen, hiermee kan worden gekoppeld.
Opnamegedeelte 11 is in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zodanig uitgevoerd dat de leidingen 3 en de verwijding 30 hierin kunnen worden opgenomen. Dit opnamegedeelte 11 omvat een in hoofdzaak vlak element dat voorzien is van uitsparingen, onder meer in de vorm van de verwijding 30 om dit eventueel gemakkelijk te kunnen plaatsen en 15 fixeren. Indien gewenst kan de uitsparing voor de verwijding 30 voorzien zijn van een deksel (niet getoond) om de verwijding 30 losneembaar met het opnamegedeelte 11 te koppelen. Het opnamegedeelte 12 tenslotte is bestemd voor het opnemen van de tweede houder 4. Dit opnamegedeelte 12 omvat een holle ruimte die eventueel met behulp van scharnierende kleppen (niet getoond) kan worden afgesloten. De tweede houder 4 kan 20 hierbij in de ruimte worden geplaatst, waarna deze met behulp van de kleppen wordt gesloten. Voorts omvat inrichtingsgedeelte 8 middelen 15 met behulp waarvan de veibindingsleiding 3 tussen de houders 2 en 4 geblokkeerd, respectievelijk gedeblokkeerd kan worden. Deze middelen 15 kunnen openingen omvatten die samenwerken met, met de centrifuge-inrichting gekoppelde blokkeringsmiddelen. Een 25 andere mogelijkheid is echter dat deze middelen 15 zelf blokkeringsmiddelen in de vorm van klemmiddelen en/of lasinrichtingen omvatten.
Tenslotte toont figuur 3 een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding geplaatst in een centrifuge-inrichting 21. Het getoonde 30 gedeelte van de centrifuge-inrichting 21 omvat een uitsparing of holte 32 waarin een relatief platte, ringvormige houder 2 kan worden opgenomen. Figuur 3 toont houder 2 in bovenaanzicht. Centrifuge-inrichting 21 is verder voorzien van een drukorgaan (niet getoond) dat bij toevoer van vloeistof of gas kan uitzetten en een druk kan uitoefenen op de eerste houder 2 opdat deze - grotendeels - wordt leeg geperst Het drukorgaan kan 10 zich in de deksel of op de bodem van de uitsparing van de centrifnge-inrichting bevinden en strekt zich nagenoeg over de gehele oppervlakte van de houder 2 uit. De centrifnge-inrichting 21 is verder voorzien van een tweede uitsparing 34, waarin een tweede houder 4 kan worden opgenomen. Beide houders zijn via verbindingsleiding 3 5 onderling met elkaar verbonden. Verbindingsleiding 3 is volgens de uitvinding voorzien van een verwijding 30. Lichtgevoelige sensoren 25 kunnen eveneens zijn opgenomen in inrichting 21. De centrifuge-inrichting 21 wordt aangedreven door een motor die de rotatie in de in Figuur 3 aangegeven richtingen R mogelijk maakt De werking van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, in combinatie met het houdersysteem 1, is 10 als volgt Volgens de bovenstaande beschrijving worden de houders 2,4 en de verbindingsleiding 3 met verwijding 30 in de inrichting opgenomen en hiermee losneembaar gekoppeld. Hierbij is slechts houder 2 gevuld met bloedplaatjesconcentraat. Na plaatsen van het houdersysteem 1 in de centrifuge-inrichting 21 wordt de centrifuge-inrichting in werking gesteld. In deze situatie zijn de 15 blokkeringsmiddelen 15 zodanig geactiveerd dat een blokkering van de verbindingsleiding 3 plaatsvindt zodat het concentraat niet vanuit de eerste houder 2 naar de tweede houder 4 kan stromen. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de blokkeringsmiddelen 15 klemmiddelen en/of lasmiddelen die zowel in de inrichting zelf als gekoppeld met de centrifuge-inrichting kunnen zijn. In de getoonde uitvoeringsvorm 20 bevinden de klemmiddelen 15 zich aan de inrichting zelf. De inrichting werkt bovendien samen met detectie-en aansturingsmiddelen die gebruikelijk gekoppeld zijn met de centrifuge-inrichting en de blokkeringsmiddelen 15 aan kunnen sturen. In de uitgangssituatie zijn de detectie-en aansturingsmiddelen zodanig ingesteld dat de veibindingsleiding 3 geblokkeerd wordt. Na een bepaalde centrifugeperiode waarin 25 scheiding van het bloedplaatjesconcentraat in de afzonderlijke componenten heeft plaatsgevonden, worden de blokkeringsmiddelen 15 aangestuurd opdat deze de veibindingsleiding 3 deblokkeert en een vloeistofstroom vanuit de eerste houder 2 naar de verwijding 30 en tweede houder 4 plaats kan vinden. Dit laatste wordt bovendien gestimuleerd door het drukoigaan dat door middel van toegevoerde vloeistof of gas 30 uitzet en een druk uitoefent op de eerste houder 2. Volgens de uitvinding wordt dus het plasma met een relatief hoge concentratie aan plaatjes als eerste opgevangen in de tweede houder 4. Door volgens de uitvinding verwijding 30 in de leiding 3 op te nemen blijkt nu dat er een relatief scherpe scheiding optreedt tussen de componenten van de wit-geelachtige laag van plaatjes en witte bloedcellen, deihalve tussen plaatjes en 11 leukocyten. Op het moment dat de wit-geelachtige laag de verwijding 30 in de leiding 3 bereikt worden volgens de uitvinding de in de wit-geelachtige laag aanwezige zwaardere leukocyten door de centrifugaalkracht meer vertraagd dan de plaatjes in het plasma. Hierdoor ontstaat een strakkere scheidingslaag in de verwijding 30, die relatief 5 gemakkelijk kan worden gedetecteerd door de detectiemiddelen 25. Wanneer de detectiemiddelen 25 een dergelijke verandering waarnemen zorgen de aansturingsmiddelen er voor dat de daarmee samenwerkende blokkeringsmiddelen 15 tussen verwijding 30 en tweede houder 4 geactiveerd worden zodat het betreffende gedeelte van de verbindingsleiding 3 wordt afgesloten en de vloeistofstroom gestopt 10 wordt. De centrifuge-behandeling kan nu worden beëindigd en de inrichting kan met het daarmee gekoppelde houdersysteem 1 uit de centrifuge 21 worden genomen. Door de uitvinding zal zich in de tweede houder 4 een bloedplaatjesconcentraat bevinden met een lager gehalte aan leukocyten dan tot nu toe gebruikelijk. Zo is het mogelijk een bloedplaatjesconcentraat te verkrijgen met een gehalte aan leukocyten dat lager is dan 5 15 miljoen per unit, bij voorkeur lager dan 3 miljoen per unit, met de meeste voorkeur lager dan 1 miljoen per unit. Een unit is de door de vakman gebruikte gangbare term voor een therapeutische eenheid. Dit heeft grote voordelen omdat het nu niet meer noodzakelijk is het door middel van centrifugeren verkregen bloedplaatjesconcentraat te filteren om zodoende het gehalte aan leukocyten op het gewenste lage niveau te 20 brengen. Filteren is ongewenst vanwege de negatieve effecten op althans een gedeelte van de bestanddelen van het bloedplaatjesconcentraat
Claims (20)
1. Inrichting voor het onder centrifugaalkracht in fracties scheiden van een lichaamsvloeistof, in het bijzonder bloedplaatjesconcentraat, welke inrichting een 5 flexibel houdersysteem (1) omvat, welk houdersysteem (1) ten minste een eerste houder (2) voor de te scheiden vloeistof, en een tweede houder (4) voor een gescheiden fractie omvat, waarbij de houders (2,4) onderling zijn verbonden met behulp van een verbindingsleiding (3) voor een vloeistof, waarbij in de verbindingsleiding (3) een verwijding (30) is opgenomen tussen de eerste (2) en tweede (4) houder. 10
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de inrichting verder is voorzien van middelen (15) met behulp waarvan de verbindingsleiding (3) tussen de houders (2,4) geblokkeerd, respectievelijk gedeblokkeerd kan worden.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de inrichting is voorzien van middelen (15) met behulp waarvan de verbindingsleiding (3) tussen de eerste houder (2) en de verwijding (30) en/of tussen de verwijding (30) en de tweede houder (4) geblokkeerd, respectievelijk gedeblokkeerd kan worden.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de middelen (15) met behulp waarvan de verbindingsleiding (3) tussen de houders (2,4) geblokkeerd, respectievelijk gedeblokkeerd kan worden klemmiddelen en/of lasmiddelen omvatten.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 25 inrichting detectiemiddelen (25) omvat voor het detecteren van de positie van de gescheiden fracties in de verwijding (30).
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de detectiemiddelen (25) een aan één zijde van de verwijding (30) opgestelde lichtbron omvatten, en een, aan de 30 andere zijde van de verwijding (30) opgestelde rij lichtgevoelige sensoren, die de intensiteit van het, door de in de verwijding (30) aanwezige vloeistof verstrooide licht kunnen meten.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de inrichting aan sturingsmiddelen omvat, een en ander zodanig dat één of meer blokkeringsmiddelen worden aangestuurd door de aansturingsmiddelen, die reageren op een signaal dat wordt afgegeven door de detectiemiddelen. 5
8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting een houdersysteem (1) omvat dat meerdere houders omvat, en waarbij in de verbindingsleiding (3) tenminste één verwijding (30) is opgenomen tussen tenminste twee van de houders. 10
9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting drukmiddelen (20) omvat, met behulp waarvan tenminste de eerste houder (2) kan worden onderworpen aan een van buiten betreffende houder (2) af uitgeoefende druk. 15
10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting één of meer opnamegedeelten (10,11, 12) omvat voor het opnemen van een houder (2,4) en/of verwijding (30), welke zodanig zijn ingericht dat een houder (2,4) en/of een verwijding (30) losneembaar daarmee gekoppeld kan worden. 20
11. Flexibel houdersysteem (1) voor het onder centrifugaalkracht in fracties scheiden van een lichaamsvloeistof, in het bijzonder bloedplaatjesconcentraat, welk houdersysteem (1) opneembaar is in een centrifuge-inrichting (21) en ten minste een eerste houder (2) voor de te scheiden vloeistof, en een tweede houder (4) voor een 25 gescheiden fractie omvat, waarbij de houders (2,4) onderling zijn verbonden met behulp van een verbindingsleiding (3) voor een vloeistof, en waarbij in de verbindingsleiding (3) een verwijding (30) is opgenomen tussen de eerste (2) en tweede (4) houder.
12. Werkwijze voor het onder centrifugaalkracht in fracties scheiden van een lichaamsvloeistof, in het bijzonder bloedplaatjesconcentraat, omvattende de stappen van: a) het verschaffen van een flexibel houdersysteem (1) volgens conclusie 11; b) het vullen van de eerste houder (2) van het houdersysteem (1) met de te scheiden vloeistof; c) het opnemen van het houdersysteem (1) in een centrifuge-inrichting (21), en wel dusdanig dat de eerste houder (2) in bedrijf wordt onderworpen aan de grootste 5 centrifugaalkracht; d) het laten roteren van de centrifuge-inrichting (21), totdat de gewenste scheiding is verkregen; e) het verwijderen van de eerste (2) en tweede houder (4) uit de centrifuge-inrichting (21). 10
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk dat tenminste de eerste houder (2) van het houdersysteem (1) wordt onderworpen aan een van buiten betreffende houder (2) af uitgeoefende druk.
14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk dat de verbindingsleiding (3) tussen de houders (2,4) geblokkeerd wordt na stap d).
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de verbindingsleiding (3) tussen de eerste houder (2) en de verwijding (30) en/of tussen de verwijding (30) en 20 de tweede houder (4) geblokkeerd wordt na stap d).
16. Werkwijze volgens één der conclusies 12 - 15, met het kenmerk dat tenminste tijdens stap d) de positie van de gescheiden fracties in de verwijding (30) wordt gedetecteerd. 25
17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de positie van de gescheiden fracties in de verwijding (30) wordt gedetecteerd door middel van meting van de intensiteit van het, door de in de verwijding (30) aanwezige vloeistof, verstrooide licht. 30
18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk dat de verbindingsleiding (3) tussen de eerste houder (2) en de verwijding (30) en/of tussen de verwijding (30) en de tweede houder (4) geblokkeerd wordt als een voor de tweede houder (4) ongewenste fractie wordt gedetecteerd ter hoogte van het einde van de verwijding.
19. Bloedplaatjesconcentraat, verkrijgbaar met de werkwijze volgens één der 5 conclusies 12-18, en met een gehalte aan leukocyten lager dan 1 miljoen per unit.
20. Bloedplaatjesconcentraat met een gehalte aan leukocyten lager dan 1 miljoen per unit, en verkregen zonder filtering ervan. 10
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2000116A NL2000116C2 (nl) | 2006-06-29 | 2006-06-29 | Inrichting omvattende een houdersysteem voor een lichaamsvloeistof. |
EP07768912.3A EP2040850B1 (en) | 2006-06-29 | 2007-06-27 | Device comprising a container system for a bodily fluid |
JP2009518017A JP5211045B2 (ja) | 2006-06-29 | 2007-06-27 | 容器システムを備える分離装置及び分離方法 |
US12/306,321 US8333725B2 (en) | 2006-06-29 | 2007-06-27 | Device comprising a container system for a bodily fluid |
PCT/NL2007/050311 WO2008002135A1 (en) | 2006-06-29 | 2007-06-27 | Device comprising a container system for a bodily fluid |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2000116 | 2006-06-29 | ||
NL2000116A NL2000116C2 (nl) | 2006-06-29 | 2006-06-29 | Inrichting omvattende een houdersysteem voor een lichaamsvloeistof. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2000116C2 true NL2000116C2 (nl) | 2008-01-02 |
Family
ID=37762433
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2000116A NL2000116C2 (nl) | 2006-06-29 | 2006-06-29 | Inrichting omvattende een houdersysteem voor een lichaamsvloeistof. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US8333725B2 (nl) |
EP (1) | EP2040850B1 (nl) |
JP (1) | JP5211045B2 (nl) |
NL (1) | NL2000116C2 (nl) |
WO (1) | WO2008002135A1 (nl) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US7806779B2 (en) | 2008-05-19 | 2010-10-05 | Nike, Inc. | Putter heads and putters including polymeric material as part of the ball striking face |
CN102215884B (zh) | 2008-11-28 | 2016-01-06 | 泰尔茂株式会社 | 血袋系统和固定盒 |
ITMI20090579A1 (it) * | 2009-04-09 | 2010-10-10 | Eurosets Srl | Dispositivo di controllo della ammissione di globuli rossi ad un paziente in linea di trasfusione. |
JP5695574B2 (ja) | 2009-11-10 | 2015-04-08 | テルモ株式会社 | 血液バッグシステム及び血液処理方法 |
US9022344B2 (en) | 2011-02-28 | 2015-05-05 | Fenwal, Inc. | Clamping systems and apparatus |
EP2804576B1 (en) * | 2012-01-16 | 2017-03-08 | Fenwal, Inc. | Blood bag systems for separation of whole blood and methods of use thereof |
US9327296B2 (en) | 2012-01-27 | 2016-05-03 | Fenwal, Inc. | Fluid separation chambers for fluid processing systems |
US8803090B2 (en) | 2012-11-09 | 2014-08-12 | Fenwal, Inc. | Citrate detector for blood processing system |
EP2982393B1 (en) * | 2013-04-05 | 2023-02-15 | Terumo Kabushiki Kaisha | Blood bag system |
EP3272374B1 (en) * | 2015-03-18 | 2023-04-19 | Terumo Kabushiki Kaisha | Centrifuge and segment holder |
US10207044B2 (en) | 2015-07-29 | 2019-02-19 | Fenwal, Inc. | Five-port blood separation chamber and methods of using the same |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4767397A (en) * | 1987-03-09 | 1988-08-30 | Damon Corporation | Apparatus for liquid separation |
US4850952A (en) * | 1985-09-10 | 1989-07-25 | Figdor Carl G | Method and device for the separation and isolation of blood or bone marrow components |
DE4340678A1 (de) * | 1993-11-30 | 1995-06-01 | Hettich Andreas Fa | Zentrifuge zur Trennung von Blutbestandteilen und ähnlichen Flüssigkeiten |
NL1006731C2 (nl) * | 1997-08-07 | 1999-02-09 | Stichting Cel Scheidings Techn | Inrichting voor houdersysteem. |
US20030195104A1 (en) * | 2002-04-12 | 2003-10-16 | Gambro, Inc. | Fluid separation devices, systems and/or methods using a centrifuge and roller pump |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL8502465A (nl) * | 1985-09-10 | 1987-04-01 | Ver Nl Kanker Inst | Werkwijze en apparatuur voor het scheiden en isoleren van bloedkomponenten. |
JPH0780058A (ja) * | 1993-09-20 | 1995-03-28 | Terumo Corp | バッグ連結体および成分の分離、移送方法 |
JP3282952B2 (ja) * | 1995-10-16 | 2002-05-20 | テルモ株式会社 | バッグ加圧装置 |
JP4060504B2 (ja) * | 1999-12-17 | 2008-03-12 | テルモ株式会社 | 血液成分採取装置 |
JP2001276663A (ja) * | 2000-03-30 | 2001-10-09 | Haemonetics Corp | 粒子分離用遠心分離ボウル |
US7087177B2 (en) * | 2004-04-16 | 2006-08-08 | Baxter International Inc. | Methods for determining flow rates of biological fluids |
-
2006
- 2006-06-29 NL NL2000116A patent/NL2000116C2/nl active Search and Examination
-
2007
- 2007-06-27 US US12/306,321 patent/US8333725B2/en active Active
- 2007-06-27 WO PCT/NL2007/050311 patent/WO2008002135A1/en active Application Filing
- 2007-06-27 EP EP07768912.3A patent/EP2040850B1/en active Active
- 2007-06-27 JP JP2009518017A patent/JP5211045B2/ja active Active
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4850952A (en) * | 1985-09-10 | 1989-07-25 | Figdor Carl G | Method and device for the separation and isolation of blood or bone marrow components |
US4767397A (en) * | 1987-03-09 | 1988-08-30 | Damon Corporation | Apparatus for liquid separation |
DE4340678A1 (de) * | 1993-11-30 | 1995-06-01 | Hettich Andreas Fa | Zentrifuge zur Trennung von Blutbestandteilen und ähnlichen Flüssigkeiten |
NL1006731C2 (nl) * | 1997-08-07 | 1999-02-09 | Stichting Cel Scheidings Techn | Inrichting voor houdersysteem. |
US20030195104A1 (en) * | 2002-04-12 | 2003-10-16 | Gambro, Inc. | Fluid separation devices, systems and/or methods using a centrifuge and roller pump |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2040850A1 (en) | 2009-04-01 |
US8333725B2 (en) | 2012-12-18 |
WO2008002135B1 (en) | 2008-02-14 |
EP2040850B1 (en) | 2015-02-18 |
US20090286221A1 (en) | 2009-11-19 |
JP5211045B2 (ja) | 2013-06-12 |
JP2009542308A (ja) | 2009-12-03 |
WO2008002135A1 (en) | 2008-01-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2000116C2 (nl) | Inrichting omvattende een houdersysteem voor een lichaamsvloeistof. | |
US7708889B2 (en) | Blood component processing system method | |
US6464624B2 (en) | Blood processing method and apparatus using a centrifugation bowl with filter core | |
US7588692B2 (en) | Methods for separation of particles | |
US6605223B2 (en) | Blood component preparation (BCP) device and method of use thereof | |
US6994790B2 (en) | Whole blood collection and processing method | |
EP2712635B1 (en) | Optical monitoring system for blood processing system | |
JP5161301B2 (ja) | 混合液を少なくとも2つの成分に分けるための装置および方法 | |
WO2002078769A1 (fr) | Dispositif de collecte de composants sanguins | |
WO2003000380A1 (en) | Blood component preparation (bcp) device and method of use thereof | |
EP1382357B1 (en) | Blood filtration method | |
JP3167478B2 (ja) | 液体分離装置 | |
US10391213B2 (en) | Systems and methods for therapeutic platelet depletion | |
JP3220548B2 (ja) | 液体分離装置 | |
JP4681393B2 (ja) | 血液成分採取装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Effective date: 20140211 |