NL8502465A - Werkwijze en apparatuur voor het scheiden en isoleren van bloedkomponenten. - Google Patents

Werkwijze en apparatuur voor het scheiden en isoleren van bloedkomponenten. Download PDF

Info

Publication number
NL8502465A
NL8502465A NL8502465A NL8502465A NL8502465A NL 8502465 A NL8502465 A NL 8502465A NL 8502465 A NL8502465 A NL 8502465A NL 8502465 A NL8502465 A NL 8502465A NL 8502465 A NL8502465 A NL 8502465A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
reservoir
container
hose
housing
elevation
Prior art date
Application number
NL8502465A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ver Nl Kanker Inst
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ver Nl Kanker Inst filed Critical Ver Nl Kanker Inst
Priority to NL8502465A priority Critical patent/NL8502465A/nl
Priority to CA000499046A priority patent/CA1308086C/en
Priority to AT86900860T priority patent/ATE106779T1/de
Priority to JP50067686A priority patent/JPS63501482A/ja
Priority to PCT/NL1986/000002 priority patent/WO1987001307A1/en
Priority to DE19863689903 priority patent/DE3689903T2/de
Priority to AT93203254T priority patent/ATE167087T1/de
Priority to US07/050,768 priority patent/US4850952A/en
Priority to DE19863650685 priority patent/DE3650685T2/de
Priority to EP86900860A priority patent/EP0235160B1/en
Priority to EP19930203254 priority patent/EP0587257B1/en
Publication of NL8502465A publication Critical patent/NL8502465A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04BCENTRIFUGES
    • B04B5/00Other centrifuges
    • B04B5/04Radial chamber apparatus for separating predominantly liquid mixtures, e.g. butyrometers
    • B04B5/0407Radial chamber apparatus for separating predominantly liquid mixtures, e.g. butyrometers for liquids contained in receptacles
    • B04B5/0428Radial chamber apparatus for separating predominantly liquid mixtures, e.g. butyrometers for liquids contained in receptacles with flexible receptacles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B04CENTRIFUGAL APPARATUS OR MACHINES FOR CARRYING-OUT PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES
    • B04BCENTRIFUGES
    • B04B9/00Drives specially designed for centrifuges; Arrangement or disposition of transmission gearing; Suspending or balancing rotary bowls
    • B04B9/14Balancing rotary bowls ; Schrappers
    • B04B2009/143Balancing rotary bowls ; Schrappers by weight compensation with liquids

Description

r ét* - 1 -
Werkwijze en apparatuur voor het scheiden en isoleren van bloed-komponenten.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het scheiden van bloed of beenmerg in zijn komponenten en voor het isoleren van die komponenten door in een uitgangsreservoir met flexibele wanden of wandde-len, dat zich bevindt in een houder, het bloed te centrifugeren en nadat 5 de komponenten zijn gescheiden deze te isoleren door ze tijdens het centrifugeren uit het uitgangsreservoir via een uitstroomopening in de voorwand te pompen naar één of meer opvangreservoirs.
Bloed is samengesteld uit vier komponenten die, in volgorde van toenemend soortelijk gewicht zijn: bloedplasma, bloedplaatjes, witte bloed-10 cellen en rode bloedcellen. Volgens een algemeen bekende werkwijze is het mogelijk deze komponenten van elkaar te scheiden door centrifugeren.
Bloedplaatjes en witte cellen maken circa 1% van het totaal uit.
Wanneer geen speciale maatregelen zijn getroffen zullen door de relatief kleine hoeveelheden waarin ze voorkomen, de bloedplaatjes en de witte 15 cellen na centrifugeren een dunne laag vormen, .de zogenaamde 'buffy-coat'.
Van de rode bloedcellen neemt het soortelijk gewicht toe, naarmate de cellen ouder zijn. De jongste cellen - de zogenaamde 'neocyten'- zullen zich derhalve in de betreffende laag het dichtst tegen de daaraan grenzende laag - de buffy-coat - bevinden.
20 In het Europese octrooi no. 0026417 wordt een werkwijze beschreven voor het scheiden en isoleren van de bloedkomponenten.Na scheiding door centrifugeren worden de lagen achtereenvolgens uit een uitgangsreservoir gepompt en daarna opgevangen. Het uitpompen gebeurt door zijdelings druk uit te oefenen op het flexibele uitgangsreservoir met behulp van een 25 drukkussen. Vloeistof wordt dan uit het reservoir gedrukt. Beschreven wordt hoe op die manier bloedplasma wordt overgeheveld naar een naastgelegen opvangreservoir.
De werkwijze volgens de uitvinding beoogt ten eerste om in één cen-trifugeergang zoveel mogelijk bloed te kunnen 'behandelen', met per hoe-30 veelheid bloed van elke komponent een zo groot mogelijke hoeveelheid van een bepaalde hoge zuiverheid, en ten tweede om de tijdsduur van één cen-trifugeergang zo kort mogelijk te houden. Om Set eerste te bereiken is het onder meer van belang dat de ruimte die een centrifuge biedt om uit-gangsreservoirs te plaatsen, optimaal wordt benut.
35 De werkwijze volgens de uitvinding berust op het inzicht, dat het mo- 3502465 -----—Λ
, i V
- 2 - gelijk is een pompmechanisme te realiseren, dat geen ruimte in genoemde zin inneemt. Deze werkwijze vertoont daartoe het kenmerk dat het uitpompen wordt gerealiseerd door het volume van het uitgangsreservoir te verkleinen door de achterwand van dit reservoir in te drukken. Dit kan 5 op twee manieren worden gerealiseerd. De eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is dat het indrukken wordt gerealiseerd door het uitgangsreservoir onder invloed van de centrifugaalkracht naar achteren te laten bewegen, met zijn achterwand tegen een verhevenheid in de bodem van de houder en de tweede uitvoeringsvorm is dat het indrukken 10 wordt gerealiseerd door een verhevenheid vanaf de bodem van de houder te bewegen naar - en te drukken in de achterwand van het uitgangsreservoir.
Om voorts een zoveel mogelijk beperkte duur van één centrifugeergang te bereiken, is het van belang dat steeds uitgepompt wordt met een zo hoog mogelijke snelheid. Daar de buffy-coat een relatief dunne laag is, 15 is de snelheid waarmee die kan worden uitgepompt, naar boven toe beperkt: bij overschrijding van een bepaalde snelheid zal wanneer de buffy-coat na een zekere uitpomptijd bij de uitstroomopening is aangekomen, deze worden 'gebroken' en zullen samen met buffy-coat‘ook rode bloedcellen worden uitgepompt.
20 Om het uitpompproces qua tijdsduur te optimaliseren vertoont de werkwijze volgens de uitvinding als verder kenmerk dat de snelheid waarmee het reservoir wordt ingedrukt relatief groot is bij het uitpompen van een relatief volumineuze komponent en relatief klein bij het uitpompen van een relatief weinig volumineuze komponent.
25 Een inrichting voor het scheiden en isoleren van bloedkomponenten is beschreven in het genoemde Europese octrooi no. 0026417 en bestaat uit een centrifuge met één of meer op een bepaalde radiale afstand van de centrifuge-as gemonteerde, in gebruik mee-roterende houders die ieder een uitgangsreservoir bevatten met een in hoofdzaak radiaal naar de cen- 30 trifuge-as gerichte uitstroomopening, waarmee het reservoir via een uit-stroomleiding, met één (of meer) opvangreservoir(s) als gesloten systeem is verbonden en voorzien van een pompmechanisme waarmee, nadat de kompo-nenten zijn gescheiden, deze uit het uitgangsreservoir naar het (de) opvangreservoir(s) worden gepompt.
35 Voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding vertoont een dergelijke inrichting het kenmerk dat de*zijwanden van het uitgangsreservoir aan de voorkant circa trechtervormig toelopen naar de uitstroomopening en dat een mechanisme aanwezig is om vanaf de achterkant van het uitgangsreservoir het volume van het reservoir met een regelbare snelheid ÓOÜ2465 + *..
- 3 - te verkleinen. De trechtervorm van de voorkant dient er toe om de lagen efficiënt te kunnen isoleren: wanneer van een laag nog slechts weinig in het reservoir is achtergebleven zorgt de trechtervorm ervoor dat ter plaatse van de uitstroomopening de laag toch nog zó dik is, dat deze zonder 5 vermenging met een volgende laag, kan worden uitgepompt. Dit geldt in het bijzonder voor de buffy-coat, die in totaal slechts een zeer geringe dikte heeft.
Het mechanisme om de snelheid waarmee het reservoir wordt ingedrukt te kunnen regelen dient er toe om die snelheid te kunnen optimaliseren, 10 d.w.z. per laag af te stemmen op de laagdikte.
De trechtervorm kan worden gerealiseerd door de voorkant van het overigens flexibele reservoir uit te voeren in stijf materiaal. In een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding bevindt zich op de bovenkant van het reservoir een trechtervormige stijve kap die in 15 zijn top een opening heeft die gelegen is boven de uitstroomopening en waarvan de mantel van voren naar achteren open is over een breedte die tenminste gelijk is aan de diameter van de instroomleiding. De opening in de mantel dient er toe om de kap te kunnen plaatsen op het reservoir met zijn vast daaraan verbonden uitstroomleiding. Bij voorkeur is een 20 dergelijke kap kegelvormig.
Een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, geschikt voor de werkwijze waarbij het uitgangsreservoir radiaal naar achteren beweegt, vertoont het kenmerk dat de achterwand van de houder aan zijn binnenzijde een verhevenheid vertoont die in rust aanligt tegen de 25 achterwand van het uitgangsreservoir, dat zich bevindt in een de zijwanden van het reservoir omvattend, in hoofdzaak hulsvormig huis dat in radiale richting glijdend beweegbaar is langs de binnenkant van de zijwanden van de houder. De huls rond het reservoir dient ertoe het mogelijk te maken dat het reservoir in de houder kan bewegen. Bij voorkeur zijn 30 huis en kap met elkaar verbonden, bijvoorbeeld via een schroefsluiting.
Om de ruimte die een centrifuge te bieden heeft aan reservoirs voor te scheiden bloed nog optimaler te kunnen benutten, lopen volgens een verdere voorkeursuitvoering van de inrichting, de wanden van het huis van achter naar voren toe, terwijl ook de zijwanden van de houder circa 35 evenwijdig aan die van het huis naar voren toe toelopen en een wand of wanddeel van de houder uitneembaar is over een breedte, korresponderend met de breedte of de diameter van het uitgangsreservoir. Dergelijke houders kunnen als sectoren van een platte schijf zijn gearrangeerd.
8502 465 --------Λ * * - 4 -
Om plaats te creëren voor de opvangreservoirs, worden de houders van de uitgangsreservoirs bij voorkeur kegelvormig uitgevoerd. Per uitgangs-reservoir kan/kunnen dan het/de opvangreservoir(s) worden geplaatst op de buitenwand van de kegel.
5 In een constructie met een toelopend huis in een toelopende houder, moet het huis, wanneer het in radiale richting beweegt, worden geleid.
In een uitvoeringsvorm van een inrichting gebeurt dit door ondersteunings-middelen, die bestaan uit een radiaal gericht staafvormig orgaan dat enerzijds is bevestigd aan de voorkant van de houder, anderzijds glijdend is 10 verbonden met de voorkant van het huis en zich circa radiaal naar voren uitstrekkende geleidingsvlakken aan de achterbinnenkant van de houder, met een onderlinge afstand, korresponderend met de afstand tussen de huis-wanden aan de achterkant van het huis en naar voren lopend tot tenminste boven de verhevenheid.
15 Om de snelheid waarmee wordt gepompt en dus de snelheid waarmee de achterwand van -het uitgangsreservoir wordt ingedrukt te kunnen regelen, is een uitvoeringsvorm van het daartoe dienende, mechanisme daardoor gekenmerkt dat de achterwand van het reservoir met een ringvormig deel over het raakvlak met de verhevenheid steekt en dat zich onder dit deel, en rond 20 de verhevenheid twee of meer in radiale richting op elkaar gelegen opblaasbare ringen bevinden, voorzien van ventielen met onafhankelijk instelbare uitstroomopeningen. Deze uitvoering maakt twee pompsnelheden mogelijk. Wanneer de eerste laag - het plasma - wordt uitgepompt kan de snelheid groot zijn. Het ventiel in één van de met lucht gevulde ringen 25 kan zó worden ingesteld, dat de uitstroomsnelheid hoog is, terwijl het andere ventiel gesloten is. Wanneer de buffy-coat is gevorderd tot de uitstroomopening dient de snelheid te worden verlaagd. Op dat moment dient het tot dan openstaande ventiel te worden gesloten en wordt het andere, nauwere ventiel geopend. Een lagere pompsnelheid is het resultaat.
30
Opening en sluiting van de ventielen kan bijvoorbeeld elektronisch met behulp van sensoren worden geregeld.
Wanneer in plaats van gebruik te maken van de centrifugaalkracht die het uitgangsreservoir naar achteren doet bewegen, gebruik wordt gemaakt 35 van een van buitenaf in de bodem van het reservoir drukkend lichaam is bijvoorbeeld de achterwand voorzien van een opening, waardoorheen een verhevenheid waarvan het voorvlak in rust samenvalt met de achterwand van de houder, in radiale richting naar voren beweegbaar is.
8502 4 65 < * - 5 -
Vooral bij het scheiden, isoleren en geïsoleerd houden van de kom-ponenten die tezamen de op zichzelf alreeds weinig volumineuze buffy-coat vormen, treden moeilijkheden op. Deze komponenten zijn: de witte bloedcellen etn bloedplaatjes. Ook geldt dit voor de dunne bovenste laag 5 van de rode bloedcellen: de neocyten. Om een goede scheiding in het opvangreservoir te realiseren en om te zorgen dat na scheiding isolatie mogelijk is, zonder dat contaminatie optreedt, moeten aan het opvangreservoir speciale eisen worden gesteld. Aan deze eisen wordt voldaan in een uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding die daartoe het 10 kenmerk vertoont dat een opvangreservoir bestaat uit een slang die op de uitstroomleiding is aangesloten en met zijn andere einde uitmondt in een kamer, waarbij de inhoud van de slang tenminste gelijk is aan het volume van de in het bloed of het beenmerg aanwezige plaatjes, witte cellen en eventueel de neocyten, terwijl de diameter ten hoogste zo groot is, dat 15 na scheiding en in rust, geen vermenging van de komponenten optreedt en dat aan de voorkant van het uitgangsreservoir voorzieningen aanwezig zijn voor het zodanig opslaan van de slang, dat tijdens centrifugeren, van achteren naar voren gezien de g-waarde in de slang continu afneemt.
In de kamer wordt eerst het plasma opgevangen. Daarna wordt de, in de 20 voorkant van het uitgangsreservoir aangekomen en in zijn beide komponenten gescheiden buffy-coat gepompt in de slang, die beide komponenten, en eventueel ook de neocyten kan bevatten. Deze twee of drie komponenten bevinden zich dan achterelkaar in de slang. Om ervoor te zorgen dat de scheiding intakt blijft, is het noodzakelijk dat tijdens het instromen in de slang 25 de g-waarde daarin continu afneemt. Dit betekent in de praktijk dat wanneer de slang op de één of andere wijze is opgeslagen, bijvoorbeeld is gerold op een haspel, dit op een daaraan aangepaste wijze moet zijn gebeurd. Een dergelijke haspel bevindt zich dan vóór de uitstroomopening en is bij voorkeur gemonteerd op de stijve kap over het voorstuk van het uit-30 gangsreservoir.
Om de komponenten die achtereenvolgens de slang vullen gemakkelijk te kunnen opvangen, is het van voordeel om in een zóne van de slang waarin zich een bepaalde komponent bevindt, de slang te hebben aangesloten op een afsluitbare hulpkamer. Door de toegang tot die kamer te openen kan 35 de betreffende komponent in de kamer stromen, waarna de kamer weer wordt afgesloten.
De werkwijze en de voor het uitvoeren daarvan te gebruiken inrichtingen worden nader toegelicht aan de hand van de tekeningen, waarin: 8502465 _____*
Ψ V
- 6 -
Fig. 1 in bovenaanzicht en loodrecht op de centrifuge-as een doorsnede is door een centrifuge, waarin schematisch zijn getekend twee verschillende uitvoeringsvoorbeelden van centrifuge-eenheden;
Fig. 2 meer gedetailleerd eenzelfde doorsnede door één van de in 5 fig. 1 getekende centrifuge-eenheden toont;
Fig. 3 een dergelijke gedétailleerde doorsnede toont door de andere in fig. 1 getekende centrifuge-eenheid, waarin echter het pompmechanisme een ander is dan het in fig. 1 getoonde;
Fig. 4 een doorsnede toont door een kegelvormige centrifuge-eenheid 10 volgens fig. 3, midden door de eenheid, maar nu evenwijdig aan de centrifuge-as ;
Fig. 5 schematisch het gesloten stelsel van uitgangs- en opvangreservoir toont en
Fig. 6 in perspectief een haspel toont, voor het opwikkelen van het 15 slanggedeelte van het opvangreservoir, waarbij de haspel één geheel vormt met een kap die over de voorkant van een uitgangsreservoir wordt geplaatst.
In Fig. 1 is 1 de centrifuge-as, waaraan centrifuge-eenheden 2 en 3 zijn bevestigd. Eén centrifuge bevat in het algemeen één type centrifuge-20 eenheid, dus bijvoorbeeld óf allemaal eenheden van het type 1 óf van het type 2. De centrifuge-eenheden 2 en 3 bestaan ieder uit houders 4, respectievelijk 5, met achterwanden 6 respectievelijk 7. In de houders 4, respectievelijk 5 bevinden zich flexibele, bijvoorbeeld plastic uitgangs-reservoirs 8 respectievelijk 9 voor het centrifugeren bloed. Aan de voor-25 kant lopen de wanden van die reservoirs 8 en 9 trechtervormig toe naar de uitstroomopeningen 10 respectievelijk 11. De uitstroomopeningen 10, respectievelijk 11 monden uit in opvangreservoirs 12 respectievelijk 13, waarvan een deel is getekend. Teneinde de steriliteit van de inhoud te waarborgen zijn in iedere eenheid het uitgangsreservoir en het opvangre-30 servoir via een ^^00^^¾ vast met elkaar verbonden. Met 14 en 15 zijn aangegeven de verhevenheden die tijdens het uitpompen relatief ten opzichte van respectievelijk de achterwanden 16 en 17 van respectievelijk de reservoirs 8 en 9 naar voren, d.w.z. in de richting van de centrifuge-as 1 bewegen. De verhevenheid 14 in het type 1 is vast verbonden met de ach-35 terwand 6 van de houder. Tijdens het uitpompen beweegt het reservoir 8, dat zich bevindt in een met het reservoir meebewegend huis (niet getekend), zich naar achteren en zal ter weerszijden over de verhevenheid 14 stulpen. In het type 2 bevindt zich de verhevenheid 15 onder de achterwand 8502485 - 7 - 7 van de houder 5. Deze achterwand 7 is voorzien van een gat, waardoorheen de verhevenheid 15 kan worden bewogen in de richting van de centrifuge-as 1, daarmee de bodem 17 van het reservoir 9 indrukkend. De middelen waarmee de verhevenheid 15 naar voren kan worden bewogen zijn niet getekend. - Dit 5 kan bijvoorbeeld hydraulisch gebeuren. De verschillende wijzen van uitpompen: óf door de verhevenheid in de bodem van het reservoir te drukken, óf door het reservoir tegen de verhevenheid te drukken kunnen ieder worden toegepast bij ieder van de houdertypen.
Bij gebruik van centrifuge-eenheden van het type 1 kan de in een cen-10 trifuge aanwezige ruimte beter worden benut dan bij gebruik van eenheden van het type 2. Met type 1 kunnen in één cirkelschijf bijvoorbeeld 12 eenheden worden ondergebracht.
In Fig. 2 is gedetailleerd een-.zelf de doorsnede als in Fig.1 getoond van een uitvoeringsvoorbeeld van een centrifuge-eenheid van het type 2.
15 Het uitgangsreservoir 8 vertoont een aan de voorzijde trechtervormig toelopend wandgedeelte 18. Dit vandgedeelte wordt in vorm gehouden door de erop liggende kap 19. Deze kap 19 is aan zijn voorkant voorzien van een gat 20 dat in gebruik boven de uitstroomopening 10 ligt, zodat de uit-stroomslang 21 er doorheen kan. Om de kap 19 op een uitgangsreservoir 8 20 te kunnen plaatsen moet de mantel ervan, vanaf het gat 20 naar achteren toe een opening (niet getekend) bevatten.
Het uitgangsreservoir 8 is aan zijn zijwanden 22 over bij voorkeur de gehele hoogte daarvan, ondersteund door een huis 23, dat van voren naar achteren kan glijden langs de binnenwand 24 van de houder 4. In het ge-25 tekende voorbeeld zijn kap 19 en huis 23 met elkaar verbonden via een schroefsluiting 25.
Het opvangreservoir bestaat uit een slang 26, die met zijn ene einde is aangesloten op de uitstroomopening 10 van het reservoir 8, gewikkeld is rond een op de kap 9 gemonteerde haspel 27 en die met zijn andere einde is 30 aangesloten op één of meer - niet getekende - opvangkamers voor de kompo-nenten. In het opvangreservoir zijn opgenomen een sensor 28, die detek-teert wanneer een volgende komponent 'langskomt* en een afsluiter 29.
Om het bloed in het uitgangsreservoir 8 in zijn komponenten te kunnen scheiden, wordt dit eerst gecentrifugeerd, zonder dat vloeistof uit het 35 reservoir wordt gepompt. De afsluiter 29 is dan gesloten. Wanneer de scheiding is gerealiseerd, wordt de afsluiter 29 geopend. Door de cen-trifugaalkracht zal dan het reservoir 8, glijdend met zijn huis 23 langs de binnenwand 24 van de houder 4 naar achteren bewegen. De - flexibele - 850245ο V *· - 8 - achterwand 16 van het reservoir wordt dan door de verhevenheid 14 ingedeukt en stulpt ter weerszijden van die verhevenheid 14 op de plaatsen 30 en 31, ringvormig daar omheen en de vloeistof wordt uit het reservoir 8 gedrukt. Nadat de eerste komponent - het bloedplasma - aldus eruit gepompt 5 is, is de buffy-coat aan de beurt. Doordat deze gedurende het wegpompen van het plasma naar boven is gestuwd, zal deze zich tenslotte bevinden boven in de trechter. Door de trechtervorm is een aanzienlijke verkleining van het oppervlak en daarmee een vergroting van de dikte van die laag opgetreden. Toch moet, om te voorkomen dat bij het uitpompen tegelijkertijd 10 vloeistof van de daarna volgende komponent meekomt, de snelheid relatief laag zijn; lager dan bij het uitpompen van het plasma vereist is.
Om die snelheid te kunnen regelen, zijn rond de verhevenheid 14, achter elkaar twee opblaasbare ringen 32 en 33 met ventielen 34 en 35 aanwezig. De ringen 32 en 33 en de wijdte van de ventielen 34 en 35 kunnen 15 zó worden gedimensioneerd, dat zolang plasma wordt uitgepompt ring 32 met relatief hoge snelheid leegloopt en dat wanneer de buffy-coat aan de beurt is ring 33, met een lagere snelheid, leegloopt.
Fig. 3 toont meer in détail de doorsnede van centrifuge-eenheid 2 volgens fig. 1, met het verschil dat de relatieve beweging van de achter-20 wand 17 ten opzichte van de verhevenheid 36 nu wordt gerealiseerd door het uitgangsreservoir 9 naar achteren, tegen de vaste verhevenheid 36 te drukken in plaats van omgekeerd. Voordeel van de houdervorm volgens fig. 3 is de reeds genoemde betere vullingsgraad van de centrifuge. Om toch met behulp van alleen de centrifugaalkracht te kunnen uitpompen - dus door het 25 uitgangsreservoir naar achteren te kunnen laten bewegen - zijn enige speciale voorzieningen nodig. In de houder met toelopende wanden 5 bevindt zich om de aanwezige ruimte maximaal te benutten ook een reservoir 9 met toelopende wanden 37, dat zijdelings wordt ondersteund door een toelopend huis 38. Dit huis 38 ligt in de uitgangsstand met zijn wanden tegen de 30 wanden van de houder 5 aan. Wanneer dit huis 38 onder invloed van de cen-trifugaalkracht gaat bewegen moet het worden geleid. Daartoe zijn in de houder 5 de geleiders 39 gemonteerd, bij voorkeur ook in de vorm van een hulsvormig lichaam, waarlangs de wand van het huis 38 glijdt. Voorts wordt het huis in radiale richting geleid door een staaf.(40), aan de voorkant 35 bij 41 bevestigd aan de houder 5 en aan zijn andere kant glijdend verbonden met de voorwand. 42 van het huis 38, waar hij doorheen steekt.
Met 43 zijn schematisch de opblaasbare ringen, overeenkomend met de in fig. 2 getekende ringen 32 en 33 aangegeven.
8502465 V -Λ - 9 - 28 en 29 zijn de reeds genoemde sensor resp. afsluiter in het opvangreservoir, waarvan de slang 26 is getekend, gewikkeld op een niet getekende haspel.
In fig. 3 is een situatie getekend, waarin het huis zich in de ach-5 terste stand bevindt.
Fig. 4 is een doorsnede, evenwijdig aan de centrifuge-as door een centrifuge-eenheid als getekend in fig. 3, maar dan kegelvormig. Voordeel van de kegelvorm is, dat de opvangkamers van het opvangreservoir, gezien in de richting van de centrifuge-as 1 op de houder 5 kunnen liggen, waar-10 door een maximale hoeveelheid ruimte beschikbaar is voor de reservoirs met te centrifugeren bloed. Getekend zijn de opvangkamer 44 voor het plasma en een tweede opvangkamer 45 voor de bloedplaatjes.
Het isoleren van het plasma en de plaatjes in de opvangkamers wordt nader toegelicht aan de hand van fig. 5, waarin schematisch het gesloten 15 stelsel van uitgangsreservoir 9, en het opvangreservoir, dat bestaat uit de slang 26, de opvangkamer 44 voor het plasma en de hulpkamer 45 voor het isoleren van de bloedplaatjes. Wanneer zich in het reservoir 9 bloed bevindt, is via een breekverbinding 53 dit reservoir afgesloten. Het stelsel wordt daarna in de centrifuge geplaatst. Dan wordt de breekver-20 binding 53 verbroken en neemt de afsluiter 29 (zie fig. 4) de afsluit-funktie over. Er wordt nu gecentrifugeerd en nadat de buffy-coat is gevormd gaat de afsluiter 29 open. Nu kunnen plasma en buffy-coat worden geïsoleerd als beschreven. Wanneer de plaatjes de sensor 28 passeren, gaat afsluiter 29 weer dicht. Wanneer dit voor de laatste centrifuge-eenheid is 25 gebeurd, wordt de centrifuge gestopt. Het stelsel wordt daarna uit de centrifuge verwijderd en de slang 26 wordt afgerold. De slang 26 wordt verdeeld in compartimenten, overeenkomend met de aanwezigheid van de verschillende komponenten door klemmen 50, 51, 52 en 53 te plaatsen. Door breekverbinding 46, die de hulpkamer 45 afsluit van de slang 26, te openen 30 kan dan bijvoorbeeld de komponent 47 (de plaatjes) in de hulpkamer 45 worden gedrukt.
Om ervoor te zorgen dat in de slang 26 de plaatjes, de witte cellen en de neocyten onderling gescheiden aanwezig zijn en blijven, is het noodzakelijk dat tijdens het centrifugeren de g-waarde die tijdens centrifugeren 35 werkt op de vloeistoffen in de slang 26 vanaf de ingang van de slang naar de uitgang toe, continu en gelijkmatig afneemt. Daartoe dient de slang op een speciale" wijze te worden opgeslagen vóór de uitstroomopening. Een haspel waarom de slang in naast elkaar gelegen windingen is geslagen moet S3 0 2 4 5 5 -----ék f
'W
- 10 - daartoe een speciale vorm hebben.
Fig. 6 toont in perspectief hoe een haspel 27, in het getekende geval vast verbonden met een kap 19, eruit dient te zien om aan het hier voorgestelde met betrekking tot de g-waarde te voldoen. De slang 26 wordt vanaf 5 de kap 19 gelijkmatig gewikkeld om het haspeldeel 54, gelegen tussen opstaande randen 55.
In fig. 6 is tevens aangegeven hoe in de mantel 56 van een kap 19 de opening 57 is aangebracht die het mogelijk maakt de kap op een uitgangs-reservoir 9 te plaatsen. Om een juiste opwikkeling te verkrijgen wordt de 10'haspel bijvoorbeeld zo geconstrueerd, dat de dikte 59 van de rand 55 continu, toeneemt in de wikkelrichting vanaf de plaats 58, waar de slang 26 de haspel binnenkomt, zodat deze na één wikkeling is toegenomen met de diameter van de slang tot de dikte 60.
8502 4 65

Claims (19)

1. Werkwijze voor het scheiden van bloed of beenmerg in zijn componenten en voor het isoleren van die componenten door in een uitgangsreser-voir met flexibele wanden of wanddelen, dat zich bevindt in een houder, het bloed te centrifugeren en nadat de componenten zijn gescheiden deze te 5 isoleren door ze tijdens het centrifugeren uit het uitgangsreservoir via een uitstroomopening in de voorwand te pompen naar één of meer opvangreservoirs , met het kenmerk dat het uitpompen wordt gerealiseerd door het volume van het uitgangsreservoir te verkleinen door de achterwand van dit reservoir 10 in te drukken.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, mat het kenmerk dat het indrukken wordt gerealiseerd door het uitgangsreservoir onder invloed van de centrifugaalkracht naar achteren te laten bewegen, met zijn achterwand tegen een verhevenheid in de bodem van de 15 houder.
3. Werkwijze volgens conclusie t, met het kenmerk dat het indrukken wordt gerealiseerd door een verhevenheid vanaf de bodem van de houder te bewegen naar - en te drukken in de achterwand van het uitgangsreservoir.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat de snelheid waarmee het reservoir wordt ingedrukt relatief groot is bij het uitpompen van een relatief volumineuze component en relatief klein bij het uitpompen van een relatief weinig volumineuze component .
5. inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, bestaande uit een centrifuge met één of meer op een bepaalde radiale afstand van de centrifuge-as gemonteerde, in gebruik mee-roterende houders die ieder een uitgangsreservoir bevatten met een in hoofdzaak radiaal naar de centrifuge-as gerichte uitstroomopening, waarmee het reser-30 voir via een uitstroomleiding, met één (of meer) opvangreservoir(s) als gesloten systeem is verbonden en voorzien van een pompmechanisme waarmee, nadat de componenten zijn gescheiden, deze uit het uitgangsreservoir naar het (de) opvangreservoir(s) worden gepompt, met het kenmerk dat de zijwanden van het uitgangsreservoir aan de voorkant 35 circa trechtervormig toelopen naar de uitstroomopening en dat een mechanisme aanwezig is om vanaf de achterkant van het uitgangsreservoir het volume van het reservoir met een regelbare snelheid te verkleinen. 8502465 --;_4 » - 12 -
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat zich op de voorkant van het uitgangsreservoir een circa trechtervormige stijve kap bevindt, die in zijn top een opening heeft die gelegen is boven de uitstroomopening en waarvan de mantel van voren naar 5 achteren open is over een breedte die tenminste gelijk is aan de diameter van de instroomleiding.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de kap kegelvormig is.
8. Inrichting volgens conclusie 5, 6 of 7 voor het uitvoeren van de 10 werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de achterwand van de houder aan zijn binnenzijde een verhevenheid vertoont die in rust aanligt tegen de achterwand van het uitgangsreservoir , dat zich bevindt in een de zijwanden van het reservoir omvattend, in hoofdzaak hulsvormig huis dat in radiale richting glijdend 15 beweegbaar is langs de binnenkant van de zijwanden van de houder.
9.Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat huis en kap met elkaar kunnen worden verbonden via een schroefsluiting.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, 20 met het kenmerk dat de wanden van het huis van achter naar voren toelopen, dat ook de zijwanden van de houder circa evenwijdig aan die van het huis naar voren toe toelopen, dat een wand of wanddeel van de houder uitneembaar is over een breedte, corresponderend met de breedte of diameter van het uitgangsreservoir, en dat middelen aanwezig zijn om bij een radiale be-25 weging van het huis, dit te ondersteunen.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat het huis kegelvormig is.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk dat de ondersteuningsmiddelen zijn: een radiaal gericht 30 staafvormig orgaan dat enerzijds is bevestigd aan de voorkant van de houder, anderzijds glijdend is verbonden met de voorkant van het huis en zich circa radiaal naar voren uitstrekkende geleidingsvlakken aan de achter-binnenkant van de houder, met een onderlinge afstand, corresponderend met de afstand tussen de huiswanden aan de achterkant van het huis en naar 35 voren lopend tot tenminste boven de verhevenheid.
13. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de conclusies 2 en 4 en vertonende de kenmerken volgens conclusie 8 en volgens één of meer der conclusies 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12, 8502 465 t £ ' Λ· · -13 - met het kenmerk dat de achterwand van het reservoir met een ringvormig deel over het raakvlak met de verhevenheid steekt en dat zich onder dit deel, en rond de verhevenheid twee of meer in radiale richting op elkaar gelegen opblaasbare ringen bevinden, voorzien van ventielen met onafhankelijk in-3 stelbare uistroomopeningen.
14. Inrichting volgens conclusie 5, 6 of 7, met het kenmerk dat de achterwand van de houder voorzien is van een opening, waar doorheen een verhevenheid waarvan het voorvlak in rust samenvalt met de achterwand van de houder, in radiale richting naar voren beweegbaar 10 is.
15. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een opvangreservoir bestaat uit een slang die op de uitstroomleiding is aangesloten en met zijn andere einde uitmondt in een kamer, waarbij de inhoud van de slang tenminste gelijk is aan het volume 15 van de in het bloed of het beenmerg aanwezige plaatjes, witte cellen en eventueel de neocyten, terwijl de diameter ten hoogste zo. groot is, dat na scheiding en in rust, geen vermenging van de componenten optreedt en dat aan de voorkant van het uitgangsreservoir voorzieningen aanwezig zijn voor het zodanig opslaan van de slang, dat tijdens centrifugeren, van 20 achteren naar voren gezien de g-waarde in de slang continu afneemt.
16. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de slang in een of meer van de zones waarin zich na pompen de plaatjes, respectievelijk de witte cellen, respectievelijk de neocyten bevinden, is aangesloten op een hulpkamer.
17. Inrichting volgens conclusie 14, 15 of 16, met het kenmerk dat de voorziening voor het opslaan van de slang een haspel is, gemonteerd in de houder, vóór de uitstroomopening in het uitgangsreservoir, met zijn as in radiale richting.
18. Inrichting volgens conclusie 17, 30 met het kenmerk dat de haspel is gemonteerd op de stijve kap volgens conclusie 6.
19. Werkwijze volgens de conclusies 1 - 4 met behulp van een inrichting volgens één of meer der conclusies 5-18, met het kenmerk dat zoveel vloeistof uit het uitgangsreservoir wordt ge-35 pompt, dat alle bloedplaatjes, witte bloedcellen en eventueel de neocyten zich bevinden in de slang, dat daarna het stromingscircuit wordt afgesloten, het slanggedeelte waarin zich de plaatjes, witte cellen en neocyten bevinden wordt geïsoleerd en wordt gedeeld in de compartimenten waarin 8502 4 55 ____Λ ♦ ^ - 14 - zich de respectievelijke componenten bevinden, respectievelijk de hulpka-mer(s) wordt (worden) geïsoleerd, en de kamer, waarin zich het plasma bevindt en het uitgangsreservoir waarin zich de rode bloedcellen bevinden ieder worden geïsoleerd. 8502465
NL8502465A 1985-01-05 1985-09-10 Werkwijze en apparatuur voor het scheiden en isoleren van bloedkomponenten. NL8502465A (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502465A NL8502465A (nl) 1985-09-10 1985-09-10 Werkwijze en apparatuur voor het scheiden en isoleren van bloedkomponenten.
CA000499046A CA1308086C (en) 1985-01-05 1986-01-06 Method and device for the separation and isolation of blood or bone marrow components
AT86900860T ATE106779T1 (de) 1985-09-10 1986-01-13 Verfahren und vorrichtung zum trennen und isolieren von blut- oder knochenmarkskomonenten.
JP50067686A JPS63501482A (ja) 1985-09-10 1986-01-13 血液または骨髄成分の分離および隔離方法および装置
PCT/NL1986/000002 WO1987001307A1 (en) 1985-09-10 1986-01-13 Method and device for the separation and isolation of blood or bone marrow components
DE19863689903 DE3689903T2 (de) 1985-09-10 1986-01-13 Verfahren und vorrichtung zum trennen und isolieren von blut- oder knochenmarkskomonenten.
AT93203254T ATE167087T1 (de) 1985-09-10 1986-01-13 Verfahren und vorrichtung zur unwuchtverhinderung während der trennung und isolierung von blut-oder knochenmarkbestandteilen
US07/050,768 US4850952A (en) 1985-09-10 1986-01-13 Method and device for the separation and isolation of blood or bone marrow components
DE19863650685 DE3650685T2 (de) 1985-09-10 1986-01-13 Verfahren und Vorrichtung zur Unwuchtverhinderung während der Trennung und Isolierung von Blut-oder Knochenmarkbestandteilen
EP86900860A EP0235160B1 (en) 1985-09-10 1986-01-13 Method and device for the separation and isolation of blood or bone marrow components
EP19930203254 EP0587257B1 (en) 1985-09-10 1986-01-13 Method and device for preventing imbalance during the separation and isolation of blood or bone marrow components

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8502465 1985-09-10
NL8502465A NL8502465A (nl) 1985-09-10 1985-09-10 Werkwijze en apparatuur voor het scheiden en isoleren van bloedkomponenten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8502465A true NL8502465A (nl) 1987-04-01

Family

ID=19846526

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502465A NL8502465A (nl) 1985-01-05 1985-09-10 Werkwijze en apparatuur voor het scheiden en isoleren van bloedkomponenten.

Country Status (2)

Country Link
JP (1) JPS63501482A (nl)
NL (1) NL8502465A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2000116C2 (nl) * 2006-06-29 2008-01-02 Klip Consultancy B V Inrichting omvattende een houdersysteem voor een lichaamsvloeistof.

Also Published As

Publication number Publication date
JPS63501482A (ja) 1988-06-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4850952A (en) Method and device for the separation and isolation of blood or bone marrow components
US6558307B2 (en) Method for collecting platelets and other blood components from whole blood
US5656163A (en) Chamber for use in a rotating field to separate blood components
CA2124818C (en) Enhanced yield platelet collection systems and methods
JP5161301B2 (ja) 混合液を少なくとも2つの成分に分けるための装置および方法
US4405079A (en) Centrifugal displacer pump
US5573678A (en) Blood processing systems and methods for collecting mono nuclear cells
US5316666A (en) Blood processing systems with improved data transfer between stationary and rotating elements
US6261217B1 (en) Separation set having plate-like separation container with annular pinch valve for blood component preparation
EP2206527A2 (en) Apparatus and method for separating a composite liquid into at least two components
CA2269607C (en) Process for operating a blood centrifugation unit, as well as a centrifugation unit to carry out the process
SE8102993L (sv) Centrifugtrumma for klarning och separering av centrifugvetskor
US20100026986A1 (en) Method and Apparatus for Separating A Composite Liquid Into At Least Two Components And For Determining The Yield Of At Least One Component
NL8502465A (nl) Werkwijze en apparatuur voor het scheiden en isoleren van bloedkomponenten.
EP0070159B1 (en) Centrifuging apparatus and methods for separating fluids into components thereof
CA1308086C (en) Method and device for the separation and isolation of blood or bone marrow components
EP0619752B9 (en) Compact enhanced yield blood processing systems
AU714650B2 (en) Blood processing systems and methods for collecting mono nuclear cells
NL8503215A (nl) Inrichting voor het scheiden en isoleren van bloed- of beenmergcomponenten.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed