NL194863C - Wielsamenstel voor het over een oneffen ondergrond verrijden van een wielvoertuig. - Google Patents

Wielsamenstel voor het over een oneffen ondergrond verrijden van een wielvoertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL194863C
NL194863C NL9401516A NL9401516A NL194863C NL 194863 C NL194863 C NL 194863C NL 9401516 A NL9401516 A NL 9401516A NL 9401516 A NL9401516 A NL 9401516A NL 194863 C NL194863 C NL 194863C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wheel
carrier
axis
rotation
outer wheel
Prior art date
Application number
NL9401516A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194863B (nl
NL9401516A (nl
Inventor
Roger Alexander Van Bavel
Original Assignee
Roger Alexander Van Bavel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Roger Alexander Van Bavel filed Critical Roger Alexander Van Bavel
Priority to NL9401516A priority Critical patent/NL194863C/nl
Publication of NL9401516A publication Critical patent/NL9401516A/nl
Publication of NL194863B publication Critical patent/NL194863B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194863C publication Critical patent/NL194863C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60BVEHICLE WHEELS; CASTORS; AXLES FOR WHEELS OR CASTORS; INCREASING WHEEL ADHESION
    • B60B3/00Disc wheels, i.e. wheels with load-supporting disc body
    • B60B3/04Disc wheels, i.e. wheels with load-supporting disc body with a single disc body not integral with rim, i.e. disc body and rim being manufactured independently and then permanently attached to each other in a second step, e.g. by welding
    • B60B3/048Disc wheels, i.e. wheels with load-supporting disc body with a single disc body not integral with rim, i.e. disc body and rim being manufactured independently and then permanently attached to each other in a second step, e.g. by welding the rim being rotatably mounted to the wheel disc
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60BVEHICLE WHEELS; CASTORS; AXLES FOR WHEELS OR CASTORS; INCREASING WHEEL ADHESION
    • B60B19/00Wheels not otherwise provided for or having characteristics specified in one of the subgroups of this group
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60BVEHICLE WHEELS; CASTORS; AXLES FOR WHEELS OR CASTORS; INCREASING WHEEL ADHESION
    • B60B2900/00Purpose of invention
    • B60B2900/10Reduction of
    • B60B2900/131Vibrations

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Rolling Contact Bearings (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)

Description

1 194863
Wielsamenstel voor het over een oneffen ondergrond verrijden van een wielvoertuig
De uitvinding heeft betrekking op een wielsamenstel, voor het in een rijrichting over een oneffen ondergrond verrijden van een wielvoertuig, omvattende: een draaibaar om zijn rotatie-as opgehangen buitengelegen wiel 5 met een radiaal binnenwaarts gekeerd omlopend oppervlak, een draaibaar om zijn rotatie-as evenwijdig aan de rotatie-as van het buitengelegen wiel opgehangen binnengelegen wiel met een buitenomtrek tegenover het radiaal binnenwaarts gekeerde, omlopende oppervlak van het buitengelegen wiel voor het, althans in bepaalde bedrijfstoestanden afrollen van het binnengelegen wiel over genoemd, binnenwaarts gekeerde, omlopende oppervlak, en een drager waarvan één uiteinde zwenkbaar om een zwenkas ten opzichte van 10 een voertuig bevestigbaar is en waarvan het andere uiteinde zodanig met een rotatie-as van het buitengelegen wiel is gekoppeld dat het andere uiteinde dat het buitengelegen wiel draagt met een bewegings-component evenwijdig aan de rijrichting zwenkbaar is.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een wielsamenstel voor het in een rijrichting over een oneffen ondergrond verrijden van een wielvoertuig, omvattende: een draaibaar om zijn rotatie-as opgehangen 15 buitengelegen wiel met een radiaal binnenwaarts gekeerd omlopend oppervlak, een draaibaar om zijn rotatie-as evenwijdig aan de rotatie-as van het buitengelegen wiel opgehangen binnengelegen wiel met een buitenomtrek tegenover het radiaal binnenwaarts gekeerde, omlopende oppervlak van het buitengelegen wiel voor het, althans in bepaalde bedrijfstoestanden afrollen van het binnengelegen wiel over genoemd, binnenwaarts gekeerde, omlopende oppervlak, en een drager die zwenkbaar om een zwenkas ten opzichte 20 van een voertuig bevestigbaar is, waarvan een uiteinde zodanig met een rotatie-as van het buitengelegen wiel is gekoppeld, dat het buitengelegen wiel met een bewegingscomponent evenwijdig aan de rijrichting zwenkbaar is om een genoemde zwenkas, aan welke drager tevens het binnengelegen wiel is gekoppeld.
Een wielsamenstel als bovenomschreven is bekend uit Frans aanvullingsoctrooi 3.676. In bedrijf verkeert het binnengelegen wiel alleen bij het rijden over oneffenheden van ten minste een bepaalde hoogte in 25 contact met het binnenoppervlak van het buitengelegen wiel. Verder is voor het geleiden van de as van het buitengelegen wiel voorzien in een, in laterale richting gerekend, centraal in het voertuig gelegen recht-geleiding in de rijrichting van het voertuig.
De onderhavige uitvinding heeft als doel een wielsamenstel te verschaffen, dat een soepeler rijgedrag vertoont.
30 Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt, doordat bij een wielsamenstel van de in de aanhef als eerste genoemde soort de zwenkas waarom de drager zwenkbaar is, samenvalt met de rotatie-as van het binnengelegen wiel. Bij een wielsamenstel van de in de aanhef als tweede genoemde soort wordt dit doel volgens de uitvinding bereikt, doordat de rotatie-as van het binnengelegen wiel door de drager zwenkbaar om genoemde zwenkas is opgehangen.
35 Door het voertuig op het wielsamenstel uitgeoefende krachten kunnen steeds via het binnengelegen wiel doorgeleid worden naar het daarmee voortdurend in contact verkerende buitengelegen wiel. Daardoor wordt een soepeler rijgedrag verkregen. Bovendien wordt de lagering van het buitengelegen wiel en ook de drager minder zwaar belast.
Dankzij het traagheidsmoment van het tijdens het rijden roterende, binnengelegen wiel dat voortdurend in 40 contact verkeerd met het buitengelegen wiel worden storende hoogfrequente (meer dan circa 120 Hz) naslingeringen van de drager tegengegaan.
Opgemerkt wordt, dat een wielsamenstel, waarbij in gebruik een binnengelegen wiel steeds aanligt tegen en afrolt over het binnenoppervlak van een buitengelegen wiel op zich bekend is uit Brits octrooischrift 127.762, waarbij het buitengelegen wiel is uitgevoerd met flenzen waartussen het binnengelegen wiel is 45 opgesloten.
Doordat bij de toepassing van de uitvinding op wielsamenstellen van de als eerste beschreven soort de zwenkas van de drager bovendien samenvalt met de rotatie-as van het binnengelegen wiel, kan het binnengelegen wiel rechtstreeks ten opzichte van het voertuig zijn gelagerd en kunnen de afmetingen van de drager beperkt worden, hetgeen voordelig is voor een stabiele ophanging van de wielen.
50 Indien de drager daarbij in radiale richting ten opzichte van de zwenkas variabele effectieve afmetingen heeft, wordt gewaarborgd, dat de door het voertuig uitgeoefende krachten die radiaal op de rotatie-as van het binnengelegen wiel zijn gericht volledig via het binnengelegen wiel en niet via het midden van het buitengelegen wiel worden doorgeleid, onafhankelijk van eventuele spreiding wat betreft de diameters en de rondheid van de wielen en wat betreft de effectieve lengte van de drager.
55 Door er in te voorzien dat de drager krukasvormig is uitgevoerd, waarbij een eerste krukastap het buitengelegen wiel draagt, een tweede krukastap het binnengelegen wiel draagt, en waarbij genoemde rotatie-assen van genoemd buitengelegen wiel en van genoemd binnengelegen wiel op afstand van elkaar 194863 2 zijn gelegen, kan het wielsamenstel volgens de uitvinding als een voor-geassembleerde subsamenstelling aangeleverd worden en hoeft de fabrikant van het voertuig of de voertuig-assembiage afdeling slechts één subsamenslelling per wielsamenstel aan het voertuig te bevestigen. Verder kan de diameter van het binnengelegen wiel tot op zekere hoogte onafhankelijk van de positie van de zwenkas worden gekozen, 5 hetgeen het mogelijk maakt een relatief klein en daarom licht binnengelegen wiel toe te passen.
Het wielsamenstel is bij voorkeur uitgerust met middelen voor het aandrijven van het binnengelegen wiel, waardoor het wielsamenstel volgens de uitvinding eenvoudig kan worden aangedreven en geremd. De rotatiesnelheid van het binnengelegen wiel, in combinatie met de verhouding tussen de omtrek van de omlopende baan en de afrolomvang van het buitengelegen wiel bepaalt de snelheid waarmee het voertuig 10 zich verplaatst. Derhalve kan een gelijkmatige voortbeweging van het voertuig worden verkregen door het binnengelegen wiel gelijkmatig aan te drijven. De snelheid van het buitengelegen wiel kan daarbij tijdens het rijden over oneffenheden fluctueren, zonder dat de snelheid van het voertuig, anders dan door de extra weerstand die het rijden over de oneffenheden met zich meebrengt, wordt beïnvloed.
De aandrijving van het binnengelegen wiel kan daarbij op bijzonder eenvoudige wijze gerealiseerd 15 worden, indien de zwenkas van de drager samenvalt met de rotatie-as van het binnengelegen wiel, en het binnengelegen wiel onverdraaibaar is gekoppeld aan een aandrijfas die roteerbaar is om een as die eveneens samenvalt met de zwenkas van de drager.
Het wielsamenstel kan zijn voorzien van middelen voor het beïnvloeden van de stand van de drager. Hierdoor kan de afstand waaarover het binnengelegen wiel omhoog moet rijden, voordat het buitengelegen 20 wiel over een oneffenheid rolt worden beperkt.
Door er daarbij in te voorzien dat de middelen voor het beïnvloeden van de stand van de drager zijn ingericht voor het beperken van uitwijkingen van de drager ten opzichte van een uiterste omhoog gerichte stand, wordt de drager, wanneer deze vanuit een uiterste omhoog gerichte stand uitzwenkt terug in de richting van de uiterste omhoog gerichte stand gedrongen.
25 Een transportmiddel kan zijn voorzien van één of meer wielsamenstellen volgens de uitvinding.
Bijvoorbeeld één wielsamenstel wanneer het gaat om een kruiwagen, twee wielsamenstellen wanneer het gaat om een handkar, een boodschappenwagen of een steekwagen, drie of meer wielsamenstellen wanneer het gaat om een zonder aanvullende ondersteuning rijdende wagen, zoals een rolstoel of een kinderwagen.
30 Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en toegelicht aan de hand van een aantal uitvoerings-voorbeelden, waarbij wordt verwezen naar de tekeningen. Daarbij toont:
Figuur 1 een zijaanzicht van een wielsamenstel volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding,
Figuur 2 een aanzicht in doorsnede volgens de lijn ll-ll in figuur 1,
Figuren 3 en 4 aanzichten in doorsnede van wielsamenstellen volgens een tweede respectievelijk derde 35 uitvoeringsvorm van de uitvinding,
Figuur 5 een zijaanzicht in doorsnede volgens de lijn V-V in figuur 6 van een wielsamenstel volgens een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding,
Figuur 6 een aanzicht in doorsnede volgens de lijn VI-VI in figuur 5.
40 In de tekeningen zijn overeenkomende delen van verschillende uitvoeringsvoorbeelden telkens aangeduid met onderling gelijke verwijzingscijfers.
De uitvinding wordt in eerste aanleg nader beschreven en toegelicht met verwijzing naar het in de figuren 1 en 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld. Daarna worden de bijzonderheden van de andere uitvoeringsvoorbeelden behandeld.
45 De figuren 1 en 2 vertonen een wielsamenstel voor het over een oneffen ondergrond verrijden van een wielvoertuig. Het wielsamenstel omvat een drager 1 waarvan één uiteinde zwenkbaar om een zwenkas 2 aan een voertuig bevestigbaar is. Het andere uiteinde draagt een om een rotatie-as 3, evenwijdig aan de zwenkas 2, draaibaar buitengelegen wiel 4. Een tweede, binnengelegen wiel 5 is draaibaar om een deel van de drager 1 uitmakende, een rotatie-as 6, die evenwijdig aan de rotatie-as 3 van het buitengelegen wiel 4 is 50 opgehangen. Het buitengelegen wiel 4 heeft een radiaal binnenwaarts gekeerd omlopend oppervlak 7 waartegen het binnengelegen wiel 5 aanligt en waarover het binnengelegen wiel 5 in gebruik afrolt.
Wanneer het voertuig over een vlakke ondergrond rijdt, bevindt het binnengelegen wiel 5 zich ongeveer in een uiterste ondergelegen stand, waarbij in het algemeen enige uitwijking in rijrichting optreedt, waardoor de rolweerstand van het buitengelegen wiel 4 wordt overwonnen en dit rollende wordt gehouden. Wanneer 55 het buitengelegen wiel 4 een oneffenheid treft, stopt dit en rijdt het binnengelegen wiel 5 over het omlopende oppervlak in rijrichting, totdat het contactpunt tussen de oneffenheid en het buitengelegen wiel 4 is gepasseerd. Daarop rolt het buitengelegen wiel 4 verder en keert het binnengelegen wiel 5 terug naar een 3 194863 evenwichtspositie nabij een uiterste ondergelegen positie daarvan. Bij het van een oneffenheid af rijden, wijkt het binnengelegen wiel 5 tegen de rijrichting uit ten opzichte van de uiterste ondergelegen stand daarvan, terwijl het buitengelegen wiel 4 tijdelijk versnelt.
Dankzij het hiervoor omschreven bewegingspatroon van de samenwerkende wielen worden door het 5 voertuig op het wielsamenstel uitgeoefende krachten direct via het binnengelegen wiel 5 doorgeleid naar de velg van het buitengelegen wiel 4.
Doordat de positie van het binnengelegen wiel 5 zich voortdurend zo instelt, dat dit nabij de plaats is gelegen waar de velg van het buitengelegen wiel 4 op de ondergrond steunt, wordt de lagering van het buitengelegen wiel 4 en wordt ook de drager 1 met niet zwaar belast en worden door het voertuig 10 uitgeoefende belastingen via een korte weg doorgeleid naar de binnenzijde van de velg nabij de plaats waar de velg, of althans een daaromheen aangebrachte band, op de ondergrond steunt. Het buitengelegen wiel 4 en de ophanging en de lagering daarvan kunnen dienovereenkomstig licht zijn geconstrueerd. Dit biedt op zijn beurt het voordeel, dat het buitengelegen wiel 4 bij het treffen van oneffenheden makkelijker vertraagt en versnelt en bijvoorbeeld in mindere mate eerst tegen een oneffenheid omhoog rolt en dan weer terug rolt 15 tot een tijdelijke evenwichtsstand terwijl het binnengelegen wiel 5 over het omlopende oppervlak 7 in rijrichting afrolt, hetgeen tot een schokkerig rijgedrag zou leiden.
Dankzij het traagheidsmoment van het tijdens het rijden roterende, binnengelegen wiel 5 en de wrijving tussen het binnengelegen wiel 5 en het buitengelegen wiel 4 worden bovendien ook storende hoogfrequente (meer dan circa 120 Hz) naslingeringen van de drager 1 teruggedrongen.
20 Dankzij de ophanging van het buitengelegen wiel 4 aan de zwenkbare drager 1 wordt dit met weinig wrijving ten opzichte van het binnengelegen wiel 5 gepositioneerd gehouden, terwijl toch de versnellingen en vertragingen mogelijk zijn die nodig zijn teneinde het binnengelegen wiel 5 een vloeiende ondersteuning voor het passeren van oneffenheden te bieden.
Bij de wielsamenstellen volgens de figuren 1-4 is de drager 1 telkens krukasvormig uitgevoerd, waarbij 25 één krukastap 8 het buitengelegen wiel 4 draagt en een tweede krukastap 9 het binnengelegen wiel 5 draagt. Hierdoor kan het wielsamenstel als een voorgeassembleerde subsamenstelling aangeleverd worden en hoeft de fabrikant van het voertuig of de voertuig-assemblage afdeling slechts één subsamenstelling per wielsamenstel aan het voertuig te bevestigen. Verder kan de diameter van het binnengelegen wiel 5 tot op zekere hoogte onafhankelijk van de positie van de zwenkas 2 worden gekozen.
30 Het wielsamenstel volgens figuur 3 is voorzien van een extra lagering 10 van de drager tussen het binnengelegen wiel 5 en het buitengelegen wiel 4. Ter ondersteuning van de extra lagering 10 is het voertuigdeel 11 voorzien van een steun 12. Bij deze constructie is de drager 1 aan beide zijden van het binnengelegen wiel 5 ten opzichte van het voertuigdeel 11 gelagerd, waardoor de belastbaarheid van het wielsamenstel aanzienlijk groter is dan bij dat volgens de figuren 1 en 2.
35 Het wielsamenstel volgens figuur 4 is centraal opgehangen ten opzichte van een vork 13 en omvat twee binnengelegen wielen 5, die in gebruik elk over een bijbehorende omlopende baan 7 afrollen binnen het buitengelegen wiel 4 dat centraal binnen de vork 13 is opgehangen. Bij deze constructie wordt een symmetrische en derhalve stabiele ondersteuning ten opzichte van het loopvlak van het buitengelegen wiel 4 verkregen. Bovendien worden stuureffecten door vervormingen van de ophanging tegengegaan.
40 Bij het in de figuren 5 en 6 getoonde wielsamenstel valt de zwenkas 2 van de drager 1 samen met de rotatie-as 6 van het binnengelegen wiel 5. Hierdoor kan het binnengelegen wiel rechtstreeks ten opzichte van het voertuigdeel 14 zijn gelagerd en kunnen de axiale afmetingen van de drager 1 beperkt worden, zodat een stabiele ophanging van de wielen 4 en 5 wordt verkregen.
De drager 1 kan in radiale richting ten opzichte van de zwenkas 2 variabele effectieve afmetingen 45 hebben. Hiermee wordt gewaarborgd, dat de door het voertuig uitgeoefende krachten die radiaal op de rotatie-as 6 van het binnengelegen wiel 5 zijn gericht volledig via het binnengelegen wiel 5 en niet via het midden van het buitengelegen wiel 4 worden doorgeleid, onafhankelijk van eventuele spreiding wat betreft de diameters en de rondheid van de wielen en wat betreft de effectieve lengte van de drager 1. Bij voorkeur is de lengtevariatie van de drager 1 begrensd.
50 Het wielsamenstel kan worden uitgerust met middelen voor het aandrijven respectievelijk remmen van het binnengelegen wiel 5. De rotatiesnelheid van het binnengelegen wiel 5, in combinatie met de verhouding tussen de omtrek van de omlopende baan 7 en de afrolomvang van het buitengelegen wiel 4 bepaalt de snelheid waarmee het voertuig zich verplaatst. Derhalve kan een gelijkmatige voortbeweging van het voertuig worden verkregen door het binnengelegen wiel 5 gelijkmatig aan te drijven. De snelheid van het 55 buitengelegen wiel 4 kan daarbij tijdens het rijden over oneffenheden fluctueren, zonder dat de snelheid van het voertuig, anders dan door de extra weerstand die het rijden over de oneffenheden met zich meebrengt, wordt beïnvloed.

Claims (8)

194863 4 Zoals blijkt uit het in de figuren 5 en 6 getoonde uitvoeringsvoorbeeld, waarbij de zwenkas 2 van de drager 1 samenvalt met de rotatie-as 6 van het binnengelegen wiel 5, kan de aandrijving van het binnengelegen wiel 5 daarbij op eenvoudige wijze gerealiseerd worden, door het binnengelegen wiel 5 onverdraai-baar te koppelen aan een aandrijfas 14 die roteerbaar is om een as die eveneens samenvalt met de 5 zwenkas 2 van de drager 1. Bij het rijden over een uitstekende oneffenheid moet het binnengelegen wiel 5 eerst relatief ver over het omlopende oppervlak 7 afrollen voordat de werklijn van de door het binnengelegen wiel 5 uitgeoefende kracht voorbij het contactpunt tussen de oneffenheid en de buitengelegen wiel 4 is gelegen. Dit wordt veroorzaakt doordat de door het binnengelegen wiel 5 op het buitengelegen wiel 4 uitgeoefende kracht 10 vooral verticaal omlaag en pas bij hoge snelheden radiaal ten opzichte van de rotatie-as 3 van het buitengelegen wiel 4 is gericht. Dit brengt met zich mee, dat het binnengelegen wiel 5 relatief, omhoog moet rijden, voordat het buitengelegen wiel 4 over een oneffenheid rolt. Teneinde dit bezwaar te ondervangen, kan het wielsamenstel worden voorzien van middelen voor het beïnvloeden van de stand van de drager. Het is bijvoorbeeld mogelijk uitwijkingen van de drager 1 vanuit de 15 uiterste ondergelegen stand daarvan te beperken door middel van begrenzers in de vorm van aanslagen of dergelijke. Zodra de drager 1 de aanslag bereikt, wordt het buitengelegen wiel 4 aangedreven en rolt dit eerder over een grotere oneffenheid dan bij het ontbreken van een dergelijke voorziening het geval zou zijn. Doordat de rotatie-as 6 van het binnengelegen wiel 5 zich dan, in rijrichting beschouwd, tussen de rotatie-as 3 van het buitengelegen wiel 4 en het contactpunt tussen het buitengelegen wiel 4 en de oneffenheid 20 bevindt, ondergaat de rotatie-as 6 van het binnengelegen wiel 5 bij het over de oneffenheid rollen van het buitengelegen wiel 4 een minder grote en minde snelle verticale verplaatsing dan de rotatie-as 3 van het buitengelegen wiel 4. Bij aangedreven wielsamenstellen zal door het beperken van de uitwijkingen van de drager 1 de maximale hoogte van passeerbare oneffenheden groter zijn dan bij onbegrensd zwenkbare dragers 1 het 25 geval is, omdat bij het bereiken van de begrenzing van de uitslag het buitengelegen wiel 4 wordt aangedreven en dit bij voldoende aandrijfkoppel en grip zichzelf over de oneffenheid heen trekt. Bij het in de figuren 5 en 6 getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de middelen voor het beïnvloeden van de stand van de drager 1 ingericht voor het geleidelijk beperken van uitwijkingen van de drager 1 ten opzichte van een uiterste omhoog gerichte stand. Deze middelen omvatten een als een veer 15 uitgevoerd elastisch 30 trekorgaan waarvan een uiteinde op afstand van de zwenkas 2 aan de drager 1 is bevestigd en waarvan het andere uiteinde op afstand boven de zwenkas 2 is bevestigd aan een bevestigingsorgaan 16, dat aan een vast voertuigdeel 11 is aangebracht. Zodra de drager 1 vanuit een uiterste omhoog gerichte stand uitzwenkt, wordt de veer 15 uitgerekt en trekt deze de drager terug in de richting van de genoemde uiterste omhoog gerichte stand. De door de veer 35 15 uitgeoefende kracht is groter naarmate de uitwijking van de drager groter is. Hierdoor is de ondersteuning voor het over oneffenheden rollen van het buitengelegen wiel 4 groter naarmate de oneffenheid groter is en wordt een buitengewoon vloeiend rijgedrag verkregen. Teneinde naslingeringen te voorkomen kan behalve een elastisch trekorgaan eventueel ook een demper voor het onderdrukken van naslingeringen worden aangebracht. 40 Teneinde het rollen over oneffenheden van het buitengelegen wiel te bevorderen is het ook mogelijk, tevens het buitengelegen wiel rechtstreeks (dat wil zeggen anders dan via het binnengelegen wiel) aan te drijven, waarbij het aandrijfkoppel bijvoorbeeld door middel van een differentieel of een visco-koppeling over het binnengelegen en het buitengelegen wiel kan worden verdeeld. Wanneer een voertuig is voorzien van tegenover elkaar gelegen wielsamenstellen aan de linker- en de 45 rechterzijde van het voertuig, is het voordelig, de dragers 1 van deze wielsamenstellen onderling star of elastisch te koppelen. Indien de drager aan een kant uitzwenkt ten gevolge van stoten tegen een oneften-heid, wordt het voertuig dan ook aan de andere zijde enigszins opgetild, waardoor schommelingen van het voertuig om de langsas worden tegengegaan. 50
1. Wielsamenstel, voor het in een rijrichting over een oneffen ondergrond verrijden van een wielvoertuig, omvattende: 55 een draaibaar om zijn rotatie-as opgehangen buitengelegen wiel met een radiaal binnenwaarts gekeerd omlopend oppervlak, 5 194863 een draaibaar om zijn rotatie-as evenwijdig aan de rotatie-as van het buitengelegen wiel opgehangen binnengelegen wiel met een buitenomtrek tegenover het radiaal binnenwaarts gekeerde, omlopende oppervlak van het buitengelegen wiel voor het, althans in bepaalde bedrijfstoestanden afrollen van het binnengelegen wiel over genoemd, binnenwaarts gekeerde, omlopende oppervlak, en 5 een drager waarvan één uiteinde zwenkbaar om een zwenkas ten opzichte van een voertuig bevestig-baar is en waarvan het andere uiteinde zodanig met een rotatie-as van het buitengelegen wiel is gekoppeld dat het andere uiteinde dat het buitengelegen wiel draagt met een bewegingscomponent evenwijdig aan de rijrichting zwenkbaar is, met het kenmerk, dat genoemde zwenkas (2) waarom de drager (1) zwenkbaar is, samenvalt met de 10 rotatie-as (6) van het binnengelegen wiel (5).
2. Wielsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drager (1) in radiale richting ten opzichte van de zwenkas (2) variabele effectieve afmetingen heeft.
3. Wielsamenstel voor het in een rijrichting over een oneffen ondergrond verrijden van een voertuig, omvattende: 15 een draaibaar om zijn rotatie-as opgehangen buitengelegen wiel met een radiaal binnenwaarts gekeerd omlopend oppervlak, een draaibaar om zijn rotatie-as evenwijdig aan de rotatie-as van het buitengelegen wiel opgehangen binnengelegen wiel met een buitenomtrek tegenover het radiaal binnenwaarts gekeerde, omlopende oppervlak van het buitengelegen wiel voor het, althans in bepaalde bedrijfstoestanden afrollen van het 20 binnengelegen wiel over genoemd, binnenwaarts gekeerde, omlopende oppervlak, en een drager die zwenkbaar om een zwenkas ten opzichte van een voertuig bevestigbaar is, waarvan een uiteinde zodanig met een rotatie-as van het buitengelegen wiel is gekoppeld, dat het buitengelegen wiel met een bewegingscomponent evenwijdig aan de rijrichting zwenkbaar is om een genoemde zwenkas, aan welke drager tevens het binnengelegen wiel is gekoppeld, 25 met het kenmerk, dat de rotatie-as (6) van het binnengelegen wiel (5) door de drager (1) zwenkbaa om genoemde zwenkas (2) is opgehangen.
4. Wielsamenstel volgens conclusie 3, waarbij de drager (1) krukasvormig is uitgevoerd, een eerste astap (8) heeft die het buitengelegen wiel (4) draagt en een tweede astap (9) heeft die het binnengelegen wiel (5) draagt, en waarbij genoemde rotatie-assen (3, 6) van genoemd buitengelegen wiel (4) en van genoemd 30 binnengelegen wiel (5) op afstand van elkaar zijn gelegen.
5. Wielsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen (14) voor het aandrijven van het binnengelegen wiel (5).
6. Wielsamenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de zwenkas (2) van de drager (1) samenvalt met de rotatie-as (6) van het binnengelegen wiel (5), en dat het binnengelegen wiel (5) onverdraaibaar is 35 gekoppeld aan een aandrijfas (14) die roteerbaar is om een as die tevens samenvalt met de zwenkas (2) van de drager (1).
7. Wielsamenstel volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen (15, 16) voor het beïnvloeden van de stand van de drager (1).
8. Wielsamenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de middelen (15, 16) voor het beïnvloeden van 40 de stand van de drager (1) zijn ingericht voor het beperken van uitwijkingen van de drager (1) ten opzichte van een uiterste omhoog gerichte stand. Hierbij 3 bladen tekening
NL9401516A 1994-09-19 1994-09-19 Wielsamenstel voor het over een oneffen ondergrond verrijden van een wielvoertuig. NL194863C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401516A NL194863C (nl) 1994-09-19 1994-09-19 Wielsamenstel voor het over een oneffen ondergrond verrijden van een wielvoertuig.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401516 1994-09-19
NL9401516A NL194863C (nl) 1994-09-19 1994-09-19 Wielsamenstel voor het over een oneffen ondergrond verrijden van een wielvoertuig.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9401516A NL9401516A (nl) 1996-05-01
NL194863B NL194863B (nl) 2003-01-06
NL194863C true NL194863C (nl) 2003-05-06

Family

ID=19864666

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401516A NL194863C (nl) 1994-09-19 1994-09-19 Wielsamenstel voor het over een oneffen ondergrond verrijden van een wielvoertuig.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL194863C (nl)

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE74804C (de) * S. VON KVASSAY, Königl. Ungarischer Ministerial-Rath, in Fiume Gleisring für Wagenräder
FR3676E (fr) * 1903-09-04 1905-01-25 Louis Laoureux Système de propulsion des charges
GB127762A (en) * 1918-07-27 1919-06-12 Jabez Foster Improvements in or relating to the Wheels of Road and like Vehicles.
GB769842A (en) * 1954-09-30 1957-03-13 Nojima Takeo Improvements in and relating to wheel arrangements for transportation devices
US3724863A (en) * 1971-01-18 1973-04-03 R Talamantez Cart with automatic positioning handle and independently positionable wheels
GB2043554B (en) * 1979-02-02 1983-05-11 Biddle Eng Co Ltd Motorised wheelchairs

Also Published As

Publication number Publication date
NL194863B (nl) 2003-01-06
NL9401516A (nl) 1996-05-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6006847A (en) Endless track structure for light wheeled vehicle
JP2921894B2 (ja) 車両用の車輪とそのような車輪を装備した車両
JPH06500969A (ja) 衝撃吸収装置付きハブ・ホイール・アセンブリ
JPH09511712A (ja) 車輪懸架システム
CN1052684C (zh) 无摇摆现象的双轮脚轮组件
JP2003517969A (ja) ステアリングナックル
AU776052B2 (en) Improved steering system
NL194863C (nl) Wielsamenstel voor het over een oneffen ondergrond verrijden van een wielvoertuig.
US5590605A (en) Conveying device with self steering powered caster
JP2008013074A (ja) キャスター
US20100294163A1 (en) Rail vehicle
NL8601667A (nl) Ophanging voor een stuurbaar wiel.
EP3459814B1 (en) Stabilizing support wheel device and an industrial truck with such a support wheel device
EP1582438B1 (en) A device for steerable suspension of a vehicle wheel
JPS6411505B2 (nl)
US7270334B2 (en) Wheel assemblies for use with load bearing platforms
EP3470297B1 (en) A drive unit for an industrial truck and an industrial truck with such a drive unit
JP3010696U (ja) 移動壁の走行装置及び水平車輪式吊車
FR2543094A1 (fr) Vehicule routier comportant un essieu a fusees directrices
GB2482202A (en) A Wheeled Vehicle
JP7492467B2 (ja) 車輪及び車両
JP7492466B2 (ja) 車輪及び車両
JPH0733027A (ja) 無人搬送車の駆動台車
FI95450B (fi) Varapyörän nosto- ja laskulaite
WO2020231345A1 (en) A wheel arrangement

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
NP1 Not automatically granted patents
SNR Assignments of patents or rights arising from examined patent applications

Owner name: VERENIGING BRILLE

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110401