NL194775C - Werkwijze en inrichting voor het mechanisch in een met teelaarde gevulde houder planten van een verzameling als stortgoed aangevoerde bollen van een gewas. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het mechanisch in een met teelaarde gevulde houder planten van een verzameling als stortgoed aangevoerde bollen van een gewas. Download PDF

Info

Publication number
NL194775C
NL194775C NL9500422A NL9500422A NL194775C NL 194775 C NL194775 C NL 194775C NL 9500422 A NL9500422 A NL 9500422A NL 9500422 A NL9500422 A NL 9500422A NL 194775 C NL194775 C NL 194775C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bulbs
spheres
grippers
planting
rollers
Prior art date
Application number
NL9500422A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9500422A (nl
NL194775B (nl
Inventor
Caspert Maarten De Vries
Original Assignee
Vries Engineering I O De
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vries Engineering I O De filed Critical Vries Engineering I O De
Priority to NL9500422A priority Critical patent/NL194775C/nl
Priority to BE9600157A priority patent/BE1009180A3/nl
Priority to NL1002437A priority patent/NL1002437C2/nl
Publication of NL9500422A publication Critical patent/NL9500422A/nl
Priority to NL1006188A priority patent/NL1006188C2/nl
Publication of NL194775B publication Critical patent/NL194775B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194775C publication Critical patent/NL194775C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C5/00Making or covering furrows or holes for sowing, planting or manuring
    • A01C5/04Machines for making or covering holes for sowing or planting
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C9/00Potato planters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C9/00Potato planters
    • A01C9/02Potato planters with conveyor belts
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C9/00Potato planters
    • A01C9/06Potato planters with piercing or grasping devices

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Transplanting Machines (AREA)

Description

1 194775
Werkwijze en inrichting voor het mechanisch in een met teelaarde gevulde houder planten van een verzameling als stortgoed aangevoerde bollen van een gewas
De uitvinding betreft een werkwijze voor het mechanisch in een met teelaarde gevulde houder planten van 5 een verzameling als stortgoed aangevoerde bollen van een gewas, door de aangevoerde verzameling bollen in onderling parallelle langsrijen te verdelen en de bollen aan het eind van elke langsrijen stuk voor stuk in de teelaarde in de houder te planten. Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Nederlandse terinzagelegging 7314022.
In deze terinzagelegging wordt beschreven hoe als stortgoed aangevoerde bollen vanuit een voorraad-10 trechter op een trilgoot worden gebracht, die zodanig in compartimenten verdeeld is, dat de bollen In evenwijdige rijen voorwaarts worden bewogen. Op deze trilgoot sluit een vultrechter aan, bestaande uit een hellende leibaan met daartegenover een neerhangende strook buigzaam materiaal, waardoor de bollen omlaag vallen in een daaronder aangevoerde bak met teelaarde. Tussen de trilgoot en de vultrechter bevindt zich nog een schamierbaar opgehangen, aangedreven lichter, waardoor de bollen vanuit de trilgoot 15 met vaste tussenpozen worden overgebracht naar de vultrechter.
Deze bekende werkwijze maakt het dus mogelijk het planten van bollen, dat een relatief arbeidsintensieve bewerking is, die snel moet worden uitgevoerd in verband met de beperkte duur van het optimale plantseizoen, te mechaniseren. Dit is van belang, daar het planten van bollen relatief geestdodende en laag betaalde arbeid is, waarvoor steeds minder arbeidskrachten te vinden zijn. Desondanks vertoont de 20 bekende werkwijze een aantal nadelen. Zo is door de vaste frequentie waarmee de bollen vanuit de trilgoot naar de vultrechter worden overgebracht niet gegarandeerd dat zich aan het eind van elke langsrij een bol bevindt op het moment dat de lichter deze naar de vultrechter overbrengt. Hierdoor kunnen dus openingen ontstaan in het plantpatroon, waardoor de beschikbare teelaarde niet optimaal gebruikt wordt Daarnaast bestaat de kans dat de bollen, die immers vrij door de vultrechter vallen, onjuist georiënteerd, bijvoorbeeld 25 met de wortels naar boven in de teelaarde terecht komen, waardoor de kans dat de bol tot een plant uitgroeit wordt verkleind.
De uitvinding heeft derhalve tot doel een werkwijze van de hiervoor beschreven soort zodanig te verbeteren, dat deze nadelen zich niet meer voordoen. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat gecontroleerd wordt of aan het eind van elke langsrij een bol aanwezig is, waarbij de bollen aan de einden 30 van de langsrijen een gevulde dwarsrij vormen, vervolgens de bollen in de dwarsrij aan richtmiddelen worden toegevoerd voor het allen op dezelfde wij ze gericht worden door deze eerst met hun wortels naar boven te oriënteren, waarbij onjuist georiënteerde bollen worden afgevoerd, en worden vervangen door andere bollen, die ook weer met de wortels naar boven worden georiënteerd, net zolang tot een gevulde dwarsrij georiënteerde bollen aanwezig is, en daarna alle bollen uit die georiënteerde dwarsrij een halve 35 slag te kantelen, waarbij elke bol na het kantelen wordt opgepakt en in de teelaarde in de houder wordt geplant. Door voor het planten te controleren dat zich aan het eind van elke langsrij een bol bevindt en tijdens het oriënteren onjuist georiënteerde bollen door andere bollen te vervangen, worden open plekken in het plantpatroon vermeden. Bovendien wordt door het richten en vervolgens afzonderlijk oppakken en planten van de bollen gewaarborgd, dat deze allen in de juiste richting in de teelaarde terecht komen.
40 Opgemerkt wordt nog dat uit het Amerikaanse octrooischrift 2.935.957 een systeem bekend is voor het mechanisch planten van bollen in de volle grond, waarbij bollen vanuit een bunker via een korte spiraalvormige glijbaan naar een sterwie! gevoerd worden, waarin de bollen worden verenkeld. De bollen worden uit het sterwiel genomen door een roterende revolver kop met daarop aangebrachte grijpers, die over 180° draaibaar zijn voor het richten van de bollen. Deze grijpers plaatsen de bollen in vakken in een tweetal 45 rupsbanden, waarmee de plantinrichting over de grond verrijdbaar is. Vanuit deze vakken in de rupsbanden vallen de bollen dan uiteindelijk in de aarde. Het betreft hier dus het planten in de volle aarde, in plaats van in met teelaarde gevulde houders, terwijl er daarnaast bij het bekende systeem geen sprake is van het verdelen van de bollen in evenwijdige rijen, of van het afzonderlijk oppakken en in de aarde plaatsen van de bollen.
50 De uitvinding betreft ook een inrichting waarmee de hiervoor beschreven werkwijze kan worden uitgevoerd. De inrichting volgens de onderhavige uitvinding onderscheidt zich nu vein de bekende plant-- inrichting, doordat de oriënteringsmiddelen voor elke langsrij bollen een met tussenruimte aangebracht, om evenwijdige assen roteerbaar samenwerkend rollenpaar omvatten, waarvan de rollen elk verbonden zijn met middelen voor het in dezelfde richting aandrijven daarvan en met middelen voor het zover uit elkaar 55 verplaatsen daarvan dat onjuist georiënteerde bollen daar tussen door kunnen vallen. Door rotatie van de rollen vallen de bollen als het ware om, waarbij zij met hun toppen tussen de rollen steken. Zo kunnen de bollen op eenvoudige wijze gericht worden.
194775 2
Voorkeursuitvoeringen van de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding zijn beschreven in de volgcondusies.
De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de 5 bijgevoegde tekening, waarin: figuur 1 een bovenaanzicht is van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 2 een zijaanzicht is van de in figuur 1 getoonde inrichting; figuur 3 een gedetailleerd bovenzicht is van de uitneemmiddelen van de in figuur 1 getoonde inrichting, figuur 4 een schematisch zijaanzicht is van de richtmiddelen van de inrichting; 10 Figuren 5a t/m e de verschillende stappen van het richten van een bol schematisch weergeven.
De uitvinding verschaft een werkwijze voor het mechanisch in teeltbakken planten van bollen, bijvoorbeeld bloembollen, alsmede een daarbij toe te passen inrichting. De bollen moeten in dergelijke bakken geplant worden met een tussenruimte van enkele centimeters, en moeten daarom nauwkeurig geplaatst en gericht 15 worden. Een probleem bij het mechanisch of machinaal planten is echter dat de bollen niet allemaal identiek zijn, en zowel in vorm als afmeting verschillen.
De mechanische plantinrichting omvat middelen 2 (figuur 1) voor het uit een verzameling bollen 3 nemen van een aantal bollen 3, daarmee in serie geplaatste middelen 4 voor het richten van dat aantal bollen 3 en met de richtmiddelen 4 in serie geplaatste middelen 5 voor het planten van dat aantal gerichte bollen 3. De 20 inrichting omvat verder middelen 6 voor het aan de plantmiddelen 5 toevoeren van met teelaarde gevulde houders 8 voor het opnemen van de bollen 3.
De uitneemmiddelen 2 (figuur 3) omvatten een bandtransporteur 9, waarop de bollen 3 gestort worden, en die de bollen 3 in de richting van de pijl T door een poort 10 met scheidingsorganen 11 transporteert. De scheidingsorganen 11, die in aantal overeenkomen met het aantal in een rij te planten bollen 3, zijn elk 25 heen en weer beweegbaar, in het getoonde voorbeeld zwenkbaar om een loodrecht op het vlak van de transporteur 9 staande as 12, en worden via armen 13 en een verbindingsstrips 14 synchroon aangedreven door een (hier niet getoonde) aandrijving. Zo wordt de als stortgoed aangevoerde, ongeordende massa bollen 3 op de band 9 in een aantal rijen verdeeld. De rijen kunnen eventueel nog gescheiden gehouden worden door (hier niet getoonde) boven de band 9 hangende scheidingswanden. Deze scheidingswanden 30 kunnen daarbij uitgevoerd zijn als dubbele stroken van een soepele kunststof, die door een daartussen aangebrachte kunststof buigveer van elkaar en dus in de richting van de naastgelegen scheidingswand gedrukt worden. Door de veerkracht wordt dan bereikt dat zich slechts een enkele rij bollen zal vormen in de door de scheidingswanden gevormde banen, terwijl als gevolg van de soepele aard van de scheidingswanden het vastlopen en eventueel beschadigen van in die banen aanwezige bollen voorkomen wordt. Aan 35 het eind van de band 9 worden de bollen 3 door kleppen 15 tegengehouden, tot voor elke klep 15 een bol 3 aanwezig is, en de richtmiddelen 4 gereed zijn om weer een serie bollen 3 te ontvangen. Dan worden de kleppen 15 door daarmee verbonden bedieningscilinders 16 opengetrokken in de richting van de pijl (figuur 2), waarna de bollen 3 overgegeven worden aan de lager gelegen richtmiddelen 4.
De richtmiddelen 4 omvatten twee rijen op afstand tegenover elkaar gelegen rollen 17, 18, die roteerbaar 40 zijn om evenwijdige assen 19, 20. Twee tegenover elkaar gelegen rollen 17,18 vormen daarbij telkens een rollenpaar. Tussen de beide rollen 17,18 is telkens een lichtbron 23 aangebracht. Onder de rollenparen is verder een zich over de gehele breedte van de inrichting 1 uitstrekkende afvaltransporteur 24 aangebracht. De rollen 17,18 van elk rollenpaar worden onafhankelijk van de rollen van de andere rollenparen aangedreven. Daartoe is elke rol 17,18 voorzien van een tandwiel 29, 30, dat over een gemeenschappelijk getande 45 riem 31 aangedreven wordt door een tandwiel 33. Dit tandwiel 33 is aangebracht op de uitgaande as 40 van een omkeerbare motor 34. Teneinde de mogelijkheid te hebben de afstand tussen de rollen 17,18 in te stellen, is de getande aandrijfriem 31 relatief lang, en wordt deze over een omloopwiel 35 van een spanner 36 geleid. Deze spanner 36 omvat een arm 32, die het omloopwiel 35 draagt, en zwenkbaar is om een scharnierpunt 37. De arm 32 wordt door een trekveer 38 belast, waardoor de riem 31 onder spanning 50 gehouden wordt.
Op elk rollenpaar 17,18 komt nu op willekeurige wijze een bol 3 te liggen. De rollen 17, 18 worden nu gedurende enkele seconden in een eerste richting R, geroteerd (figuur 5a), en vervolgens gedurende enkele seconden in de daaraan tegenovergestelde richting R2 (figuur 5b). Daarbij roteren de beide rollen 17, 18 in dezelfde richting. Door de rotatie van de rollen 17,18 zal de daartussen gelegen bol 3 als het ware 55 ’’omvallen”, waardoor hij met zijn top 21 uitsteekt tussen de twee rollen 17, 18, en zijn wortels 22 omhoog gericht zijn. Daarbij onderbreekt de top 21 een uit de lichtbron 23 afkomstige straal, waardoor een signaal afgegeven wordt dat de rotatie stopzet (figuur 5c). Wanneer de lichtstraal nog niet onderbroken is nadat de

Claims (4)

1. Werkwijze voor het mechanisch in een met teelaarde gevulde houder planten van een verzameling als stortgoed aangevoerde bollen van een gewas, door de aangevoerde verzameling bollen in onderling parallelle langrijen te verdelen en de bollen aan het eind van elke langsrij stuk voor stuk in de teelaarde in 40 de houder, te planten, met het kenmerk, dat gecontroleerd wordt of aan het eind van elke langsrij een bol (3) aanwezig is, waarbij de bollen (3) aan de einden van de langsrijen een gevulde dwarsrij vormen, vervolgens de bollen (3) in de dwarsrij aan richtmiddelen (4) worden toegevoerd voor het aiien op dezelfde wijze gericht worden door deze eerst met hun wortels (22) naar boven te oriënteren, waarbij onjuist georiënteerde bollen (3) worden afgevoerd, en worden vervangen door andere bollen (3), die ook weer met 45 de wortels (22) naar boven worden georiënteerd, net zolang tot een gevulde dwarsrij georiënteerde bollen (3) aanwezig is, en daarna alle bollen (3) uit die georiënteerde dwarsrij een halve slag te kantelen, waarbij elke bol (3) na het kantelen wordt opgepakt en in de teelaarde (7) in de houder (8) wordt geplant.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de parallele langsrijen een relatief grote tussenruimte in dwarsrichting vertonen en de bollen (3) voor het planten dichter naar elkaar toe bewogen worden.
3. Plantinrichting geschikt voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de oriënteringsmiddelen voor elke langsrij bollen (3) een met tussenruimte aangebracht, om evenwijdige assen (19, 20) roteerbaar samenwerkend rollenpaar (17,18) omvatten, waarvan de rollen (17,18) elk verbonden zijn met middelen (31, 33, 34, 40) voor het in dezelfde richting aandrijven daarvan, en met middelen (32, 35, 36, 37, 38) voor het zo ver van elkaar verplaatsen daarvan, dat onjuist georiënteerde 55 bollen (3) daar tussen door kunnen vallen. 194775 4
3 194775 rollen 17,18 in de beide richtingen R1f R2 geroteerd zijn, is er klaarblijkelijk iets mis met de bol 3. Bijvoorbeeld kan de bol 3 te klein zijn, of beschadigd, waardoor hij niet wil kantelen, of zijn top 21 de lichtstraal niet bereikt. In dat geval worden de rollen van elkaar bewogen, waardoor de bol 3 op de afvaltransporteur 24 valt (figuur 5d), en wordt een nieuwe bol 3 vanaf de transporteur 9 toegelaten, waarna het betreffende 5 rollenpaar 17,18 weer geroteerd wordt. Wanneer uiteindelijk van elk rollenpaar 17,18 de rotatie gestopt is, liggen alle bollen 3 dus in dezelfde richting, met hun top 21 naar beneden en hun wortels 22 omhoog. Doordat de afstand tussen de rollen 17,18 instelbaar is, kan worden gewaarborgd dat voor elke soort bollen 3 de lichtstraal uitsluitend onderbroken wordt door de top 21 van de bollen, en onbereikbaar is voor de wortels 22 daarvan. Overigens kunnen in het geval dat zeer uiteenlopende soorten bollen verwerkt 10 moeten werden in één en dezelfde inrichting, de rollen 17,18 verwijderd worden en door rollen met een andere diameter vervangen worden. Vervolgens worden de bollen 3 opgepakt door een aantal op een kantelbalk 25 aangebrachte grijpers 26 (figuur 5e), en daardoor over 180° gekanteld, waarna zij met hun wortels 22 weer naar beneden gericht in een transportbak 27 geplaatst worden. Deze transportbak 27, die zich over de gehele breedte van de 15 inrichting 1 uitstrekt, is in hoogterichting verplaatsbaar, zodat de bollen 3 voorzichtig daarin geplaatst kunnen worden, en niet van enige hoogte in de bak 27 vallen. In de transportbak 27 worden de bollen 3 opgenomen in (niet getoonde) positioneringsprofielen, zodat zij door de richtmiddelen 4 meegegeven oriëntatie handhaven. De transportbak 27 is verder over rails 28 heen en weer verplaatsbaar. De transportbak 27 brengt de bollen 3 naar de eigenlijke plantmiddelen 5.
20 Deze plantmiddelen 5 omvatten een aantal onderling evenwijdige verplaatsbare grijpers 41, die in dwarsrichting verschuifbaar zijn langs een balk 42, en die verder omhoog en omlaag beweegbaar zijn met behulp van een pneumatische cilinder 44. De grijpers 41 nemen de bollen 3 zo uit de transportbak 27, waarna deze weer teruggetrokken wordt naar de richtmiddelen 4. Wanneer elke grijper 41 een bol 3 vast heeft, worden de cilinders 44 met de 25 daaraan hangende grijpers 41 in dwarsrichting langs de balken 42 naar elkaar toe geschoven, om de bollen 3 zo dicht mogelijk bij elkaar te kunnen planten. Vervolgens worden de grijpers 41 zover omlaag gebracht, dat zij de bollen 3 in de aarde van een door de toevoermiddelen 6 aangevoerde teelbak 8 drukken. Dan worden de grijpers 41 om en om gelost, dat wil zeggen dat eerst bijvoorbeeld de 1e, 3®, 5® enz. grijpers 41 worden geopend en vervolgens omhooggetrokken, en daarna de 2®, 4®, 6® enz. grijpers. Zo wordt voorko-30 men dat de grijpers 41, die immers dicht tegen elkaar aan gelegen zijn, met elkaar in conflict komen. De bewegingen van de verschillende onderdelen van de inrichting 1 worden bestuurd door programmeerbare besturingsmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van een (niet getoonde) PLC.
35 Conclusies
4. Plantinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de rolaandrijfmiddelen (31, 33, 34, 40) ingericht zijn voor het achtereenvolgens in een eerste R, en een daaraan tegengestelde tweede richting R2 doen roteren van het samenwerkende rollenpaar (17,18). Hierbij 4 bladen tekening
NL9500422A 1995-03-03 1995-03-03 Werkwijze en inrichting voor het mechanisch in een met teelaarde gevulde houder planten van een verzameling als stortgoed aangevoerde bollen van een gewas. NL194775C (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500422A NL194775C (nl) 1995-03-03 1995-03-03 Werkwijze en inrichting voor het mechanisch in een met teelaarde gevulde houder planten van een verzameling als stortgoed aangevoerde bollen van een gewas.
BE9600157A BE1009180A3 (nl) 1995-03-03 1996-02-23 Werkwijze en inrichting voor het planten van bollen.
NL1002437A NL1002437C2 (nl) 1995-03-03 1996-02-23 Inrichting voor het planten van bollen.
NL1006188A NL1006188C2 (nl) 1995-03-03 1997-06-02 Inrichting voor het planten van bollen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500422 1995-03-03
NL9500422A NL194775C (nl) 1995-03-03 1995-03-03 Werkwijze en inrichting voor het mechanisch in een met teelaarde gevulde houder planten van een verzameling als stortgoed aangevoerde bollen van een gewas.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9500422A NL9500422A (nl) 1996-10-01
NL194775B NL194775B (nl) 2002-11-01
NL194775C true NL194775C (nl) 2003-03-04

Family

ID=19865670

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9500422A NL194775C (nl) 1995-03-03 1995-03-03 Werkwijze en inrichting voor het mechanisch in een met teelaarde gevulde houder planten van een verzameling als stortgoed aangevoerde bollen van een gewas.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1009180A3 (nl)
NL (1) NL194775C (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109041700A (zh) * 2018-06-28 2018-12-21 芜湖明智自动化科技有限公司 土豆自动播种设备

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1009445C2 (nl) * 1998-06-19 1999-12-21 Potveer Bv Inrichting voor het richten en opnemen van bollen, een dergelijke inrichting omvattende plantinrichting en werkwijze onder toepassing daarvan.
GB2535696B (en) * 2015-02-13 2017-11-01 Standen Eng Ltd Planter

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2935957A (en) * 1955-09-14 1960-05-10 Eaton Bell Hunt & Seltzer Bulb planter
EP0243264A1 (fr) * 1986-04-23 1987-10-28 Ateliers De Claire Fontaine Planteuse et procédé de plantage de plants en mottes
NL9000945A (nl) * 1990-04-20 1991-11-18 Henri Peter Herman Maria Verde Werkwijze en machine voor het poten van bloembollen.
NL9300502A (nl) * 1993-03-22 1994-10-17 V O F Stavast Verrijdbare plantmachine, in het bijzonder voor bol- en knolgewassen.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109041700A (zh) * 2018-06-28 2018-12-21 芜湖明智自动化科技有限公司 土豆自动播种设备

Also Published As

Publication number Publication date
NL9500422A (nl) 1996-10-01
NL194775B (nl) 2002-11-01
BE1009180A3 (nl) 1996-12-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7000755B2 (en) Apparatus for repositioning product while maintaining forward conveying speed
NO784359L (no) Fremgangsmaate ved planting samt plantemaskin
EP0644120A1 (en) Apparatus and method for packing substantially spherical articles in boxes or cases
WO2018172376A1 (en) Mushroom handling apparatus
JPH08504563A (ja) 剛性トレイ田畑植え付け器
NL8902316A (nl) Inrichting voor het verplaatsen van gerangschikte stekken.
NL8601765A (nl) Verspeeninrichting en -werkwijze.
EP1270422A1 (en) Apparatus and method for delivering spherical products into a rectangular container
JPH061317A (ja) 整合させた食品の堆積を容器内に転送する装置
NL194775C (nl) Werkwijze en inrichting voor het mechanisch in een met teelaarde gevulde houder planten van een verzameling als stortgoed aangevoerde bollen van een gewas.
JPS61115803A (ja) 物体をグループにまとめ、方向付けし且つ包装する方法及び該方法を実施するためのシステム
NL1002445C1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het be- respectievelijk verwerken van gewassen, in het bijzonder langstelige gewassen.
NL1009464C2 (nl) Groeperen van snijbloemen.
GB2595926A (en) Mushroom handling apparatus
US3973667A (en) Apparatus for vertically transporting eggs or like articles
NL8900227A (nl) Werkwijze en inrichting voor het behandelen van planten.
NL1006715C2 (nl) Productoverdraaginrichting alsmede een samenstel omvattende een dergelijke productoverdraaginrichting.
ES2285668T3 (es) Medios para la transferencia de productos alimenticios desde unas maquinas cortadoras hasta unas maquinas empaquetadoras.
US4202261A (en) Method and apparatus for trimming onions or like produce
NL1006188C2 (nl) Inrichting voor het planten van bollen.
NL1002437C2 (nl) Inrichting voor het planten van bollen.
US4597704A (en) Stack handling method and apparatus
NL8803104A (nl) Werkwijze en inrichting voor het oprapen en/of neerzetten van potten voor planten.
WO1986007573A1 (en) Apparatus for automatically packing products in packages
NL1012438C2 (nl) Pottenvulmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20041001