NL194116C - Rookgasreinigingsinrichting. - Google Patents

Description

1 194116

Rookgasrein jg ingsinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een rookgasreinigingsinrichting, omvattende een daarin uitmondend eind van een rookkanaal en een schoepenrooster voor het bewerkstelligen van een rotatiebeweging van 5 rookgassen, waarbij dat schoepenrooster is bevestigd aan het eind van het rookkanaal, en omvattende trilmiddelen om het schoepen rooster van daaraan gehechte verontreinigingen te ontdoen.

Het is aanvraagster bekend dat een dergelijke rookgasreinigingsinrichting algemeen bekend is in de vorm van een zogenaamde half-droge rookgasreinigingsinrichting, die in Europa, althans in Finland, zeer algemeen wordt gebruikt bij verwerkingsinstallaties voor gevaarlijk afval. Bij een dergelijke inrichting, verder 10 de algemeen bekende inrichting genoemd, is de rookgasreiniging gebaseerd op het tegenstroomprincipe van, bijvoorbeeld kalkmelk en rookgassen.

Bij de algemeen bekende inrichting wordt een rotatiebeweging van rookgassen bereikt door middel van een bij het eind van een rookkanaal aangebracht schoepenrooster. De diameter van het schoepenrooster is, bijvoorbeeld 1500 mm. Het schoepenrooster is bij de algemeen bekende inrichting star bevestigd aan het 15 eind van het rookkanaal. De schoepen van het rooster veranderen de stromingsrichting van een rookgas wanneer dit door het rooster stroomt, en aldus wordt de gewenste rotatiebeweging van het rookgas bewerkstelligd.

Het probleem dat is gerezen bij de algemeen bekende inrichting is, dat het schoepenrooster verstopt. Verschillende soorten trilmiddelen, bijvoorbeeld mechanische hamers en pneumatische drukopwekkers, 20 worden gebruikt om de verstopping te verwijderen. Ondanks deze trilmiddelen moet de toevoer van afval echter ongeveer elke twee of drie weken worden onderbroken om de installatie te laten af koelen en het schoepenrooster met de hand te reinigen. De reinigingsintervallen kunnen soms zelfs zo kort als twee è vier dagen zijn.

De verstopping van het schoepen rooster van de algemeen bekende inrichting heeft verscheidene 25 oorzaken. Bijvoorbeeld, de uit de ketel afgevoerde as is nog gedeeltelijk gesmolten en kleeft aan de onderzijde van de schoepen. De door een verdeelinrichting voor kalkmelk, een zogenaamde verstuiver, toegevoerde kalkmelk wordt niet volledig verstoven in de rookgassen maar begint zich te verzamelen als hopen op het schoepenrooster. Zelfs een kleine verstoring kan leiden tot het verzamelen van hopen op het schoepenrooster en dus tot een verandering in de stroom gassen. Tijdens normaal bedrijf valt de boven de 30 verstuiver gevormde afzettingen op het schoepenrooster, hetgeen resulteert in het verzamelen van hopen op het schoepenrooster, een verandering in de stroming, etc., zoals hierboven uiteengezet. Verstopping van het schoepenrooster wordt waargenomen door drukverschilmetingen van een automatische regeling. Tijdens normaal bedrijf is het drukverschil ongeveer 1,5 mbar. Wanneer het drukverschil meer dan 4 mbar is moet het rooster gereinigd worden.

35 Bij de algemeen bekende inrichting is, zoals eerder opgemerkt, het schoepenrooster star bevestigd aan het eind van een rookkanaal. Bij de algemeen bekende inrichting is zoals uiteengezet het probleem dat de in de inrichting aangebrachte trilmiddelen, dat wil zeggen een mechanische hamer en een pneumatische drukopwekker, het schoepenrooster niet voldoende kunnen reinigen, om welke reden de installatie van tijd tot tijd voor het reinigen moet worden stilgelegd.

40 Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een rookgasreinigingsinrichting volgens de uitvinding, die wordt gekenmerkt doordat de trilmiddelen flexibele elementen omvatten en doordat het schoepenrooster is bevestigd door middel van de flexibele elementen aan het eind van het rookkanaal. Het voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is vooral dat dit bijdraagt aan het voorkomen van verstopping van het schoepenrooster, zodat met de hand reinigen niet nodig is, en het rooster tijdens normaal bedrijf kan 45 worden gereinigd, of dat dit zelfs automatisch kan worden gereinigd door de inwerking van de stroom rookgassen. Een verder voordeel van de uitvinding is zijn eenvoud en het feit dat deze op een eenvoudige wijze kan worden toegepast bij bestaande installaties. Dus het invoeren van de uitvinding is goedkoop.

Opgemerkt wordt dat uit het Duitse Aslegeschrift 1.083.283 een koeltoestel bekend is met een bundel verticale platen voor vloeistof/gas-contact. De bundels langgerekte verticale platen kunnen voor de 50 verwijdering van daarop afgezette aanslag in trilling worden gebracht. Deze platen zijn ter demping met hun einden in elastische elementen, bijvoorbeeld bestaande uit rubber, opgesteld.

Verder is uit het Amerikaanse octrooischrift 3.641.743 een wervelstromingsinrichting voor het afscheiden van partikelmaterie uit gassen bekend, in het bijzonder van vloeistoffen uit gassen. Hierbij zijn inflexibel opgestelde geleidingsbladen voorzien waarop ter voorkoming van deeltjesaanhechting een vloeistof wordt 55 gesproeid zodat zich een film van vloeistof om de bladen vormt.

Opgemerkt wordt eveneens dat uit het Amerikaanse octrooischrift 3.996.317 een gas-vloeistof-reiniger met veerkrachtige flexibele roosters bekend is. Het betreft hier echter geen schoepenrooster, maar roosters

Claims (2)

194116 2 in de vorm van geperforeerde platen. In het volgende zal de uitvinding worden beschreven door middel van een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm, die wordt getoond in de bijgaande tekeningen, waarin: 5 figuur 1 een algemeen zijaanzicht is van een rookgasreinigingsinrichting volgens de uitvinding, figuur 2 op grotere schaal, een zijaanzicht is van een rookgasreinigingsinrichting volgens de uitvinding, en figuur 3 een bovenaanzicht is van de rookgasreinigingsinrichting volgens figuur 2. 10 Figuur 1 is een algemeen zijaanzicht van een rookgasreinigingsinrichting volgens de uitvinding. De rookgasreinigingsinrichting wordt aangegeven door verwijzingscijfer 1. Verwijzingscijfer 2 geeft het rookkanaal aan, dat zich uitstrekt in de rookgasreinigingsinrichting 1. Verwijzingscijfer 3 geeft een schoepenrooster aan, dat is bevestigd op het eind van het rookkanaal 2 voor het bewerkstelligen van de gewenste roterende beweging van de rookgassen. Verwijzingscijfer 4 geeft middelen aan voor het reinigen van het 15 schoepenrooster 3, zoals mechanische hamers en pneumatische drukopwekkers, welke op algemene wijze zijn weergegeven. De stromingsinrichting van rookgassen in het rookkanaal 2 wordt aangegeven door de pijl N. De algemene constructie en het algemene werkingsprincipe van de rookgasreinigingsinrichting 1 is geheel bekend aan iemand die bedreven is in de techniek, om welke reden deze aspecten in dit verband niet gedetailleerd zullen worden beschreven. 20 Figuren 2 en 3 tonen de inrichting volgens de uitvinding op grotere schaal. In figuur 2 en 3 zijn de overeenkomstige delen met dezelfde verwijzingscijfers als in figuur 1 aangegeven. Overeenkomstig de uitvinding is het schoepenrooster 3 aan het eind van het rookkanaal 2 bevestigd door middel van flexibele elementen 5. De flexibele elementen kunnen veren zijn, bijvoorbeeld, bij voorkeur gemaakt van een metaal. Wanneer het schoepenrooster 3 is bevestigd op de flexibele elementen 5, trilt dit 25 op zodanige wijze dat de daaraan gekleefde verontreinigingen loslaten zonder de gehele installatie stil te leggen of het rooster met de hand te reinigen. Het schoepenrooster 3 kan worden gereinigd, bijvoorbeeld, door middel van een mechanische hamer 6. De mechanisme hamer 6 omvat, bijvoorbeeld een elektrische trilinrichting 7 en een slagstang 8. De trilinrichting 7 beweegt de slagstang 8 heen en weer, zoals getoond door de pijl M. Het vrije eind van de 30 slagstang 8 is aangebracht om een op het schoepenrooster 3 bevestigd verzwaard aambeeld 9 aan te slaan, waardoor het schoepenrooster begint te trillen, en de daaraan gekleefde verontreinigingen loskomen. Wanneer het schoepenrooster 3 is bevestigd op flexibele elementen 5 is de werking van de hamer 6 veel effectiever dan bij de al eerder bekende oplossingen. Dit is tengevolge van het feit dat de inrichting volgens de uitvinding op efficiënte wijze gaat trillen. Bij al eerder bekende oplossingen is de werking van een 35 mechanische hamer op een klopinrichting onvoldoende geweest, daar het schoepenrooster een star deel van het rookkanaal was, waardoor onvoldoende trilling werd bewerkstelligd. Door de flexibele elementen 5 op een geschikte wijze te ontwerpen, kan het trillen van het op de flexibele elementen bevestigde schoepenrooster 3 zelfs worden bewerkstelligd door alleen de werking van de stroom N van rookgassen. Opgemerkt moet worden, dat de stroomsnelheid van de rookgassen relatief 40 hoog is, bijvoorbeeld ongeveer 11 m/s. Het schoepenrooster reinigt zichzelf dus de hele tijd, wanneer het beweegt op de flexibele elementen 5. De flexibele elementen kunnen alle soorten geschikte elementen zijn, bijvoorbeeld schroefveren, bladveren, torsistaven, flexibele staafelementen, etc. Het aantal flexibele elementen is ook niet beperkt, maar kan bij elk geval vrij worden gekozen, bijvoorbeeld overeenkomstig de afmetingen van het rookkanaal 45 en het schoepenrooster. De middelen voor het reinigen van het schoepenrooster kunnen ook alle soorten op zich bekende middelen zijn; de tekeningen tonen slechts een voorbeeld. 50

1. Rookgasreinigingsinrichting, omvattende een daarin uitmondend eind van een rookkanaal en een schoepen rooster voor het bewerkstelligen van een rotatiebeweging van rookgassen, waarbij dat schoepenrooster is bevestigd aan het eind van het rookkanaal, en omvattende trilmiddelen om het schoepenrooster van daaraan gehechte verontreinigingen te ontdoen, met het kenmerk, dat de trilmiddelen flexibele 55 elementen omvatten en dat het schoepen rooster (3) door middel van de flexibele elementen (5) is bevestigd 3 194116 aan het eind van het rookkanaal (2).

2. Rookgasreinigingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de flexibele elementen (5) veren zijn. Hierbij 2 bladen tekening