NL193669C - Geluiddempend ventilatiesamenstel. - Google Patents

Description

1 193669

Gelu idde mpend ventilatiesa menstel

De uitvinding heeft betrekking op een geluiddempend ventilatiesamehstel omvattende een gevelmodule en een losneembaar aan de binnenzijde van de gevelmodule gekoppelde geluiddempende module, waarbij zich 5 een luchtdoorlaatkanaal uitstrekt door het ventilatiesamenstel vanaf de buitenzijde van de gevelmodule tot aan de binnenzijde van de geluiddempende module, welk luchtdoorlaatkanaal in de geluiddempende module in hoofdzaak is begrensd door geluiddempend materiaal, waarbij de gevelmodule is voorzien van een afsluitklep en waarbij aan de binnenzijde van het ventilatiesamenstel een rooster over de uitstroomopening van het luchtkanaal is geplaatst.

10 Een dergelijk ventilatierooster is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage NL 7700477.

Bij dit bekende ventilatiesamenstel is een deel van het luchtdoorlaatkanaal begrensd door een geluiddempend materiaal, in het bijzonder steenwol, welk deel de vorm heeft van een chicane. Dit heeft tot doel het in een (woon-)ruimte binnendringen van omgevingslawaai door de opening die het ventilatiesamenstel vormt in de gevel te beperken. De geluiddempende werking van een dergelijk ventilatiesamenstel is zeer tevreden-15 stellend.

Dit bekende ventilatiesamenstel heeft het nadeel dat het geluiddempende deel van het luchtdoorlaatkanaal een restrictie vormt voor de luchtstroming door het luchtdoorlaatkanaal. Met andere woorden wordt de weerstand voor de luchtstroming door het ventilatiesamenstel in hoofdzaak bepaald door het geluiddempende deel van het luchtdoorlaatkanaal. Om dan toch eenzelfde ventilatiecapaciteit te verkrijgen moet 20 het ventilatiesamenstel groter worden uitgevoerd, dat wil zeggen het samenstel neemt een groter deel van de gevel in beslag. Dit is met name in een situatie waarbij het ventilatiesamenstel samen met een ruit, in de regel boven een ruit, in een kozijn wordt geplaatst ongewenst.

Opgemerkt wordt dat de stromingsweerstand van het luchtdoorlaatkanaal slechts aan de hand van metingen is te bepalen, in de regel volgens een in een bouwvoorschrift voor ventilatievoorzieningen 25 vastgelegde procedure.

De onderhavige uitvinding beoogt bovengenoemde nadelen op te heffen en een verbeterd ventilatiesamenstel te verschaffen.

Dit oogmerk wordt bereikt door een ventilatierooster van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die wordt gekenmerkt doordat de werkzame stromingsdoorsnede van het luchtdoorlaatkanaal in de 30 geluiddempende module ten minste even groot is als de werkzame stromingsdoorsnede van het luchtdoorlaatkanaal van de gevelmodule en doordat het luchtdoorlaatkanaal in de geluiddempende module in hoofdzaak recht is.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht da door het aldus uitvoeren van het geluiddempende deel van het luchtdoorlaatkanaal aanmerkelijke voordelen kunnen worden verkregen. Dit inzicht wijkt af van de tot op 35 heden op dit vakgebied algemeen gangbare gedachte, die eveneens in de hiervoor genoemde stand van de techniek tot uitdrukking komt, dat een ventilatiesamenstel met een geluiddempend gedeelte noodzakelijkerwijs een groter deel van de gevel is beslag neemt dan een soortgelijk samenstel zonder geluiddempend gedeelte indien men eenzelfde totale ventilatiecapaciteit wil bereiken.

Opgemerkt wordt dat uit de Nederlandse octrooiaanvrage NL 8702464 een geluiddempend ventilatie-40 samenstel bekend is met een gevelmodule en een daarmee gekoppelde geluiddempende module, waarbij de gevelmodule ook is voorzien van geluiddempend materiaal. Bij dit bekende ventilatiesamenstel is verder een afsluitklepmodule voorzien, die aan de binnenzijde van de geluiddempende module is opgesteld. Deze afsluitklepmodule omvat een bedienbare schuifklep en een insectengaas, zodat de weerstand voor de door het luchtdoorlaatkanaal stromende lucht hoofdzakelijk door de afsluitklepmodule wordt gevormd.

45 Bij dit bekende ventilatiesamenstel is de werkzame stromingsdoorsnede van het luchtdoorlaatkanaal in de geluiddempende module en in de gevelmodule gelijk en is het luchtdoorlaatkanaal in de geluiddempende module recht.

Dit bekende ventilatiesamenstel kan worden toegepast in een uitvoering, waarin de afsluitklepmodule rechtstreeks tegen de gevelmodule is geplaatst en de geluiddempende module ontbreekt. Waar te nemen is 50 dat bij tussenplaatsing van de geluiddempende module tussen de gevelmodule en de afsluitklepmodule de luchtdoorlaatcapaciteit van dit bekende ventilatiesamenstel afneemt.

Het uit NL 7700477 bekende ventilatiesamenstel kan worden toegepast in een uitvoering, waarin het rooster rechtstreeks tegen de gevelmodule is geplaatst. Zoals genoemd neemt de luchtdoorlaatcapaciteit af indien de geluiddempende module met het chicanevormige luchtdoorlaatkanaal tussen de gevelmodule en 55 het rooster wordt opgesteld.

Verrassenderwijs tonen metingen dat de volgens de onderhavige uitvinding voorgestelde toepassing van een deel van het uit NL 8702464 bekende ventilatiesamenstel, namelijk de geluiddempende module, op de 193669 2 plaats van de geluiddempende module met chicanevorm volgens NL 7700477 resulteert in een luchtweerstand die kleiner is, en dus grotere ventilatiecapaciteit, dan bij het ventilatiesamenstel volgens NL 7700477 in de uitvoering zonder geluiddempende module met het rooster rechtstreeks aangebracht tegen de gevelmodule.

5

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van het in de enkele figuur van de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het modulaire ventilatiesamenstel volgens de uitvinding.

Het in de tekening schematisch in dwarsdoorsnede getoonde geluiddempende ventilatiesamenstel omvat 10 een in een gevel plaatsbare gevelmodule 1 en een geluiddempende module 20. Door het ventilatiesamenstel strekt zich een luchtdoorlaatkanaal 3 uit.

De gevelmodule 1 omvat in dit voorbeeld een huis samengesteld uit twee identieke bovenste profiellijsten 2, twee identieke onderste profiellijsten 3, twee strippen 4 uit slecht warmtegeleidend materiaal voor het respectievelijk verbinden van de bovenste en onderste profielen 2, 3. Het stel van door een strip 4 15 verbonden bovenste profiellijsten 2 is aan de beide uiteinden door middel van in de tekening niet weergegeven kopdelen vast verbonden met het stel van door de andere strip 4 verbonden onderste profiellijsten 3. Tussen de beide kopdelen in zijn beide stellen verder gekoppeld door een of meer plaatvormige koppelstukken 5. De onderste profiellijsten 3 kunnen tussen hen in een isolatieglasruit opnemen, terwijl de omhoogstekende rechte flenzen van de bovenste profiellijsten 2 in een kozijn kunnen worden opgenomen. Elke 20 bovenste profiellijst 2 heeft als begrenzing aan zijn buitenzijde een zich over de lengte daarvan uitstrekkende open ril 6 met een in doorsnede gedeeltelijk cirkelvormige opneemruimte. Elke onderste profiellijst 3 heeft als begrenzing zich over de lengte daarvan uitstrekkende open rillen 7, 8. De ril 6 van de in de tekening linksboven gelegen profiellijst 2 dient voor het zwenkbaar opnemen van een scharnierdeel van een afsluitklep 10. De afsluitklep 10 kan aan zijn onderzijde afsluitend aanliggen tegen de daar gelegen 25 profiellijst 3. De afsluitklep 10 kan worden bewogen door middel van in de tekening niet weergegeven bedieningsmiddelen.

De geluiddempende module 20 omvat een bovenste deel, dat is samengesteld uit twee aluminium profiellijsten 21, 22 en een daartussen aangebrachte plaat 23. Verder omvat de module 20 een onderste deel, dat is samengesteld uit twee profiellijsten 24, 25 en een daartussen aangebrachte plaat 26. Het 30 bovenste en onderste deel zijn aan hun uiteinden verbonden door in de tekening niet weergegeven kopdelen. De profiellijsten 21, 22, 24, 25 zijn zodanig uitgevoerd dat zij met de platen 23, 26 een holte begrenzen voor het opnemen van een laag geluiddempend materiaal 27, 28. Het geluiddempende materiaal bestaat in dit voorbeeld uit steenwol. Voor het losneembaar koppelen van de module 20 met de in de gevel te plaatsen module 1 is de profiellijst 21 van de module 20 voorzien van een zich over de lengte daarvan 35 uitstrekkende koppelrand 29. De koppelrand 29 kan zwenkbaar samenwerken met de open ril 6 aan de profiellijst 2. Voor het met een klikverbinding vastzetten van de module 20 is de profiellijst 24 voorzien van een verende haakrand 30 die kan aangrijpen op een rand van de open ril 8 van de profiellijst 3. Over de uitstroomzijde van het luchtdoorlaatkanaal 13 is een rooster 35 geplaatst.

Uit de tekening blijkt dat de werkzame stromingsdoorsnede van het rechte luchtdoorlaatkanaal in de 40 module 20 gelijk is aan de werkzame stromingsdoorsnede van de module 1, waarbij die in de module 1 in hoofdzaak wordt bepaald door de naarbinnen stekende delen van de strippen 4. Uit metingen verricht volgens de voor dergelijke ventilatievoorzieningen geldende normen kan worden vastgesteld dat de stromingsweerstand van het ventilatiesamenstel bestaande uit de modules 1 en 20 en rooster 35 nauwelijks verschilt van de stromingsweerstand van een ventilatiesamenstel dat alleen de module 1 met een rooster 45 omvat. Verder blijkt uit de tekening dat de koppeling van het rooster 35 aan de module 20 op de zelfde wijze is gerealiseerd als de bevestiging van de module 20 aan de module 1. Hiertoe is het rooster 35 met zijn koppelrand 36 in een ril 32 van de profiellijst 22 gestoken, waarbij de ril 32 in hoofdzaak identiek is aan de ril 6 van de profiellijst 2. Aan de onderzijde is het rooster 35 voorzien van een haakrand 37 die op de profiellijst 25 aan kan grijpen. Door het nemen van deze maatregel is de module 20 uitermate geschikt om 50 te worden aangebracht aan reeds bestaande en in een gevel geplaatste modules ter verkrijging van een geluiddempende werking. Hiertoe behoeft dan alleen het in vele gevallen op de binnenzijde van de gevelmodule aanwezige rooster te worden verwijderd, de geluiddempende module aan de gevelmodule te worden vastgeklikt en het rooster aan de geluiddempende module te worden geklikt. Belangrijk Is hierbij dat de ventilatiecapaciteit door het aanbrengen van de geluiddempende module niet negatief wordt beïnvloed, 55 omdat de luchtweerstand van het ventilatiesamenstel niet groter is dan in het geval van ontbreken van deze geluiddempende module. Verder blijft het uiterlijk van het ventilatiesamenstel na het aanbrengen van de geluiddempende module vrijwel gelijk. Voor schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden, met name

Claims (2)

1. 3 193669 gewenst vanwege het verzamelen van stof in het luchtdoorlaatkanaal, kan de module 20 eenvoudig tijdelijk worden verwijderd.
2. 5 Conclusie Geluiddempend ventilatiesamenstel omvattende een gevelmodule en een losneembaar aan de binnenzijde van de gevelmodule gekoppelde geluiddempende module, waarbij zich een luchtdoorlaatkanaal uitstrekt door het ventilatiesamenstel vanaf de buitenzijde van de gevelmodule tot aan de binnenzijde van de 10 geluiddempende module, welk luchtdoorlaatkanaal in de geluiddempende module in hoofdzaak is begrensd door geluiddempend materiaal, waarbij de gevelmodule is voorzien van een afsluitklep en waarbij aan de binnenzijde van het ventilatiesamenstel een rooster over de uitstroomopening van het luchtkanaal is geplaatst, met het kenmerk, dat de werkzame stromingsdoorsnede van het luchtdoorlaatkanaal (3) in de geluiddempende module (20) ten minste even groot is als de werkzame stromingsdoorsnede van het 15 luchtdoorlaatkanaal van de gevelmodule (1) en dat het luchtdoorlaatkanaal (3) in de geluiddempende module (20) in hoofdzaak recht is. Hierbij 1 blad tekening