NL1017740C2

NL1017740C2 - Muurdemper.

Info

Publication number: NL1017740C2
Application number: NL1017740A
Authority: NL
Inventors: Luc Louis Renson
Original assignee: Vero Duco Nv
Priority date: 2001-03-30
Filing date: 2001-03-30
Publication date: 2002-10-01

Description

Muurdemper

De uitvinding betreft een geluiddempende ventilatie-inrichting voor toepassing in een buitenmuur, omvattende een cilindrisch huis met een buitenzijde en een 5 binnenzijde, een ventilatiedoorgang die zich door het huis uitstrekt tussen de buitenzijde en de binnenzijde daarvan alsmede dempingsmateriaal dat de ventilatiedoorgang begrenst aan tenminste twee tegenover elkaar zich bevindende langszijden van die ventilatiedoorgang.

Een dergelijke ventilatie-inrichting is bekend. Hij wordt toegepast in een gat dat 10 zich van buiten naar binnen door de buitenmuur, zoals een spouwmuur, uitstrekt. In de muur wordt daartoe een cilindrisch gat geboord, waarin het cilindrische huis van de ventilatie-inrichting nauwsluitend past.

Door middel van een dergelijke ventilatie-inrichting kan de achterliggende ruimte worden geventileerd. Het is daarbij van belang dat de ventilatiecapaciteit voldoende 15 groot is, en dat tegelijkertijd het binnentredende geluid zo klein mogelijk is. Deze eisen staan op gespannen voet met elkaar.

Doel van de uitvinding is een geluiddempende ventilatie-inrichting van het hiervoor beschreven type te verschaffen waarbij de ventilatiecapaciteit en de geluiddempende werking optimaal gecombineerd zijn. Dat doel wordt bereikt doordat 20 het dempingsmateriaal is verdeeld in twee aparte dempingslichamen die elk een der langszijden van de ventilatiedoorgang begrenzen, en dat de totale massa van het dempingslichaam aan een der langszijden van de ventilatiedoorgang groter is dan de totale massa van het dempingslichaam aan de andere langszijde van de ventilatiedoorgang.

25 Het dempingslichaam met relatief grote massa verschaft een uitstekende geluiddemping, die beter is dan bij een verdeling van de totale geluiddempende massa in twee gelijke delen.

Bij voorkeur is de totale massa van het dempingslichaam aan de bovenzijde van de ventilatiedoorgang groter dan de totale massa van het dempingslichaam aan de 30 onderzijde van de ventilatiedoorgang.

De beste resultaten kunnen worden verkregen indien de ventilatiedoorgang schuin omhoog loopt tussen de buitenzijde en de binnenzijde van het huis, waarbij de 1017740 2 dwarsdoorsnede-oppervlakte van de ventilatiedoorgang toeneemt van de buitenzijde naar de binnenzijde.

Verder kan zich aan de buitenzijde van het huis een naar beneden gerichte kap bevinden en aan de binnenzijde van het huis een naar boven gerichte kap. Elke kap 5 heeft een inwendige bekleding uit geluiddempend materiaal. De bekleding van de kap aan de binnenzijde van het huis heeft een gekromd of geknikt verloop en sluit aan op het geluiddempende materiaal aan de onderzijde van de ventilatiedoorgang, en de naar de binnenzijde gekeerde kopkant van het tegenoverliggende dempingslichaam heeft een eveneens gekromd of geknikt verloop.

10 De dikte van het geluiddempende materiaal aan de onderzijde van de ventilatiedoorgang neemt, gaande in de richting van de buitenzijde, geleidelijk af tot nagenoeg danwel volledig tot nul. Het geluiddempende materiaal aan de bovenzijde van de ventilatiedoorgang heeft een kopkant die gekromd of geknikt verloopt tot ongeveer het midden, gezien in dwarsrichting, van het huis.

15 Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de muurdemper volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een verticale langsdoorsnede door de muurdemper.

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede volgens II-II.

De in de fig. weergegeven geluiddempende ventilatie-inrichting voor toepassing 20 in een buitenmuur omvat een cilindrisch huis 1, dat nauwsluitend opneembaar is in een overeenkomstig cilindrisch gat in een buitenmuur. Aan de buitenzijde van het huis 1 bevindt zich een naar beneden gerichte kap 2, die aan de onderzijde een opening 3 ten opzichte van het huis 1 bepaalt.

Aan de binnenzijde van het huis 1 bevindt zich een naar boven gerichte kap 4, die 25 aan de bovenzijde ten opzichte van het huis 1 een opening 5 vrijlaat. De opening 5 is afgedekt door een rooster 6.

In het huis bevinden zich twee dempingslichamen 7, 8. Het zich boven in het huis 1 bevindende dempingslichaam 7 bezit een aanzienlijk grotere massa dan het zich onderin het huis 1 bevindende dempingslichaam 8. Daardoor wordt een zeer goede 30 dempende werking verkregen, ondanks de relatief grote ventilatiedoorgang 9 tussen deze dempingslichamen 7, 8. Deze ventilatiedoorgang 9 is bepaald tussen de oppervlakken 10,11 van de dempingslichamen 7 respectievelijk 8.

1017740 3

Gaande van de buitenzijde naar de binnenzijde (van links naar rechts in fig. 1) neemt het dwarsdoorsnede-oppervlak van de ventilatiedoorgang 9 toe.

De oppervlakken 10, 11 zijn zodanig uitgevoerd dat de ventilatiedoorgang 9 schuin omhoog loopt, gaande van de buitenzijde naar de binnenzijde. Ook daardoor 5 wordt de dempende werking verbeterd.

Zoals weergegeven in fig. 1 loopt het zich onder in het huis 1 bevindende dempingslichaam 8 niet geheel door tot de buitenzijde van het huis 1.

In het inwendige van de kap 2 aan de buitenzijde bevindt zich eveneens een hoeveelheid dempend materiaal, dat aansluit op het zich boven in het huis 1 bevindende 10 dempingslichaam 7.

Aan de binnenzijde van het huis 1 is de ventilatiedoorgang 9 naar omhoog geleid. Dat kan worden bereikt door een geknikt verloop van het ventilatiedoorgang 9 begrenzende oppervlak van het dempingsmateriaal 13 in de zich aan de binnenzijde bevindende kap 4. Ook het zich boven in het huis 1 bevindende dempingslichaam 7 15 heeft aldaar een geknikt verloop 14.

1017740

Claims

1. Geluiddempende ventilatie-inrichting voor toepassing in een buitenmuur, omvattende een cilindrisch huis (1) met een buitenzijde en een binnenzijde, een 5 ventilatiedoorgang (9) die zich door het huis uitstrekt tussen de buitenzijde en de binnenzijde daarvan alsmede dempingsmateriaal (7, 8, 12, 13) dat de ventilatiedoorgang (9) begrenst aan tenminste twee tegenover elkaar zich bevindende langszijden (10, 11) van die ventilatiedoorgang (9), met het kenmerk, dat het dempingsmateriaal twee aparte dempingslichamen (7, 8) omvat die elk een der 10 langszijden (10, 11) van de ventilatiedoorgang (9) begrenzen, en dat de totale massa van het dempingslichaam (7) aan een der langszijden (10) van de ventilatiedoorgang (9) groter is dan de totale massa van het dempingslichaam (8) aan de andere langszijde (11) van de ventilatiedoorgang (9).

2. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1, waarbij de totale massa van het dempingslichaam (7) aan de bovenzijde (10) van de ventilatiedoorgang (9) groter is dan de totale massa van het dempingslichaam (8) aan de onderzijde (11) van de ventilatiedoorgang.

3. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ventilatiedoorgang (9) schuin omhoog loopt tussen de buitenzijde en de binnenzijde van het huis (1).

4. Ventilatie-inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de dwarsdoorsnede-oppervlakte van de ventilatiedoorgang (9) toeneemt van de buitenzijde 25 naar de binnenzijde.

5. Ventilatie-inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de ventilatiedoorgang (9) aan de langszijden die zich uitstrekken tussen de dempingslichamen (7, 8) zijn bepaald door het huis (1). 30

6. Ventilatie-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de oppervlakken (9,10) van de dempingslichamen (7, 8) die de ventilatiedoorgang (9) bepalen tenminste gedeeltelijk vlak zijn. 1017740

7. Ventilatie-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij zich aan de buitenzijde van het huis een naar beneden gerichte kap bevindt (2) en de binnenzijde van het huis een naar boven gerichte kap (4).

8. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 7, waarbij elke kap (2, 4) een inwendige bekleding (12,13) uit geluiddempend materiaal heeft.

9. Ventilatie-inrichting volgens conclusie S. waarbij de bekleding (13) van de kap 10 (4) aan de binnenzijde van het huis een gekromd of geknikt verloop (15) heeft en aansluit op het dempingslichaam (8) aan de onderzijde van de ventilatiedoorgang (9), 1 en de kopkant van het tegenoverliggende dempingslichaam (7) een eveneens gekromd of geknikt verloop (14) heeft.

10. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 9, waarbij de dikte van het dempingslichaam (8) aan de onderzijde van de ventilatiedoorgang (9), gaande in de richting van de buitenzijde, geleidelijk afneemt tot nagenoeg danwel volledig tot nul.

11. Ventilatie-inrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij het dempingslichaam (7) 20 aan de bovenzijde van de ventilatiedoorgang (9) een kopkant (14) heeft die gekromd of geknikt verloopt tot ongeveer het midden, gezien in dwarsrichting, van het huis (1). 10177 40