NL193430C

NL193430C - Inrichting voor het testen van de luchtdichtheid van verpakkingen.

Info

Publication number: NL193430C
Application number: NL9300868A
Authority: NL
Inventors: Pieter Vorst
Original assignee: Holleman B V Maschf
Priority date: 1993-05-19
Filing date: 1993-05-19
Publication date: 1999-10-04
Also published as: NL193430B; NL9300868A

Description

1 193430 y Inrichting voor het testen van de luchtdichtheid van verpakkingen J De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het testen van de iuchtdichtheid van verpakkingen, met * een kamer voor het opnemen van een te testen verpakking, middelen om in de kamer een onderdruk op te 5 wekken, een zich in de kamer bevindend beweegbaar drukorgaan, dat met een bepaalde kracht kan aangrijpen op de verpakking en een verplaatsing van het drukorgaan registrerende meetorganen.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de publicatie Research Disclosure octrooiaanvrage Nr. 20409, April 1981, Havant GB, blz. 149-150.

Bij deze bekende inrichting wordt als volgt te werk gegaan. Onder invloed van de opgewekte onderdruk 10 wordt het drukorgaan tegen de te testen verpakking getrokken. Hierdoor wordt een referentiestand van het drukorgaan bepaald. Door vervolgens in een secundaire kamer eveneens een onderdruk aan te brengen wordt het drukorgaan met grotere kracht tegen de verpakking gedrukt. Wanneer vervolgens de onderdruk in de secundaire kamer wordt opgeheven zal bij een intacte verpakking het drukorgaan naar de eerder genoemde referentiestand terugkeren. Bij een van een lek voorziene verpakking zal het drukorgaan niet 15 naar de referentiestand terugkeren.

Een nadeel van deze bekende inrichting is, dat, wanneer de onderdruk in de secundaire kamer wordt aangebracht, het drukorgaan met tamelijke grote kracht aangrijpt op de te testen verpakking, waardoor grote krachten kunnen ontstaan op de inhoud van de verpakking respectievelijk de naden daarvan. Wellicht belangrijker is het echter, dat door het aanbrengen van de onderdruk in de de verpakking opnemende 20 kamer de verpakking tracht uit te zetten totdat een drukevenwicht tussen het inwendige van de verpakking en de kamer is bereikt. Ook hierdoor ontstaan grote krachten op de verpakking respectievelijk de naden daarvan. Bovendien zal hierdoor de druk in de verpakking afnemen, zodat het risico bestaat, dat een eventuele migratie van gassen uit een product (dat zich in de verpakking bevindt) naar buiten op gang wordt gebracht, waardoor het product wordt aangetast. Wanneer vervolgens tijdens het testen van de verpakking 25 (door het aanbrengen van onderdruk in de secundaire kamer en het met kracht tegen de verpakking aandrukken van het drukorgaan) de verpakking wordt belast, waardoor de inwendige druk daarvan als het ware stijgt, zou een omgekeerde stroming van het gas in het product kunnen optreden, waardoor het lijkt of de verpakking lek is.

De uitvinding beoogt thans een inrichting van de genoemde soort te verschaffen, waarmee deze nadelen 30 op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze kunnen worden opgeheven.

De inrichting volgens de uitvinding bezit hiertoe als kenmerk, dat de kamer een inwendige vorm bezit, die in hoofdzaak overeenkomt met de vorm van de verpakking onder atmosferische druk. Deze specifieke inwendige vorm van de kamer zorgt ervoor dat de kamer de verpakking nauwsluitend omhult, waardoor de op eventuele lasnaden uitgeoefende krachten verder kunnen worden beperkt. Tevens kan op deze wijze 35 zeer snel de benodigde onderdruk worden opgewekt, aangezien slechts een klein luchtvolume uit de kamer moet worden verwijderd.

Constructief geniet het de voorkeur, dat het drukorgaan bestaat uit een beweegbaar gedeelte van de wand van de kamer. Een dergelijk drukorgaan kan bijvoorbeeld bestaan uit een drukplaat of rooster, die in een passende uitsparing in de wand van de kamer ligt en vanuit deze uitsparing tegen de verpakking 40 drukbaar is.

Verder is het mogelijk dat het drukorgaan is aangebracht op het uiteinde van een zich door de kamerwand uitstrekkende zuigerstang van een cilinder-zuigersamenstel. De meetorganen kunnen in een dergelijk geval de verplaatsing van de zuigerstang meten. Nadat een verpakking in de kamer is geplaatst en de onderdruk is aangebracht wordt het drukorgaan door het cilinder-zuigersamenstel tegen de verpakking 45 gedrukt, waarna zich bij een intacte verpakking zeer snel een evenwichtstoestand zal instellen. Wanneer daarentegen lekken in de verpakking aanwezig zijn zal een dergelijke evenwichtsstand niet worden bereikt en kan reeds na zeer korte tijd worden geconstateerd, dat de verpakking niet volledig luchtdicht is.

Tenslotte geniet het voor een snelle aan- en afvoer in respectievelijk uit de kamer de voorkeur, dat deze is gevormd door twee van elkaar losneembare vormdelen.

50

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

De enige figuur van de tekening toont een doorsnede door een uitvoeringsvorm van de onderhavige 55 inrichting waarin een te testen verpakking is aangebracht. De inrichting bestaat in hoofdzaak uit een door twee vormdelen 1 en 2 gevormde kamer 3. De vormdelen 1 en 2, die van elkaar losneembaar zijn door niet nader getoonde middelen, grijpen in de in de figuur getoonde stand afdichtend op elkaar aan via een

Claims

193430 2 afdichting 4. In de bovenwand van het bovenste vormdeel 1 is schematisch een aansluiting 5 voor een vacuümleiding weergegeven. Door middel van een dergelijke (niet weergegeven) vacuümleiding kan in de kamer 3 een gewenste onderdruk worden aangebracht.

1. Inrichting voor het testen van de luchtdichtheid van verpakkingen, met een kamer voor het opnemen van een te testen verpakking, middelen om in de kamer een onderdruk op te wekken, een zich in de kamer bevindend beweegbaar drukorgaan, dat met een bepaalde kracht kan aangrijpen op de verpakking en een verplaatsing van het drukorgaan registrerende meetorganen, met het kenmerk, dat de kamer een inwendige 50 vorm bezit, die in hoofdzaak overeenkomt met de vorm van de verpakking onder atmosferische druk.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het drukorgaan bestaat uit een beweegbaar gedeelte van de wand van de kamer.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het drukorgaan bestaat uit een drukplaat of rooster.

4. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat het drukorgaan is aangebracht op het uiteinde van een zich door de kamerwand uitstrekkende zuigerstang van een cilinder-zuigersamenstel.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de meetorganen de verplaatsing van de zuigerstang 3 193430 i meten.

5 Zoals in de tekening zichtbaar is, bevindt zich in de kamer 3 een drukplaat 6 die is gemonteerd op het uiteinde van een zuigerstang 7 van een cilinder-zuigersamenstel 8. De zuigerstang 7 strekt zich, op niet nader aangeduide wijze afgedicht, uit door een opening 9 in de wand van het onderste vormdeel 2. Verder zijn met de drukplaat 6 geleidingspennen 10 verbonden, die in geschikte geleidingsuitsparingen 11 in het vormdeel 2 aangrijpen.

10 Verder is in de tekening schematisch aangeduid, dat op het cilinder-zuigersamenstel 8 een meetinrichting 12 is aangesloten, welke een verplaatsing van de zuigerstang 7 kan registreren. Deze meetinrichting 12 kan op niet nader aangeduide wijze zijn verbonden met een verwerkingseenheid. In de kamer 3 is een te testen verpakking 13 geplaatst. Voor het opnemen van een lasnaad 14 van de verpakking 13 kan een uitsparing 15 in de wand van één of beide vormdelen 1, 2 zijn aangebracht. De 15 inwendige vorm van de kamer 3 in combinatie met de drukplaat 6 komt in hoofdzaak overeen met de te verwachten vorm van de verpakking 13, wanneer in de kamer 3 de gewenste onderdruk via de op de aansluiting 5 aangesloten vacuümleiding is aangebracht. Het zal derhalve volstrekt duidelijk zijn, dat voor elk type te testen verpakking andere vormdelen kunnen worden toegepast. Doordat de inwendige vorm van de kamer 3 in hoofdzaak overeenkomt met de vorm van de verpakking onder de genoemde condities (bij 20 voorkeur eigenlijk iets kleiner dan deze vorm), wordt voorkomen dat lasnaden van de verpakking, bijvoorbeeld lasnaad 14, door de inwendige overdruk van de verpakking te grote belastingen ervaren en bezwijken. Wanneer in de kamer 3 een onderdruk heerst, wordt via het cilinder-zuigersamenstel 8 de zuigerstang 7 met de drukplaat 6 tegen de verpakking 13 gedrukt. Als de verpakking geheel intact is, zal na een 25 aanvankelijke verplaatsing van de drukplaat 6 een evenwichtssituatie ontstaan, waarbij de zuigerstang 7 niet langer beweegt. Dit wordt via de meetinrichting 12 geregistreerd. Wanneer daarentegen een verpakking 13 wordt getest, waarin een lek aanwezig is, zal de drukplaat 6 langzaam omhoog blijven bewegen (als gezien in de figuur) waarbij de verpakking 13 langzaam wordt gecomprimeerd. Een dergelijke langzame beweging van de drukplaat 6, en derhalve de zuigerstang 7, wordt opnieuw geregistreerd door de meetinrichting 12, 30 en vormt een aanduiding voor het niet intact zijn van de verpakking. Een te testen verpakking wordt bij geopende vormdelen 1, 2 in de kamer 3 geplaatst, waarna de vormdelen op elkaar worden geplaatst. Vervolgens wordt de onderdruk in de kamer 3 aangebracht en de drukplaat 6 via het cilinder-zuigersamenstel 8 bekrachtigd. Nadat met behulp van de meetinrichting 12 is bepaald, of de drukplaat 6 een evenwichtssituatie bereikt of niet, en derhalve een verpakking intact of defect 35 is, wordt de onderdruk in de kamer 3 opgeheven, de kamer door het van elkaar verwijderen van de vormdelen 1, 2 geopend en de verpakking afgevoerd en vervangen door een nieuwe te testen verpakking. Het aanbrengen van de onderdruk in de kamer en het uitoefenen van de mechanische druk kan simultaan geschieden. Voor het verplaatsen van de drukplaat kunnen ook andere middelen worden toegepast, bijvoorbeeld veermiddelen. De drukplaat kan vervangen zijn door een rooster, zodat de kans 40 wordt geminimaliseerd, dat eventuele lekken worden dichtgehouden. Tenslotte kan de inrichting een van de figuur verschillende oriëntatie bezitten. 45

6. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de kamer is gevormd door twee van elkaar losneembare vormdelen. Hierbij 1 blad tekening