NL193359C

NL193359C - Schaats van het Noorse type.

Info

Publication number: NL193359C
Application number: NL8800917A
Authority: NL
Original assignee: Wintersport Leerdam B V
Priority date: 1986-09-23
Filing date: 1988-04-08
Publication date: 1999-08-03
Also published as: NL189112C; NL8700023A; NL189112B; NL193359B; NL8800917A

Description

1 193359

Schaats van het Noorse type

De onderhavige uitvinding betreft een schaats van het Noorse type, waarbij een schoen met behulp van verbindingsmiddelen losmaakbaar aan een glijmes bevestigbaar is, waarbij het glijmes in een aan zijn 5 bovenzijde gesloten profiel is bevestigd, en waarbij de verbindingsmiddelen in langsrichting instelbaar zijn langs het gesloten profiel.

Een dergelijke schaats is bekend uit de Nederlandse terinzagelegging 8004718, waarbij de schoen verstelbaar is in langsrichting van het glijmes.

Een nadeel van deze bekende schaats is, dat de bij verschillende disciplines van snel-schaatsrijden, 10 zoals zogenaamd short-track, lange-baan-schaatsrijden of toerschaatsen, verschillende schaatsen benodigd of gewenst zijn.

De uitvinding heeft ten doel een schaats te verschaffen, die de gebruiker in staat stelt daarmee de verschillende genoemde schaatsdisciplines te beoefenen.

Dit doel wordt bereikt doordat volgens een eerste aspect van de uitvinding de verbindingsmiddelen 15 hoogte-instelmiddelen omvatten voor het in hoogte instellen van de schoen ten opzichte van het glijmes, waarbij de hoogte-instelmiddelen door een met een schroefbout bevestigbaar instelement en een daarmee samenwerkende, van een sleuf voorziene verbindingsbeugel van de verbindingsmiddelen worden gevormd en het instelelement en de verbindingsbeugel langs de sleuf zijn voorzien van in elkaar grijpende kartelranden.

20 Dit doel wordt eveneens bereikt volgens een tweede aspect van de uitvinding doordat de verbindingsmiddelen hoogte-instelmiddelen omvatten voor het in hoogte instellen van de schoen ten opzichte van het glijmes, welke hoogte-instelmiddelen bestaan uit kruisvormige, vast aan de schoen koppelbare verstel-elementen, waarvan ten minste één van de benen van het kruis gekarteld is uitgevoerd, en losmaakbaar aan het glijmes bevestigbare opneemelementen of klembakken, waarin de kruisvormige verstelelementen 25 opneembaar zijn.

Hierdoor kan met behulp van de onderhavige uitvinding per paar, elke schaats aan de bij de meeste individuen onderling verschillende lengten van de benen worden aangepast, hetgeen rugklachten zal doen verminderen.

Tenslotte kan men de schoen ten opzichte van het glijmes kantelen door de verbindingsbeugel voor en 30 achter verschillend in te stellen, hetgeen bij bepaalde technieken van schaatsenrijden van voordeel kan zijn.

Op zichzelf is uit de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 275221 een schaats met een in hoogte verstelbaar en verwisselbaar ijzer bekend. Hierbij zijn de verbindingsstukken of zogeheten potten vastgelast aan een zogeheten buis voor het glij-ijzer, en derhalve niet langsrichting daarvan langs een gesloten profiel verstelbaar.

35 Op zichzelf is uit het Duitse octrooischrift DE 678.403 en het Britse octrooischrift GB-A 2.128.483 een schaats bekend die voorzien is van instelvoorzieningen voor het zowel in hoogte- als in lengterichting verstellen van de glij-ijzers daarvan. Het betreft hier echter een kunstschaats, die van een geheel verschillend type is, en waarbij slechts een hoogteverstelling ter plaatse van de hiel van de schaats wordt verschaft.

Opgemerkt wordt nog dat een schaats met lengteverstelmiddelen, voorzien van in elkaar grijpende 40 kartelranden, bekend is uit het Britse octrooischrift GB-A 2.128.483.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de tekening van voorkeursuitvoeringsvormen en van een schaats volgens de uitvinding, waarin tonen: 45 figuur 1 een perspectivisch, gedeeltelijk weggebroken aanzicht van een schaats volgens de uitvinding; figuur 2 een dwarsdoorsnede over de lijn ll-ll van figuur 1; figuur 3 detail III van figuur 1 in geëxplodeerd perspectivisch aanzicht; figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de schaats volgens de uitvinding; en 50 figuur 5 een geëxplodeerd perspectivisch aanzicht van deel V van figuur 4.

Een glijmes 1 voor een schaats 2 volgens de uitvinding {figuren 1 en 2) is in een geëxtrudeerd aluminium profiel 3 vastgelijmd, opdat in tegenstelling tot bij de algemeen bekende schaatsen, waarbij met behulp van puntlassen het glijmes wordt bevestigd, eventueel bij deze bevestiging optredend kromtrekken wordt 55 tegengegaan. Het aluminiumprofiel 3 is voorzien van een sleuf 4 voor het opnemen van het glijmes en twee zich naar beneden en gedeeltelijk langs het glijmes uitstrekkende vleugels 5 respectievelijk 6. Hierdoor worden de driehoeken 7 respectievelijk 8 gevormd, zodat een stevige afsteuning van het glijmes 1 tijdens 193359 2 het schaatsenrijden gewaarborgd is.

Voorts is het aluminiumprofiel 3 voorzien van een liggende verstevigingsrib 9 en een staande verstevigingsrib 10, ter verdere versteviging van dat profiel 3. Het profiel 3 is aan de bovenzijde gesloten, is in hoofdzaak afgeknot vliegervormig en heeft van opzij opneemsleuven 11 respectievelijk 12, waarin 5 klembekken 13 respectievelijk 14, die deel uitmaken van verbindingsmiddelen ter verbinding van het profiel 3 aan een veelal leren schoen 15, aangrijpen. De klembekken 13,14 zijn voorzien van zich bovenwaarts uitstrekkende bevestigingsdelen 16 respectievelijk 17, opdat zij bijvoorbeeld met behulp van liggende en daardoor gemakkelijk toegankelijke inbusschroefbouten 18, 19, 20 respectievelijk 21 aan elkaar bevestigd worden, waarbij het bevestigingsdeel 16 van schroefdraad is voorzien.

10 Voorts is door de bevestigingsdelen 16, 17 een bus 22 gestoken, die aan de binnenzijde van schroefdraad 23 is voorzien en waarin aan weerszijden inbusschroefbouten 24 respectievelijk 25 geschroefd zijn. Hierdoor worden de klembekken 13, 14 op eenvoudige wijze aan verbindingsbeugels 26 bevestigd, die via een schroefbout 27 aan een voorheen in de schroef aangebrachte plaat 28 losmaakbaar bevestigd zijn. De verbindingsbeugels 26 zijn voorzien van verstevigingsflenzen 29, 30 (figuur 3). Aan de bovenzijde is de 15 verbindingsbeugel 26 voorzien van een ronde uitsparing 31 voor het opnemen van een tussenplaat 37. Voorts zijn de verbindingsbeugels 26 aan weerszijden voorzien van van kartelranden voorziene sleuven 32 respectievelijk 33, die zijn ingericht om eveneens van kartelranden voorziene instelelementen 34 op te nemen, die met tussenkomst van twee ringen 35 respectievelijk 36 met behulp van de inbusschroefbout 24 bevestigbaar zijn.

20 Bij voorkeur hebben de instelelementen 34 de halve hoogte van sleuven 32, 33 in de verbindingsvleugels 26, welke sleuven in hoogte dan symmetrisch zijn uitgevoerd, opdat bij het omdraaien van de instelelementen 34 (in de in figuur 3 met gebroken lijnen aangegeven stand) ondanks die halve hoogte toch alle hoogtestanden instelbaar zijn. In figuur 1 en 2 bevindt de schoen 15 zich ten opzichte van het glijmes 1 in zijn laagste stand, hetgeen gewenst kan zijn voor het rijden van langdurige toertochten. Bij short-track zal 25 de schoen veelal in de hoogste stand ten opzichte van het glijmes ingesteld worden.

Bij voorkeur is aan de voorzijde het profiel 3 afgesloten met een kunststof dop 38 ter voorkoming van verwonding daaraan en kan een dergelijke dop ook op niet getoonde wijze aan de achterzijde van het profiel zijn opgenomen.

Door het aandraaien van de inbusschroefbouten 18, 19, 20 en 21 wordt de bus 22 een soort schrankspie 30 voor de klembekken 13 en 14 en zetten deze klembekken zich vast op het profiel 3, opdat de schoen 15 ten opzichte van het glijmes 1 in langsrichting alsmede in dwarsrichting niet meer vanuit de ingestelde stand kan verschuiven. Zodoende wordt een stijve en lichte schaats gevormd, licht vanwege de aluminium verbindingsmiddelen en toch stijf vanwege de uitvoering daarvan.

In de bus 22 kunnen nu met behulp van de inbusschroefbouten 24, 25 aan weerszijden de verbindings-35 beugels 26 bevestigd worden, waarbij met behulp van het instelelement 34 tegelijkertijd de hoogte van de schoen ten opzichte van de schaats wordt ingesteld.

Bij voorkeur zijn de klembekken 13, 14 voorzien van nokken 60, 61 (figuren 2, 3), die passen in in het profiel 3 opgenomen uitsparingen 62, 63, waardoor het verschuiven in langsrichting langs het profiel schuiven van de klembekken 13, 14 en derhalve van de verbindingsbeugels 26 tijdens het schaatsen wordt 40 tegengegaan. Hierdoor wordt bovendien voorkomen, dat een ondeskundige schaatser de klembekken 13, 14 op de verkeerde positie ten opzichte van het glijmes 1 zou bevestigen. De uitsparingen 62, 63 kunnen met voordeel gebruikt worden bij het slijpen van het glijmes 1, waarbij, zoals algemeen bekend is, een bepaalde in langsrichting bolle vorm geslepen moet worden, dat wil zeggen dat ongeveer recht onder de schoen op het glijmes 1 het ijzer in verticale richting bij het schaatsen hoger moet zijn dan aan de voor- en 45 achtereinden daarvan. Deze boiling moet nauwkeurig in het glijmes 1 geslepen worden en met behulp van de vaste referentiepunten, zoals de uitsparingen 62, 63, kan dit in een slijprek uiterst nauwkeurig en gekalibreerd plaatsvinden.

Bij een andere uitvoeringsvorm van een schaats 92 volgens de uitvinding (figuren 4, 5) worden de hoogte-instelmiddelen gevormd door samenwerkende klembekken 70, 71, 72 respectievelijk 73 en 50 kruisvormige verstelelementen 74 respectievelijk 75. In langsrichting zijn de verstelelementen voorzien van in kartelranden van de klembekken 70-73 grijpende kartelingen, terwijl in dwarsrichting ten opzichte van het glijmes 1 deze verstelelementen voorzien zijn van extra verstevigingsruggen 75 respectievelijk 77 ter verdere versteviging van bevestiging van het glijmes 1 aan een schoen 78. De kruisvormige elementen 74, 75 (figuur 5) zijn bij voorkeur uit één stuk gevormd met een plaat 79 respectievelijk 80, die met behulp van 55 een bevestigingselement, bijvoorbeeld een schroefbout 86 van binnenuit de schoen via een verstevigings-plaat 81 aan de schoen 78 bevestigd is. Tussen schroefbout 80 en plaat 81 is eveneens een ring 82 aangebracht. Via een gleuf 83 kan de schoen ten opzichte van het glijmes 1 in dwarsrichting versteld

Claims

3 193359 worden. De verstevigingsplaat 81 is ter versteviging in langsrichting van de schaats geprofileerd uitgevoerd, bijvoorbeeld via zich in hoofdzaak in langsrichting uitstrekkende doorgezette delen 84 respectievelijk 85. Voor het besparen van gewicht en materiaal is het kruisvormige element voorts voorzien van zich verticaal uitstrekkende gaten 90, 91. 5 Bij de uitvoeringsvorm van figuren 4 en 5 zijn wederom nokken 60, 61 en uitsparingen 62, 63 aangebracht, voor het nauwkeurig positioneren van de schoen 78 op het glijmes 1. 10

1. Schaats van het Noorse type, waarbij een schoen met behulp van verbindingsmiddelen losmaakbaar aan een glijmes bevestigbaar is, waarbij het glijmes in een aan zijn bovenzijde gesloten profiel is bevestigd, en waarbij de verbindingsmiddelen in langsrichting instelbaar zijn langs het gesloten profiel, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen hoogte-instelmiddelen (32, 33; 34) omvatten voor het in hoogte instellen van de 15 schoen (15) ten opzichte van het glijmes (1), waarbij de hoogte-instelmiddelen door een met een schroefbout (24, 25) bevestigbaar instelelement (34) en een daarmee samenwerkende, van een sleuf (32, 33) voorziene verbindingsbeugel (26) van de verbindingsmiddelen worden gevormd en het instelelement (34) en de verbindingsbeugel (26) langs de sleuf (32, 33) zijn voorzien van in elkaar grijpende kartelranden.

2. Schaats van het Noorse type, waarbij een schoen met behulp van verbindingsmiddelen losmaakbaar aan 20 een glijmes bevestigbaar is, waarbij het glijmes in een aan zijn bovenzijde gesloten profiel is bevestigd, en waarbij de verbindingsmiddelen in langsrichting instelbaar zijn langs het gesloten profiel, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen hoogte-instelmiddelen (70-75) omvatten voor het in hoogte instellen van de schoen (78) ten opzichte van het glijmes (1), welke hoogte-instelmiddelen bestaan uit kruisvormige, vast aan de schoen (78) koppelbare verstelelementen (74, 75), waarvan ten minste één van de benen van het 25 kruis gekarteld is uitgevoerd, en losmaakbaar aan het glijmes (1) bevestigbare opneemelementen of klembekken (70-73), waarin de kruisvormige verstelelementen (74, 75) opneembaar zijn.

3. Schaats volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het kruisvormige verstelelement (74, 75) samen met een onder de schoen (78) bevestigbare plaat (79) in één stuk is uitgevoerd en dat deze plaat (79) van binnenuit de schoen (78) met behulp van bevestigingsmiddelen (86) aan een geprofileerde verstevigings- 30 plaat (81) bevestigbaar is. Hierbij 5 bladen tekening