NL2023118B1 - Schaats, zoals een shorttrackschaats - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een schaats, zoals een shorttrackschaats, welke schaats omvat: — een langgerekte schaatsbuis met een eerste lange zijde waaraan een voorste bevestigingsdeel en een achterste bevestigingsdeel is aangebracht, en met een tweede lange zijde, welke tweede lange zijde tegenover de eerste lange zijde ligt; — een schaatsijzer bevestigd aan de tweede lange zijde; en — een schaatsschoen met een zool waarop een voorste bevestigingspunt en een achterste bevestigingspunt is aangebracht; en — een langwerpige brug aan welk eerste uiteinde een eerste afhangende arm is aangebracht en aan welk tweede uiteinde een tweede afhangende arm is aangebracht, waarbij de eerste afhangende arm bevestigd is aan het voorste verbindingsdeel en de tweede afhangende arm bevestigd is aan het achterste verbindingsdeel, en waarbij het voorste bevestigingspunt aan de brug bevestigd is nabij het eerste uiteinde en waarbij het achterste bevestigingspunt aan de brug bevestigd is nabij het tweede uiteinde.

Description

Schaats, zoals een shorttrackschaats De uitvinding betreft een schaats, zoals een shorttrackschaats, welke schaats omvat: - een langgerekte schaatsbuis met een eerste lange zijde waaraan een voorste bevestigingsdeel en een achterste bevestigingsdeel is aangebracht, en met een tweede lange zijde, welke tweede lange zijde tegenover de eerste lange zijde ligt; — een schaatsijzer bevestigd aan de tweede lange zijde; en — een schaatsschoen met een zool waarop een voorste bevestigingspunt en een achterste bevestigingspunt is aangebracht.

Bij bekende schaatsen zoals gebruikt voor shorttrack schaatsen, wordt de schoen aan de schaatsbuis bevestigd door middel van zogenaamde cups of potten. De cups dienen voor het verhogen van de schaats alsook voor het voorzien van een offset van het schaatsijzer ten opzichte van de hartlijn van de schoen. Hierdoor kan de schaatser schever, en daardoor harder, door de bocht, zonder dat de schoenen het ijs raken.

om optimaal gebruik te maken van de beschikbare kracht van de schaatser, moet de kracht op de juiste manier op het ijs gebracht worden. Hiertoe wordt door schaatsers het schaatsijzer gekromd. De schaatsbuis, waarin het schaatsijzer bevestigd is, wordt daarvoor van een kromming voorzien. Deze kromming wordt onder andere bepaald door de schaatsbaan, de ervaring en geometrie van de schaatser. Als een goede kromming gevonden wordt, wordt deze aandachtig in de gaten gehouden en zo nodig hersteld.

De schaatsschoen wordt middels twee cups met de schaatsbuis verbonden. Door de grote laterale krachten die op de schaats uitgeoefend worden, en omdat de verbinding tussen de cups en de schoen niet sterk genoeg is om bij dergelijke krachten beweging ten opzichte van elkaar te voorkomen, kunnen de cups ongewenste wrikkrachten op de schaatsbuis uitoefenen. Hierdoor kan de, zorgvuldig ingestelde kromming, weer ongedaan gemaakt of versterkt worden.

Voor shorttrackschaatsbuizen is de gestandaardiseerde steekafstand van de bevestigingspunten voor de cups 165mm. Hoewel dat voor kleine schoenmaten geen problemen oplevert, komt bij grotere schoenmaten het punt waarmee de meeste kracht van de schaatser op de schaats overgebracht kan worden, voor het voorste bevestigingspunt te liggen. Dit werkt nadelig voor het krachtenspel. Om dit enigszins tegen te gaan, worden de schoenen voorzien van een zo stijf mogelijk zoolplaat, maar hiermee kan nog niet voldoende stijfheid in de constructie bewerkstelligd worden. Hoe meer de schoengrootte afwijkt van de steekafstand, des te onvoordeliger wordt het resulterende krachtenspel op de verbindingen en de schaatsbuis.

Het is nu een doel van de uitvinding om bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen. Dit doel wordt bereikt met een schaats volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt door een langwerpige brug aan welk eerste uiteinde een eerste afhangende arm is aangebracht en aan welk tweede uiteinde een tweede afhangende arm is aangebracht, waarbij de eerste afhangende arm bevestigd is aan het voorste verbindingsdeel en de tweede afhangende arm bevestigd is aan het achterste verbindingsdeel, en waarbij het voorste bevestigingspunt aan de brug bevestigd is nabij het eerste uiteinde en waarbij het achterste bevestigingspunt aan de brug bevestigd is nabij het tweede uiteinde.

Door in plaats van twee losse cups, de verbinding tussen de schaatsbuis en de schaatsschoen door middel van een brug te maken, kunnen de wrikkrachten die door de schoen op de beide cups werkt opgevangen worden. Hierdoor werkt de wrikkracht niet meer door op de schaatsbuis, waardoor deze ook niet tegen een, zorgvuldig ingestelde, kromming inwerkt.

Een deel van de brug correspondeert met de zool van de schaatsschoen, waardoor een stevige verbinding gerealiseerd kan worden tussen de schoen en de brug. De beide afhangende armen of staanders van de brug, geven de brug de benodigde hoogte. De brug kan, bijvoorbeeld door middel van montageogen, met de schaatsbuis verbonden worden.

In een andere uitvoeringsvorm van een schaats volgens de uitvinding, heeft de schaats een eerste steekafstand, tussen het voorste bevestigingsdeel en het achterste bevestigingsdeel, die groter is dan 165mm.

Shorttrackschaatsbuizen hebben een gestandaardiseerde steekafstand tussen de bevestigingspunten voor de cups van 165mm. Schaatsschoenen voor shorttrackschaatsen dienen dan ook een overeenkomende steekafstand te hebben voor de bevestiging. Door toepassing van de brug kan, zonder verlies van de gestandaardiseerde bevestigingsmaat van de schoen aan het onderstel, een grotere steekafstand op de schaatsbuis gehanteerd worden. Het verschil in de beide steekafstanden kan door de brug opgevangen worden.

Een groot voordeel hiervan, is dat de positie van de bevestigingsdelen zo gekozen kan worden, dat de buis ter hoogte van het bevestigingspunt minder grote wrikkrachten op hoeft te vangen.

Tevens kan het dynamische gedrag van de schaatsbuis, waarbij het schaatsijzer en de schaatsbuis zich aanpassen aan de kromne van bocht van de ijsbaan, verbeterd worden als, door het vergroten van de steekafstand, de schaatsbuis tussen de bevestigingspunten meer kan vervormen.

Een andere uitvoeringsvorm van een schaats volgens de uitvinding, is een schaats waarbij een tweede steekafstand,

tussen het voorste bevestigingspunt en het achterste bevestigingspunt, kleiner dan of gelijk is aan de eerste steek.

Hoewel, zoals hiervoor beschreven, ervoor gekozen kan worden de gestandaardiseerde steekafstand van de schoen te hanteren voor de bevestigingspunten van de brug, kan er ook voor gekozen worden om de bevestigingspunten verder uit elkaar te leggen.

Bijvoorbeeld om de constructie van schaatsschoenen voor grotere schoenmaten eenvoudiger of goedkoper te maken.

Om het krachtenspel door de brug naar de schaatsbuis optimaal te hebben, is de steekafstand van de verbindingsdelen op de schaatsbuis groter dan, of gelijk aan, de steekafstand van de verbindingspunten van de schoen.

Ook een uitvoeringsvorm van een schaats volgens de uitvinding, is een schaats waarbij de eerste en de tweede afhangende arm op afstand van het vlak door de schaatsbuis en de voorste en achterste bevestigingsdelen zijn aangebracht.

Het is wenselijk om ook bij gebruik van een brug als verbindingsdeel de mogelijkheid te hebben om offset van het schaatsijzer ten opzichte van de middel- of hartlijn van de schoen te creëren, zodat de schoen in een scherpe bocht het ijs niet raakt.

De benodigde offset voor de linkerschoen is in de meeste gevallen groter dan de benodigde offset van de rechterschoen.

De brug voor de linkerschoen zal daarom mogelijk anders gevormd zijn dan de brug voor de rechterschoen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een schaats volgens de uitvinding is de brug eendelig.

Door de brug uit één stuk te vormen, zijn er zo weinig mogelijk overgangen of verbindingen waar stijfheid verloren kan gaan of waar verschuiving op kan treden.

In het geval van een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een schaats volgens de uitvinding, is de brug vervaardigd van koolstofvezel.

Het zeer lichte gewicht van koolstofvezel, ook wel carbonfiber genoemd, gecombineerd met de zeer hoge stijfheid en mogelijke vormvrijheid, maken dat een uit koolstofvezel 5 vervaardigde brug voor de toepassing optimale eigenschappen heeft.

Ook een uitvoeringsvorm van een schaats volgens de uitvinding, is een schaats waarbij de brug verstevigingen, zoals verstevigingsribben, omvat voor het verhogen van de torsiestijfheid.

Doordat het grootste deel van de krachten in de buurt van het voorste bevestigingspunt van de schoen overgedragen worden, is het zeer wenselijk om de brug zeer torsiestijf te maken voor torsiekrachten werkend tussen het voorste en achterste bevestigingspunt van de schaatsschoen. Door verstevigingsribben aan te brengen, kan de stijfheid in bepaalde richtingen eenvoudig verhoogd worden.

In nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de schaats volgens de uitvinding omvat de zool van de schaatsschoen een contactzone voor het tijdens gebruik in contact zijn met de bal van de voet van een schaatser, die de schaatsschoen draagt, waarbij de contactzone zich tussen het voorste bevestigingsdeel en het achterste bevestigingsdeel bevindt gezien in langsrichting van de schaatsbuis.

De uitvinding voorziet in een verbeterd krachtenspel, speciaal in het geval dat er grotere schaatsschoenen gebruikt worden. Waar bij bestaande shorttrackschaatsen de grote krachten alleen binnen de bevestigingspunten werken bij kleine schoenen, kan hetzelfde voordeel met een schaats volgens de uitvinding ook behaald worden voor grotere schoenmaten. De meeste kracht wordt door de schaatser via de bal van de voet overgedragen. Door toepassing van de brug en het, eventueel, vergroten van de eerste en/of tweede steek, kan het aangrijpingspunt van de kracht op de buis verbeterd worden, zodat de kracht niet de kromming van de buis tegenwerkt.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont in bovenaanzicht een schaatsbuis met brug volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont in zijaanzicht een schaatsbuis met brug volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont in zijaanzicht een doorsnede van een schaatsschoen met een voet van een schaatser en een schaatsbuis met brug volgens de uitvinding.

In figuur 1 wordt een bovenaanzicht van een schaatsbuis 1 met brug 2 volgens de uitvinding getoond. De eerste steekafstand a strekt zich uit van het voorste verbindingsdeel 3 tot het achterste verbindingsdeel 4 op de eerste lange zijde van de schaatsbuis 1. De tweede steekafstand b strekt zich uit van het eerste bevestigingspunt 5 tot het tweede bevestigingspunt 5 aan de achterkant van de brug 2. Het eerste uiteinde 7 van de brug 2 bevindt zich nabij het eerste verbindingsdeel 3 en het eerste verbindingspunt 5 aan de voorkant van de schaats in rijrichting, aangeduid met pijl c. Het tweede uiteinde 8 bevindt zich nabij het tweede verbindingsdeel 4 en het tweede verbindingspunt 6 aan de achterkant van de schaats in rijrichting c.

In figuur 2 wordt een zijaanzicht van een schaatsbuis 1 met brug 2 volgens de uitvinding getoond. De bevestigingsdelen 3, 4 bevinden zich aan de eerste lange zijde 9 van de schaatsbuis 1. Het schaatsijzer 10 bevindt zich aan de tweede lange zijde 11 van de schaatsbuis 1. De eerste afhangende arm 12 aan het eerste uiteinde 7 van de brug 2 is verbonden met het eerste bevestigingsdeel 3 van de schaatsbuis 1. De tweede afhangende arm 13 aan het tweede uiteinde 8 van de brug 2 is verbonden met het tweede bevestigingsdeel 4 van de schaatsbuis 1.

In figuur 3 wordt in zijaanzicht een doorsnede van een schaatsschoen 14 met een voet 15 van een schaatser en een schaatsbuis 1 met brug 2 volgens de uitvinding getoond. De zool 16 van de schoen 14 omvat nabij de bal 17 van de voet 15 van de schaatser een contactzone c. De contactzone c bevindt zich achter het voorste verbindingsdeel 3 en voor het achterste verbindingsdeel 4.

Claims (8)

Conclusies

1. Schaats, zoals een shorttrackschaats, welke schaats omvat: - een langgerekte schaatsbuis met een eerste lange zijde waaraan een voorste bevestigingsdeel en een achterste bevestigingsdeel is aangebracht, en met een tweede lange zijde, welke tweede lange zijde tegenover de eerste lange zijde ligt; — een schaatsijzer bevestigd aan de tweede lange zijde; en — een schaatsschoen met een zool waarop een voorste bevestigingspunt en een achterste bevestigingspunt is aangebracht, gekenmerkt door een langwerpige brug aan welk eerste uiteinde een eerste afhangende arm is aangebracht en aan welk tweede uiteinde een tweede afhangende arm is aangebracht, waarbij de eerste afhangende arm bevestigd is aan het voorste verbindingsdeel en de tweede afhangende arm bevestigd is aan het achterste verbindingsdeel, en waarbij het voorste bevestigingspunt aan de brug bevestigd is nabij het eerste uiteinde en waarbij het achterste bevestigingspunt aan de brug bevestigd is nabij het tweede uiteinde.

2. Schaats volgens conclusie 1, waarbij een eerste steekafstand, tussen het voorste bevestigingsdeel en het achterste bevestigingsdeel, groter is dan 165mm.

3. Schaats volgens conclusie 2, waarbij een tweede steekafstand, tussen het voorste bevestigingspunt en het achterste bevestigingspunt, kleiner dan of gelijk is aan de eerste steekafstand.

4. Schaats volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en de tweede afhangende arm op afstand van het vlak door de schaatsbuis en de voorste en achterste bevestigingsdelen geplaatst.

5. Schaats volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de brug eendelig is.

6. Schaats volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de brug vervaardigd is van koolstofvezel.

7. Schaats volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de brug verstevigingen, zoals verstevigingsribben, omvat voor het verhogen van de torsiestijfheid.

8. Schaats volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zool van de schaatsschoen een contactzone omvat voor het tijdens gebruik in contact zijn met de bal van de voet van een schaatser, die de schaatsschoen draagt, waarbij de contactzone zich tussen het voorste bevestigingsdeel en het achterste bevestigingsdeel bevindt gezien in langsrichting van de schaatsbuis.