NL1031965C2 - Onderstel voor een schaats en dergelijke. - Google Patents

Description

Onderstel voor een schaats en dergelijke

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een onderstel (buis, frame) voor een glij- of rolschaats of glij- of rolski, 5 alsmede op een van een dergelijk onderstel voorziene schaats of ski.

Dergelijke schaatsen of ski's kunnen worden gebruikt in cross country toepassingen. Cross country, eventueel met stokken, is een vorm van schaatsen die vooral in 10 Zweden populair is. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een soort van klapschaats met vooraan een veerneus, waartegen de punt van de schoen aankomt bij de openklapbeweging om de schoen en het onderstel weer naar elkaar toe te brengen. Op het onderstel wordt een montageplaat (ook wel 15 binding genoemd) bevestigd, waarin de schoen vooraan kan worden vastgeklikt. Deze montageplaat is vooraan standaard voorzien van drie schroefgaten, in driehoekopstelling, en meer naar achteren van twee of meer op afstand van elkaar en in het midden gelegen schroeven.

20 Er zijn vele van dit soort montageplaten beschikbaar.

Elke fabrikant heeft zijn eigen maatvoering, behalve wat betreft de drie voorste schroeven. Daarnaast dient de binding vaak aangepast te worden aan de maat van de schoen. Het nadeel is dat het onderstel of buis daarop 1031965 2 voorbereid moet zijn, waardoor vele gaten vooraf aangebracht moeten worden, hetgeen kostbaar is en het onderstel kan verzwakken. Alternatief moet de gebruiker zelf de juiste gaatjes maken. Verder is een nadeel dat 5 wanneer de schroefdraad in een van de gaten in het onderstel beschadigd is geraakt, reparatie veelal niet mogelijk is en het onderstel zal moeten worden vervangen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

10

Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen.

Vanuit één aspect voorziet de uitvinding in een onderstel voor een glij- of rolschaats of glij- of rolski, 15 omvattend een langwerpig lichaam dat aan een eerste langszijde voorzien is van middelen voor verbinding met een glijijzer, rollen, ski en dergelijke, en dat aan een tegengestelde, tweede langszijde een langsplaat vormt voor ondersteuning van een montageplaat welke is voorzien van 20 middelen voor bevestiging van een schoen daarop, waarbij de langsplaat voorzien is van montagegaten voor montage van de montageplaat, waarbij het langwerpig lichaam een zich in langsrichting uitstrekkend, althans aan één eind van buiten toegankelijk kanaal omvat, waarbij de langsplaat een 25 langswand van het kanaal vormt en de montagegaten althans één in zich in kanaalrichting uitstrekkend langgat omvatten dat in de langswand is aangebracht, waarbij het kanaal een doorsnede bezit geschikt voor opname en ondersteuning van een bevestigingsmiddel voor de montageplaat.

3 0 Aldus heeft men bij montage meer vrijheid in de positionering van het bevestigingsmiddel, zodat de langsplaat niet vooraf hoeft te worden voorzien van een reeks montagegaten afgestemd op vele maten montageplaten dan wel bij de montage geen extra montagegaten hoeven te 35 worden geboord. Men heeft hierdoor een grote vrijheid in de keuze van montageplaat in soort en maatvoering. De montage, en eventueel demontage, van de montageplaat kan snel en 3 eenvoudig plaatsvinden. Door het te plaatsen bevestigingsmiddel hoeft ter plaatse van de langgaten geen schroefdraad aanwezig te zijn in het materiaal van het onderstel zelf die beschadigd kan raken.

5 In een uitvoering is het langwerpig lichaam gevormd door extrusie. Dergelijke langwerpige lichamen van onderstellen zijn bekend, waarbij daarin kanalen zijn gevormd voor gewichtsbesparing. Op voordelige wijze wordt met de uitvinding een dergelijk kanaal een extra functie 10 verschaft, namelijk voor het naar het langgat brengen van het bevestigingsmiddel.

In een eenvoudige uitvoering is het bevestigingsmiddel een van een schroefgat voorzien moerplaatje. Het moerplaatje kan eenvoudig in het kanaal 15 worden ingebracht en voor het langgat worden gebracht.

Indien het moerplaatje langwerpig is wordt de geleiding in het kanaal bevorderd. Bovendien is er dan ruimte verschaft voor extra voorzieningen, zoals de hierna te bespreken positioneringmiddelen. Bij voorkeur is het 20 moerplaatje verschuifbaar op te nemen in het kanaal.

Het gewicht kan beperkt worden gehouden indien het moerplaatje een lengte bezit in de orde van grootte van het langgat, of enigszins langer is. Hierdoor kan worden tegengaan dat sneeuw terecht kan komen in het kanaal.

25 Voor het ter plaatse van het langgat houden van het bevestigingsmiddel kan deze voorzien zijn van positioneringsmiddelen. De positioneringsmiddelen kunnen een uitsteeksel omvatten dat in het langgat kan reiken. In een uitvoering zijn de positioneringsmiddelen via het 3 0 langgat aan te brengen. In een alternatieve uitvoering zijn de positioneringsmiddelen indrukbaar.

In het geval van een langwerpig moerplaatje kunnen de positioneringsmiddelen aan één eind van het moerplaatje gelegen zijn. Men kan dan bij invoering van het 35 moerplaatje in het kanaal de oriëntatie van het moerplaatje kiezen voor het juiste bereik aan posities in het langgat voor het schroefgat. Het schroefgat kan daarbij nabij het 4 midden van het moerplaatje gelegen zijn.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een glij- of rolschaats voorzien van een onderstel volgens de uitvinding.

5 De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop 10 gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

15

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bij gevoegde tekeningen weergegeven vóórheel duit voering. Getoond wordt in:

Figuren IA en 1B respectievelijk een 2 0 bovenaanzicht en een zijaanzicht op een gedeelte van een voorbeelduitvoering van een onderstel volgens de uitvinding;

Figuur 2 een doorsnede volgens pijlen II-II in figuur 1; 25 Figuur 3 een voorbeelduitvoering van een moerplaatje voor het onderstel van de voorgaande figuren;

Figuur 4 een doorsnede volgens pijlen IV-IV in figuur 1;

Figuren 5A, 5B respectievelijk een bovenaanzicht 30 en een zijaanzicht op een montageplaat voor het onderstel van de figuren 1-3;

Figuur 6 een samenstel van het onderstel volgens figuren IA, 1B en 2, de montageplaat van de figuren 5A, B en een schoen; en 35 Figuur 7 een detail van figuur 6.

5

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Het ondersteldeel 1 in figuren IA en 1B omvat een langwerpig lichaam 10, door extrusie vervaardigd van 5 bijvoorbeeld aluminium. Het langwerpig lichaam bezit aan de onderzijde 2 een langsgleuf 4 waarin een schaatsblad 5 bevestigd is, zie ook figuur 4.

Het langwerpig lichaam 1 bezit voorts een plat bovenoppervlak 3, die de bovenzijde vormt van een bovenwand 10 6. Zoals in figuur 2 te zien is is het langwerpig lichaam 10 in doorsnede T-vormig, met concaaf gebogen zijden 7. In langsrichting van het . langwerpig lichaam 10 zijn twee centraal gelegen kanalen 8 en 9 gevormd, die geheel doorgaand zijn. Een dergelijk langwerpig lichaam/profiel is 15 op zich bekend.

Zoals in figuur IA te zien is zijn in de bovenwand 6 een aantal montagegaten aangebracht, in het bijzonder aan de zijden gelegen montagegaten 21, 22, en in het midden gelegen montagegaten 20, 23, waarbij de gaten 20 20 voorzien zijn van een schroefdraad en de gaten 23 tapgaten zijn. Ook dergelijke gaten zijn op zich bekend.

Onderscheidend is dat in het midden twee langgaten 24a, 24b zijn aangebracht. Zoals in figuur 2 te zien is, is langgat 24a (en datzelfde geldt voor een gat 25 24b) aangebracht in de bovenwand 14 van het kanaal 8, welk kanaal verder begrensd wordt door zijwanden 13 en bodemwand 12. In de bodemwand 12 is tegenover langgat 24a (eh ook langgat 24b), een daarmee congruent langgat 40 aangebracht, welke een doorgang vormt naar kanaal 9.

30 In figuur 4 is een voorbeelduitvoering van een moerplaatje 16 met lengte L2, hoogte H2 en breedte B2 weergegeven, dat langwerpig is en in het midden voorzien is van een van een schroefdraad voorzien gat 17, dat doorgaand is. Aan één langseind is het moerplaatje 16 voorzien van 35 een schroefgat 19, waarin een schroef 18 gedraaid kan worden, met de kop 18a boven uitstekend.

Het kanaal 8 bezit een hoogte Hl en een breedte 6 BI. De hoogte H2 en breedte B2 van het moerplaatje 16 zijn iets kleiner dan respectievelijk Hl en BI. De lengte L2 van moerplaatje 16 is enigszins groter dan de lengte Ll van de langgaten 24a of 24b. De lengte L2 kan zoveel groter zijn 5 dan Ll, dat in elke positie van het moerplaatje het langgat naar onder toe wordt bedekt door het moerplaatje. De breedte van de schroefkop 18a is iets kleiner dan de breedte van de langgaten 24a, b.

Voor montage van een schoen op het ondersteldeel 10 van de figuren IA, 1B wordt gebruik gemaakt van een montageplaat 30, weergegeven in figuren 5A en 5B. Er zijn vele uitvoeringen van montageplaten, afhankelijk van fabrikant en/of schoenmaat. De in figuren 5A en 5B weergegeven montageplaat 30 bezit twee delen 31 en 32, die 15 door middel van brug 33 met elkaar verbonden zijn, op verschuifbare wijze (richting C) , om enigermate afgestemd te kunnen worden op het onderstel en de schoenmaat. Voor montage van de montageplaat 30 op het onderstel zijn schroeven 34, 35, 36a, b voorzien, waarmee de montageplaat 20 30 ter plaatse van montagegaten 20, 21 (of 22) en 24a, b in de bovenwand 6 bevestigd kan worden. Door de aanwezigheid van langgaten 24a, b wordt voorkomen dat vooraf in de bovenwand 6 een reeks gaten in langsrichting, in het centrum, moet worden aangebracht, of dat de gebruiker zelf 25 op de juiste plaats een gat moet aanbrengen.

Wanneer de montageplaat 30 gemonteerd moet worden op de bovenwand 6 worden twee moerplaatjes 16 aan het achtereind (links in figuur IA) ingevoerd in kanaal 8, daarbij geleid door invoergedeelte 11 van de bodem 12 van 3 0 kanaal 8. De moerplaatjes 16 worden in de richting A ingeschoven, bijvoorbeeld met een hulpmiddel, zoals een stokje of magneet, totdat zij respectievelijk onder de langgaten 24a, 24b gelegen zijn, zodanig dat de schroefgaten 19 bereikbaar zijn. Dan worden van bovenaf 3 5 (richting B, figuur 3) schroeven 18 ingedraaid, waarna de moerplaatjes 16 in langsrichting wel verschuifbaar zijn ten opzichte van de langgaten 24a, b, echter niet buiten bereik 7 daarvan kunnen komen in kanaal 8. Voor het langgat 24b is de dan verkregen situatie weergegeven in figuur 4.

Zoals te zien is in figuur IA kan de gebruiker de positie van gaten 17 instellen over althans het rechter 5 gedeelte (op de tekening gezien) van langgat 24b (en ook van langgat 24a wanneer ook daarbeneden een moerplaatje 16 is geplaatst) . Indien die insteekmogelijkheid naar de andere zijde gewenst is, kan men vooraf beslissen om het moerplaatje 16 andersom in te voeren in het kanaal 8.

10 In plaats van een schroefje 18 kan het moerplaatje 16 ook voorzien zijn van een indrukbare kogel, die ingedrukt wordt bij invoering van het moerplaatje 16 in het kanaal 8, en dan uitspringen wanneer het langgat 24a, b bereikt is.

15 Wanneer de moerplaatjes 16 bij de langgaten 24a, b zijn en blijven, kan de montageplaat 30 worden bevestigd. De moerplaatjes 16 kunnen dan eenvoudig op de juiste plaats geschoven worden. Vervolgens worden met schroeven/bouten 36a, b de montageplaatdelen 31 en 32 verder vastgezet op de 20 bovenwand 6 van het langwerpig lichaam 10. Daarvoor gebruikte schroeven kunnen door langgaten 40 reiken tot in kanaal 9, en kunnen derhalve lang genoeg gekozen worden.

Dan is het onderstel gereed voor montage van een schoen 50, zie figuren 6 en 7.

25 De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die 30 vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

1031965

Claims (15)

1. Onderstel voor een gli j - of rolschaats of glij- of rolski, omvattend een langwerpig lichaam dat aan een eerste langszijde voorzien is van middelen voor verbinding met een glijijzer, rollen, ski en dergelijke, en 5 dat aan een tegengestelde, tweede langszijde een langsplaat vormt voor ondersteuning van een montageplaat welke is voorzien van middelen voor bevestiging van een schoen daarop, waarbij de langsplaat voorzien is van montagegaten voor montage van de montageplaat, waarbij het langwerpig 10 lichaam een zich in langsrichting uitstrekkend, althans aan één eind van buiten toegankelijk kanaal omvat, waarbij de langsplaat een langswand van het kanaal vormt en de montagegaten althans één in zich in kanaalrichting uitstrekkend langgat omvatten dat in de langswand is 15 aangebracht, waarbij het kanaal een doorsnede bezit geschikt voor opname en ondersteuning van een bevestigingsmiddel voor de montageplaat.

2. Onderstel volgens conclusie 1, waarbij het bevestigingsmiddel een van een schroefgat voorzien 20 moerplaatje is.

3. Onderstel volgens conclusie 2, waarbij het moerplaatj e langwerpig is.

4. Onderstel volgens conclusie 2 of 3, waarbij het moerplaatje verschuifbaar op te nemen is in het kanaal.

5. Onderstel volgens conclusie 2, 3 of 4, waarbij het moerplaatje een lengte bezit in de orde van grootte van het langgat.

6. Onderstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingsmiddel voorzien is van 30 positioneringsmiddelen.

7. Onderstel volgens conclusie 6, waarbij de 1031965 positioneringsmiddelen een uitsteeksel omvatten dat in het langgat kan reiken.

8. Onderstel volgens conclusie 7, waarbij de positioneringsmiddelen via het langgat aan te brengen zijn.

9. Onderstel volgens conclusie 7, waarbij de positioneringsmiddelen indrukbaar zijn.

10. Onderstel volgens conclusies 3 en 6, waarbij de positioneringsmiddelen aan één eind van het moerplaatje gelegen zijn.

11. Onderstel volgens conclusie 10, waarbij het schroefgat nabij het midden van het moerplaatje gelegen is.

12. Onderstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het langwerpig lichaam vervaardigd is door extrusie.

13. Glij - of rolschaats voorzien van een onderstel volgens een der voorgaande conclusies.

14. Onderstel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

15. Glij- of rolschaats voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1031965