NL193294C - Gegevensverwerkende inrichting. - Google Patents

Description

1 193294

Gegevensverwerkende inrichting

De uitvinding heeft betrekking op een gegevensverwerkende inrichting, met een aantal invoerorganen, met name toetsenborden, en een weergeefinrichting, voorzien van discriminatie-organen om te bepalen vanuit 5 welke van de invoerorganen informatie afkomstig is en van besturingsorganen om de weergeefinrichting zodanig te besturen, dat de informatie voor elke invoerinrichting op een verschillende wijze wordt weergegeven overeenkomstig het door de discriminatie-organen gemaakte onderscheid.

Een dergelijke inrichting wordt beschreven in de oudere Nederlandse octrooiaanvrage NL 8401366 van aanvraagster, in deze oudere aanvrage bestaan de verschillende wijzen van weergeven uit verschillende 10 locaties op het scherm van een weergeefinrichting.

De gegevensverwerkende inrichting volgens de uitvinding wordt nu gekenmerkt, doordat de informatie van de verschillende invoerinrichtingen wordt weergegeven in verschillende kleuren.

Op deze wijze onderkent de operator gemakkelijk welke informatie uit welke invoerinrichting komt. Opgemerkt wordt, dat op zich het Amerikaanse octrooischrift no. 3.922.799 een bij onderwijs te 15 gebruiken oefeninrichting beschrijft, die een aantal antwoorden op dezelfde vraag ontvangt. De juiste antwoorden en foutieve antwoorden worden op een vel papier in verschillende kleuren gedrukt. Deze publicatie bevat echter geen enkele aanwijzing dat informatie van een aantal verschillende bronnen in respectieve verschillende kleuren wordt weergegeven om onderscheid tussen de verschillende informatiebronnen mogelijk te maken.

20 Voorts beschrijft de Britse octrooiaanvrage 2.049.253 een werkwijze voor onderwijsdoeleinden waarbij tekstgedeelten in verschillende kleuren worden weergegeven om bepaalde teksten te benadrukken of van elkaar te onderscheiden. Hierbij is echter geen sprake van interactie tussen leraar en leerling.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: 25 figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een informatie-verwerkende inrichting: figuur 2 een blokschema van een uitvoeringsvorm van een informatie-verwerkende inrichting: figuren 3A en 3B stroomdiagrammen, welke een voorbeeld van de werking van deze inrichting tonen; figuur 4 een schema van een voorbeeld van een weergave ten aanzien van een vraag van een leraar en antwoorden van leerlingen op deze vraag; en 30 figuur 5 een schema van een voorbeeld van een weergave in het geval, dat de leraar de antwoorden van de leerlingen, aangegeven in figuur 4, corrigeert.

Figuur 1 toont een uitwendig aanzicht van een interactieve inrichting welke zodanig is opgebouwd, dat de zinsneden, die door een leraar en leerlingen door middel van één van de toetsenborden 4, 5, 6 en 7 in het 35 schema worden ingevoerd, worden weergegeven in een kleuren-CRT-weergeefinrichting (hierna afgekort als een CRT) 1, waarbij de conversatie geschiedt door deze zinsneden mutueel te lezen. Het aantal CRTs kan afhankelijk van het aantal toetsenborden worden vergroot. Voorts worden de ingevoerde zinsneden gedrukt door een drukinrichting 2. Een regelsectie 3 voert de totale regeling uit. (Bij de uitvoeringsvorm zal een beschrijving worden gegeven ten aanzien van het geval, waarin vier toetsenborden worden gebruikt; de 40 uitvinding is daartoe echter niet beperkt.)

Figuur 2 is een blokschema van een detail van de regelsectie 3 van de in figuur 1 afgebeelde interactieve inrichting.

In het schema is 10 een toetsenkoppeleenheid voor de toetsenborden (4-7) en 11 een procesregelaar, gevormd door een centrale processoreenheid (hierna afgekort als een CPU) en een ROM voor het opslaan 45 van een regelprogramma teneinde de CPU operatief te maken. De gehele regeling geschiedt op basis van het in deze ROM opgeslagen programma. Met 12 is een zinsnedegeheugen aangegeven voor het opslaan van de zinsnede-informatie, welke via de toetsenborden (4-7) wordt ingevoerd; 13 is een CRT-regelaar voor het uitvoeren van de weergeefregeling van de CRT 1, welke in kleuren kan weergeven; en 15 is een drukkoppeleenheid voor het uitvoeren van de regeling van de drukinrichting 2, welke in kleuren kan drukken. 50 In het geval, dat het uitgangssignaal naar de drukinrichting 2 noodzakelijk is, worden zinsneden of dergelijke, die in het zinsnedegeheugen 12 zijn opgeslagen, via de procesregelaar 11 naar de drukkoppeleenheid 15 overgedragen, zodat zij door de drukinrichting 2 worden afgedrukt.

De werking van de interactieve inrichting bij deze uitvoeringsvorm zal thans onder verwijzing naar het stroomdiagram van figuur 3 worden beschreven. Dit stroomdiagram is het programma, dat in de ROM in de 55 procesregelaar 11 is opgeslagen.

Wanneer een voedingsbron wordt ingeschakeld, volgt stap 17 en wordt ’’leraar” in groen op het weergeefscherm van de CRT 1 weergegeven waarna stap 18 volgt. Bij stap 18 wacht de inrichting op een 193294 2 toetseningangssignaal uit het toetsenbord voor de leraar (aangenomen wordt, dat het toetsenbord 4 door de leraar wordt gebruikt). Wanneer er een toetsingangssignaal uit het toetsenbord 4 voor de leraar aanwezig is, volgt stap 19 en vindt een controle plaats om na te gaan of het toetsingangssignaal het correctie-ingangssignaal op een antwoord van een leerling op de vraag van de leraar is of niet. Indien het geen 5 correctie-ingangssignaal is, volgt stap 20 en vindt een controle plaats om na te gaan of het het leerlingkies-toetsingangssignaal voor het invoeren van het antwoord van de leerling is of niet. Dit toetsingangssignaal kan een vraag van de leerling zijn. Indien het niet het leerlingkiestoetsingangssignaal is, is het het ingangssignaal van de vraag van de leraar. Derhalve volgt stap 21 en wanneer de vraag aan de leerling, bijvoorbeeld "Twee en Drie is?” of dergelijke vanuit het toetsenbord 4 van de leraar wordt ingevoerd, wordt 10 dit in groen op de CRT 1 weergegeven. Daarna keert de procesroutine terug naar stap 18.

Bij stap 20, in het geval, dat het ingangssignaal uit het toetsenbord 4 van de leraar het leerlingkiestoets-ingangssignaal aangeeft, wordt het ingangssignaal van de vraag door de leraar beëindigd en wordt de vraag op de CRT 1 weergegeven en wordt het antwoord van de leerling ingevoerd. Bij stap 23 vindt een controle plaats om na te gaan of een leerling 1 al dan niet is gekozen. In het geval, dat de leerling 1 is gekozen, 15 volgt de stap 24 en wordt "leerling 1” in blauw op de CRT 1 weergegeven. Bij stap 25 wacht de inrichting op het toetsingangssignaal uit het toetsenbord 5 van de leerling 1. Wanneer er een toetsingangssignaal uit het toetsenbord 5 voor de leerling 1 aanwezig is, volgt stap 26 en wordt de ingangsinformatie van de leerling 1 namelijk het antwoord in blauw op de CRT 1 weergegeven. Bij stap 27 vindt een controle plaats om na te gaan of er een onderbrekingsingangssignaal uit het toetsenbord 4 van de leraar is of niet. Indien 20 er geen onderbreking aanwezig is, keert de procesroutine terug naar stap 25 en wacht de inrichting op het voltooien van het ingangssignaal van het antwoord. In het geval, dat geen ingangssignaal uit het toetsenbord 5 van de leerling 1 aanwezig is, evenals bij stap 25, volgt stap 27. Wanneer er een onderbreking door de leraar bij stap 27 plaatsvindt, keert de procesroutine terug naar stap 18.

In het geval, dat de student 1 bij stap 23 niet wordt gekozen, volgt stap 28 en vindt de controle plaats om 25 na te gaan of de leerling 2 is gekozen of niet. In het geval, dat de leerling 2 wordt gekozen, volgt stap 29 en wordt ’’leerling 2” in wit op de CRT 1 weergegeven. Vervolgens gaat de procesroutine naar stap 30. In de stappen 30-32 worden dezelfde processen als die bij de voorafgaande stappen 25-27 uitgevoerd. Het ingangssignaal uit het toetsenbord 6 van de leerling 2 wordt evenwel in wit op de CRT 1 weergegeven.

Bij stap 28, wanneer de leerling 2 niet is gekozen, volgt stap 33 en vindt de controle plaats om na te 30 gaan of een leerling 3 is gekozen of niet. In het geval, dat de leerling 3 is gekozen, volgt stap 34 en wordt ’’leerling 3" in geel op de CRT 1 weergegeven. Daarna volgt stap 35. Bij de stappen 35-37 worden dezelfde processen uitgevoerd als die bij de stappen 25-27. Het ingangssignaal uit het toetsenbord 7 voor de leerling 3 wordt evenwel in geel op de CRT 1 weergegeven.

In het geval, dat de leerling 3 bij stap 33 niet is gekozen, wordt het ingangssignaal als ineffectief bepaald 35 en keert de procesroutine terug naar stap 18 aangezien er bij de uitvoeringsvorm drie toetsenborden voor de leerlingen aanwezig zijn. In het geval, dat nog een toetsenbord wordt toegevoegd en er vier of meer toetsenborden voor de leerlingen aanwezig zijn, kan een leerling 4 of een daaropvolgende leerling worden gekozen. In een dergelijk geval kan de weergeefkleur van elke leerling vrij worden gekozen in overeenstemming met de bovenstaande uitvoeringsvorm.

40 Figuur 4 toont een voorbeeld van een weergave, waarin de vraag uit het toetsenbord van de leraar en de antwoordingangssignalen van de leerlingen op deze vraag in de CRT 1 worden weergegeven.

In dit voorbeeld wordt de vraag van de leraar in groen weergegeven in de kolom van de leraar; de kolom van de leerling 1 wordt weergegeven in blauw; de kolom van de leerling 2 wordt weergegeven in wit; en de kolom van de leerling 3 wordt weergegeven in geel.

45 In het geval, dat het toetsingangssignaal van het toetsenbord 4 van de leraar een correctie- ingangssignaal op het antwoord van de leerling bij stap 19 is, volgt stap 38 en vindt de controle plaats om na te gaan of het correctie-ingangssignaal van de leraar het ingangssignaal voor het weergeefgebied voor de leerling 1 nl. voor de correctie van het antwoord van de leerling 1 is of niet. Indien het de correctie voor het antwoord van de leerling 1 is, volgt stap 39 en wordt de ingangsweergeefinformatie (foutgedeelte) uit het 50 toetsenbord 5 voor de leerling 1, weergegeven op de correctieplaats, aangegeven door een loper of dergelijke vanuit het toetsenbord 4 van de leraar geëlimineerd. Vervolgens wordt bij stap 40 de ingangsinformatie (het juiste antwoord) vanuit het toetsenbord 4 van de leraar in rood weergegeven en keert de procesroutine terug naar stap 18.

Wanneer het correctie-ingangssignaal niet voor de leerling 1 bij stap 38 bestemd is, volgt stap 41 en 55 vindt een controle plaats om na te gaan of het het ingangssignaal voor de correctie van het antwoord van de leerling 2 is. Indien het de correctie voor de leerling 2 is, worden de stappen 42 en 43 op een soortgelijke wijze als de stappen 39 en 40 uitgevoerd en wordt het ingangssignaal (antwoord) van de leerling 2 3 193294 gecorrigeerd. Daarna keert de procesroutine terug naar stap 18.

In het geval, dat de correctie niet bestemd is voor de leerling 2 bij stap 41, volgt stap 44 en vindt een controle plaats om na te gaan of het de correctie voor de leerling 3 is of niet. In het geval van een correctie voor de leerling 3 worden de stappen 42 en 43 overeenkomstig de stappen 39 en 40 uitgevoerd en wordt 5 het ingangssignaal (antwoord) van de leerling 3 gecorrigeerd. Daarna keert de procesroutine terug naar stap 18. Figuur 5 toont een voorbeeld, waarbij de antwoorden van de leerlingen volgens figuur 4 zijn gecorrigeerd. In dit diagram geeft 50 gecorrigeerde gedeelten aan, welke worden weergegeven in rood.

Wanneer de correctie niet voor de leerling 3 bestemd is bij stap 44 geschiedt niets doch keert de procesroutine terug naar stap 18. Dit omdat er drie leerlingtoetsenborden bij deze uitvoeringsvorm van de 10 interactieve inrichting aanwezig zijn. In het geval van vier of meer toetsenborden voor de leerlingen, worden de correcties voor de leerling 4 en de daaropvolgende leerlingen op een soortgelijke wijze als boven is beschreven uitgevoerd. Bij de correctie van de antwoorden van de leerlingen als boven omschreven, blijft in het geval, dat het antwoord wordt geëlimineerd ook het resultaat van de eliminatie niet bestaan. Derhalve wordt op deze plaats een onderstreping of dergelijke toegevoegd, waardoor de plaats wordt aangegeven, 15 waar de eliminatie is uitgevoerd.

Zoals boven is beschreven wordt bij de uitvoeringsvorm een kleuren-CRT-weergeefinrichting gebruikt, zodat de kleuren in de correctiegedeelten vrij overeenkomstig deze gedeelten kunnen worden gekozen. Op deze wijze kunnen de foutieve gedeelten van de antwoorden van de leerlingen worden gecorrigeerd onder gebruik van andere kleuren, waardoor een doeltreffende interactieve oefeninrichting kan worden verkregen. 20 Bovendien wordt de correctie in rood weergegeven; de correctie kan evenwel worden weergegeven in de kleur, welke wordt gebruikt door een persoon (leraar) die een correctie, eliminatie of introductie beoogt aan te brengen. Bij de uitvoeringsvorm worden de geëlimineerde symbolen gecorrigeerd en worden de symbolen door verschillende kleuren weergegeven. De kleur van de symbolen vóór correctie en de kleur van de gecorrigeerde symbolen verschilt evenwel; derhalve is het ook mogelijk de inrichting zodanig uit te voeren, 25 dat de symbolen voor en na de correctie afwisselend worden weergegeven teneinde te begrijpen welke symbolen onjuist waren en op welke wijze zij onjuist waren. Deze methode vergroot bij de interactieve oefeningsinrichting het conversatievermogen verder.

Voorts zal een ander belangrijk effect worden verkregen indien even veel CRTs als leerlingen aanwezig zijn.

30 Ofschoon een voorbeeld van het weergeefuitgangssignaal ten aanzien van de kleuren CRT 1 boven is besproken, kan het weergeefuitgangssignaal op het CRT-weergeefscherm ook door de kleurdrukinrichting 2 worden afgedrukt.

Er is een afdruk als een kopie van het weergeefscherm van de CRT 1 en de afdruk van de inhoud van het geheugen van het zinsnedegeheugen 12 mogelijk. In dit geval kan de kleurinformatie gelijktijdig bij het 35 opzamelen van de zinsnede-informatie in het zinsnedegeheugen 12 worden opgeslagen. Op deze wijze wordt door het permanent registreren van de inhoud van vragen, antwoorden en juiste antwoorden als visuele informatie door de drukinrichting 2, het studie-effect van de leerlingen verder verbeterd.

Boven is een voorbeeld van de interactieve inrichting beschreven, welke geschikt is voor de opleiding van doof-stomme personen of dergelijke. De inrichting kan evenwel ook worden toegepast in het geval van 40 het weergeven van een uitgangssignaal, waarbij het nodig is de nadruk te leggen op een deel van zinsneden of dergelijke voor het verschaffen van een sterke indruk of voor andere gevallen in plaats van te zijn beperkt tot de interactieve inrichting.

Uit de bovenstaande beschrijving blijkt, dat bij de informatie-verwerkende inrichting of dergelijke van het interactieve type de ingangsinformatie van een vragensteller en antwoordende personen in verschillende 45 weergeef- of uitgangskleuren worden afgeleverd, of de door de vragensteller gecorrigeerde gedeelten van de foutieve antwoorden van degene die het antwoord geeft, in verschillende kleuren worden weergegeven of afgeleverd, waardoor het mogelijk is, dat daarop de aandacht wordt gericht en de juiste antwoorden een sterke indruk maken.

Bovendien kunnen de ingangszinsneden van de beantwoordende personen worden weergegeven onder 50 gebruik van de kleuren, waarin deze personen dat wensen. Derhalve is het mogelijk een informatieverwerkende inrichting te verschaffen, welke de belangstelling of de wens tot het leren van de beantwoordende personen kan vergroten en tevens een zeer doeltreffende leidraad verschaft bij de opvoeding of dergelijke van doof-stomme personen.

Claims (1)

193294 4 Gegevensverwerkende inrichting, met een aantal invoerorganen, met name toetsenborden, en een weergeefinrichting, voorzien van discriminatie-organen om te bepalen vanuit welke van de invoerorganen 5 informatie afkomstig is en van besturingsorganen om de weergeefinrichting zodanig te besturen, dat de informatie voor elke invoerinrichting op een verschillende wijze wordt weergegeven overeenkomstig het door de discriminatie-organen gemaakte onderscheid, met het kenmerk, dat de informatie van de verschillende invoerinrichtingen wordt weergegeven in verschillende kleuren. Hierbij 6 bladen tekening