NL192983C - Brandstoftankzuil. - Google Patents

Description

1 192983

Brandstoftankzuil

De uitvinding betreft een brandstoftankzuil omvattende een huis waarin een brandstoftoevoeraansluiting is opgesteld, een buigzame slang waarvan een eind is aangesloten op de brandstoftoevoeraansluiting en 5 waarvan het andere eind is voorzien van een tankpistool, alsmede boven in het huis een schuin geplaatste schijf waarover de slang is geleid.

Een dergelijke brandstoftankzuil is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 2.225.859. Deze bekende brandstoftankzuil is bestemd voor ondergronds gebruik. De bovenwand van de zuil bevindt zich ter hoogte van het maaiveld. Het slangeind met het tankpistool is door deze bovenwand naar buiten gevoerd. De slang 10 kan tegen een terugstelkracht in over een zekere afstand uit het huis worden getrokken. Na gebruik kan de slang worden opgeborgen in het huis.

Het nadeel van deze bekende brandstoftankzuil is dat de slang in uitgetrokken toestand over de grond kan slepen. Als gevolg daarvan raakt de slang sterk vervuild en bestaat het risico dat de slang overreden en beschadigd wordt door voertuigen.

15 Doel van de uitvinding is een brandstoftankzuil te verschaffen die deze nadelen mist. Dat doel wordt bereikt, doordat een zijde van het huis een tankpistoolberging en een zich daaronder bevindende verticale spleet heeft voor het doorlaten van de slang, waarbij zich tussen de verticale spleet en de tankpistoolberging een dwars ten opzichte van de spleet verlopende rol bevindt voor het geleiden van de slang.

Bij de brandstoftankzuil volgens de uitvinding, die bovengronds opstelbaar is, kan de slang, eveneens 20 tegen een terugstelkracht in, via de hoog in het huis geplaatste rol en de spleet naar buiten worden getrokken zonder dat hij op de grond terechtkomt. De dwars geplaatste rol zorgt voor een zodanige geleiding van de slang dat deze zonder beschadigingen en met niet al te hoge weerstand onder langs de tankpistoolberging naar buiten kan worden getrokken.

Na gebruik kan de slang via de spleet gemakkelijk worden opgeborgen in het huis, met het tankpistool in 25 de tankpistoolberging.

Voordeel is verder dat de spleet en de tankpistoolberging zodanig smal zijn, dat voor verschillende motorbrandstoffen in een eenheid meerdere brandstoftankzuilen dicht naast elkaar kunnen worden geplaatst.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn twee evenwijdige, de spleet aan weerszijden begrenzende rollen 30 aanwezig. De slang wordt daarbij ook geleid langs de verticale randen van de spleet, zodanig dat bij het enigszins scheef naar buiten trekken van de slang, deze niet beschadigd kan worden en de benodigde trekkracht relatief laag blijft.

Gewezen wordt op het Amerikaanse octrooischrift 2.242.749, waaruit eveneens een bovengronds opstelbare brandstoftankzuil bekend is die aan een zijde een tankpistoolberging bezit. Bij deze bekende 35 brandstoftankzuil.blijft de slang over een aanzienlijke lengte buiten de zuil hangen. Als gevolg daarvan bestaat er risico voor vervuiling en beschadiging van de slang.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de brandstoftankzuil worden beschreven. In de tekening toont: 40 figuur 1 een zijaanzicht van een brandstoftankzuil, met weggenomen zijwand, in de ruststand: figuur 2 een aanzicht overeenkomstig figuur 1, doch in de gebruiksstand; figuur 3 een zijaanzicht met de delen in weer een andere gebruiksstand, en figuur 4 een schematisch bovenaanzicht van een aantal naast elkaar opgestelde brandstoftankzuilen volgens figuren 2 en 3.

45

Volgens de tekening is een brandstoftankzuil voorzien van een huis 1 uitgerust met een scheidingswand 2, welke zich niet tot bovenaan de zuil uitstrekt. Boven in de zuil is een brandstoftoevoeraansluiting 3 aangebracht, waaraan een slang 4 is bevestigd. De slang 4 strekt zich lusvormig door het met 5 (zie figuur 4) aangeduide compartiment van de zuil 1 uit. In de lus is een als terugspoelgewicht dienende, vrij 50 beweegbare schijt 6 aangebracht. De beide evenwijdige zijden van de beweegbare schijf 6 zijn voorzien van kleine uitsteeksels 7 van bijv. teflon. De totale breedte van de schijf met de teflon-uitsteeksels is zodanig dat deze met geringe speling door het genoemde compartiment 5 kan glijden.

De slang 4 strekt zich, na het passeren van de schijf 6 bovenwaarts uit en reikt daarbij over een boven in de zuil, boven de scheidingswand opgestelde rol 8. De rol 8 is een van 0 tot 90° verschillende hoek zodanig 55 opgesteld, dat de slang gemakkelijk vanuit het compartiment 5 in het naastgelegen compartiment 9 van de zuil 1 kan worden overgebracht. Teneinde de geleiding van de slang daarbij probleemloos te doen verlopen is de schijf 8 voorzien van een groef 10. De groef 10 is asymmetrisch aangebracht, en wel zodanig dat ook

Claims (2)

192983 2 bij het uitoefenen van grote trekkrachten op het met een tankpistool 11 uitgeruste vrije einde van de slang (zie figuur 3), geen van de schijf 8 aflopen van de slang kan optreden. Het compartiment 9 van de brandstoftankzuil, volgens de uitvinding is voorts voorzien van een door een gebogen wand 12 begrensde opbergruimte voor het tankpistool 11. 5 Een verdere verbetering is verkregen door het nabij de onderzijde van genoemde opbergruimte aanbrengen van een afwikkelrol 13, alsmede ter weerszijden van de niet-nader aangeduide slangdoorlaat-opening in het hliis aanbrengen van leirollen 14. De brandstoftankzuil volgens de uitvinding is met behulp van de brandstoftoevoeraansluiting 3 gemakkelijk aansluitbaar op de aansluitorganen van een op een tankstation boven de om en om naast elkaar 10 opgestelde brandstoftankzuilen (zie figuur 4) aanwezige (niet weergegeven) brandstoftoevoerleiding.

1. Brandstoftankzuil, omvattende een huis waarin een brandstoftoevoeraansluiting is opgesteld, een buigzame slang waarvan een eind is aangesloten op de brandstoftoevoeraansluiting en waarvan het andere eind is voorzien van een tankpistool, alsmede boven in het huis een schuin geplaatste schijf waarover de slang is geleid, met het kenmerk dat een zijde van het huis (1) een tankpistoolberging en een zich daaronder bevindende verticale spleet voor het doorlaten van de slang (4) heeft, waarbij zich tussen de 20 verticale spleet en de tankpistoolberging een dwars ten opzichte van de spleet verlopende rol (13) bevindt voor het geleiden van de slang (4).

2. Brandstoftankzuil volgens conclusie 1, met het kenmerk dat twee evenwijdige, de spleet aan weerszijden begrenzende rollen (14) zijn voorzien. Hierbij 1 blad tekening