NL192332C - Assembly comprising a window, in which a sliding tilting roof is included, for mounting in a motor vehicle roof. - Google Patents
Assembly comprising a window, in which a sliding tilting roof is included, for mounting in a motor vehicle roof. Download PDFInfo
- Publication number
- NL192332C NL192332C NL8303013A NL8303013A NL192332C NL 192332 C NL192332 C NL 192332C NL 8303013 A NL8303013 A NL 8303013A NL 8303013 A NL8303013 A NL 8303013A NL 192332 C NL192332 C NL 192332C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- guide
- roof part
- sliding
- movable roof
- shoe
- Prior art date
Links
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 26
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 26
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 26
- 238000003780 insertion Methods 0.000 claims description 20
- 230000037431 insertion Effects 0.000 claims description 20
- 230000007704 transition Effects 0.000 claims description 12
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims description 10
- 238000004804 winding Methods 0.000 claims description 5
- 238000009423 ventilation Methods 0.000 claims description 3
- 230000036316 preload Effects 0.000 claims 1
- 239000010454 slate Substances 0.000 description 5
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 3
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 2
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- 229910000639 Spring steel Inorganic materials 0.000 description 1
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 1
- 230000004308 accommodation Effects 0.000 description 1
- 238000013459 approach Methods 0.000 description 1
- 238000005352 clarification Methods 0.000 description 1
- 230000008030 elimination Effects 0.000 description 1
- 238000003379 elimination reaction Methods 0.000 description 1
- 239000011521 glass Substances 0.000 description 1
- 230000000977 initiatory effect Effects 0.000 description 1
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 description 1
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 1
- 230000001360 synchronised effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60J—WINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
- B60J7/00—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
- B60J7/02—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes
- B60J7/04—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels
- B60J7/05—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with rigid plate-like element or elements, e.g. open roofs with harmonica-type folding rigid panels pivoting upwardly to vent mode and moving downward before sliding to fully open mode
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
- Seal Device For Vehicle (AREA)
- Vehicle Interior And Exterior Ornaments, Soundproofing, And Insulation (AREA)
- Body Structure For Vehicles (AREA)
Description
1 1923321 192332
Samenstel omvattende een raam, waarin een schuifkanteldak Is opgenomen, voor montage in een motorvoertuigdakAssembly comprising a window, in which a sliding-tilting roof is included, for mounting in a motor vehicle roof
De uitvinding heeft betrekking op een samenstel omvattende een raam, waarin een schuifkanteldak is 5 opgenomen, voor montage in een motorvoertuigdak, voorzien van een vast dak en een beweegbaar star dakdeel, dat met voorste en achterste glijschoenen naar een verschoven stand verschuifbaar is gelegerd in glijschoenkanalen in aan weerszijden van de dakopening bevestigde leirails en door op de achterste glijschoenen aangrijpende, daikstijf in kabelgeieidingskanalen van de leirails verschuifbaar gelegerde kabels aandrijfbaar is, terwijl het beweegbaar dakdeel met aan de voorste glijschoenen aangebrachte zwenklegers 10 is gelegerd en naar een zwenkstand zwenkbaar is rond een zich tijdens gebruik horizontaal, dwars op de schuif richting uitstrekkende as, waarbij het beweegbaar dakdeel langs de zijranden is uitgerust met daaraan bevestigde leizijstukken, waarin aan de achterste glijschoenen aangebrachte leipennen aangrijpen, waardoor het beweegbaar dakdeel, uitgaande van een de dakopening sluitende stand naar keuze als een aan de voorzijde scharnierende ventilatieklep door het opheffen van de achterste rand boven het vaste dak 15 naar buiten zwenkbaar is of na het neerlaten van de achterste rand onder een achterste, deel van het vaste dak verschuifbaar is, waarbij aan tegenover gelegen zijden van het beweegbaar dakdeel nabij de achterste rand van de dakopening telkens een uitsparing is aangebracht in de leirail, in welke uitsparing bij het beweegbaar dakdeel in een andere dan de verschoven stand aan de buitenzijde een onder voorbelasting staand insteekelement aangrijpt, dat in lengte onveranderiijk in verbinding staat met een verschuifbaar op de 20 leirail gelegerde, over het gedeelte van de achterste rand van het beweegbaar dakdeel zich bevindende leischoen, die via een verbindingselement is verbonden met het beweegbaar dakdeel, welk verbindingselement voor zwenkbewegingen in een richting haaks op de schuifrichting van het beweegbaar dakdeel enerzijds schamierbaar is verbonden met het beweegbaar dakdeel en anderzijds met de leischoen, en waarbij elementen zijn voorzien voor het grendelen van de neergelaten stand van de achterste rand van het 25 beweegbaar dakdeel bij schuifbewegingen daarvan.The invention relates to an assembly comprising a window, in which a sliding-tilting roof is incorporated, for mounting in a motor vehicle roof, provided with a fixed roof and a movable rigid roof part, which is slidably mounted in sliding shoe channels with front and rear sliding shoes in a shifted position. in guide rails mounted on either side of the roof opening and cables which can be slidably mounted in cable guide channels of the guide rails engaging on the rear sliding shoes and which can be pivoted to a pivot position about a pivot position around a sliding position shaft extending horizontally during use, transverse to the slide direction, wherein the movable roof part is provided along the side edges with slideparts attached thereto, in which guide pins arranged on the rear sliding shoes engage, so that the movable roof part, starting from a roof opening optionally if a front hinged ventilation flap can be pivoted outwards by raising the rear edge above the fixed roof 15 or, after lowering the rear edge, is slidable under a rear part of the fixed roof, with opposite located sides of the movable roof part near the rear edge of the roof opening, a recess is always provided in the guide rail, in which recess engages a pre-loaded insert element in the outside of the movable roof part in a position other than the displaced position. communicates with a sliding shoe mounted slidably on the guide rail, which is located over the portion of the rear edge of the movable roof part, and which is connected via a connecting element to the movable roof part, which connecting element for pivoting movements in a direction perpendicular to the sliding direction of the movable roof part is hinged on the one hand verb with the movable roof part and on the other hand with the guide shoe, and elements are provided for locking the lowered position of the rear edge of the movable roof part during sliding movements thereof.
Een dergelijk samenstel is bekend uit het Duitse octrooischrift 2.532.187. Bij dit bekende samenstel, waarbij het starre dakdeel naar keuze als een ventilatieklep naar buiten kan worden gezwenkt of zoals bij uitsluitend schuifbare dakdelen onder het achterste, vaste deel van het dak kan worden geschoven, moeten maatregelen worden getroffen voor het voorkomen van verkeerde werkingen. In het bijzonder moeten twee 30 mogelijke verkeerde werkingen worden voorkomen, die eruit bestaan, dat enerzijds het omhoog boven het vaste dak naar buiten gezwenkte dakdeel bij de gewenste temgzwenkbeweging naar achteren wordt verschoven, en dat anderzijds het onder het achterste, vaste dak geschoven dakdeel bij het schuiven naar de sluitstand met de achterrand naar boven gaat, dat wil zeggen omhoog wordt gezwenkt. Bij dit bekende samenstel worden de twee beschreven, verkeerde werkingen verhinderd door in de. praktijk dikwijls 35 beproefde maatregelen, maar treden hierbij verticaal naar boven gerichte krachten op bij het in de sluitstand schuiven van het dakdeel, doordat daarbij in hoofdzaak verticaal omhoog gerichte krachten optreden, die aanzienlijke wrijvingen en daardoor moeilijke, zware bediening van de bedieningsmiddelen van het schuifhefdak veroorzaken.Such an assembly is known from German patent specification 2,532,187. In this known assembly, in which the rigid roof part can optionally be pivoted out as a ventilation flap or, as with only sliding roof parts, can be slid under the rear, fixed part of the roof, measures must be taken to prevent incorrect operations. In particular, two possible erroneous operations must be prevented, which consist in that on the one hand the roof part swiveled upwards above the fixed roof is shifted backwards during the desired tilt-pivot movement, and on the other hand the roof part slid under the rear fixed roof. sliding to the closed position with the rear edge going upwards, i.e. pivoting upwards. In this known assembly, the two described, incorrect operations are prevented by in the. Measures have often been tried and tested in practice, but here occur vertically upwardly directed forces when the roof part is slid into the closed position, due to the fact that substantially vertically upwardly directed forces occur thereby, which cause considerable friction and thereby difficult, heavy operation of the operating elements of the sliding lifting roof cause.
Doordat bij het bekende samenstel is voorzien in een uitsparing in elke leirail, bij welke uitsparing een 40 het schuiven van het dakdeel volgend insteekelement behoort, wordt tijdens het vanuit een naar buiten gezwenkte stand naar binnen in de sluitstand zwenken van het dakdeel, een mechanische sluiting teweeg gebracht, die ongewenste dakdeelverschuivingen in de richting van het door verschuiven openen, verhindert. Voor het verhinderen van het omhoog bewegen van de achterste rand van het dakdeel bij verschuivingen voor het sluiten is aan tegenoverliggende zijden van het dakdeel een nabij de achterste rand aan het 45 dakdeel en dwars op de schuifrichting bevestigde leivinger voorzien, die bij het neerlaten van de achterrand van het dakdeel, uitgaande van de sluitstand van het dakdeel, het insteekelement uit de uitsparing naar buiten trekt, door de uitsparing heen gaat en bij daaropvolgende verschuivingen van het dakdeel tegen de onderzijde van de leirails is gelegerd. De verticaal naar boven gerichte krachten ontstaan bij deze bekende constructie nu, doordat de, de verschuiving van het dakdeel voor het sluiten tot stand brengende, aan de 50 achterste glijschoenen aangebrachte leipennen aanliggen tegen schuine vlakken in de leizijstukken. Tegen deze schuine vlakken worden de door de kabelaandrijving veroorzaakte krachten ontbonden in een krachtcomponent in de schuifrichting en een verticaal daarop staande, naar boven gerichte component. De naar boven gerichte krachtcomponent leidt tot een wrijvende aanligging van de leivingers tegen de onderzijden van de leirails. Deze aanligging van de leivingers voorkomt weliswaar betrouwbaar het omhoog 55 bewegen van de achterrand van het dakdeel bij het schuiven daarvan in de sluitrichting, maar als gevolg daarvan ontstaan wrijvingskrachten, die door een vergroot aandrijfmoment moeten worden overwonnen.Since in the known assembly a recess is provided in each guide rail, to which recess belongs an insert element following the sliding of the roof part, during the pivoting of the roof part from the outward position, a mechanical closure is effected. effected which prevents undesired roof part shifts in the direction of sliding opening. In order to prevent the rear edge of the roof part from moving upwards in the event of sliding before closing, on the opposite sides of the roof part, a guide is provided near the rear edge of the roof part and transversely to the sliding direction, which, when lowering the The rear edge of the roof part, starting from the closed position of the roof part, pulls the insert element out of the recess, passes through the recess and is mounted against the underside of the guide rails during subsequent displacements of the roof part. The vertical upwardly directed forces now arise in this known construction in that the guide pins arranged on the 50 rear sliding shoes, which effect the displacement of the roof part before closing, lie against oblique surfaces in the guide pieces. Against these sloping surfaces, the forces caused by the cable drive are decomposed into a force component in the sliding direction and a vertically positioned upwardly directed component. The upwardly directed force component leads to a frictional contact of the guides against the undersides of the guide rails. Although the abutment of the guide fingers reliably prevents the rear edge of the roof part from moving upwards when it is slid in the closing direction, it results in frictional forces which have to be overcome by an increased driving moment.
Aan de uitvinding ligt het doel ten grondslag een samenstel voor motorvoertuigen te verschaffen van de 192332 2 in de aanhef beschreven soort, waarbij tijdens verschuivingen van het beweegbaar dakdeel in de sluit-richting geen uit naar boven gerichte drijfkrachtcomponenten voortvloeiende wrijvingsverliezen kunnen optreden.The object of the invention is to provide an assembly for motor vehicles of the type 192332 2 described in the preamble, wherein no friction losses resulting from upwardly directed motive components can occur during displacements of the movable roof part in the closing direction.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat aan elke zijde van het beweegbaar dakdeel telkens 5 een koppelelement is voorzien, waardoor de achterste glijschoen bij het uit de uitsparing naar buiten komen van het insteekelement gedwongen koppelbaar is met de naburige leischoen, en waardoor bij het in de uitsparing aangrijpen van het insteekelement, de achterste glijschoen ontkoppelbaar is van de leischoen, waarbij de leipennen aan weerszijden van het beweegbaar dakdeel uit aangrijping met de leizijstukken worden gebracht bij het in de sluitrichting verschuiven van het beweegbaar dakdeel.According to the invention, this object is achieved in that a coupling element is provided on each side of the movable roof part, whereby the rear sliding shoe is forcibly coupled to the adjacent guide shoe when the insertion element comes out of the recess, and as a result of which engaging the insertion element in the recess, the rear sliding shoe can be disconnected from the guide shoe, wherein the guide pins on either side of the movable roof part are brought out of engagement with the guide side pieces when the movable roof part is displaced in the closing direction.
10 Volgens de grondgedachte van de onderhavige uitvinding brengen niet langer de in de leizijstukken aangrijpende leipennen het in de sluitrichting verschuiven van het beweegbaar dakdeel tot stand, maar wordt dit in plaats daarvan teweeggebracht door een koppelelement dat aan weerszijden van het beweegbaar dakdeel de naburige glijschoen meetrekt, waardoor de glijschoen door het verbindingselement het beweegbaar dakdeel in de sluitstand schuift.According to the rationale of the present invention, the guide pins engaging in the slats are no longer effecting sliding of the movable roof part in the closing direction, but are instead effected by a coupling element which pulls the adjacent sliding shoe on either side of the movable roof part. , as a result of which the sliding shoe slides the movable roof part into the closed position through the connecting element.
15 Het is duidelijk, dat op deze wijze het voor transportdoeleinden aanliggen van de leipennen tegen schuine vlakken van de zijstukken overbodig is. Bij gewenste zwenkbewegingen van het dakdeel is de aangrijping van elk koppelelement met een achterste glijschoen opgeheven, zodat de achterste glijschoen langs de leirail kan verschuiven ten opzichte van de leischoen. Hierbij blijft de leischoen als gevolg van de insteekaangrijping van het insteekelement in de uitsparing in de vastgezette stand, zodat bij zwenk-20 bewegingen van het dakdeel naar binnen het dakdeel via het beschreven verbindingselement steunt op de leischoen, waardoor ongewenste verschuivingen naar achter van het naar buiten uitgezette dakdeel, zijn uitgesloten.It is clear that in this way it is unnecessary for the slats to rest against oblique surfaces of the side pieces for transport purposes. With desired pivoting movements of the roof part, the engagement of each coupling element with a rear sliding shoe is released, so that the rear sliding shoe can slide along the guide rail relative to the guide shoe. As a result of the insertion engagement of the insert element in the recess, the guide shoe remains in the secured position, so that when the roof part pivots inwards, the roof part rests on the guide shoe via the connecting element described, as a result of which undesired shifts backwards from the roof section expanded outside, are excluded.
In een voordelige uitvoeringsvorm is voorzien, dat het insteekelement en het koppelelement elk zijn aangebracht aan één arm van een tweearmige hefboom, die zwenkbaar is bevestigd aan de glijschoen, 25 waarbij het tijdens gebruik uit de uitsparing bewegen van het insteekelement een gelijktijdige koppelaangrij-ping van het koppelelement met de achterste glijschoen teweeg kan worden gebracht door het in de richting van de leischoen bewegen van de achterste glijschoen.In an advantageous embodiment it is provided that the insert element and the coupling element are each arranged on one arm of a two-arm lever, which is pivotally attached to the sliding shoe, wherein the insert element moves simultaneously from the recess during use of the coupling element with the rear sliding shoe can be effected by moving the rear sliding shoe in the direction of the guide shoe.
De samenvoeging van het insteekelement en het koppelelement tot één tweearmige hefboom maakt door een centraal element het verhinderen mogelijk van de twee eerder beschreven verkeerde werkingen. De 30 koppeling van de achterste glijschoen en de leischoen vindt automatisch plaats, dat wil zeggen door bediening van de dakaandrijving in de openschuif richting van het dakdeel. De ontkoppeling daarentegen wordt bewerkstelligd door samenwerking van de tweearmige hefboom met de uitsparing in de leirails, dat wil zeggen vindt eveneens automatisch plaats wanneer het dakdeel aan het einde van het in de sluitrichting verschuiven de sluitstand bereikt.The combination of the insertion element and the coupling element into one two-arm lever allows the two previously described incorrect functions to be prevented by means of a central element. The coupling of the rear sliding shoe and the guide shoe takes place automatically, ie by operating the roof drive in the opening direction of the roof part. Decoupling, on the other hand, is effected by cooperation of the two-arm lever with the recess in the guide rails, that is to say also takes place automatically when the roof part reaches the closed position at the end of sliding in the closing direction.
35 Bij de voorkeursuitvoeringsvorm is het voordelig, wanneer een stuuruitsteeksel is bevestigd aan de achterste glijschoen, bij welk stuuruitsteeksel een aan de tweearmige hefboom zich bevindend eerste schuin oploopvlak behoort voor het in eerste instantie opheffen van de aangrijping tussen het insteekelement en de uitsparing, waarbij een, bij de naburige rand van de uitsparing behorend tweede schuin oploopvlak is aangebracht aan het insteekelement voor de uiteindelijke opheffing van de aangrijping tussen het insteek-40 element en de uitsparing.In the preferred embodiment it is advantageous when a handlebar projection is attached to the rear sliding shoe, to which handlebar projection a first inclined run-up surface located on the two-arm lever belongs for initially releasing the engagement between the insert element and the recess, wherein a , a second oblique run-up surface associated with the adjacent edge of the recess is provided on the insertion element for the eventual elimination of the engagement between the insertion-40 element and the recess.
Door het aanbrengen van het stuuruitsteeksel en de bijbehorende schuine oploopvlakken aan het insteekelement wordt verzekerd, dat het insteekelement bij het begin van verschuiving voor het openen zonder moeilijkheid en zonder een noemenswaardig vergrote krachtsinspanning uit de insteekuitsparing van de leirails naar buiten beweegt, waarbij de tweearmige hefboom zwenkt, totdat het koppelelement in 45 aangrijping komt met de achterste glijschoen.The provision of the handlebar projection and the associated oblique ramps on the insert ensures that the insert at the start of sliding for opening opens without difficulty and without a noticeably increased effort from the insert recess of the guide rails, whereby the two-arm lever pivots until the coupling element engages the rear sliding shoe.
Hiervoor is het samenstel volgens de uitvinding doelmatig zodanig uitgevoerd, dat het koppelelement is uitgevoerd als een aan het bijbehorende armeinde van de tweearmige hefboom zich bevindende haak, die is bestemd voor het inhaken achter het koppelvlak van het stuuruitsteeksel en dat de tweearmige hefboom door een veer is belast in de richting van aangrijping van het insteekelement in de uitsparing. Daardoor 50 wordt het insteekelement bij verschuivingen van het beweegbaar dakdeel weliswaar tegen de leirails aangedrukt, maar hierdoor ontstaan slechts kleine wrijvingsverliezen wanneer bij een doelmatige uitvoering een looprol is aangebracht aan het insteekelement, welke looprol buiten het insteekelement uitsteekt en na het bij verschuivingen van het beweegbaar dakdeel uit de uitsparing naar buiten treden van het insteekelement kan worden afgerold langs de leirail.For this purpose, the assembly according to the invention is expediently designed in such a way that the coupling element is designed as a hook located at the associated arm end of the two-arm lever, which is intended for hooking behind the coupling surface of the handlebar protrusion and that the two-arm lever is suspended by a spring is loaded in the direction of engagement of the insert element in the recess. As a result of this, the insert element is pressed against the guide rails when the movable roof part is displaced, but this results in only small friction losses when, in an efficient embodiment, a running roller is arranged on the insert element, which running roller protrudes outside the insert element and after the movable part moves roof part emerging from the recess of the insert element can be unrolled along the guide rail.
55 Voor het innemen van een vaste stand van het naar buiten gezwenkte dakdeel is het voordelig, wanneer het verbindingselement is uitgevoerd als een het beweegbaar dakdeel in de zwenkstand in de richting van de sluitstand belastende torsieveer, waarvan het ene been schamierbaar is bevestigd aan het leizijstuk, 3 192332 waarvan de schroefwikkeling is gestoken op een legertap van de leischoen, en waarvan het andere been steunt tegen de leischoen.55 For assuming a fixed position of the outwardly pivoted roof part, it is advantageous if the connecting element is designed as a torsion spring which loads the movable roof part in the pivoting position in the direction of the closed position, one leg of which is hingedly attached to the guide piece , 3 192332 of which the screw winding is mounted on an army stud of the guide shoe, and of which the other leg rests against the guide shoe.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding wordt voor het verhinderen van een mechanisch sluitend aangrijpen van de leipen met het leizijstuk bij sluitverschuivingen 5 van het beweegbaar dakdeel, een samenstel volgens de uitvinding voorts gekenmerkt, doordat een aan het dakdeel grenzend en zich tijdens gebruik horizontaal uitstrekkend, op een schuin naar voren en naar beneden lopend leisleufovergangsgedeelte aansluitend leisleufeindgedeelte is voorzien in elk leizijstuk, in welk leisleufeindgedeelte de leipen zich bij schuifbewegingen van het dakdeel uitstrekt zonder aanligging tegen een vlak van het leisleufovergangsgedeelte.In a further preferred embodiment of the assembly according to the invention, an assembly according to the invention is further characterized in that an assembly according to the invention is adjacent, and during the closing of the roof part, in order to prevent a mechanical closing engagement of the guides with the guide piece during closing shifts of the movable roof part. use horizontally extending slate transition end section, sloping forward and downward, connecting slit end section is provided in each slate end piece, in which slit end section the slips extend without abutment against any plane of the slit transition section when sliding the roof section.
10 Bij het verschuiven voor het openen daarentegen ligt de leipen mechanisch sluitend aan tegen de eindwand van het leisleufeindgedeelte, waardoor het verschuiven van het dakdeel plaatsvindt.When sliding before opening, on the other hand, the slate rests mechanically against the end wall of the slotted end section, whereby the roof part is displaced.
Opgemerkt wordt, dat in de niet vóórgepubliceerde Nederiandse Terinzagelegging 8204357 een schuifkanteldaksamenstel wordt beschreven, waarbij voor het kantelen van het beweegbare dakdeel gebruik wordt gemaakt van een als telescoop werkende uitzetinrichting die gelegerd is op een ten opzichte van de 15 leirail verschuifbare glijrail. Deze glijrail is door een met bedieningsvlakken uitgerust koppelorgaan zodanig losneembaar ten opzichte van de leirail vergrendeld dat, uitgaande van de gesloten dakstand, een aandrijfschroefdraadkabel een rondsel van de uitzetinrichting aandrijft, waarbij de achterkant van het dak tot boven het vaste dak wordt opgeheven. Een aan de schroefdraadkabel bevestigde meenemer zorgt ervoor dat bij verdere verschuiving, na het bereiken van de maximale kantelstand van het beweegbaar dakdeel, de 20 vergrendeling van de glijrail met de leirail wordt opgeheven en het maximaal gekantelde dakdeel achterwaarts wordt geschoven.It is noted that in the non-prepublished Netherlands Laid-Open Laying 8204357 a sliding-tilting roof assembly is described, in which, for tilting the movable roof part, use is made of a telescopic expansion device which is mounted on a sliding rail which is slidable with respect to the guide rail. This sliding rail is releasably locked with respect to the guide rail by a coupling member equipped with operating surfaces such that, based on the closed roof position, a driving thread cable drives a pinion of the expansion device, whereby the rear of the roof is raised above the fixed roof. A carrier attached to the threaded cable ensures that upon further displacement, after the maximum tilting position of the movable roof part has been reached, the locking of the slide rail with the guide rail is released and the maximum tilted roof part is pushed backwards.
Deze publicatie beschrijft een geheel afwijkend schuifkanteldaktype, waarbij de bovengenoemde problemen niet aan de orde zijn. Er is daarbij geen sprake van een vergelijkbare leipen/stuurarmbediening van het dakdeel en ook wijkt de dakbesturing sterk af van die bij het samenstel volgens de uitvinding.This publication describes a completely different sliding-tilt roof type, in which the above-mentioned problems are not addressed. There is no question of a comparable guiding / steering arm operation of the roof part and the roof control also deviates greatly from that of the assembly according to the invention.
2525
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: figuur 1 een afgebroken langsdoorsnede toont van het gesloten samenstel volgens de uitvinding; figuur 2 een afgebroken en gedeeltelijk opengewerkt bovenaanzicht is van het raam met de daaraan aangebrachte onderdelen, waarbij het schuifkanteldak is weggenomen; 30 figuren 3-6 aan figuur 1 gelijke langsdoorsneden tonen bij verschillende standen van het schuifkanteldak. figuren 7-9 op grotere schaal afgebroken langsdoorsneden tonen met eveneens het schuifkanteldak in verschillende standen; figuur 10 een doorsnede is volgens de lijn X-X in figuur 7; figuur 11 een afgebroken bovenaanzicht is van een leirail en de daarin aangebrachte uitsparing; 35 figuur 12 een bovenaanzicht is van de tweearmige hefboom; en figuur 13 een doorsnede is volgens de lijn XIII—XIII in figuur 12.The invention will now be explained in more detail with reference to the drawing, in which: figure 1 shows a broken-off longitudinal section of the closed assembly according to the invention; Figure 2 is a broken-away and partly cut-away top view of the window with the parts mounted thereon, with the sliding-tilting roof removed; Figures 3-6 to Figure 1 show equal longitudinal sections at different positions of the sliding tilting roof. figures 7-9 show longitudinal sections broken off to a larger scale with also the sliding-tilting roof in different positions; Figure 10 is a section on line X-X in Figure 7; Figure 11 is a broken top view of a guide rail and the recess disposed therein; Figure 12 is a top view of the two-arm lever; and Figure 13 is a section on line XIII-XIII in Figure 12.
De langsdoorsneden volgens figuren 1 en 3-6 tonen het vaste dak 1 van een personenauto met een daarin voorziene dakopening 2, die door een beweegbaar dakdeel 3 kan worden afgesloten. De randen van de 40 dakopening zijn naar beneden haaks afgewerkt, respectievelijk omgeflensd en worden op gebruikelijke wijze versterkt door een in de figuren 2 en 10 afgebeeld schuifkanteldakraam 4. Voor de beweging van het beweegbaar dakdeel 3 dient een kabeldrijving. Het beweegbaar dakdeel 3 bestaat in de getoonde voorbeelden uit een glazen plaat, maar ook een staalplaat is mogelijk. Op de vier randen zit op de plaat een randspleetafdichting 5, die in de gesloten stand van het beweegbaar dakdeel 3 zorgt voor een afdichting 45 van de randspleet tussen de buitenranden van het beweegbaar dakdeel 3 en de randen van de dakopening. Bij de achterste rand 6 van de dakopening, welke rand grenst aan de achterste rand 7 van het beweegbaar dakdeel 3, begint het achterste deel van het vaste dak 8, tot waaronder zich het schuifkanteldakraam 4 uitstrekt.The longitudinal sections according to Figures 1 and 3-6 show the fixed roof 1 of a passenger car with a roof opening 2 provided therein, which can be closed by a movable roof part 3. The edges of the roof opening are finished at right angles downwards or flanged, respectively, and are reinforced in the usual manner by a sliding tilting skylight 4 shown in Figures 2 and 10. A cable drive serves for the movement of the movable roof part 3. In the examples shown, the movable roof part 3 consists of a glass plate, but a steel plate is also possible. On the four edges there is an edge gap seal 5 on the plate, which in the closed position of the movable roof part 3 provides a seal 45 of the edge gap between the outer edges of the movable roof part 3 and the edges of the roof opening. At the rear edge 6 of the roof opening, which edge is adjacent to the rear edge 7 of the movable roof part 3, the rear part of the fixed roof 8 begins, under which the sliding tilting skylight 4 extends.
Zoals figuur 10 toont, is het schuifkanteldakraam 4 losmaakbaar bevestigd aan een tussenraam 10, dat 50 weer is bevestigd aan de omgeflensde randen van de dakopening. In het getoonde voorbeeld zijn het schuifkanteldakraam 4 en een doorgaande leirail 11 uit één stuk uitgevoerd, waarbij de leirail 11 zich uitstrekt over de twee zijdelen 12 en het voorste dwarsdeel 13 van het schuifkanteldakraam 4. De twee zijdelen 12 zijn ten opzichte van elkaar verstijfd door een in het gebied van de achterste rand 6 van de dakopening zich bevindend verbindingsdeel 14, dat in de figuren 7-9 niet is afgebeeld.As Figure 10 shows, the sliding tilting skylight 4 is releasably attached to an intermediate frame 10, which is again attached to the flanged edges of the roof opening. In the example shown, the sliding tilting skylight 4 and a continuous guide rail 11 are formed in one piece, the guiding rail 11 extending over the two side parts 12 and the front transverse part 13 of the sliding tilting skylight 4. The two side parts 12 are stiffened relative to each other by a connecting part 14 located in the region of the rear edge 6 of the roof opening, which is not shown in Figures 7-9.
55 De dwarsdoorsnede-uitvoering van de leirail 11 blijkt uit figuur 10. De leirail bezit een naar boven open kanaal, in ieder van de beide zijden waar een voorste glijschoen 15, een achterste glijschoen 16 en een leischoen 40 aangrijpen die zijn gekoppeld met het beweegbaar dakdeel 3 en waarvan alleen de laatste in 192332 4 figuur 10 is afgebeeld. Aan weerszijden van het kanaal zijn in de zijwanden van de leirail 11 in paren tegenover elkaar liggend twee kabelgeleidingskanalen 17 en twee daaronder zich bevindende glijschoenka-nalen 18 aangebracht. De kanalen 17 en 18 openen zich elk naar het de glijschoenen 15, 16 en de leischoen 40 geleidende kanaal. In de glijschoenkanalen 18 grijpen de glijschoenen 15, 16 en de leischoen 5 40 met lei-uitsteeksels 19 aan. In de kabelgeleidingskanalen 17 zijn dmkstijf twee drijfkabels voor het beweegbaar dakdeel 3 gelegerd, waarvan in figuur 2 alleen de drijfkabel 20 is afgebeeld, die via een meenemer 21 mechanisch sluitend is verbonden met de achterste glijschoen 16. Terwijl een van de twee kabelgeleidingskanalen van de leirail 11 de bij de betreffende zijde van het beweegbaar dakdeel behorende drijfkabel 20 opneemt, legert het andere kanaal van het kanalenpaar het vrije kabeleinde van de tegenover-10 liggende dakzijde. In de schroefwikkelingen van de twee drijfkabels grijpt een in figuur 2 met een streeplijn afgebeeld drijfrondsel 22 aan van een eveneens met een streeplijn aangeduid drijfmechanisme 23, dat is bevestigd aan de onderzijde van het voorste dwarsdeel 13 van het schuifkarrteldakraam 4 en bijvoorbeeld wordt bediend door een handkruk 24. Draaiingen van de handkruk 24 en zodoende van het drijfrondsel 22 bewerkstelligen verschuivingen van de als buigzame beugels werkende drijfkabels 20 in de kabelgeleidings-15 kanalen, waardoor de achterste glijschoenen 16 worden verschoven in de evenwijdige delen van de leirail 11. Alle bewegingen van het beweegbaar dakdeel 3 worden met behulp van deze synchroonplaatsvindende verschuivingen van de achterste glijschoenen 16 op de nog te beschrijven wijze teweeggebracht.55 The cross-sectional embodiment of the guide rail 11 is shown in Figure 10. The guide rail has an upwardly open channel, in each of the two sides where a front sliding shoe 15, a rear sliding shoe 16 and a guide shoe 40 engage with the movable roof part 3 and of which only the last one is shown in 192332 4 figure 10. On either side of the channel, in the side walls of the guide rail 11, two cable guiding channels 17 and two sliding shoe channels 18 located underneath are arranged in pairs opposite each other. The channels 17 and 18 each open to the channel guiding the sliding shoes 15, 16 and the guide shoe 40. The sliding shoes 15, 16 and the guide shoe 5 with guide projections 19 engage in the sliding shoe channels 18. Two driving cables for the movable roof part 3 are supported rigidly in the cable guiding channels 17, of which only the driving cable 20 is shown in figure 2, which is mechanically closed via a driver 21 to the rear sliding shoe 16. While one of the two cable guiding channels of the guide rail 11 receives the driving cable 20 associated with the respective side of the movable roof part, the other channel of the channel pair rests the free cable end of the opposite roof side. In the screw windings of the two driving cables, a driving pinion 22, shown in dashed line, of a driving mechanism 23, also indicated by a broken line, engages, which is mounted on the underside of the front transverse part 13 of the sliding-door skylight 4 and is operated, for example, by a hand crank 24. Rotations of the hand crank 24 and thus of the driving pinion 22 effect displacement of the driving cables 20 acting as flexible brackets in the cable guide-15 channels, whereby the rear sliding shoes 16 are shifted in the parallel parts of the guide rail 11. All movements of the the movable roof part 3 is effected by means of these synchronous displacements of the rear sliding shoes 16 in the manner to be described hereinafter.
Andere in figuur 10 te onderkennen en duidelijkheidshalve in de overige figuren niet ingetekende elementen, zijn de door een randprofiel 25 gemonteerde dakhemel 26 en de verschuifbaar aan de leirail 11 20 gelegerde schuifkanteldakhemel 27. Het verwijzingscijfer 28 duidt de over de zijdelen 12 en het voorste dwarsdeel 13 van het raam 4 lopende regengoot, die enerzijds wordt begrensd door de leirail 11 en anderzijds door één buitenwand van het raam 4. Zoals figuur 2 verduidelijkt, bevindt geen der onderdelen zich in de regengoot 28, waarop waterafvoeren 29 zijn aangesloten.Other elements to be recognized in figure 10 and for the sake of clarity not drawn in the other figures are the headliner 26 mounted by an edge profile 25 and the sliding tilting headliner 27 slidably mounted on the guide rail 11 20. The reference numeral 28 indicates the over the side parts 12 and the front cross section 13 The rain gutter running from the window 4, which is bounded on the one hand by the guide rail 11 and on the other hand by one outer wall of the window 4. As Fig. 2 illustrates, none of the components is located in the rain gutter 28, to which water drains 29 are connected.
De voorste glijschoenen 15 zijn aangebracht nabij de voorste rand van het beweegbaar dakdeel 3, en 25 zijn evenals de achterste glijschoenen 16 verschuifbaar gelegerd in de evenwijdige delen van de leirail 11. Aan elke voorste glijschoen 15 bevindt zich een naar voren gerichte en bij voorkeur uit één stuk met de glijschoen gevormde legersteun 30, die via een legerbout 32 zwenkbaar is verbonden met een leizijstuk 31. De legersteun 30 en de legerbout 32 vormen een zwenkleger, waarvan de legerbout 32 samen met de overeenkomstige legerbout aan de andere zijde van het dakdeel op de genoemde (denkbeeldige), 30 horizontale, dwars op de schuifrichting lopende as ligt. De schuifrichting volgt de loop van de leirail 11.The front sliding shoes 15 are arranged near the front edge of the movable roof part 3, and 25, like the rear sliding shoes 16, are slidably mounted in the parallel parts of the guide rail 11. On each front sliding shoe 15 there is a forward-facing and preferably one piece of bearing bracket 30 formed with the sliding shoe, which is pivotally connected via a bearing bolt 32 to a sliding piece 31. The bearing bracket 30 and the bearing bolt 32 form a pivot bearing, of which the bearing bolt 32 together with the corresponding bearing bolt on the other side of the roof part the said (imaginary) horizontal axis running transversely of the sliding direction. The sliding direction follows the course of the guide rail 11.
Het langwerpige leizijstuk 31 (figuur 2) is losmaakbaar en bij voorkeur in hoogte verstelbaar vast verbonden met aan het beweegbaar dakdeel 3 op onderlinge afstand bevestigde monteerplaten 33. Op grond van deze uitvoering volgt het beweegbaar dakdeel 3 zwenkbewegingen van het leizijstuk 31 rond het zwenkleger 30, 32. In het leizijstuk 31 bevindt zich een leisleuf, die, zoals blijkt uit figuur 3, een zwenk-35 gedeelte 34, een in hoofdzaak evenwijdig met het vlak van het beweegbaar dakdeel 3 lopend sluitstand-gedeelte 35, een schuin lopend overgangsgedeelte 36 en een weer in hoofdzaak evenwijdig met het beweegbaar dakdeel 3 lopend eindgedeelte 37 bezit. In de leisleuf grijpt een leipen 38 aan, die is bevestigd aan een naar boven gerichte verlenging 39 van de achterste glijschoen 16. Duidelijk is, dat verschuivingen van de achterste glijschoen 16 ten opzichte van de voorste glijschoen 15 tot verplaatsingen leiden van de 40 leipen 38 in de leisleuf van het leizijstuk 31, waardoor de betreffende stand van het beweegbaar dakdeel wordt veranderd. Wanneer de leipen 38 zich beweegt in het zwenkgedeelte 34 van de leisleuf, zwenkt het beweegbaar dakdeel 3, in afhankelijkheid van de schuifrichting van de achterste glijschoen 16 naar boven of naar beneden. De in de hoofdzaak maximaal bereikbare uitzwenkstand is getoond in figuur 3. Hierbij bevindt de leipen 38 zich in een niet nader aangeduid, ten opzichte van de loop van het zwenkgedeelte 34 45 omgeknikt eindgedeelte van de leisleuf. Wanneer de leipen 38 zich daarentegen in het sluitstandgedeelte 35 bevindt, zoals blijkt uit figuur 1, sluit het beweegbaar dakdeel 3 de dakopening 2, waarbij het beweegbaar dakdeel zich in één vlak bevindt met het vaste dak 1. Wanneer de leipen 38 zich beweegt in het overgangsgedeelte 36 van de leisleuf, wordt de achterste rand 7 van het beweegbaar dakdeel in afhankelijkheid van de bewegingsrichting opgeheven of neergelaten. Een tussenstand van deze bewegingsmogelijkheid blijkt uit 50 figuur 4. De neeriaatbeweging is in hoofdzaak afgesloten wanneer de leipen 38 overgaat in het eindgedeelte 37 van de leisleuf, waarin de pen nog slechts in geringe mate kan bewegen tot aan het einde van het eindgedeelte. Deze stand van de onderdelen is afgebeeld in figuur 5. Wanneer dan de beweging van de achterste glijschoen 16 wordt voortgezet, schuift het beweegbaar dakdeel 3 onder het achterste vaste dakvlak 8 naar achter in de opneemruimte 9, waarbij het beweegbaar dakdeel 3 zich onder en achter de 55 achterste rand 6 van de dakopening bevindt. Een tussenstand van deze verschuiving van het beweegbaar dakdeel voor het openen is afgebeeld in figuur 6.The elongated guide piece 31 (figure 2) is detachably and preferably adjustable in height, fixedly connected to mounting plates 33 mutually attached to the movable roof part 3. On the basis of this embodiment, the movable roof part 3 follows pivoting movements of the guide piece 31 around the pivot bearing 30 32. In the guide piece 31 there is a guide slot, which, as can be seen from figure 3, a swivel section 34, a closing position section 35 which runs substantially parallel to the plane of the movable roof part 3, an oblique transition section 36 and again has an end portion 37 running substantially parallel to the movable roof part 3. A guide 38 engages in the guide slot, which is attached to an upwardly extending extension 39 of the rear sliding shoe 16. It is clear that shifts of the rear sliding shoe 16 relative to the front sliding shoe 15 lead to displacements of the 40 guides 38 in the guide slot of the guide piece 31, whereby the respective position of the movable roof part is changed. When the guide pin 38 moves in the pivot section 34 of the guide slot, the movable roof part 3 pivots up or down depending on the sliding direction of the rear sliding shoe 16. The substantially maximally attainable pivoting position is shown in Figure 3. Here, the guide pin 38 is located in an end portion of the guide slot which is not bent in more detail with respect to the course of the pivot section 34 45. On the other hand, when the slate 38 is located in the closed position section 35, as can be seen from figure 1, the movable roof part 3 closes the roof opening 2, the movable roof part being in one plane with the fixed roof 1. When the slate 38 moves in the transition portion 36 of the guide slot, the rear edge 7 of the movable roof part is raised or lowered depending on the direction of movement. An intermediate position of this possibility of movement can be seen from figure 4. The downward movement is essentially closed when the guide pin 38 merges into the end portion 37 of the guide slot, in which the pin can only move slightly to the end of the end portion. This position of the parts is shown in figure 5. When the movement of the rear sliding shoe 16 is then continued, the movable roof part 3 slides under the rear fixed roof surface 8 backwards in the receiving space 9, the movable roof part 3 being below and behind the rear 55 edge 6 of the roof opening. An intermediate position of this displacement of the movable roof part before opening is shown in figure 6.
De tot nu toe geschetste constructiekenmerken van het schuifkanteldaksamenstel behoren niet tot de 5 192332 onderhavige uitvinding.The construction features of the sliding tilting roof assembly hitherto outlined do not belong to the present invention.
Voor een nadere verduidelijking van de uitgevonden constructie-elementen wordt verwezen naar de figuren 7-13 in samenhang met figuur 2. Zoals daaruit blijkt, bevindt zich bij de achterste rand 7 van het beweegbaar dakdeel 3, de langs de leirail 11 verschuifbaar gelegerde leischoen 40. Deze leischoen 40 bezit 5 een naar voren en naar boven gericht legeruitsteeksel 41 (figuur 9), dat een naar buiten zich uitstrekkende, cilindrische legertap 42 draagt (figuur 10). Op deze legertap 42 is de schroefwikkeling 43 gestoken van een torsieveer 44, en wordt daarop vastgehouden door het naburige wandelement van de leirail 11 (figuur 10).For a further clarification of the invented construction elements, reference is made to Figures 7-13 in conjunction with Figure 2. As can be seen from this, at the rear edge 7 of the movable roof part 3, the guide shoe 40 is slidably mounted along the guide rail 11. This guide shoe 40 has a forward and upwardly directed bearing projection 41 (Figure 9), which carries an outwardly extending, cylindrical bearing stud 42 (Figure 10). On this bearing spigot 42 the screw winding 43 is inserted from a torsion spring 44, and is held thereon by the adjacent wall element of the guide rail 11 (figure 10).
De legertap 42 vormt een zwenkleger voor de torsieveer 44. De uit rond veerstaal gebogen torsieveer 44 bezit een naar voren gericht been 45, dat door middel van een oog 46 schamierbaar is aangebracht aan 10 een aan het leizijstuk 31 aangebrachte legerpen 47 (figuur 3). Het been 45 vormt een verbindingselement tussen het leizijstuk 31 van het beweegbaar dakdeel 3 enerzijds, en de leischoen 40 anderzijds, welk verbindingselement zwenkbaar is in een loodrecht in de schuifrichting zich bevindend vlak. Het andere been 46 van de torsieveer 44 steunt tegen de leischoen 40. De torsieveer 44 is zodanig uitgevoerd, dat het been 45 in de richting van de pijl 49 (figuur 3) is voorgespannen, zodat het beweegbaar dakdeel 3 in de 15 sluitzwenkrichting wordt belast door de torsieveer 44.The bearing stud 42 forms a pivot bearing for the torsion spring 44. The torsion spring 44 bent from round spring steel has a forwardly directed leg 45, which is hingedly mounted on an bearing pin 47 on the guide piece 31 (figure 3). . The leg 45 forms a connecting element between the guide piece 31 of the movable roof part 3 on the one hand, and the guide shoe 40 on the other, which connecting element is pivotable in a plane which is perpendicular to the sliding direction. The other leg 46 of the torsion spring 44 rests against the guide shoe 40. The torsion spring 44 is designed such that the leg 45 is pretensioned in the direction of the arrow 49 (figure 3), so that the movable roof part 3 is loaded in the closing pivot direction. through the torsion spring 44.
Aan het legeruitsteeksel 41 van de leischoen 40 is verder een tweearmige hefboom 50 door middel van een legerbout 51 in een loodrecht in de schuifrichting zich bevindend vlak zwenkbaar bevestigd. Voor dit doel is de tweearmige hefboom 50 met een daaraan gevormde legerhuls 52 op de legerbout 51 geschoven (figuur 10). De legerbout 51 bevindt zich aan de van de legertap 42 afgekeerde zijde van het leger-20 uitsteeksel 41 van de leischoen 40. De naar achter gerichte arm 53 van de tweearmige hefboom 50 is op een nog nader te beschrijven wijze aan het einde uitgevoerd als insteekelement 54, dat samenwerkt met een zich bij de achterste rand 6 van de dakopening in de leirail 11 bevindende uitsparing 55 (figuren 9 en 11).Furthermore, a two-arm lever 50 is pivotally mounted to the bearing projection 41 of the guide shoe 40 by means of a bearing bolt 51 in a plane which is perpendicular to the sliding direction. For this purpose, the two-arm lever 50 with a bearing sleeve 52 formed thereon is slid onto the bearing bolt 51 (Figure 10). The bearing bolt 51 is located on the side of the bearing 20 projection 41 of the guide shoe 40 facing away from the bearing stud 42. The rearward-facing arm 53 of the two-arm lever 50 is designed as an insert element in a manner to be described in more detail. 54 which cooperates with a recess 55 located at the rear edge 6 of the roof opening in the guide rail 11 (Figures 9 and 11).
De naar voren gerichte arm 56 van de tweearmige hefboom 50 draagt aan het voorste einde een 25 koppeielement in de vorm van een naar beneden gerichte haak 57. Het insteekelement 54 en de haak 57 werken op een nog te beschrijven wijze samen met een aan de achterste glijschoen 16 bevestigd stuur-uitsteeksel 58, dat, zoals figuur 10 toont, U-vormig om een bovenste, naar binnen gericht been 59 van de leirail 11 “aangrijpt en ver^hüifbaar daarlangs is gelegerd. In het been 59 bevindt zich ook de genoemde uitsparing 55.The forward-facing arm 56 of the two-arm lever 50 carries a coupling element in the form of a downwardly directed hook 57 at the front end. The insert element 54 and the hook 57 cooperate in a manner to be described hereinafter, together with one at the rear. sliding shoe 16 mounted handlebar projection 58, which, as shown in Figure 10, engages U-shaped about an upper, inwardly directed leg 59 of the guide rail 11 "and is pivotally mounted therealong. The said recess 55 is also located in the leg 59.
30 Het insteekelement 54 van de tweearmige hefboom 50 bezit een in een sleuf 60 draaibaar aan de arm 53 gelegerde looprol 61, die naar beneden, buiten het insteekelement 54 uitsteekt en is bestemd voor het afrollen langs het oppervlak van het been 59 van de leirail 11. De afmetingen van het insteekelement zijn zodanig gekozen, dat het vormsluitend kan aangrijpen in de uitsparing 55, zoals dit is getoond in figuur 7. Hierbij ligt een aanslagvlak 62 van het insteekelement 54 aan tegen het bovenste vlak van het been 59.The insertion element 54 of the two-arm lever 50 has a roller 61 mounted in a slot 60 rotatably mounted on the arm 53, which protrudes downwards from the insertion element 54 and is intended for unrolling along the surface of the leg 59 of the guide rail 11 The dimensions of the insertion element are chosen such that it can engage positively in the recess 55, as shown in figure 7. Here, a stop surface 62 of the insertion element 54 abuts the upper surface of the leg 59.
35 Aan de tweearmige hefboom 50 respectievelijk aan het insteekelement bevinden zich twee schuine oploopvlakken 63 en 64, waarvan het schuine oploopvlak 63 behoort bij een stuurrand 65 (figuur 8) van het stuuruitsteeksel 58, waarbij het schuine oploopvlak 64 samenwerkt met de achterste rand 66 (figuren 8 en 11). De het koppeielement vormende haak 57 is bestemd voor het inhaken achter een koppelvlak 67 van het stuuruitsteeksel 58.There are two inclined contact surfaces 63 and 64 on the two-arm lever 50 and the insert element respectively, the inclined contact surface 63 of which is associated with a handlebar edge 65 (figure 8) of the handlebar projection 58, the inclined support surface 64 co-acting with the rear edge 66 ( Figures 8 and 11). The hook 57 forming the coupling element is intended for hooking behind a coupling surface 67 of the handlebar projection 58.
40 Aan de legerhuls 52 van de tweearmige hefboom 50 bevinden zich de schroefwikkelingen van een schroefdraaiveer 68 (figuur 10), die met één been (niet getoond) is bevestigd aan het legeruitsteeksel 41 van de leischoen 40, en waarvan het andere been 69 de arm 53 van de tweearmige hefboom 50 belast in de richting van aangrijping van het insteekelement 54 in de uitsparing 55.40 On the bearing sleeve 52 of the two-arm lever 50 are the screw windings of a screw spring 68 (Figure 10), which is attached with one leg (not shown) to the bearing protrusion 41 of the guide shoe 40, the other leg 69 of which is the arm 53 of the two-arm lever 50 is loaded in the direction of engagement of the insert element 54 in the recess 55.
Zoals is te zien, staat het insteekelement 54 in lengte onveranderbaar in verbinding met de leischoen 40. 45 Het leizijstuk 31 en zodoende het dakdeel 3 staat eveneens in lengte onveranderlijk in verbinding met de leischoen 40, te weten via het been 45 van de torsieveer 44. De aan weerszijden van het dakdeel 3 zich bevindende leischoenen 40 zijn in het weergegeven voorbeeld star met elkaar verbonden door een waterkanaal 70, dat voor dit doel is bevestigd aan draagkolommen 71 van de leischoen 40. Het waterkanaal 70 zit op gebruikelijke wijze onder de spleet tussen de achterste rand 7 van het beweegbaar dakdeel 3 en 50 de achterste rand 6 van de dakopening bij het gesloten zijn van het beweegbaar dakdeel, en leidt eventueel binnenkomend water zijdelings af in de regengoot 28.As can be seen, the insertion element 54 is immutably connected in length to the guide shoe 40. 45 The guide piece 31 and thus the roof part 3 is also invariably connected in length to the guide shoe 40, i.e. via the leg 45 of the torsion spring 44 The guide shoes 40 located on either side of the roof part 3 are rigidly connected in the shown example by a water channel 70, which for this purpose is attached to supporting columns 71 of the guide shoe 40. The water channel 70 is conventionally located under the gap. between the rear edge 7 of the movable roof part 3 and 50 the rear edge 6 of the roof opening when the movable roof part is closed, and any incoming water diverts sideways into the rain gutter 28.
De werking van het schuifkanteldaksamenstel wordt onderstaand verduidelijkt. Eerst moet worden aangenomen, dat het beweegbaar dakdeel 3 vanuit de in de figuren 1 en 7 afgebeeide sluitstand in de in figuur 3 weergegeven uitgezette stand moet worden gebracht. In de sluitstand bevindt het insteekelement 55 54 zich in aangrijping met de uitsparing 55 in de leirail 11, waardoor de leischoen 40 onverschuifbaar is vastgezet aan de leirail 11. De haak 57 van de tweearmige hefboom 50 bevindt zich daarentegen niet in aangrijping met het koppelvlak 67 van het stuuruitsteeksel 58. Daardoor kan de achterste glijschoen 16 zich 192332 6 bij een betreffende bediening van de kabeldrijving verwijderen van de leischoen 40, waarbij de leipen 38 zodanig glijdt in de leisleuf van het leizijstuk 31, dat het beweegbaar dakdeel 3 naar boven wordt uitgezwenkt. Als gevolg van de schamierbare verbinding van het beweegbaar dakdeel 3 aan de leischoen 40 via het been 45 van de torsieveer 44, verplaatst het beweegbaar dakdeel 3 zich bij de zwenkbeweging naar 5 buiten, gedwongen enigszins naar achter. Bij het weer naar binnen zwenken van het uitgezette beweegbaar dakdeel 3 tot in de sluitstand, verplaatst dit zich weer via het been 45 gedwongen enigszins naar voren. De leischoen 40 blijft ook bij het naar binnen zwenken in een vaste stand, waardoor het beweegbaar dakdeel 3 gedwongen via het been 45 schamierbaar daarop steunt, zodat het op het achterste vaste dakvlak 8 neerkomen van het beweegbaar dakdeel 3 volledig is uitgesloten.The operation of the sliding tilting roof assembly is explained below. It must first be assumed that the movable roof part 3 must be brought from the closed position shown in Figures 1 and 7 to the expanded position shown in Figure 3. In the closed position, the insertion element 54 is engaged with the recess 55 in the guide rail 11, whereby the guide shoe 40 is fixedly secured to the guide rail 11. The hook 57 of the two-arm lever 50, however, is not engaged with the coupling surface 67 of the handlebar projection 58. As a result, the rear sliding shoe 16 can move 192332 6 away from the guide shoe 40 during a corresponding actuation of the cable drive, the guides 38 sliding into the guide slot of the guide piece 31 in such a way that the movable roof part 3 is pivoted upwards . As a result of the pivotal connection of the movable roof part 3 to the guide shoe 40 via the leg 45 of the torsion spring 44, the movable roof part 3 moves outwards during the pivoting movement, forcing slightly backwards. When the expanded movable roof part 3 is swung back inwards into the closed position, it is again forced to move slightly forward via leg 45. The guide shoe 40 also remains in a fixed position when pivoted inwards, as a result of which the movable roof part 3 is forced to pivot thereon via the leg 45, so that the movable roof part 3 falling down on the rear fixed roof surface 8 is completely excluded.
10 Wanneer het beweegbaar dakdeel 3 uitgaande van de sluitstand volgens de figuren 1 en 7, voor het inleiden van een verschuiving naar de open stand met de achterste rand 7 moet worden neergezwenkt, loopt de leipen 38 bij een betreffende bediening van de kabeldrijving uit het sluitstandgedeelte 35 van het leizijstuk naar het overgangsgedeelte 36, waardoor de neerlaatbeweging wordt ingeleid. Hierbij optredende tussenstanden blijken uit de figuren 4 en 8. Bij deze neeriaatbeweging nadert de achterste leislof 16 de 15 leischoen 40, waarbij de stuurrand 65 van het stuuruitsteekstel 58 aan het einde van de neeriaatfase op het schuine oploopvlak 63 aan de tweearmige hefboom 50 komt. Bij een voortgezette beweging van de achterste glijschoen 16 naar achter, wordt de arm 53 van de tweearmige hefboom tegen de kracht van de schroefdraaiveer 68 opgeheven, zodat het insteekelement 54 uit de uitsparing 55 in de leirail 11 begint te komen. Deze toestand is afgebeeld in figuur 8. De tweearmige hefboom 50 zwenkt hierbij rond de legerbout 20 51. Na het aanvankelijke opheffen van de arm 53 komt het schuine oploopvlak 64 terecht op de achterste rand 66 van de uitsparing 55, waardoor het insteekelement 54 bij een voortgezette verschuiving van de achterste leislof 16 naar achter, volledig uit de uitsparing 55 komt. Hierbij zwenkt de tweearmige hefboom 50 zodanig ver rond de legerbout 51, dat de haak 57 het stuuruitsteeksel 58 door inhangen achter het koppelvlak 67, koppelt aan de achterste glijschoen 16. Op dat tijdstip bereikt de leipen 38 het achterste 25 einde van het eindgedeelte 37 van de leisleuf in het leizijstuk 31, zodat het beweegbaar dakdeel 3 bij een voortgezette bediening van de kabeldrijving door de leipen 38 aan de leislof 16 wordt meegenomen. Gelijktijdig-wordt de leischoen 40 via-het4jeen 45 van de torsieveer 44 verschoven. -When the movable roof part 3 has to be pivoted downwards, starting from the closed position according to figures 1 and 7, to initiate a displacement to the open position with the rear edge 7, the guides 38 run out of the closed position part with a corresponding actuation of the cable drive 35 from the slider to the transition portion 36, initiating the lowering movement. Intermediate positions occurring in this respect are shown in Figures 4 and 8. In this downward movement, the rear guide shoe 16 approaches the guide shoe 40, the steering edge 65 of the handlebar projection 58 coming to the inclined run-up lever 50 at the end of the downward phase phase. With continued movement of the rear sliding shoe 16 backwards, the arm 53 of the two-arm lever is lifted against the force of the screw-spring spring 68, so that the insert element 54 starts to come out of the recess 55 in the guide rail 11. This condition is shown in figure 8. The two-arm lever 50 pivots around the bearing bolt 20 51. After the initial lifting of the arm 53, the sloping run-up surface 64 lands on the rear edge 66 of the recess 55, so that the insert element 54 at a continued shifting of the rear guide shoe 16 backwards, fully emerges from the recess 55. Hereby, the two-arm lever 50 pivots so far around the bearing bolt 51 that the hook 57 couples the handlebar projection 58 to the rear sliding shoe 16 by hooking behind the coupling surface 67. At that time, the guide pins 38 reach the rear end of the end portion 37 of the guide slot in the guide piece 31, so that the movable roof part 3 is carried along by the guide pin 16 on the guide shoe 16 with continued operation of the cable drive. Simultaneously, the guide shoe 40 is shifted via the 45 of the torsion spring 44. -
De looprof 61 loopt bij zowel de verschuiving voor het openen als bij de verschuiving voor het sluiten af langs het bovenste vlak van het been 59 van de leirail 11, waardoor de haak 57 in aangrijping wordt 30 gehouden met het koppelvlak 67.The running groove 61 descends along the upper surface of the leg 59 of the guide rail 11 in both the opening shift and the closing shift, thereby holding the hook 57 in engagement with the coupling surface 67.
Wanneer dan het geheel of gedeeltelijk voor het openen in de opneemruimte 9 verschoven beweegbaar dakdeel 3 weer in de sluitrichting moet worden verschoven, wordt de achterste glijschoen 16 via de passend bediende kabeldrijving naar voren bewogen. Omdat de werkzame onderdelen hierbij echter de in figuur 9 weergegeven onderlinge stand innemen, kan de leipen 38 het beweegbaar dakdeel 3 niet naar voren 35 bewegen, omdat geen mechanisch sluitende aangrijping in de schuifrichting met een vlak van het overgangsgedeelte 36 van de leisleuf in het leizijstuk 31 aanwezig is. De leipen 38 bevindt zich daarentegen bij het verschuiven voor het sluiten altijd nog in het eindgedeelte 37 en is zodoende niet werkzaam voor het schuiftransport van het beweegbaar dakdeel 3.Then, when the movable roof part 3, which is moved in part or not, which has been moved in the accommodation space 9, has to be moved again in the closing direction, the rear sliding shoe 16 is moved forward via the appropriately operated cable drive. However, because the active parts herein take the mutual position shown in figure 9, the guide 38 cannot move the movable roof part 3 forward, because there is no mechanically closing engagement in the sliding direction with a plane of the transition part 36 of the guide slot in the guide piece 31 is present. The slider 38, on the other hand, is still in the end portion 37 when sliding before closing and is therefore not effective for the sliding transport of the movable roof part 3.
Dit schuiftransport wordt bij de verschuiving voor het sluiten verzorgd door de koppelaangrijping van de 40 tweearmige hefboom 50 met het stuuruitsteeksel 58 van de achterste glijschoen 16. Door deze koppelaangrijping wordt zowel de leischoen 40 en zodoende natuurlijk ook het waterkanaal 70 meegetrokken, alsmede het beweegbaar dakdeel 3 over het schamierbaar met het leizijstuk 31 en de leischoen 40 verbonden been 45 van de torsieveer 44 geschoven. De schuifbeweging in de sluitrichting van het beweegbaar dakdeel 3 vindt plaats, totdat het insteekelement 54 weer aangrijpt in de uitsparing 55 onder gelijktijdige ontkoppeling 45 van de haak 57 van het koppelvlak 67. Deze stand is in figuur 8 nagenoeg bereikt. Door de ingrijping wordt de leischoen 40 weer onverschuifbaar vastgehouden, zodat de achterste glijschoen 16 zich bij een voortzetting van de drijfbeweging weer verwijdert van de leischoen 40. Omdat het beweegbaar dakdeel 3 echter via het leizijstuk 31 en het been 45 in lengte onveranderiijk is verbonden met de leischoen 40, beweegt de leipen 38 zich hierbij in de leisleuf van het leizijstuk 31 naar voren, en na het uit het eind-50 gedeelte 37 naar buiten komen, ook naar beneden om in het overgangsgedeelte 36 te glijden. Hierdoor wordt het beweegbaar dakdeel 3 ten slotte in de in figuren 1 en 7 weergegeven sluitstand opgeheven, totdat de leipen 38 zich in het sluitstandgedeelte 35 bevindt van de leisleuf in het leizijstuk. Zoals blijkt uit de voorgaande beschrijving, vinden zowel de aangrijping van het insteekelement 54 in de uitsparing 55 respectievelijk het bijbehorende buiten aangrijping brengen als de koppeling van de haak 57 met het 55 koppelvlak 67 respectievelijk het bijbehorende ontkoppelen, automatisch plaats, en wordt dit uitsluitend teweeggebracht door de drijfbeweging van de achterste glijschoen 16 in samenhang met de uitvoering van de uitsparing 55. Ook is het duidelijk, dat het beweegbaar dakdeel 3 bij de verschuiving voor het sluiten metThis sliding transport is provided during the sliding before closing by the torque engagement of the 40 two-arm lever 50 with the control projection 58 of the rear sliding shoe 16. As a result of this torque engagement, both the guide shoe 40 and thus of course the water channel 70, as well as the movable roof part 3, the leg 45 of the torsion spring 44, which is connected pivotally to the guide piece 31 and the guide shoe 40, is slid. The sliding movement in the closing direction of the movable roof part 3 takes place until the insert element 54 again engages in the recess 55 while simultaneously uncoupling 45 from the hook 57 of the coupling surface 67. This position has been almost reached in figure 8. As a result of the engagement, the guide shoe 40 is retained in an unalterable manner, so that the rear sliding shoe 16 moves away from the guide shoe 40 again when the buoyancy movement is continued. However, because the movable roof part 3 is invariably connected in length via the guide piece 31 and the leg 45 with the guide shoe 40, the guide pin 38 herein moves forward into the guide slot of the guide piece 31, and after exiting from the end 50 portion 37, also down to slide into the transition portion 36. As a result, the movable roof part 3 is finally lifted into the closed position shown in Figures 1 and 7, until the guide pins 38 are located in the closed position part 35 of the guide slot in the guide piece. As can be seen from the foregoing description, both the engagement of the insert element 54 in the recess 55 or the associated disengagement and the coupling of the hook 57 to the 55 coupling surface 67 and the associated uncoupling, respectively, take place automatically, and this is only effected by the driving movement of the rear sliding shoe 16 in connection with the design of the recess 55. It is also clear that the movable roof part 3, during the sliding before closing,
Claims (7)
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE3300308A DE3300308C2 (en) | 1983-01-07 | 1983-01-07 | Sliding-lifting roof for motor vehicles |
DE3300308 | 1983-01-07 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8303013A NL8303013A (en) | 1984-08-01 |
NL192332B NL192332B (en) | 1997-02-03 |
NL192332C true NL192332C (en) | 1997-06-04 |
Family
ID=6187820
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8303013A NL192332C (en) | 1983-01-07 | 1983-08-29 | Assembly comprising a window, in which a sliding tilting roof is included, for mounting in a motor vehicle roof. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JPS59128012A (en) |
DE (1) | DE3300308C2 (en) |
FR (1) | FR2539081B1 (en) |
GB (1) | GB2133460B (en) |
IT (1) | IT1169800B (en) |
NL (1) | NL192332C (en) |
SE (1) | SE450234B (en) |
Families Citing this family (28)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3435813C2 (en) * | 1984-09-28 | 1986-10-16 | Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt | Method and device for height adjustment and assembly of the cover of a sliding and / or lifting roof structure to be built into a motor vehicle roof |
DE3444522A1 (en) * | 1984-10-02 | 1986-04-10 | Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting | SLIDING LIFTING ROOF |
JPS6185222A (en) * | 1984-10-02 | 1986-04-30 | Daikiyoo Bebasuto Kk | Sliding tilting roof |
JPS61175123A (en) * | 1985-01-30 | 1986-08-06 | Oi Seisakusho Co Ltd | On-off control device for sliding roof |
DE3524840A1 (en) * | 1985-07-11 | 1987-01-15 | Weinsberg Karosseriewerke | LOW-SIDED SUNROOF FOR MOTOR VEHICLES |
DE3529118C1 (en) * | 1985-08-14 | 1990-01-25 | Adam Opel Ag, 6090 Ruesselsheim, De | |
JPH0425372Y2 (en) * | 1986-01-23 | 1992-06-17 | ||
US4869548A (en) * | 1986-03-10 | 1989-09-26 | Ohi Seisakusho Company, Limited | Sunroof apparatus for vehicle |
FR2601303B1 (en) * | 1986-07-12 | 1992-02-14 | Webasto Werk Baier Kg W | MANEUVERING DEVICE FOR AN OPENING ROOF OF A VEHICLE IN WHICH THE OPERATION LEVER IS CONNECTED WITH THE FIRST SLIDING ELEMENT. |
JPS63154426A (en) * | 1986-12-18 | 1988-06-27 | Oi Seisakusho Co Ltd | Sun roof device for vehicle |
DE3706917A1 (en) * | 1987-03-04 | 1988-09-15 | Opel Adam Ag | WATER GUTTER FOR THE SLIDING / LIFTING ROOF OF A MOTOR VEHICLE |
JPH057065Y2 (en) * | 1987-03-13 | 1993-02-23 | ||
JPS63196722U (en) * | 1987-06-10 | 1988-12-19 | ||
US4982995A (en) * | 1987-07-17 | 1991-01-08 | Ohi Seisakusho Co., Ltd. | Lid regulating device for sun roof structure |
DE3730112A1 (en) * | 1987-09-08 | 1989-03-23 | Webasto Ag Fahrzeugtechnik | VEHICLE ROOF WITH FRONT AND REAR LID |
NL8703036A (en) * | 1987-12-16 | 1989-07-17 | Vermeulen Hollandia Octrooien | Coupling device in the drive mechanism for a movable panel of an open roof construction for a vehicle. |
DE3910894C3 (en) * | 1988-04-05 | 2000-12-14 | Aisin Seiki | Movement mechanism for a lid of a vehicle roof cutout |
DE3900361C2 (en) * | 1989-01-07 | 1996-08-01 | Opel Adam Ag | Sliding-lifting roof for motor vehicles |
DE3905985A1 (en) * | 1989-02-25 | 1990-09-06 | Opel Adam Ag | Tilt-and-slide roof for motor vehicles |
DE3908645C1 (en) * | 1989-03-16 | 1990-06-13 | Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De | |
DE4002278C1 (en) * | 1990-01-26 | 1991-07-11 | Webasto Ag Fahrzeugtechnik, 8035 Stockdorf, De | |
DE4137578A1 (en) * | 1990-11-29 | 1992-06-04 | Farmont Produktion | ACTUATING DEVICE FOR A VEHICLE SUNROOF |
DE4200724C1 (en) * | 1992-01-14 | 1992-12-24 | Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt, De | |
DE4405742C1 (en) * | 1994-02-23 | 1995-05-04 | Wahl Peter Gmbh & Co | Slotted guide link for sliding panels on tilt-and-slide roof constructions for motor vehicles |
FR2759408B1 (en) * | 1997-02-10 | 1999-08-27 | Farnier Et Penin Snc | GUIDING DEVICE FOR A SLIDING PANEL AND A LENS FOR SHUTTERING A BAY |
JP3842485B2 (en) * | 1999-05-26 | 2006-11-08 | 株式会社大井製作所 | Sunroof device |
DE10001959C2 (en) * | 2000-01-18 | 2003-12-18 | Webasto Vehicle Sys Int Gmbh | Adjustable locking device for a vehicle opening |
DE102011106738A1 (en) * | 2011-06-28 | 2013-01-03 | Webasto Ag | Cover of a vehicle roof with a cover bearing mechanism |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1933991C3 (en) * | 1968-05-16 | 1974-11-28 | Webasto-Werk W. Baier Kg, 8031 Stockdorf | Vehicle sunroof |
DE2532187B2 (en) * | 1975-07-18 | 1977-07-14 | Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt | SUNROOF FOR MOTOR VEHICLES |
DE3020675C2 (en) * | 1980-05-30 | 1987-01-02 | Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt | Lift and slide roof for motor vehicles |
NL8006480A (en) * | 1980-11-28 | 1982-06-16 | Vermeulen Hollandia Octrooien | SLIDING ROOF FOR A VEHICLE. |
NL8006479A (en) * | 1980-11-28 | 1982-06-16 | Vermeulen Hollandia Octrooien | SLIDING ROOF FOR A VEHICLE. |
DE3138114A1 (en) * | 1981-09-24 | 1983-04-07 | Karosseriewerke Weinsberg Gmbh, 7102 Weinsberg | Raised sliding roof for motor vehicles |
DE3146905C2 (en) * | 1981-11-26 | 1984-11-08 | Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt | Sunroof for automobiles |
DE3311498A1 (en) * | 1982-04-16 | 1983-10-20 | Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting | LIFTING ROOF |
DE3218209C2 (en) * | 1982-05-14 | 1986-10-16 | Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting | Sliding roof for motor vehicles |
DE3221487C2 (en) * | 1982-06-07 | 1989-12-14 | Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt | Cable routing for motor vehicle sunroofs |
-
1983
- 1983-01-07 DE DE3300308A patent/DE3300308C2/en not_active Expired
- 1983-08-12 SE SE8304388A patent/SE450234B/en not_active IP Right Cessation
- 1983-08-29 NL NL8303013A patent/NL192332C/en not_active IP Right Cessation
- 1983-09-08 IT IT22816/83A patent/IT1169800B/en active
- 1983-09-08 FR FR838314332A patent/FR2539081B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1983-09-12 JP JP58166841A patent/JPS59128012A/en active Granted
- 1983-09-27 GB GB08325816A patent/GB2133460B/en not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2133460A (en) | 1984-07-25 |
JPH0155124B2 (en) | 1989-11-22 |
FR2539081B1 (en) | 1990-11-02 |
DE3300308C2 (en) | 1987-04-23 |
GB8325816D0 (en) | 1983-10-26 |
SE450234B (en) | 1987-06-15 |
DE3300308A1 (en) | 1984-07-12 |
SE8304388L (en) | 1984-07-08 |
SE8304388D0 (en) | 1983-08-12 |
GB2133460B (en) | 1986-11-26 |
FR2539081A1 (en) | 1984-07-13 |
IT1169800B (en) | 1987-06-03 |
JPS59128012A (en) | 1984-07-24 |
NL192332B (en) | 1997-02-03 |
NL8303013A (en) | 1984-08-01 |
IT8322816A0 (en) | 1983-09-08 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL192332C (en) | Assembly comprising a window, in which a sliding tilting roof is included, for mounting in a motor vehicle roof. | |
NL193611C (en) | Sliding lifting roof for motor vehicles. | |
US6619732B2 (en) | Motor vehicle roof | |
US4679846A (en) | Sliding and lifting roof with tiltable sliding liner panel controlled by a guidance arrangement | |
NL8803010A (en) | SLIDING ROOF FOR A VEHICLE. | |
NL9101707A (en) | OPEN ROOF CONSTRUCTION FOR A VEHICLE. | |
NL1012646C2 (en) | Open roof construction for a vehicle. | |
NL8006480A (en) | SLIDING ROOF FOR A VEHICLE. | |
WO1998014342A1 (en) | Vehicle roof with at least one cover | |
US6572183B2 (en) | Openable motor vehicle roof | |
EP1009644B2 (en) | Method of opening and closing an open roof construction of a vehicle having an opening in the fixed roof; as well as such open roof construction | |
US5718472A (en) | Automotive slide roof system | |
NL9100972A (en) | LIFT-SLIDING ROOF FOR A VEHICLE. | |
NL9102038A (en) | SLIDING ROOF FOR MOTOR VEHICLES. | |
NL192333C (en) | Sliding lifting roof for a car. | |
NL8200508A (en) | SLIDING LIFT ROOF FOR MOTOR VEHICLES. | |
EP1468856B1 (en) | Open roof construction for a vehicle | |
NL1011864C2 (en) | Open roof construction for a vehicle. | |
NL1013053C2 (en) | Open roof construction for a vehicle. | |
NL9001686A (en) | ROOF PANEL ASSEMBLY FOR A MOTOR VEHICLE. | |
NL8900811A (en) | SLIDING ROOF OR SLIDING ROOF FOR MOTOR VEHICLES. | |
NL8301610A (en) | OPEN ROOF CONSTRUCTION FOR A VEHICLE. | |
EP0140491A1 (en) | Sliding roof for motor vehicles | |
NL1011251C2 (en) | Open roof construction for a vehicle. | |
NL193528C (en) | Sliding cover for covering the rigid sliding cover of a sliding lifting roof for motor vehicles on the underside. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20030829 |