NL192177C - Signaalbewerkingsschakeling voor het onafhankelijk van een toegepaste standaard-signaaloverdrachtsmodus bewerken van de chrominantiesignaal- component. - Google Patents

Description

1 192177

Slgnaalbewerklngsschakellng voor het onafhankelijk van een toegepaste standaard-slgnaaloverdrachtsmodus bewerken van de chrominantieslgnaalcomponent

De uitvinding betreft een signaalbewerkingsschakeling voor het onafhankelijk van een bij signaaloverdracht 5 van samengestelde kleurvideosignalen toegepaste standaard-signaaloverdrachtsmodus bewerken van de bij de kleurvideosignalen behorende chrominantieslgnaalcomponent, omvattende: een gemeenschappelijke, onafhankelijk van de toegepaste standaard-signaaloverdrachtsmodus werkzame, eerste bewerkingsketen voor het uit de kleurvideosignalen selecteren van ten minste de chrominantiesig-naalcomponent en een kleursalvosignaal; 10 een met de eerste bewerkingsketen verbonden tweede bewerkingsketen met, per standaard-signaaloverdrachtsmodus een afzonderlijke, met behulp van eerste schakelmiddelen te selecteren bedrijfsmodus voor het bewerken en demoduleren van de door de eerste bewerkingsketen voortgebrachte chrominantiesignaalcomponent; een kleurdraaggolfgenerator met, per standaard-signaaloverdrachtmodus, een met behulp van tweede 15 schakelmiddelen te selecteren bedrijfsmodus voor het genereren van een, voor de geselecteerde bedrijfsmodus specifiek kleurdraaggolfsignaal; met de eerste bewerkingsketen verbonden detectie- en schakelbesturingsmiddelen voor het bij toevoer van het in de eerste bewerkingsketen geselecteerde kleursalvosignaal verschaffen van een de overdrachts-modus van het kleursalvosignaal betreffend indicatie signaal en het op basis van dit indicatiesignaal 20 genereren van een schakelbesturingssignaal ten behoeve van de eerste en de tweede schakelmiddelen, waarbij de schakelbesturingsmiddelen de schakelmiddelen met een periodiciteit van vooraf bepaalde periodeduur activeren; en houdmiddelen voor het in een met het uitgangssignaal van de detectiemiddelen overeenkomende schakei-toestand houden van de schakelmiddelen.

25 Een dusdanige signaalbewerkingsschakeling is bekend uit de Duitse octrooiaanvrage nr. DE-A.2.943.271. De signaalbewerkingsschakeling volgens deze octrooiaanvrage is geschikt te bepalen, welke van de mogelijke modulatiewijzen is toegepast om een aan de ingang van de signaalbewerkingsschakeling aangeboden signaal te verkrijgen, en in overeenstemming hiermee dit signaal de demoduleren.

Een nadeel van de bekende signaalbewerkingsschakeling is, dat het indicatiesignaal een identificatie-30 signaal van de betreffende modulatiewijze vormt en direct als schakelbesturingssignaal dient. Het identificatiesignaal wordt gegenereerd als resultaat van de vergelijking van de eigenschappen van het ontvangen signaal met van de modulatiewijzen bekende eigenschappen, in het bijzonder de frequentie van het kleursynchronisatiesignaal. Hierbij bestaat het gevaar, dat een vergelijking niet tot een resultaat leidt, wanneer een ontvangen signaal enigszins van de standaard afwijkt of als gevolg van het verlopen van de 35 instellingen van de detectie- en schakelbesturingsmiddelen.

De uitvinding beoogt de bovengenoemde nadelen op te heffen en verschaft hiertoe signaalbewerkingsschakeling, die zich onderscheidt, doordat de detectie- en de schakelbesturingsmiddelen bevatten: een fasevergelijkingsschakeling voor het bij toevoer van het kleursalvosignaal en het door de kleuren-draaggolfgenerator voortgebrachte kleurendraaggolfsignaal genereren van het indicatiesignaal op basis van 40 het te vormen faseverschilsignaal; en een met de fasevergelijkingsschakeling verbonden schakelsignaalgenerator voor het, in afhankelijkheid van de hoedanigheid van het indicatiesignaal bij een gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur ongewijzigde toestand van het indicatiesignaal, genereren van het schakelbesturingssignaal.

Met een signaalbewerkingsschakeling volgens de uitvinding vindt identificatie plaats aan de hand van de 45 in het ontvangen signaal aanwezige samenhang, die voor elke van de modulatiewijzen verschilt.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen: figuur 1 een blokschema van een chrominantiecomponentbewerkingsschakeling volgens een uitvoerings-50 vorm van de uitvinding, en figuur 2 een blokschema van een gedeelte van een chrominantiecomponentbewerkingsschakeling volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 1 heeft betrekking op toepassing van de uitvinding bij een kleurentelevisie-ontvanger, welke geschikt 55 is voor ontvangst van zowel samengestelde kleurenvideosignalen van het NTSC-type als van dergelijke signalen van het PAL-type.

Bij het blokschema volgens figuur 1 wordt een via een ingangsaansluiting 1 ontvangen, samengesteld 192177 2 kleurenvideosignaal van hat NTSC- of het PAL-type toegevoerd aan een bandfilter 2; de centrale frequentie-waarde van de doorlaatfrequentieband van het bandfilter 2 kan worden overgeschakeld tussen 3,58 MHz voor een signaal van het NTSC-type en 4,43 MHz voor een signaal van het PAL-type; deze overschakeling geschiedt door middel van een aan de stuursignaalingangsaansluiting 3 van het bandfilter 2 toe te voeren 5 stuursignaal. Het bandfilter 2 scheidt uit het samengestelde kleurenvideosignaal van het NTSC· of het PAL-type de in aanmerking komende chrominantiecomponent, welke op een draaggolfsignaal is gemoduleerd, af en levert deze aan een chrominantiecomponentbewerkingsschakeling 4 volgens de uitvinding, welke vervolgens weer in details zal worden beschreven.

De door het bandfilter 2 afgescheiden, op een draaggolf gemoduleerde chrominantiecomponent wordt 10 toegevoerd aan een versterker 5 voor automatische chrominantieregeling, waarvan het uitgangssignaal wordt toegevoerd aan een kleursalvopoortschakeling 7 voor afscheiding van het kleursalvosignaal. Dit kleursalvosignaal wisselt bij een kleurenvideosignaal van het PAL-type bij iedere beeidregelaftastperiode tussen de fasen +135° en -135°. De kleursalvopoortschakeling 7 krijgt via een ingangsaansluiting 8 een kleursalvopoortsignaal toegevoerd en levert het afgescheiden kleursalvosignaal aan een chrominantiedec-15 tectieschakeling 9, waarvan het over de capaciteit 6 verschijnende detectie-uitgangssignaal als chrominan-tieregelsignaal aan de versterker 5 wordt toegevoerd. De door deze versterker 5 afgegeven, draaggolf-gemoduleerde chrominantiecomponent wordt vervolgens toegevoerd aan een besturingsversterker 10, waaraan tevens via een ingangsaansluiting 11 een kleurstuursignaal, via een ingangsaansluiting 12 een beeldstuursignaal en voorts nog een van een nader te beschrijven detectieschakeling 45 afkomstige 20 doofspanning wordt toegevoerd.

Bij het blokschema volgens figuur 1 hebben de verwijzingsgetailen 16 en 17 betrekking op respectieve keuzeschakelaars, welke worden overgeschakeld in afhankelijkheid van het feit of een ontvangen kleuren-. videosignaal van het NTSC- of het PAL-type is. Bij ontvangst van een kleurenvideosignaal van het NTSC-type wordt de door de besturingsversterker 10 afgegeven, draaggolfgemoduleerde chrominantiecom-25 ponent via de kiesschakelaars 16 en 17 aan respectieve kleurverschilsignaaldemodulatoren 18 en 19 voor de kleuren blauw en rood toegevoerd, waarvan de respectieve uitgangsaansluitingen 20 en 21 respectievelijk het kleurverschilsignaal voor de kleur blauw en dét voor de kleur rood leveren.

Bij ontvangst van een kleurenvideosignaal van het PAL-type wordt de door de besturingsversterker 10 afgegeven draaggolfgemoduleerde chrominantiecomponent daarentegen toegevoerd aan een vertragingslijn 30 13 met een vertragingsduur 1Η (H = de beeldregelaftastperiodeduur) en voorts aan een opteleenheid 14 en een aftrekeenheid 15. Het uitgangssignaal van de vertragingslijn 13 wordt eveneens aan de opteleenheid 14 en de aftrekeenheid 15 toegevoerd. Het door de opteleenheid 14 afgegeven kleurverschilsignaal voorde kleur blauw wordt via de kiesschakelaar 16 toegevoerd aan de kleurverschilsignaaldemodulator 18 voor de kleur blauw, terwijl het door de aftrekeenheid 15 afgegeven kleurverschilsignaal voor de kleur rood, waarvan 35 de fase bij iedere beeidregelaftastperiode omkeert, via de kiesschakelaar 17 wordt toegevoerd aan de kleurverschilsignaaldemodulator 19 voor de kleur rood.

Vervolgens zal een hulpdraaggolfsignaalopwekschakeling 22 worden beschreven. Deze schakeling 22 omvat een oscillatieschakeling 23 met een spanningsgeregelde oscillator 24, twee respectievelijk voor NTSC en PAL daaraan toegevoegde oscillatiekristallen 25 en 26 en een keuzeschakelaar 27 voor selectie 40 van de oscillatiekristallen 25 en 26. Het door de kleurensalvopoortschakeling 7 geleverde kleursalvosignaal wordt in het geval van een kleurenvideosignaal van het NTSC-type via een voor kleurtintregeling (hue control) dienende faseverschuiver 30 toegevoerd aan een fasevergelijkingsschakeling 28, waaraan tevens het oscillatie-uitgangssignaal van de spanningsgeregelde oscillator 24 wordt toegevoerd. Het fasevergelij-kingsuitgangssignaal van de schakeling 28 wordt via een laagdoortaatfilter 29 als faseregelsignaal aan de 45 oscillatieschakeling 23 toegevoerd.

Het door de hulpdraaggolfsignaalopwekschakeling 22 gevormde hulpdraaggolfsignaal, dat voor NTSC een frequentie van 3,58 en voor PAL een frequentie van 4,43 MHz heeft, wordt via een faseverschuiver 36 met een faseverschuivingshoek van 90° toegevoerd aan de kleurverschilsignaaldemodulator 18 voorde kleur blauw.

50 Wanneer een ontvangen kleurenvideosignaal van het NTSC-type is, wordt het door de schakeling 22 gevormde hulpdraaggolfsignaal via een keuzeschakelaar 32 in de weergegeven stand toegevoerd aan de kleurverschilsignaaldemodulator 19 voor de kleur rood. Wanneer een ontvangen kleurenvideosignaal daarentegen van het PAL-type is, wordt het gevormde kleurhulpdraaggolfsignaal door de keuzeschakelaar en met behulp van een omkeerschakeling 31 bij iedere beeidregelaftastperiode van fase omgekeerd en in 55 de desbetreffende vorm aan de kleurverschilsignaaldemodulator 19 voor de kleur rood toegevoegd.

De zojuist genoemde kiesschakelaar 32 wordt bestuurd door een flipflop 33, waaraan via een ingangsaansluiting 34 een kiesschakelaar 35 de horizontale synchronisatie-impuls ingeval van een kleurenvideo- 3 192177 signaal van het PAL-type wordt toegevoerd. De desbetreffende kiesschakelaar 35 wordt bij ontvangst van een kleurenvideosignaal van het PAL-type gesloten doch bij ontvangst van een kleurenvideosignaal van het NTSC-type geopend.

Vervolgens zal de detectieschakeling 45 worden beschreven, welke de reeds genoemde doofspanning 5 aan de besturingsversteiker 10 levert. Deze detectieschakeling 45 omvat een fasevergelijkingsschakeling 37, waaiéan het van de kleursalvopoortschakeling 7 afkomstige kleursalvosignaal en het aan het uitgangs-contact van de kiesschakelaar 32 verschijnende kleuihulpdraaggolfsignaal worden toegevoerd voor fasevergelijking. Het daaruit resulterende vergelijkingsuitgangssignaal wordt toegevoerd aan een laag-doorlaatfilter 38, bestaande uit een weerstand 39 en een capaciteit 40. De door het laagdooifaatfilter 38 10 afgegeven doofspanning is zodanig gekozen, dat wannéér een ontvangen videosignaal hetzij een monochromatisch videosignaal, hetzij een kleurenvideosignaal van afwijkend type is, de doofspanning een hoog niveau vertoont, terwijl wanneer het ontvangen videosignaal een kleurenvideosignaal van het bijbehorende type is, de doofspanning een laag niveau vertoont. Deze doofspanning wordt aan de bestuiingsversterker 10 toegevoerd, zodat de versterkingsfactor daarvan tevens door de doofspanning wordt 15 geregeld. Het uitgangssignaal van de bestuiingsversterker 10 krijgt de gedaante van een lage gelijkspanning, waarop een wisselspanning is gesuperponeerd, wanneer het videosignaal een kleurenvideosignaal van het juiste type is, doch de gedaante van een hoge gelijkspanning wanneer een ontvangen videosignaal een monochromatisch signaal of een kleurenvideosignaal van een afwijkend type is. De genoemde doofspanning wordt tevens toegevoerd aan de flipflop 33, zodat de overschakeling van de 20 kiesschakelaar 32 bij ontvangst van het videosignaal van het PAL-type synchroon met de polariteits-wisselingèn van het kleursalvosignaal wordt bestuurd.

In het blokschema volgens figuur 1 heeft het verwijzingsgetal 41 betrekking op een overschakel-besturingsschakeling, welke de verandering van de centrale frequentiewaarde van de doorlaat-frequentieband van het bandfilter 2 en de overschakeling van de schakelaars 16,17, 27 en 35 met een 25 periodiciteit van vooraf bepaalde periodeduur bestuurt. De overschakelbesturingsschakeling 41 is zodanig uitgevoerd, dat een via een ingangsaansluiting 42 ontvangen, verticale synchronisatie-impuls wordt toegevoerd aan de klokimpulsingangsaansluiting CK van 16-teller 43, waarvan het uitgangssignaal de wisaansluiting CL van de teller 43 en voorts aan een flipflop 44 wordt toegevoerd. Deze laatstgenoemde geeft een rechthoekgolfvormig signaal af, dat een arbeidscyclus (duty cycle) van 50% heeft en waarvan de 30 periodeduur met 32 verticale periodeduren overeenkomt. Door dit van de flipflop 44 afkomstige, rechthoek-golfvormige signaal worden de centrale frequentiewaarden van de dooriaatfrequentieband van het bandfilter 2 en de overschakeling van de schakelaars 16,17, 27 en 35 na iedere 16de verticale periode bestuurt.

In het blokschema volgens figuur 1 heeft het verwijzingsgetal 46 betrekking op een houdbesturings-schakeling, welke de draaggolfgemoduleerde chrominantiecomponent op basis van de door de detectie-35 schakeling 45 geleverde doofspanning onderzoekt en de centrale frequentiewaarde van de dooriaatfrequentieband van het bandfilter 2 en de schakeltoestanden van de verschillende kiesschakelaars 16,17, 27, 35 in overeenstemming met het bij het onderzoek gebleken standaardtype van het ontvangen kleurenvideosignaal houdt. Deze houdbesturingsschakeling 46 zal nu meer in details worden beschreven.

Van een transistor 47 van het pnp-type is de collector geaard via een weerstand 49, de basis verbonden 40 met de uitgangsaansluiting van het laagdoorlaatfilter 38 en de emitter via een voor blokkering van een teruggaande stroom dienende diode 48 gekoppeld met een spanningsbron 55 van vooraf bepaalde spanningwaarde. De spanningsbron 55 is instelbaar, en wordt zodanig ingesteld, dat wanneer een ontvangen videosignaal een monochromatisch videosignaal of een kleurenvideosignaal van afwijkend standaardtype blijkt te zijn, de transistor 47 in zijn nietgeleidende toestand wordt gebracht; wanneer een 45 ontvangen videosignaal daarentegen een kleurenvideosignaal van het in aanmerking komende standaardtype blijkt te zijn, wordt de transistor 47 in zijn geleidende toestand gebracht. Bij een bepaalde uitvoeringsvorm wordt een zodanige instelling van de spanningsbron 55 gekozen, dat de basisspanning van de transistor 47 8V bedraagt wanneer een ontvangen videosignaal een monochromisch videosignaal of een kleurenvideosignaal van afwijkend standaardtype blijkt te zijn, doch een basisspanning van ongeveer 6V 50 wanneer een ontvangen videosignaal een kleurenvideosignaal van het juiste standaardtype blijkt te zijn. De collector van de transistor 47 is via een weerstand 56 gekoppeld met de basis van een transistor 57, waarvan de emitter is geaard en de collector is verbonden met de ingangsaansluiting 42.

Vervolgens zal de werking van de schakeling volgens figuur 1 worden beschreven.

Wanneer de in de tekening niet afgebeelde kleurentelevisie-ontvanger, waartoe de chrominantiecompo-55 nentbewerkingsschakeling volgens de uitvinding behoort, wordt ingeschakeld, worden de centrale frequentiewaarde van de dooriaatfrequentieband van het bandfilter 2 en de respectieve schakeltoestanden van de kiesschakelaars 16,17, 27 en 35 periodiek, dat wil zeggen, met de door de overschakelbesturings-

Claims (3)

192177 4 schakeling 41 bepaalde periodeduur gewijzigd. Indien een vervolgens ontvangen kleurenvideosignaal van het NTSC-type is, zal de transistor 47 van de houdbesturingsschakeling 46 bij overschakeling naar de aan NTSC toegevoegde schakeltoestand in zijn geleidende toestand komen, waarbij de collectorspanning van de transistor 47 een hoge waarde krijgt, zodat de transistor 57 in zijn geleidende toestand komt. Als gevolg 5 daarvan wordt de via de ingangsaansluiting 42 toegevoerde, verticale synchronisatie-impuls door de transistor 57 afgeleid, respectievelijk niet aan de teller 43 toegevoerd. De flipflop 44 blijft dan in zijn eerder ingenomen, stabiele schakeltoestand. Als gevolg daarvan vindt door de chrominantiecomponentbewer-kingsschakeling 4 signaalbewerking volgens NTSC van het ontvangen kleurenvideosignaal plaats. Bij ontvangst van een kleurenvideosignaal van het PAL-type wordt een vergelijkbare werking verkregen. 10 Bij de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm wordt de toevoer van verticale synchronisatieH'mpulsen aan de teller 43 bestuurd door de van de detectieschakeling 45 afkomstige doofspanning. Aangezien het gelijkspanningsniveau van de uitgangsspanning van de besturingsversterker 10 evenredig met deze doofspanning is, is het ook mogelijk, dat de toevoer van de verticale synchronisatie-impuls aan de teller 43 wordt bestuurd op basis van de uitgangsspanning van de besturingsversterker 10. 15 Wanneer de chrominantiecomponentbewerkingsschakeling volgens de uitvinding dient te worden toegepast voor kleurenvideosignaal van het zuivere NTSC-type, het PAL-type en het quasi-NTSC-type, in welk laatstgenoemd geval de kleurhulpdraaggolffrequentie 4,43 MHz zoals bij het PAL-type bedraagt, is het voldoende, dat de overschakelbesturingsschakeling 41 wordt uitgevoerd op de wijze volgens figuur 2, waarbij het door deze schakeling 41 afgegeven stuursignaal voor de respectieve overschakelingen in figuur 20 1 wordt gebruikt. Bij de overschakelbesturingsschakeling 41 volgens figuur 2 wordt in plaats van de flipflop 44 volgens figuur 1 een 3-teller 50 toegepast, waarvan de uitgangsaansluitingen 51, 52 en 53 het signaalniveau ”1” vertonen wanneer respectievelijk van PAL, zuivere NTSC en quasi-NTSC sprake is. De aan deze uitgangsaansluitingen 51, 52 en 53 verschijnende signalen worden dan voor de besturing van de genoemde 25 overschakelingen gebruikt. Ingeval van een kleurentelevisiesignaal van het quasi-NTSC-type is het voldoende, dat voor de hulpdraaggolffrequentie van de hulpdraaggolfsignaalopwekschakeling 22 volgens figuur 1 een waarde van 4,43 MHz wordt gekozen, zoals bij een kleurenvideosignaal van het PAL-type; de keuzeschakelaars 16,17, 27 en 35 worden aan dezelfde schakelbesturing onderworpen als ingeval van een kleurenvideosignaal van 30 het zuivere NTSC-type. De onderhavige uitvinding leent zich in het bijzonder voor toepassing in dié gevallen, zoals bijvoorbeeld in Centraal- en Zuidamerika voorkomen, waarin chrominantiecomponenten van kleurenvideosignalen van het type PAL-N (hulpdraaggolffrequentie 3,58 MHz), het type PAL-M (hulpdraaggolffrequentie 3,57 MHz), en NTSC (hulpdraaggolffrequentie 3,58 MHz) door middel van een gemeenschappelijke chrominantiecompo-35 nentbewerkingsschakeling dienen te worden bewerkt. Zoals in het voorgaande is beschreven, vindt volgens de uitvinding overschakeling tussen bepaalde schakelingsgedeelten plaats, zodanig, dat de draaggolfgemoduleerde chrominantiecomponenten van kleurenvideosignalen volgens onderling verschillende standaardtypes door een gemeenschappelijke schakeling worden bewerkt, waarbij automatische overschakeling van de verschillende onderdelen wordt 40 verkregen.

1. Signaalbewerkingsschakeling voor het onafhankelijk van een bij signaaloverdracht van samengestelde kleurvideosignalen toegepaste standaard-signaaloverdrachtsmodus bewerken van de bij de kleurvideo-signalen behorende chrominantiesignaalcomponent, omvattende: een gemeenschappelijke, onafhankelijk van de toegepaste standaard-signaaloverdrachtsmodus werkzame, eerste bewerkingsketen voor het uit de kleurvideosignalen selecteren van ten minste de 50 chrominantiesignaalcomponent en een kleursalvosignaal; een met de eerste bewerkingsketen verbonden tweede bewerkingsketen met, per standaardsignaalover-drachtsmodus een afzonderlijke, met behulp van eerste schakelmiddelen te selecteren bedrijfsmodus voor het bewerken en demoduleren van de door de eerste bewerkingsketen voortgebrachte chrominantiesignaalcomponent; 55 een kleurdraaggolfgenerator met, per standaard-signaaloverdrachtsmodus, een met behulp van tweede schakelmiddelen te selecteren bedrijfsmodus voor het genereren van een, voor de geselecteerde bedrijfsmodus specifiek kleurdraaggolfsignaal; 5 192177 met de eerste bewerkingsketen verbonden detectie- en schakelbesturingsmiddelen voor het bij toevoer van het in de eerste bewerkingsketen geselecteerde kleursalvosignaal verschaffen van een de overdrachtsmodus van het kleursalvosignaal betreffend indicatie signaal en het op basis van dit indicatiesignaal genereren van een schakelbesturingssignaal ten behoeve van de eerste en de tweede 5 schakelmiddelen, waarbij de schakelbesturingsmiddelen de schakelmiddelen met een periodiciteit van vooraf bepaalde periodeduur activeren; en houdmiddelen voor het in een met het uitgangssignaal van de detectiemiddelen overeenkomende schakeltoestand houden van de schakelmiddelen, met het kenmerk, dat de detectie- en de schakelbesturingsmiddelen bevatten: 10 een fasevergelijkingsschakeling voor het bij toevoer van het kleursalvosignaal en het door de kleuren-draaggolfgenerator voortgebrachte kleurendraaggolfsignaal genereren van het indicatiesignaal op basis van het te vormen faseverschilsignaal; en een met de fasevergelijkingsschakeling verbonden schakelsignaalgenerator voor het, in afhankelijkheid van de hoedanigheid van het indicatiesignaal bij een gedurende een vooraf bepaalde tijdsduur ongewij-15 zigde toestand van het indicatiesignaal, genereren van het schakelbesturingssignaal.

2. Signaalbewerkingsschakeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen een laagdoorlaatfilter omvatten, waarvan de tijdconstante een kortere duur dan de vooraf bepaalde periodeduur vertegenwoordigt.

3. Signaalbewerkingsschakeling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de schakelbesturingsmid-20 delen een teller bevatten, waarvan de klokimpulsingangsaansluiting de verticale synchronisatie-impulsen van een samengesteld videosignaal krijgt toegevoerd en waarvan het telresultaat een maat vormt voor de vooraf bepaalde periodeduur. Hierbij 1 blad tekening