NL1043820B1

NL1043820B1 - Laadbrug.

Info

Publication number: NL1043820B1
Application number: NL1043820A
Authority: NL
Inventors: Nicolaas Schut Johan; Johannes Stroet Franciscus
Original assignee: Hoermann Alkmaar Bv
Priority date: 2020-10-14
Filing date: 2020-10-14
Publication date: 2022-06-08
Also published as: EP3984929A1

Abstract

Laadbrug voor laadperrons, gevormd door een gestel met een brugplaat met een inen uitschuifbare oplegplaat omvattend een lip en twee lipsegmenten aan weerszijden van de lip, waarbij de lip en de lipsegmenten gepositioneerd kunnen worden in een eerste positie, waarin de voorrand van de middenlip en de voorranden van de lipsegmenten zich op een gelijke afstand bevinden van de voorzijde van de brugplaat en in een tweede positie, waarin de voorrand van de lip zich op een afstand van de voorzijde van de brugplaat bevindt die groter is dan de afstand waarop de voorranden van de lipsegmenten zich van de voorzijde van de brugplaat bevinden, met middelen met behulp waarvan de grootte van het in de tweede positie bestaande verschil in afstanden instelbaar is.

Description

Laadbrug.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een laadbrug voor laadperrons, gevormd door een gestel met cen brugplaat dic met de laadperronzijde draaibaar is 5 verbonden aan het laadperron en aan de voorzijde is voorzien van een in- en uitschuitbare oplegplaat, welke bestemd is om op het laadplatform van een voertuig te rusten, welke oplegplaat wordt gevormd door een lip met een voorrand en twee lipsegmenten aan weerszijden van de lip met elk eveneens een voorrand, waarbij de lip en de lipsegmenten gepositioneerd kunnen worden in een, wanneer de oplegplaat is uitgeschoven, eerste positie, waarin de voorrand van de lip en de voorranden van de lipsegmenten zich op een hoofdzakelijk gelijke afstand bevinden ten opzichte van de voorzijde van de brugplaat, en gepositioneerd kunnen worden in een tweede positie, waarin de voorrand van de lip zich op een afstand van de voorzijde van de : brugplaat bevindt welke groter is dan de afstand waarop de voorranden van de lipsegmenten zich van de voorzijde van de brugplaat bevinden.

Een dergelijke laadbrug is bekend. î Bij het laden en lossen van voertuigen heeft men te maken met zwaardere vrachtauto’s, maar ook met lichtere en kleinere bestelwagens.

De laadmimte vaneen vrachtauto is over het algemeen breder dan de laadruimte van een bestelwagen. ° Wanneer er sprake is van het laden en lossen van een vrachtauto wordt er toepassing gegeven aan een positionering van de lip en de lipsegmenten in de eerste positie, dat wil zeggen de lip en de lipsegmenten worden gezamenlijk met hun voorranden op het laadplatform van de vrachtauto neergelaten, Echter, bij de kleinere bestelwagens laat de breedte van de laadruimte niet toe dat de oplegplaat over de volle breedte, dat wil zeggen de breedte van de lip met aan weerszijden de lipsegmenten, op het laadplatform wordt neergelaten.

In die situatie wordt er toepassing gegeven aan een positionering van de lip en de lipsegmenten in de tweede positie, waarin de voorrand van de lip zich op een afstand | van de voorzijde van de brugplaat bevindt welke groter is dan de afstand waarop de voorranden van de lipsegmenten zich van de voorzijde van de brugplaat bevinden. == Op deze wijze is het mogelijk om alleen de lip op het laadplatform van de Ee bestelwagen neergelaten, nu de lipsegmenten dit niet verhinderen,

‘ 2 Dit betekent wel dat de weg waarover het laden en lossen vanuit de bestelwagen naar het laadperron moet plaatsvinden smaller is.

Aan beide kanten van de lip is er gen lege ruimte waarlangs een heen en weer rijdend Jaad- en losvoertuig omlaag kan kantelen. |

Het is daarom bekend om een laadbrug uit te rusten met middelen met behulp waarvan de grootte van het in de tweede positie bestaande verschil in afstanden instelbaar is.

Op deze wijze kunnen afhankelijk van het te laden en lossen voertuig de lipsegmenten zodanig worden gepositioneerd dat de voorranden daarvan zich op een grotere dan wel kleinere afstand van de voorzijde van de brugplaat bevinden, en waarbij de afstand zo wordt gekozen dat de voorranden van de lipsegmenten aansluiten op de achtercarrosserie van het voor het laadperron geparkeerde voertuig.

De bekende voorziening is echter tamelijk omslachtig en kostenverhogend. : Het is een oogmerk van de uitvinding om dit bezwaar van de bekende laadbrug te ondervangen en een constructief eenvoudige en niettemin doelmatige voorziening te - verschaffen met behulp waarvan de grootte van het in de tweede positie bestaande verschil in afstanden instelbaar is. — De laadbrug volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat de middelen met behulp waarvan de grootte van het in de tweede positie bestaande verschil in afstanden op eenvoudige wijze instelbaar is worden gevormd door een lineaire actuator die enerzijds op het gestel, de brugplaat of de lip is afgesteund lip en anderzijds op de lipsegmenten of een aan de lipsegmenten gemonteerd deel is afgesteund en welke is voorzien van een instelbare slaglengte.

Volgens een verder kenmerk van de laadbrug volgens de uitvinding worden de middelen gevormd door een hydraulische cilinder waarvan de behuizing op de lip is aangebracht en waarvan de cilinderstang op de lipsegmenten of op een aan de lipsegmenten gemonteerd onderdeel is aangebracht, waarbij de cilinderstang is voorzien van een deel met behulp waarvan de lengte van de slag kan worden ingesteld,

f 3 Volgens nog sen kenmerk van de laadbrug volgens de uitvinding worden de middelen gevormd door een hydraulische cilinder waarvan de behuizing op de lipsegmenten of op een aan de lipsegmenten gemonteerd onderdeel is aangebracht en waarvan de cilinderstang is aangebracht aan de lp, waarbij de cilinderstang is a voorzien van een deel met behulp waarvan de lengte van de slag kan worden ingesteld. Volgens nog een verder kenmerk van de laadbrug volgens de uitvinding wordt het deel gevormd door een om de cilinderstang aangebrachte stelring.

Verdere kenmerken en bijzonderheden van de laadbrug volgens de uitvinding zullen worden toegelicht aan de hand van de tekeningen van een uitvoeringsvoorbeeld. Figuur 1 toont een uit elkaar getrokken perspectivisch aanzicht van zen uitvoeringsvoorbeeld van de laadbrug volgens de uitvinding. De figuren 28, 2b en 2c tonen een schematisch bovenaanzicht van een - uitvoeringsvoorbeeld van de laadbrug volgens de uitvinding. De figuren 3a, 3b en Jc tonen een schematisch onderaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de laadbrug volgens de uitvinding, î Figuur 4 toont in perspectief een detail van het uitvoeringsvoorbeeld getoond in figuur 1. : So De figuren Sa, 5ben Sc tonen een schematisch onderaanzicht van een verder uitvoeringsvoorbeeld van de laadbrug volgens de uitvinding. Zoals in de figuren 1, 2 en 3 is te zien is te zien omvat de laadbrug 1 voor een laadperron een gestel 2 met een brogplaat 3 die met de laadperronzijde 4 draaibaar is verbonden aan het laadperron en aan de voorzijde 5 is voorzien van ven in~ en uitschuifbare oplegplaat 6. De oplegplaat 6 is bestemd om op het laadplatform 7 van een vrachtauto 8 {met stippellijn weergegeven in de figuren 2b en 3b) of het ä 4 laadplatform 9 van zen kleinere of smallere bestelwagen 10 (met stippellijn weergegeven in de figuren 2¢ en 30). In de figuren 28, 3a en Sa is de oplegplaat 6 voor een goed begrip van de uitvinding $ al enigzsins uitgeschoven weergegeven, Wanneer de laadbrug niet in bedrijf is, is de oplegplaat 6 min of meer binnen de brugplaat 3 opgeborgen en steekt deze daarvan nief naar voren uit. Zoals is te zien in de figuren 1, 2 en 3 wordt de oplegplaat 6 gevormd door een middelste Hp 11 met een voorrand 12 en twee lipsegmenten 13 aan weerszijden van deze lip met elk eveneens een voorrand 14. De lip 11 en de lipsegmenten 13 zijn vanuit een rustpositie getoond in de figuren 2a en 3a positioneerbaar in een eerste positie, getoond in de figuren 2b en 3b, waarin de voorrand 12 van de lip 11 en de voortanden 14 van de lipsegmenten 13 zich op een hoofdzakelijk gelijke afstend bevinden ten opzichte van de voorzijde 5 van de brugplaat 3. Van links naar rechts gezien in de figuren 2b en 3h lopen de voorrand 14, de voorrand 12 en de voorrand 14 in een min of meer rechte lijn. ’ In deze positie rusten de lip en de lipsegmenten alle op het laadplatform 7 vande - vrachtauto 8, De lip 11 en de lipsegmenten 13 zijn verder positioneerbaar in een tweede positie, getoond in de figuren 1, Ze en jc, waarin de voorrand 12 van de lip 11 zich op cen afstand van de voorzijde 5 van de brugplaat 3 bevindt die groter is dan de afstand î waarop de voorranden 14 van de lipsegmenten 13 zich van de voorzijde Svan de - brugplaat 3 bevinden.

In deze positie rust alleen ds lip 11 op het laadplatform 9 van de bestelwagen 10. Te © zien is dat de lipsegmenten 13 ten opzichte van de lip 11 minder ver vanaf de - voorzijde § zijn uitgeschoven en met hun voorranden 14 sansluiten op de achtercarrosserie 15 van de voor het laadperron geparkeerde bestelwagen, Het in- en uitschuiven van de lip en de lipsegmenten kan op verschillende manieren worden bewerkstelligd, en bijvoorbeeld onder gebruik maken van cen of meer lineaire actuatoren, Zo kan voor het in- en nifschuiven van de Hpsegmenten ten opzichte van de lip gebruik worden gemaakt van een actuator die enerzijds op het: 1043820 | f 5 gestel 2, de brugplaat 3 of de lip 11 is aangebracht en anderzijds is aangebracht aan de lipsegmenten 13 of een aan de lipsegmenten gemonteerd onderdeel. In het in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeeld, zoals meer in het bijzonder is te zien in het onderaanzicht van de figuren 1, de figuren 3a, 3b en 3c en figuur 4, is aan de onderzijde 16 van de brugplaat 3 de behuizing 17 van een hydraulische cilinder 18 aangebracht, waarvan de cilinderstang 19 is gemonteerd aan de lip 11. Met behulp van deze lipcilinder 18 vindt het vanuit de voorzijde $ van de brugplaat 3 in- en uitschuiven van de lip 11 plaats, zoals is te zien in de figuren 3b en 3c.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de lipsegmenten 13 gemonteerd aan de uiteinden 20 van een onder de lip 11 doorlopende balk 21. Aan deze balk 21 is gemonteerd de cilinderstang 22 van een verdere hydraulische cilinder 23. De behuizing 24 van deze lipsegmentencilinder 23 is gemonteerd aan de onderzijde van de lip 11.

: In de figuren, zie ook figuur 4, is te zien dat om de cilinderstang 22 van de cilinder 23 een stelring 25 is aangebracht. Deze stelring 25 wordt op de cilinderstang geklemd en kan op de cilinderstang worden verplaatst.

In bedrijf is de lipsegmentencilinder 23 in beginsel volledig uitgeschoven (figuren 2b en 3b) en komen de lipsegmenten 13 met de lip 11 vanuit de voorzijde $ van de brugplaat naar voren in de richting van het te laden en lossen voertuig, zodra de î lipeilinder 18 wordt aangestuurd. Met het bedienen van de lipsegmentencilinder 23 zal deze inschuiven en de balk 21 naar achteren, in de richting van het laadperron, trekken. Dit gebeurt totdat de stelring 25 een verder inschuiven van de cilinderstang 22 blokkeert (figuur 3c). De aan de balk 21 gemonteerde lipsegmenten gaan beide met deze beweging mee.

De grootte van het in de tweede positie bestaande verschil in de afstand, waarin de voorrand 12 van de lip 11 zich van de voorzijde 5 van de brugplaat 3 bevindt en die waarin de voorranden 14 van de lipsegmenten 13 zich van de voorzijde $ van de brugplaat 3 bevinden, is op eenvoudige wijze aan te passen, bijvoorbeeld met de hand, door het verplaatsen van de stelring 25 op de cilinderstang 22.

De figuren 3a, 5b en 5e 3e tonen een schematisch onderaanzicht van een ander uitvoeringsvoorbeeld van de laadbrug volgens de uitvinding. In het in deze tekeningen getoonde nitvoeringsvoorbeeld is eveneens san de | onderzijde 16 van de brugplaat 3 een lineaire actuator, in dit voorbeeld de hydraulische cilinder 18, voorzien. Met behulp van deze lipcilinder 18 vindt het vanuit de voorzijde § van de brugplaat 3 in- en uitschuiven van de lip 11 plaats, zoals is te zien in de figuren Sb en Sc.

Ook hier zijn de lipsegmenten 13 gemonteerd aan de uitemden 20 van een onder de lip 11 doorlopende balk 21. Aan deze balk 21 is gemonteerd de cilinderstang 22 van de verdere hydraulische cilinder 23, waarvan de behuizing 24 is gemonieerd aan de onderzijde van de lip 11. Ook hier kan in plaats van een hydraulische cilinder een andere vorm van lineaire actuator worden toegepast.

In bedrijf is de Hpsegmentencilinder 23 In beginsel volledig uitgeschoven (figuur 5b) : en komen de Hpsegmenten 13 met de lip 11 vanuit de voorzijde § van de brugplaat naar voren in de richting van het te laden en lossen voertuig, zodra de lipeilinder 18 wordt aangestuurd.

Met het bedienen van de lipsegmentencilinder 23 zal deze inschuiven en de balk 21. naar achteren, in de richting van het laadperron, trekken. De aan de balk 21 gemonteerde lipsegmenten 13 gaan beide met deze beweging mee. Co Aan de onderzijde van de lip 11 zijn in het uitvoeringsvoorbeeld van de figuren Sa, Sb en Sc twee montagerails 26 en 27 aangebracht Op elke montagerail 26, 27 is zen blokkeerslement 28, 29 aangebracht, De blokkeerelementen 28, 29 steken vanaf de onderzijde van de lip 11 een stuk naar beneden uit, tot in de bewegingsbaan van de aan de beide lipsegmenten 13 gemonteerde halk 21.

In figuur Sc is te zien hoe met het bedienen en inschuiven van de Lpsegmentencilinder 23 de balk 21, onder de lip 11, naar achteren, in de richting van het laadperron, wordt getrokken, waarbij de blokkeerelementen 28, 29 op enig moment cen verder naar achteren bewegen van de balk 21 met de daaraan gemonteerde lipsegmenten 13 tegenhouden, 1043820 |

© 7 Het blokkeerelement 28, 29 is zo vormgegeven dat dit kan worden losgenomen en weer kan worden vastgezet, zodat dit langs de gehele rail 26, 27 positioneerbaar is. Te denken is daarbij aan een blokkeerclement dat van een losneembaar bevestigingsmiddel, bijvoorbeeld in de vorm van een bout of een klem of dergelijke, is voorzien, Ook hiermee kan de grootte van het in de tweede positie bestaande verschil in de afstand, waarin de voorrand 12 van de lip 11 zich van de voorzijde 5 van de brugplaat 3 bevindt en die waarin de voorranden 14 van de lipsegmenten 13 zich van de voorzijde 5 van de brugplaat 3 bevinden, op eenvoudige wijze worden aangepast, bijvoorbeeld met de hand, door het losdraaien en op de gewenste positie vastzetten van het blokkeerelement 28, 29.

:

Claims

Conclusies

1. Laadbrug voor laadperrons, gevormd door een gestel met een brugpiaat die met de laadperronzijde draaibaar is verbonden aan het laadperron en aan de voorzijde is voorzien van een in- en uitschuifbare oplegplaat, welke bestemd is om op het laadplatform van een voertuig te rusten, welke oplegplaat wordt gevormd door een lip met een voorrand en twee lipsegmenten aan weerszijden van de lip met elk evenzens een voorrand, waarbij de lip en de lipsegmenten gepositioneerd kunnen worden in een, wanneer de oplegplaat is nitgeschoven, eerste postiie, waar, de voorrand van de middenlip en de voorranden van de lipsegmenten zich op een hoofdzakelijk gelijke afstand bevinden ten opzichte van de voorzijde van de brugplaat en gepositioneerd kunnen worden in cen tweede positie, waarin de voorrand van de lip zich op cen afstand van de voorzijde van de brugplaat bevindt die groter is dan de afstand waarop de voorranden van de Bpsegmenten zich van de voorzijde van de brugplaat bevinden, met het kenmerk, dat middelen zijn voorzien met behulp waarvan de grootte van het mn de tweede positie bestaande verschil in afstanden instelbaar is. °

2. Laadbrug volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door tenminste een, in de bewegingsbaan van de lipsegmenten, of in die van een aan een lipsegment of aan de beide lipsegmenten gemonteerd onderdeel, aanwezig blokkeerelement, dat verplaatsbaar of losneembaar is aangebracht .

3. Laadbrog volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het blokkeerelement aan de laadbrug is aangebracht op cen rail of montagerail.

4, Laadbrug volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het blokkeerelement, of de rail met het blokkeerelement, aan de lip is aangebracht.

5. Laadbrug volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat het blokkeerelement, of de rail met het blokkeerelement, aan de onderzijde van de lip is aangebracht.

1043820 = st 9 6, Laadbrug volgens conclusie 2, 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat het blokkeerelement een losneembaar bevestigingsmiddel, bijvoorbeeld in de vorm van een bout of een klem of dergelijke, omvat. '

7. Laadbrug volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een lineaire actuator die enerzijds op het gestel, de brugplaat of de lip is aangebracht en anderzijds op de lipsegmenten of een aan de lipsegmenten gemonteerd onderdeel is aangebracht en welke is voorzien van cen instelbare slaglengte.

19

8. Laadbrug volgens conclusie 1 of 7, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een hydraulische cilinder waarvan de behuizing op de lip is gemonteerd en waarvan de cilinderstang op de lipsegmenten of op cen aan de Hpsegmenten gemonteerd deel is aangebracht, waarbij de cilinderstang is voorzien van een deel met behulp waarvan de lengte van de slag kan worden ingesteld.

9. Laadbrug volgens conclusie 1 of 7, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door een hydraulische cilinder waarvan de cilinderbehuizing op de lpsegmenten of op een aan de Hpsegmenten gemonteerd deel is gemonteerd en waarvan de cilinderstang is gemonteerd aan de lip, waarbij de cilinderstang is voorzien van een deel met behulp waarvan de lengte van de slag kan worden ngesteld.

10. Laadbrug volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het deel wordt gevormd door een om de cilinderstang aangebrachte stelring, 1043820 Co