NL1043310B1 - Fileerinrichting - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het handmatig fileren van kippenborsten waarbij de inrichting wordt gekenmerkt door een horizontaal geplaatste aandrijflijn en met weinig tussenruimte naast elkaar opgestelde fileerblokken, waarbij de inrichting voorzieningen omvat welke het mogelijk maken de fileerblokken in een althans nagenoeg haaks op de lengterichting van de aandrijflijn staande richting te verplaatsen.

Description

Fileerinrichting De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het handmatig fileren van kippenborsten waarbij de inrichting wordt gekenmerkt door een horizontaal geplaatste aandrijflijn en waarbij fileerblokken in een althans nagenoeg haaks op de lengterichting van de aandrijflijn staande richting verplaatst kunnen worden.

Bij het handmatig fileren van pluimvee en in het bijzonder het fileren van kippenborsten, onder gebruikmaking van fileersystemen volgens de stand van de techniek beweegt de aandrijflijn zich in verticale richting.

De onderlinge afstand tussen de fileerblokken van dergelijke systemen moet voldoende groot zijn om ruimte te hebben voor het verrichten van de fileerhandelingen.

Dit heeft tot gevolg dat fileerlijnen volgens de stand van de techniek relatief veel ruimte in beslag nemen.

Beperking van de door een fileerlijn ingenomen ruimte bij een gelijkblijvende capaciteit van de lijn laat zich doorgaans direct vertalen in een kostenbesparing.

De pluimvee-verwerkende industrie is derhalve gebaat bij compactere productielijnen voor het handmatig fileren van bij voorbeeld kippenborsten.

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding verschaft een oplossing voor het beperken van de door een fileerlijn ingenomen ruimte als functie van de capaciteit van de fileerlijn.

De vinding zal nu worden toegelicht aan de hand van enkele figuren.

Daarbij toont: - fig. 1 een schematisch aanzicht van kippenborsten welke zijn opgenomen in een fileerinrichting volgens de uitvinding; - fig. 2 een schematisch bovenaanzicht van een eerste positie van fileerblokken in een inrichting volgens de uitvinding; - fig. 3 een schematisch bovenaanzicht van een tweede positie van fileerblokken in een inrichting volgens de uitvinding.

In onderstaande beschrijving en in de figuren hebben gelijke of vergelijkbare delen gelijke of vergelijkbare verwijzingscijfers.

Fig. 1 toont een schematisch aanzicht van kippenborsten 1 welke opgenomen zijn in een, in tegenstelling tot de aandrijflijnen van fileerinrichtingen volgens de stand van de techniek, horizontaal opgestelde en in horizontale richting bewegende aandrijflijn, hierna ook wel fileerlijn genoemd, van een fileerinrichting voor kippenborsten volgens de uitvinding waarbij de kippenborsten 1 in verticale positie aan de fileerlijn zijn bevestigd.

In deze uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn de fileerblokken zo dicht bij elkaar geplaatst dat de tussenruimte tussen twee, aan twee aan elkaar grenzende fileerblokken bevestigde, kippenborsten normaliter slechts één tot enkele centimeters bedraagt.

Hoewel in deze beschrijving en in de conclusies de inrichting volgens de uitvinding wordt aangeduid als een inrichting voor het fileren van kippenborsten dient nadrukkelijk te worden aangegeven dat de toepassing van de inrichting volgens de uitvinding niet beperkt is tot het fileren van kippenborsten en dat de kippenborst als niet-beperkend voorbeeld van een toepassingsmogelijkheid dient te worden beschouwd.

Fig. 2 toont een schematisch bovenaanzicht van een eerste toestand, een toestand waarin de kippenborsten 1 zich in hoofdzaak in één haaks op de lengterichting van de fileerblokken 2 staand vlak bevinden.

Eenvoudigheidshalve is slechts één van de door zwart ingekleurde rechthoeken schematisch weergegeven fileerblokken voorzien van het bij de fileerblokken behorende verwijzingscijfer 2. Het moge duidelijk zijn dat het handmatig fileren van kippenborsten in de in fig. 2 schematisch weergegeven toestand, waarin de kippenborsten met slechts zeer weinig tussenruimte aan de fileerblokken van de inrichting zijn bevestigd, niet of slechts met veel ongemak kan worden bewerkstelligd.

Daarom omvat de inrichting volgens de uitvinding de mogelijkheid om de fileerblokken in een althans nagenoeg horizontaal vlak in een richting welke in hoofdzaak haaks staat op de lengterichting van de aandrijflijn te laten verspringen.

Fig. 3 toont een schematisch bovenaanzicht van het in fig. 2 weergegeven gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding waarbij elk tweede fileerblok naar buiten, in de richting van de persoon die de kippenborst moet fileren, is verplaatst.

Hierna zal het in deze richting bewegen van een fileerblok ook wel worden aangeduid als een laterale beweging of verplaatsing van het fileerblok.

Zoals schematisch is weergegeven door de in fig. 3 ingetekende hand die een fileermes vasthoudt, ontstaat door deze wijze van positioneren van de fileerblokken voldoende ruimte voor het verrichten van de fileerhandelingen terwijl de fileerlijn dankzij de dicht bij elkaar geplaatste fileerblokken uitermate compact is.

Nadat de kippenborsten welke aan de in laterale richting verschoven fileerblokken hangen, gefileerd zijn, worden deze fileerblokken weer naar binnen verplaatst en worden de fileerblokken met de nog te fileren kippenborsten in laterale richting naar buiten verplaatst.

De uitvinding voorziet erin dat de mate van het verspringen van de fileerblokken, dus de afstand waarover, in het in fig. 3 schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, elk tweede fileerblok naar buiten is verplaatst ten opzichte van de aangrenzende fileerblokken elke gewenste of nuttig geachte lengte kan hebben.

Tevens voorziet de uitvinding erin dat elke denkbare werkwijze en uitvoeringsvorm voor het bewerkstelligen van de laterale beweging van fileerblokken deel uitmaakt van de uitvinding.

De in deze beschrijving en in de figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvormen van gedeelten van de inrichting volgens de uitvinding zijn slechts enkele van de vele binnen het kader van de uitvinding mogelijke uitvoeringsvormen en dienen derhalve als niet-limitatief te worden beschouwd.

Claims (3)

Conclusies

1. Een fileerinrichting voor het handmatig fileren van kippenborsten omvattende een aandrijflijn en fileerblokken, met het kenmerk, dat de aandrijflijn een in hoofdzaak horizontale opstelling omvat.

2. Fileerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting in laterale richting beweegbare fileerblokken (2) omvat.

3. Fileerinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat twee aan elkaar grenzende fileerblokken onafhankelijk van elkaar in laterale richting kunnen worden verplaatst.