NL1041842B1 - Inrichting voor het verpakken van een product in een krimpfolie. - Google Patents

Inrichting voor het verpakken van een product in een krimpfolie. Download PDF

Info

Publication number
NL1041842B1
NL1041842B1 NL1041842A NL1041842A NL1041842B1 NL 1041842 B1 NL1041842 B1 NL 1041842B1 NL 1041842 A NL1041842 A NL 1041842A NL 1041842 A NL1041842 A NL 1041842A NL 1041842 B1 NL1041842 B1 NL 1041842B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
product
conveyor belt
air
shrink
shrink tunnel
Prior art date
Application number
NL1041842A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1041842A (nl
Inventor
Edward P Dillen Jan
Original Assignee
Mivas Ver Zonder Winstoogmerk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mivas Ver Zonder Winstoogmerk filed Critical Mivas Ver Zonder Winstoogmerk
Publication of NL1041842A publication Critical patent/NL1041842A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1041842B1 publication Critical patent/NL1041842B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B53/00Shrinking wrappers, containers, or container covers during or after packaging
    • B65B53/02Shrinking wrappers, containers, or container covers during or after packaging by heat
    • B65B53/06Shrinking wrappers, containers, or container covers during or after packaging by heat supplied by gases, e.g. hot-air jets
    • B65B53/063Tunnels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/005Packaging other articles presenting special problems packaging of confectionery

Abstract

Inrichting voor het verpakken van een product in een krimpfolie, bevattende een transportband (11) en achtereenvolgens in de doorlooprichting (A) een apparaat (6) om een krimpfolie (7) met microgaatjes rond het product (3) aan te brengen en dicht te lassen, gevolgd door een krimptunnel (17) die aan zijn ingang (26) en aan zijn uitgang (27) is voorzien van een afsluitflap (28) of afsluitklep, waarbij de inrichting verder is voorzien van: - een inblaasinrichting (10) om bij het aanbrengen van de krimpfolie (7) rond het product (3) lucht of een ander gas tussen het product (3) en de krimpfolie (7) in te blazen; - een luchtkoeler (19) om de transportband (11) voor het binnengaan van de krimptunnel (17) af te koelen, waarbij de transportband (11) ter hoogte van de luchtkoeler (19) in een zigzagbaan heen en weer door een luchtstroom wordt geleid die er doorheen wordt geblazen door middel van een ventilator of blaasmiddel; een circuit om warme lucht in de krimptunnel (17) rond het product (3) met krimpfolie (7) te laten circuleren.

Description

Inrichting voor het verpakken van een product in een krimpfolie.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verpakken van een product in een krimpfolie.
De inrichting is meer specifiek bedoeld om warmtegevoelige producten zoals chocolade, zuivelproducten, medicijnen of dergelijke samen in een al dan niet doorzichtige krimpfolie in een pakket van twee of drie stuks te kunnen aanbieden, bijvoorbeeld als een promotieaanbieding.
Alhoewel de uitvinding daar niet toe beperkt is, is de uitvinding meer speciaal bedoeld om een pakket van twee of meer al dan niet afzonderlijk voorverpakte chocoladerepen van een krimpfolie te voorzien.
Een probleem dat zich daarbij stelt is dat voor het krimpen van een krimpfolie, de krimpfolie moet opgewarmd worden.
Bij bestaande inrichtingen wordt het te verpakken pakket van chocoladerepen aan de ingang van de inrichting op een transportband geplaatst die de te verpakken pakketten, na het aanbrengen van de krimpfolie, doorheen een verwarmde krimptunnel leidt, waarin de krimpfolie rond de pakketten wordt gekrompen.
Niettegenstaande de doorgangstijd in de krimptunnel zeer kort is, namelijk 3 a 6 seconden, heeft het kortstondig contact van de chocoladerepen met de warme krimpfolie het onvermijdelijk ongewenst gevolg dat de chocolade plaatselijk sporen van gesmolten chocolade vertoont, wat uiteraard afbreuk doet aan de eindkwaliteit van het verpakte product aangezien de sporen van gesmolten chocolade zichtbaar blijven voor de consument.
Om dit ongewenst effect te vermijden wordt de temperatuur in de krimptunnel zo laag mogelijk gehouden, maar dit heeft dan weer een negatieve invloed op het resultaat van het krimpen, waarbij de krimpfolie niet op alle plaatsen even strak rond het product is gekrompen.
Een andere bron van warmte die de chocolade kan doen smelten is de transportband zelf die cyclisch doorheen de verwarmde krimptunnel loopt en daardoor opgewarmd raakt, waardoor de te verpakken repen chocolade reeds aan de ingang van de inrichting aan deze warmte van de transportband worden blootgesteld.
Bij het aanbrengen van de krimpfolie rond het te verpakken product wordt deze dichtgelast door middel van een lasapparaat dat de krimpfolie plaatselijk verhit, waarbij de verhitte lasnaad bij contact met het product voor het smelten van de chocolade kan zorgen.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het verpakken van een product in een krimpfolie, welke inrichting een transportband met een open structuur bevat met achtereenvolgens in de doorlooprichting van het product een apparaat om een krimpfolie met microgaatjes rond het product aan te brengen en als een zak dicht te lassen, gevolgd door een verwarmde krimptunnel waar het product door middel van de transportband wordt doorheen geleid, welke krimptunnel aan zijn ingang en aan zijn uitgang is voorzien van een afsluitflap of afsluitklep, met als kenmerk dat de inrichting verder is voorzien van: - een inblaasinrichting om bij het aanbrengen van de krimpfolie rond het product lucht tussen het product en de folie in te blazen; - een luchtkoeler om de transportband voor het binnengaan van de krimptunnel af te koelen door er lucht doorheen of er overheen te blazen waarbij de transportband ter hoogte van de luchtkoeler in een zigzagbaan heen en weer door een luchtstroom wordt geleid die er doorheen wordt geblazen door middel van een ventilator of blaasinstallatie. - een circuit om warme lucht in de krimptunnel rond het product met krimpfolie te laten circuleren.
Dankzij het inblazen van lucht in de met de krimpfolie gevormde zak, wordt deze zak als het ware opgeblazen rond het product en vormt de lucht tussen het product en de krimpfolie als het ware een warmte-isolerende laag rond het product die een afscherming vormt van het product voor de warmte in de krimptunnel aangezien het bekend is dat lucht een slechte warmtegeleider is.
Tijdens doorgang van het product in de krimptunnel wordt de krimpfolie blootgesteld aan de circulerende warme lucht, waardoor de krimpfolie gaat krimpen en dus de zak rond het product in elkaar krimpt, waarbij de lucht in de zak uit de zak kan ontsnappen via de microperforaties.
Dankzij de koeling van de transportband voor het binnengaan in de krimptunnel wordt het product met de krimpfolie op de transportband afgeschermd tegen de warmtestraling van de transportband.
Het resultaat is dat het product, bijvoorbeeld een pakket van chocoladerepen, tijdens het ganse krimpproces voldoende is afgeschermd om ongewenste invloeden zoals smelten of dergelijke te voorkomen.
Bij voorkeur is de transportband voorzien van afstandshouders uit niet warmtegeleidend materiaal die het product met insluiting van een luchtspleet plaatselijk ondersteunen en op een afstand houden van de eigenlijke transportband.
Hierdoor wordt vermeden dat het product rechtstreeks in contact komt met de warme eigenlijke transportband die bijvoorbeeld is gevormd door minstens twee kettingen die verbonden zijn door middel van dwarsstaven die zich in de doorlooprichting van de transportband op een afstand van elkaar bevinden.
Bovendien wordt het door de luchtspleet onder het product mogelijk om de warme lucht in de krimptunnel rond het product te laten circuleren, wat het voordeel oplevert dat de krimpfolie op een gelijkmatige manier rond het product wordt gekrompen en op een egale manier zonder kreuken rond het product wordt opgespannen, wat de kwaliteit van het in krimpfolie verpakte eindproduct ten goede komt.
Bij voorkeur wordt de transportband ter plaatse van de voornoemde luchtkoeler in een zigzag baan heen en weer doorheen een luchtstroom geleid die er doorheen wordt geblazen door middel van een ventilator of dergelijke.
Dit biedt het voordeel dat, niettegenstaande een beperkte afstand waarover de zigzag baan zich uitstrekt, de transportband toch gedurende een relatief lange periode in contact kan gebracht worden met de koele luchtstroom van de luchtkoeler die er doorheen wordt geblazen, waardoor de transportband beter gekoeld wordt en dus minder warmte kan afstralen naar het product.
Volgens een voorkeurdragend kenmerk wordt de luchtstroom over of doorheen de transportband geleid in een richting dwars op het traject van het product op de transportband aan de ingang van de krimptunnel.
Hierdoor wordt als het ware een soort van luchtsluis gecreëerd die een barrière vormt voor de warme lucht die vanuit de krimptunnel naar buiten zou kunnen ontsnappen wanneer het product de afsluitklep of -flap aan de ingang van de krimptunnel openduwt.
Bij voorkeur is de inrichting opgesteld in een geconditioneerde ruimte waar de temperatuur niet boven de 18 a 20 °C is geregeld en is de lucht die gebruikt wordt voor de luchtstroom in de luchtkoeler omgevingslucht die uit de geconditioneerde ruimte wordt aangezogen.
Zodoende moet voor de luchtkoeler geen afzonderlijke koeling worden voorzien aangezien zulke inrichting voor het verpakken van chocolade doorgaans in een gekoelde ruimte is opgesteld.
Het geniet de voorkeur dat de ruimte in de krimptunnel wordt opgewarmd door middel van warme lucht die via inblaasopeningen langs de zijkanten van de transportband in de voornoemde ruimte wordt geblazen.
Zodoende wordt een afdoende luchtcirculatie gecreëerd van warme lucht rond de zak met daarin het product, waardoor een egale krimp rondom het product wordt verzekerd.
De luchtcirculatie kan nog verder geoptimaliseerd worden door de ruimte van de krimptunnel onderaan af te sluiten met een bodem die zich over een zekere lengte van de krimptunnel onder de transportband uitstrekt en die trogvormig is uitgevoerd met flanken die zich vanaf de inblaasopeningen aan de zijkanten van de transportband schuin afhellend naar het midden van de transportband uitstrekken.
Bij voorkeur is de krimptunnel voorzien van minstens een afzuigopening om de lucht vanuit de ruimte in de krimptunnel af te zuigen en na bijkomende opwarming terug in deze ruimte in te blazen via voornoemde inblaasopeningen.
Aldus wordt gebruik gemaakt van reeds verwarmde lucht om na een extra opwarming opnieuw in de windtunnel te worden ingeblazen, wat een energiebesparing oplevert ten opzichte van een situatie waarbij verse lucht moet opgewarmd worden.
Bovendien belet dit dat de warme lucht na het verlaten van de krimptunnel in de geconditioneerde ruimte wordt geblazen.
Bij voorkeur is de inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting zo is afgesteld dat de doorlooptijd van het product in de krimptunnel minder dan 2 seconden bedraagt, waardoor de blootstelling van het product in de folie aan warmte minimaal is.
Volgens een bijkomend kenmerk is aan de uitgang van de krimptunnel een luchtkoeler opgesteld om het in krimpfolie verpakte product te koelen bij het verlaten van de krimptunnel.
Hierdoor wordt de opgewarmde krimpfolie onmiddellijk gekoeld zonder hij zijn warmte aan het product kan afgeven.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een inrichting volgens de uitvinding voor het verpakken van een product in een krimpfolie, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch in bovenaanzicht een inrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 schematisch een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; de figuren 3 en 4 twee doorsneden weergeven van de inrichting volgens de uitvinding, respectievelijk volgens de lijnen III-III en IV-IV in figuur 2.
De in de figuren getoonde inrichting 1 volgens de uitvinding is bij voorkeur opgesteld in een gekoelde ruimte 2 waar de temperatuur bijvoorbeeld niet boven de 18 a 20 °C is geregeld.
De inrichting is bedoeld om een aangevoerd product 3 te verpakken in een krimpfolie.
Het aangevoerd te verpakken product 3 bestaat in het weergegeven voorbeeld uit pakketten van drie op elkaar gestapelde repen chocolade 4 die samen moeten verpakt worden.
De inrichting 1 is een doorloopinrichting waarin het product 3 in de richting van de pijl A doorheen de inrichting wordt gevoerd vanaf een aanvoer 5 die in dit geval wordt gevormd door een klassieke transportband, alhoewel een manuele aanvoer niet uitgesloten is.
Aansluitend op de aanvoer 5 is een klassiek apparaat 6 opgesteld om op bekende wijze een krimpfolie 7 vanaf een rol 8 rond het product 3 aan te brengen en als een gesloten zak 9 dicht te lassen.
Specifiek in dit geval is dat de inrichting 1 is voorzien van een inblaasinrichting 10 om bij het aanbrengen van de krimpfolie 7 rond het product 3 lucht tussen het product 3 en de krimpfolie 7 in te blazen en aldus de voornoemde zak 9 als het ware als een ballon op te blazen met lucht.
De krimpfolie 7 is voorzien van microgaatjes die toelaten dat de lucht uit de zak 9 kan ontsnappen bij het krimpen van de krimpfolie 7 stroomafwaarts in de inrichting.
Achter het apparaat 6 is een doorlopende transportband 11 opgesteld om het product 3 in de zak 9 verder doorheen de inrichting 1 te transporteren.
De transportband heeft een open structuur die in dit geval wordt gevormd door twee kettingen 12 die met elkaar zijn verbonden zijn door middel van dwarsstaven 13 die zich in de doorlooprichting A op een afstand B van elkaar bevinden.
De kettingen 12 worden over kettingwielen 14 geleid die verdraaibaar zijn aangebracht in een chassis 15 waarmee de inrichting 1 op de grond rust.
De kettingwielen 14 zijn zo geplaatst dat de transportband 11 zich bovenaan met een horizontaal gedeelte 11a achtereenvolgens uitstrekt doorheen een koelzone 16 en een krimptunnel 17 en de transportband 11 zich ter plaatse van de koelzone 16 met een gedeelte 11b uitstrekt dat volgens een zigzagvormige baan heen en weer doorheen de koelzone 16 loopt.
De transportband 11 is voorzien van een motor 18 om de transportband 11 aan een constante snelheid doorheen de koelzone 16 en de krimptunnel 17 te leiden.
Ter hoogte van de koelzone 16 is een luchtkoeler 19 opgesteld die bijvoorbeeld door middel van een ventilator 20 of een blaasinstallatie een koude luchtstroom vanuit de gekoelde ruimte 2 aanzuigt en van onder naar boven over of doorheen het zigzag gedeelte 11b van de transportband 11 blaast om de transportband 11 die uit de verwarmde krimptunnel 17 komt af te koelen.
Door de zigzagvormige baan 11b van de transportband 11 doorheen de luchtstroom in de koelzone 16, blijven de dwarsstaven 13 gedurende relatief lange tijd in de luchtstroom, waardoor ze degelijk gekoeld worden alvorens ze in contact komen met het product 3, bijvoorbeeld tot een temperatuur die lager is dan 40°C of liever nog lager is dan 30°C. Deze temperatuur van de dwarsstaven 13 kan bijvoorbeeld gemonitored worden door middel van een temperatuursstrip die op één of meerdere van de dwarsstaven 13 is gekleefd en die een verkleuring geeft bij temperaturen tussen de 40 en 71°C.
De dwarsstaven 13 zijn bij voorkeur voorzien van twee of meer af standhouders 21 die het product 3 op een afstand C van de dwarsstaven 13 houden en die er voor zorgen dat er tussen het product 3 en de dwarsstaven 13 een luchtspleet aanwezig is die er voor zorgt dat lucht vrij rond het product 3 kan circuleren.
De afstandshouders 21 zijn bijvoorbeeld uitgevoerd in de vorm van plaatselijke verdikkingen van de betreffende dwarsstaven 13, bijvoorbeeld in de vorm van wieltjes die over de dwarsstaven 13 zijn aangebracht en die zich in axiale richting van de dwarsstaven 13 op een hartafstand D van elkaar bevinden die kleiner is dan de breedte van het te verpakken product 3, wat er voor zorgt dat het product 3 plaatselijk minstens op twee punten wordt ondersteund.
De afstandshouders 21 zijn bij voorkeur uitgevoerd in een niet warmtegeleidend materiaal.
De luchtstroom afkomstig van de ventilator 20 wordt door middel van zijschotten of van zijwanden 24 van het chassis 15 omhoog geleid in een richting dwars op de doorvoerrichting A van het product 3.
In de koelzone 16 is een klep 22 opgesteld die bij voorkeur verdraaibaar is rond een as 23 om de richting van de luchtstroom van de ventilator 20 te kunnen beïnvloeden teneinde de meest efficiënte koeling te kunnen bekomen.
De krimptunnel 17 is voorzien van een geïsoleerde omkasting 25 waar de transportband 11 doorheen loopt en die voorzien is van een ingang 26 en van een uitgang 27 die beiden zijn afgesloten door flexibele flappen 28 of dergelijke die aan hun bovenrand aan de omkasting 25 zijn bevestigd.
De krimptunnel 17 is onderaan .afgesloten door een bodem 29 die zich onder het gedeelte 11b van de transportband 11 uitstrekt en die is voorzien van minstens één afzuigopening 30 om de lucht vanuit de ruimte 31 in de krimptunnel 17 af te zuigen door middel van een ventilator 32 en na opwarming door middel van een elektrische weerstand 33 of dergelijke terug in deze ruimte 31 in te blazen via inblaasopeningen 34 die zich langs de zijkanten van de bodem 29 in de lengte van de krimptunnel 17 uitstrekken.
De bodem 29 is over een zekere lengte van de krimptunnel 17 trogvormig uitgevoerd met flanken 35 die zich vanaf de inblaasopeningen 34 aan de zijkanten van de transportband 11 schuin afhellend naar het midden van de transportband 11 uitstrekken, waardoor de warme lucht langs de inblaasmonden 34 in tangentiële richting rond het product 3 wordt geleid zoals weergegeven in figuur 3, waardoor de krimpfolie 7 rond het product 3 op een uniforme manier wordt verwarmd en daardoor ook op een uniforme manier rond het product 3 wordt gekrompen.
Om de uniforme stroming rond het product 3 nog te bevorderen kunnen er in de hoeken van de krimptunnel afschuiningen zijn aangebracht.
Bij voorkeur is de afzuigopening 30 stroomafwaarts van de inblaasopeningen 34 voorzien waardoor er ook in de lengterichting van de krimptunnel een luchtcirculatie ontstaat zoals weergegeven in figuur 2 die het gelijkmatig krimpen bevordert.
Aan de uitgang 27 van de krimptunnel 17 is een luchtkoeler 36 gemonteerd om het in krimpfolie 17 verpakte product 3 te koelen bij het verlaten van de krimptunnel 17, waarbij de luchtkoeler bijvoorbeeld wordt gevormd door een ventilator 37 die gekoelde lucht vanuit geconditioneerde ruimte 2 aanzuigt en naar beneden blaast.
De inrichting wordt bijvoorbeeld zo afgesteld dat de temperatuur van het product 3 nooit boven de 29°C komt.
Dit kan ondermeer gerealiseerd worden door er voor te zorgen dat de doorlooptijd van het product 3 in de krimptunnel 17 minder dan 2 seconden bedraagt.
De werking van de inrichting 1 is zeer eenvoudig en als volgt.
De pakketten chocolade worden in het apparaat 6 aangevoerd en voorzien van een krimpfolie 17 die met behulp van de inblaasinrichting 10 als een zak 9 met lucht wordt opgeblazen.
Via de gekoelde transportband 11 in de koelzone 16 wordt de opgeblazen zak 9 met product 3 doorheen de koelzone geleid en vervolgens langs de ingang 26 in de krimpzone binnengebracht.
De flexibele flappen 28 zorgen er voor dat bij het binnenkomen in de krimptunnel 17 er zo weinig mogelijk warmte uit de ruimte 31 kan ontsnappen. De opwaartse gerichte luchtstroom in de koelzone 16 werkt als een soort luchtgordijn die helpt de warmte binnen de ruimte 31 te houden. Een goede instelling van de klep 20 helpt dit te verwezenlij ken.
Bij de doorgang van de zak 9 met het product 3 erin zorgt de lucht rondom het product 3 in de zak 9 voor een warmte-isolerende laag die het product afschermt van de warmte in de ruimte 31.
De circulatie van de warme lucht ronden de zak 9 in de ruimte 31 zorgt er voor dat de krimpfolie gaat krimpen, waarbij de lucht in de zak 9, dankzij de microperforaties in de krimpfolie 17, naar buiten kan ontsnappen.
Aan de uitgang 27 wordt het verpakte product 3 bij het verlaten van de krimptunnel 17 onmiddellijk afgekoeld en afgevoerd voor verdere behandeling.
Al deze maatregelen zorgen er voor dat aan de uitgang een product 3 wordt bekomen dat op uniforme manier in een krimpfolie is verpakt zonder dat het product zelf op enige manier rechtstreeks is blootgesteld geweest aan ongewenst hoge temperaturen, bijvoorbeeld in het geval van chocolade aan temperaturen boven de smelttemperatuur van chocolade.
Het is duidelijk dat de koeling in de koelzone 16 en aan de uitgang 27 van de krimptunnel ook op andere manieren kan worden gerealiseerd.
In plaats van lucht in de zak 9 in te blazen kan een gekoeld inert gas zoals stikstof of dergelijke worden gebruikt.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een inrichting volgens de uitvinding voor het verpakken van een product in een krimpfolie kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

  1. Conclusies.
    1.- Inrichting voor het verpakken van een product in een krimpfolie, welke inrichting (1) een transportband (11) met een open structuur bevat met achtereenvolgens in de doorlooprichting (A) van het product (3) een apparaat (6) om een krimpfolie (7) met microgaatjes rond het product (3) aan te brengen en als een zak (9) dicht te lassen, gevolgd door een verwarmde krimptunnel (17) waar het product (3) door middel van de transportband (11) wordt doorheen geleid, welke krimptunnel (11) aan zijn ingang (26) en aan zijn uitgang (27) is voorzien van een afsluitflap (28) of afsluitklep, daardoor gekenmerkt dat de inrichting verder is voorzien van: - een inblaasinrichting (10) om bij het aanbrengen van de krimpfolie (7) rond het product (3) lucht of een ander gas tussen het product (3) en de krimpfolie (7) in te blazen; - een luchtkoeler (19) om de transportband (11) voor het binnengaan van de krimptunnel (17) af te koelen, waarbij de transportband (11) ter hoogte van de luchtkoeler (19) in een zigzagbaan heen en weer door een luchtstroom wordt geleid die er doorheen wordt geblazen door middel van een ventilator (20) of blaasinstallatie door er lucht doorheen of er overheen te blazen; - een circuit om warme lucht in de krimptunnel (17) rond het product (3) met krimpfolie (7) te laten circuleren.
  2. 2. - Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de transportband (11) is voorzien van afstandshouders (21) uit niet warmtegeleidend materiaal die het product (3) met insluiting van een luchtspleet plaatselijk ondersteunen en op een afstand (C) houden van de eigenlijke transportband (11) ·
  3. 3. - Inrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de transportband (11) wordt gevormd door minstens twee kettingen 12 die verbonden zijn door middel van dwarsstaven (13) die zich in de doorlooprichting (A) van de transportband (11) op een afstand (B) van elkaar bevinden, waarbij minstens een gedeelte van de dwarsstaven (13) is voorzien van twee of meer voornoemde afstandhouders (21), elk in de vorm van een plaatselijke verdikking of dergelijke van de betreffende dwarsstaaf (13).
  4. 4. - Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de luchtstroom door middel van zijschotten (24) of zijwanden wordt gekanaliseerd in een richting dwars op het traject van het product (3) op de transportband (11) aan de ingang (26) van de krimptunnel (17).
  5. 5. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij is opgesteld in een geconditioneerde ruimte (2) waar de temperatuur niet boven de 18 a 20 °C is geregeld en dat de lucht voor de luchtstroom in de luchtkoeler (19) omgevingslucht is uit de geconditioneerde ruimte (2).
  6. 6. - Inrichting volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de transportband (11) op minstens één dwarsstaaf (13) is voorzien van een temperatuursindicatie en dat de luchtstroom in de luchtkoeler (19) zodanig wordt geregeld dat de temperatuursindicatie van de betreffende staaf niet boven de 40°C komt.
  7. 7. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de ruimte (31) in de krimptunnel (17) wordt opgewarmd door middel van warme lucht die via inblaasopeningen (34) langs de zijkanten van de transportband (11) in de voornoemde ruimte (31) wordt geblazen.
  8. 8. - Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de ruimte (31) van de krimptunnel (17) onderaan is afgesloten door een bodem (29) die zich over een zekere lengte van de krimptunnel (17) onder de transportband (11) uitstrekt en die trogvormig is uitgevoerd met flanken (35) die zich vanaf de inblaasopeningen (31) aan de zijkanten van de transportband (11) schuin afhellend naar het midden van de transportband (11) uitstrekken.
  9. 9. - Inrichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de krimptunnel (17) is voorzien van minstens één afzuigopening (30) om de lucht vanuit de ruimte (31) in de krimptunnel (17) af te zuigen en, na opwarming, terug in deze ruimte (31) te blazen via voornoemde inblaasopeningen (34) .
  10. 10. - Inrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de af zuigopening (30) is voorzien in de voornoemde bodem (29) van de krimptunnel (17).
  11. 11. - Inrichting volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de af zuigopening (30) is voorzien aan of nabij de uitgang (27) van de krimptunnel (17).
  12. 12. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) zo is afgesteld dat de temperatuur van het product (3) zelf niet boven de 29°C komt.
  13. 13. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting zo is afgesteld dat de doorlooptijd van het product (3) in de krimptunnel (17) minder dan 2 seconden bedraagt.
  14. 14. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat aan de uitgang (27) van de krimptunnel (17) een luchtkoeler (36) is opgesteld om het in krimpfolie (7) verpakte product (3) te koelen bij het verlaten van de krimptunnel (17).
  15. 15. - Inrichting volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de luchtkoeler (36) aan de uitgang (27) van de krimptunnel (17) gebruik maakt van geconditioneerde omgevingslucht.
NL1041842A 2015-05-27 2016-04-26 Inrichting voor het verpakken van een product in een krimpfolie. NL1041842B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20155328A BE1023137B9 (nl) 2015-05-27 2015-05-27 Inrichting voor het verpakken van een product in een krimpfolie.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1041842A NL1041842A (nl) 2016-11-29
NL1041842B1 true NL1041842B1 (nl) 2017-01-31

Family

ID=54072631

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1041842A NL1041842B1 (nl) 2015-05-27 2016-04-26 Inrichting voor het verpakken van een product in een krimpfolie.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1023137B9 (nl)
NL (1) NL1041842B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1028466B1 (nl) * 2020-07-09 2022-02-08 Mivas Krimplijn en werkwijze voor het krimpen van folie

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3309835A (en) * 1964-01-23 1967-03-21 Diamond Int Corp Method and apparatus for producing packages with a heat-shrink film
US3378989A (en) * 1965-02-24 1968-04-23 Doughboy Ind Inc Packaging machinery
US3399506A (en) * 1965-04-01 1968-09-03 Grace W R & Co Process and apparatus for simultaneously heat sealing and heat shrinking film
NO127044C (nl) * 1971-02-10 1975-04-22 Fernholt & Giertsen
DE3335790A1 (de) * 1983-10-01 1985-04-18 Kallfass Verpackungsmaschinen GmbH, 7440 Nürtingen Schrumpftunnel
DE3924871A1 (de) * 1989-07-27 1991-02-07 Dieter Kicherer Verfahren zum schrumpfen von folien sowie schrumpftunnel insbesondere zur durchfuehrung des verfahrens
EP2546154A1 (en) * 2011-07-12 2013-01-16 Cryovac, Inc. Packaging apparatus and method of expelling gas

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1028466B1 (nl) * 2020-07-09 2022-02-08 Mivas Krimplijn en werkwijze voor het krimpen van folie

Also Published As

Publication number Publication date
BE1023137A9 (nl) 2016-12-08
BE1023137B1 (nl) 2016-11-29
BE1023137A1 (nl) 2016-11-29
BE1023137B9 (nl) 2016-12-08
NL1041842A (nl) 2016-11-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11549753B2 (en) Laminar flow shrink oven
US3312811A (en) Shrink tunnel
ES2230427T5 (es) Horno tunel para la fabricacion de embalajes de lamina de plastico termocontraible y procedimiento de embalaje asi efectuado.
US3668817A (en) Shrink tunnel and method of shrinking film on articles
US5062217A (en) Selective sequential shrink apparatus and process
US5050368A (en) Shrink packaging apparatus
US3399506A (en) Process and apparatus for simultaneously heat sealing and heat shrinking film
NL2006752C2 (en) Apparatus and method for heat shrinking a film wrapping an object.
US3744146A (en) Shrink tunnel
NL1041842B1 (nl) Inrichting voor het verpakken van een product in een krimpfolie.
US5193290A (en) Apparatus and method for sequential shrinking of packaging film
KR930004156A (ko) 상이한 운송 수단을 이용하는 승객들의 수하물 포장방법 및 장치
US3349502A (en) Apparatus for shrinking film-wrappings on articles
JP4388815B2 (ja) 薬剤容器用の滅菌トンネル
US5546677A (en) Apparatus and method for shrinking film wrapped around a product
US3430358A (en) Shrink tunnel with conveyer and air directing means
US3778964A (en) Apparatus for shrink packaging
JP2006217917A (ja) 食品の処理のための方法、及びそのための連続炉
US8151392B2 (en) Method for smoothing articles of clothing, and tunnel finisher
ITFI20000259A1 (it) Un complesso per la sterilizzazione in continuo di flaconi od altri contenitori per uso farmaceutico o simile
JP5419499B2 (ja) ベルト搬送式熱処理装置
JP5965937B2 (ja) シュリンク包装装置
US3309789A (en) Package treating apparatus
JP7036681B2 (ja) 熱処理炉
JP2009085543A (ja) ショーケースおよび配送システム