NL1040798A - Inrichting voor het verbinden van een deurslot met twee deurkrukken. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het verbinden van een deurslot met twee deurkrukken

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verbinden van, enerzijds, een in een deur aangebracht deurslot met dagschoot, met, anderzijds, twee deurkrukken aan weerszijden van die deur. De uitvinding heeft daarbij ook betrekking op een inrichting voor het bedienen van een dergelijk deurslot, incl. de daarvoor te gebruiken deurkrukken.

Met de uitvinding wordt beoogd een innovatieve inrichting voor het verbinden van een deurslot met twee deurkrukken aan weerszijden van die deur, waarbij in het bijzonder wordt beoogd om te voorzien in afdekelementen, veelal aangeduid als rozetten of afdekplaten, die sneller zijn aan te brengen en die in een betere lagering van de slotas (thans indirecte en daardoor matige lagering, namelijk door lagering van de deurkruk in de afdekelementen) voorzien dan een configuratie met tot dusverre gebruikte, conventionele afdekplaten.

In het bijzonder -echter niet uitsluitend- wordt door de inrichting volgens de uitvinding beoogd samen te werken met deurkrukken die zijn voorzien van koppelingen volgens een eerdere octrooiaanvrage resp. een eerder octrooi ten name van aanvraagster, die technologisch nauw aansluit bij de onderhavige inrichting, daar in beide, uitgaande van een as met een vierkante dwarsdoorsnede, gebruik wordt gemaakt van "dwars-groeven", d.w.z. gebieden, aangebracht in die vierkante as, die een (ronde of evt. niet-ronde) dwarsdoorsnede bezitten die over geen enkele (rotatie) hoek (rondom het hart van de as) groter is dan de kleinste dwarsdoorsnede van de vierkante as.

Volgens de uitvinding wordt voorzien in een inrichting voor het verbinden van een in een deur aangebracht deurslot met dagschoot, met twee deurkrukken aan weerszijden van die deur, welke inrichting een as omvat met, over zijn lengte gezien, voor het overgrote deel een vierkante dwarsdoorsnede, welke as een rotatieve aandrijfverbinding tussen de deurkrukken en het slot vormt, door middel waarvan de dagschoot, door rotatie van de deurkrukken, bedienbaar is; waarbij de as is voorzien van ten minste twee gebieden met een ronde of niet-ronde dwarsdoorsnede die over geen enkele hoek groter is dan de kleinste dwarsdoorsnede van de vierkante as, welk gebieden hierna worden aangeduid als dwarsgroe-ven, welke dwarsgroeven zich, in gemonteerde toestand van de inrichting, bevinden ter hoogte van het voor- resp. achter-vlak van de deur; welke inrichting voorts twee afdekelementen omvat die elk een doorvoeropening voor de as omvatten, via welke de afdekelementen, voordat de deurkrukken op de as worden gemonteerd, elk aan één zijde van de deur op het buiten het betreffende deurvlak uitstekende gedeelte van de as kunnen worden geschoven om te dienen als rozet of afdekplaat; waarbij de afdekelementen elk een vergrendelorgaan omvatten, ingericht om in een eerste, niet-vergrendelende toestand de as met zijn vierkante dwarsdoorsnede door te laten en in een tweede, vergrendelende toestand één van de genoemde dwarsgroeven, ter hoogte van het voor- resp. achtervlak van de deur, zodanig te omgrijpen dat het afdekelement in die toestand niet meer van de as kan worden afgeschoven.

Door de genoemde maatregelen wordt bereikt dat afdekelementen snel kunnen worden aangebracht. Verder wordt een betere lage-ring van de slotas bereikt, namelijk doordat niet de deurkruk in de afdekelementen wordt gelagerd (waardoor de as indirect en daardoor minder stabiel gelagerd is), maar door, in plaats daarvan de slotas zelf, d.w.z. rechtstreeks, in de afdeke-lementen te lageren.

In een voorkeursuitvoering van de uitvinding omvat het ver-grendelorgaan van het betreffende afdekelement één of meer verstelbare grendelbekken die zodanig zijn ingericht en vormgegeven dat het afdekelement in de niet-vergrendelde toestand in lengterichting over de as met zijn vierkante dwarsdoorsnede verplaatsbaar is, en waarbij die één of meer verstelbare grendelbekken ter plaatse van elk van de genoemde dwarsgroe-ven zodanig (in dwarsrichting) kunnen worden versteld dat de as in dat gebied zodanig wordt omgrepen dat het afdekelement wordt geblokkeerd (geborgd) tegen verschuiving in de lengterichting van de as.

Bijvoorbeeld bezit het vergrendelorgaan twee tegengestelde, verstelbare grendelbekken met elk een uitsparing met een vorm die zodanig is dat, in de vergrendelde toestand van het vergrendelorgaan, de buitenomtrek van de betreffende dwarsgroef van de as door beide samenwerkende uitsparingen wordt omgeven .

Elk afdekelement bezit bij voorkeur blokkeringsmiddelen, ingericht om het vergrendelorgaan in zijn afdekelement-vergrendelende toestand geblokkeerd (of geborgd) te houden. Die blokkeringsmiddelen omvatten bijvoorbeeld een verbin-dingsorgaan tussen enerzijds het vergrendelorgaan en anderzijds een buitenzijde (bijvoorbeeld de smalle buitenzijde) van het afdekelement. Daarbij omvat de blokkeringsmiddelen bij voorkeur een perifeer opsluitorgaan voor het opsluiten van het verbindingsorgaan tussen enerzijds het vergrendelorgaan en anderzijds de buitenzijde van het afdekelement teneinde het vergrendelorgaan in zijn afdekelement- vergrendelende toestand geblokkeerd te houden. Het opsluitor-gaan kan bijvoorbeeld op- en afklikbaar rondom de zijkant van het afdekelement met het afdekelement aangebracht.

Teneinde de inrichting op synergetische en logische wijze te laten samenwerken met deurkrukken die zijn voorzien van koppelingen volgens een eerdere octrooiaanvrage (resp. een eerder octrooi) ten name van aanvraagster, namelijk NL1039933, ingediend op 06-12-2012, en/of daarmee overeenkomstige octrooien of octrooiaanvragen, is de as bij voorkeur voorzien van twee verdere gebieden met een ronde of niet-ronde dwarsdoorsnede die over geen enkele hoek groter is dan de kleinste dwarsdoorsnede van de vierkante as, hierna aangeduid als tweede dwarsgroeven, welke tweede dwarsgroeven zich, in gemonteerde toestand van de inrichting, bevinden tussen het voor- resp. achtervlak van de deur (waar zich ook de eerste dwarsgroeven bevinden) en de resp. uiteinden van de as, welke tweede dwarsgroeven elk zijn ingericht om samen te werken met een deurkruk voorzien van of omvattende een koppeling volgens NL1039933 ten name van aanvraagster, ingediend op 06-12-2012, en/of daarmee overeenkomstige octrooien of octrooiaanvragen.

De onderhavige uitvinding omvat tevens een complete inrichting (of configuratie) voor het bedienen van een in een deur aangebracht deurslot met dagschoot, omvattende een inrichting voor het verbinden van een in een deur aangebracht deurslot met twee deurkrukken, echter mede omvattende deurkrukken voorzien van of omvattende een koppeling volgens NL1039933, ingediend op 06-12-2012, en/of daarmee overeenkomstige octrooien of octrooiaanvragen.

De uitvinding zal thans nader worden besproken aan de hand van onderstaande figuurbeschrijving.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding in "exploded view";

Figuur 2 toont dezelfde inrichting als figuur 1, echter daar in (stapsgewijs) gemonteerde toestand;

Figuur 3 toont dezelfde inrichting als figuur 1, echter daar inclusief twee deurkrukken.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het verbinden van een in een deur aangebracht deurslot met dagschoot, met twee deurkrukken aan weerszijden van die deur; deze onderdelen worden in figuur niet getoond, daar zij verondersteld worden van voldoende algemene bekendheid te zijn.

De getoonde inrichting omvat een as 1 met, over zijn lengte gezien, voor het overgrote deel een vierkante dwarsdoorsnede. De as 1 vormt, zoals algemeen bekend, een rotatieve (zie pijlen 2) aandrijfverbinding tussen de deurkrukken en het slot, door middel waarvan de dagschoot, door rotatie van de deurkrukken, bedienbaar is.

De as 1 is voorzien van twee gebieden 3 met een ronde (of evt. niet-ronde) dwarsdoorsnede die over geen enkele (rotatie) hoek groter is dan de kleinste dwarsdoorsnede van de vierkante as, welk gebieden 3 hierna worden aangeduid als dwarsgroeven 3. Deze dwarsgroeven 3 bevinden zich, in gemonteerde toestand van de inrichting, ongeveer ter hoogte van het voor- resp. achtervlak van de deur.

De inrichting omvat voorts twee afdekelementen 4 (waarvan er één is getekend in figuur 1), die elk een (ronde) doorvoer- opening 5 voor de as 1 omvatten, via welke de afdekelementen 4, voordat de deurkrukken op de as 1 worden gemonteerd, elk aan één zijde van de deur op het buiten het betreffende deur-vlak uitstekende gedeelte van de as 1 kunnen worden geschoven om te dienen als rozet of afdekplaat.

De afdekelementen 4 omvatten elk een vergrendelorgaan, omvattende de onderdelen 6, 7 en 8, ingericht om in een eerste, niet-vergrendelende toestand, zoals getekend in figuur 1, de as 1 met zijn vierkante dwarsdoorsnede door te laten, en in een tweede, vergrendelende toestand één van de dwarsgroeven 3, ter hoogte van het voor- resp. achtervlak van de deur, zodanig te omgrijpen dat het afdekelement 4 in die toestand niet meer in de lengterichting van de as 1 kan verschuiven en dus ook niet meer van de as 1 kan worden afgeschoven.

Het vergrendelorgaan van het afdekelement 4 omvat in de getoonde uitvoering twee verstelbare grendelbekken 6 die schuifbaar (naar binnen en naar buiten) gelagerd zijn opgenomen in een rechthoekige holte 9 in het afdekelement 4 en die zodanig zijn ingericht en vormgegeven dat het afdekelement 4 in de niet-vergrendelde toestand in lengterichting over de as 1 met zijn vierkante dwarsdoorsnede verplaatsbaar is, en waarbij die grendelbekken 6 ter plaatse van elk van de dwarsgroeven 3 zodanig (naar binnen toe) kunnen worden versteld dat de as 1 in dat gebied zodanig (nauw) wordt omgrepen dat het afdekelement 4 wordt geblokkeerd tegen verschuiving in de lengterichting van de as 1, namelijk doordat een dergelijke verschuiving wordt verhinderd door de (vierkante) randen van de groeven met een ronde dwarsdoorsnede (die immers kleiner is dan de -vierkante- dwarsdoorsnede van de rest van de as 1) .

Het vergrendelorgaan bezit dus twee tegengestelde, verstelbare grendelbekken 6 met elk een uitsparing 10 met een (in dit geval halfronde) vorm die zodanig is dat, in de vergrendelde toestand van het vergrendelorgaan, de buitenomtrek van de betreffende dwarsgroef 3 van de as 1 door beide samenwerkende uitsparingen 10 (vormsluitend) wordt omgeven.

Het afdekelement 4 bezit verder blokkeringsmiddelen, ingericht om het vergrendelorgaan, gevormd door de grendelbekken 6, in zijn afdekelement-vergrendelende toestand geblokkeerd te houden. De blokkeringsmiddelen omvatten in de getoonde uitvoering twee verbindingsorganen 7 tussen enerzijds het vergrendelorgaan 6 en anderzijds een buitenzijde van het afdekelement. De verbindingsorganen 7 zijn gelagerd in gelei-dingsholten 11 in het afdekelement 4. Behalve de verbindingsorganen 7, omvatten de blokkeringsmiddelen verder een perifeer opsluitorgaan 8 (bijvoorbeeld opsluitring) voor het opsluiten van de verbindingsorganen 7 tussen enerzijds het vergrendelorgaan, gevormd door de grendelbekken 6, en anderzijds de buitenzijde 12 van het afdekelement 4 teneinde het vergrendelorgaan in zijn afdekelement-vergrendelende toestand geblokkeerd te houden. Het opsluitorgaan 8 is op- en afklik-baar rondom de zijkant 12 van het afdekelement 4 aangebracht.

Zoals figuur 1 verder toont, kan de as 1 zijn voorzien van twee verdere gebieden met een ronde (of evt. niet-ronde) dwarsdoorsnede die over geen enkele hoek groter is dan de kleinste dwarsdoorsnede van de vierkante as, verder aangeduid als tweede dwarsgroeven 13, welke tweede dwarsgroeven 13 zich, in gemonteerde toestand van de inrichting, bevinden tussen de dwarsgroeven 3 en de resp. uiteinden van de as 1, welke tweede dwarsgroeven 13 elk zijn ingericht om samen te werken met een deurkruk voorzien van of omvattende een koppeling volgens NL1039933, ingediend op 06-12-2012, en/of daar mee overeenkomstige octrooien of octrooiaanvragen, welke koppeling, in het kort, is bedoeld voor (samenwerking met) een aseind, zoals de aseinden 14 in figuur 1, met een vierkante dwarsdoorsnede, omvattende een voorplaat, een grendelplaat en een achterplaat voorzien van vierkante gaten waarin het vierkante aseind kan worden geschoven. De grendelplaat kan heen en weer worden geroteerd tussen een ontgrendelstand waarbij de vierkante gaten in de voorplaat, achterplaat en grendelplaat samenvallen, en een vergrendelstand waarin dat niet het geval is. In de ontgrendelstand kan het vierkante aseind daardoor via de samenvallende vierkante gaten worden ingeschoven. Daarna wordt de vergrendelplaat geroteerd waardoor de koppeling niet eerder van het aseind (en de as) kan worden afgeschoven dan dat de grendelplaat weer in zijn ontgrendelstand wordt gezet.

Door de as 1 te voorzien van de dwarsgroeven 13, kan deze samenwerken met (één of) twee deurkrukken, elk voorzien van een koppeling volgens NL1039933, die op de slotas 1 kunnen worden opgeschoven en vervolgens vergrendeld door middel van hun grendelplaat die bij vergrendeling (door rotatie van die grendelplaat, als verder in NL1039933 wordt uiteengezet) in de dwarsgroeven 13 valt en de deurkrukken aldus op de as 1 vergrendelt.

Als geheel ontstaat daardoor een inrichting voor het bedienen, door middel van de deurkrukken, van een in een deur aangebracht deurslot met dagschoot, omvattende een inrichting waarvan een uitvoeringsvoorbeeld is getoond in figuur 1, en voorts omvattende deurkrukken met vergrendelbare koppeling volgens NL1039933.

De afdekelementen 4 kunnen op hun naar de deurvlakken toegekeerde vlakken (hun rugvlakken) worden voorzien van middelen waardoor wordt tegengegaan dat de afdekelementen tijdens gebruik (op en neer bewegen van de deurkrukken) ongewild schuin kunnen gaan staan. Daarvoor kunnen bijvoorbeeld rubber noppen of stroken worden gebruikt, die onder een zekere druk tegen de achterliggende deurvlakken rusten.

De afdekelementen 4 kunnen verschillende vormen hebben, zoals rechthoekig, vierkant, rond, ovaal (zoals getoond in figuur 1) of in de vorm van bijvoorbeeld populaire figuren/afbeel-dingen die vooral bij kinderen in trek zijn. Doordat de afdekelementen 4 (en de deurkrukken) zo eenvoudig (zonder gebruik van gereedschappen) kunnen worden uitgewisseld, biedt dat uit oogpunt van marketing waardevolle, omzet vergrotende mogelijkheden die niet of althans veel minder van toepassing zijn bij conventionele afdekplaten en deurkrukken.

Ten slotte tonen de figuren 2 en 3 dezelfde inrichting als figuur 1, echter daar in gemonteerde toestand (figuur 2) resp. inclusief twee deurkrukken met vergrendelbare koppelingen volgens NL1039933 (figuur 3) .

Figuur 2 toont de as 1 waarop het afdekelement 4 is geschoven, met, van links naar rechts, (a) nog geopende, d.w.z. naar buiten geschoven, grendelbekken 6 en naar buiten staande verbindingsorganen 7; (b) naar binnen geschoven grendelbekken 6, waarbij de verbindingsorganen 7 ook naar binnen zijn geschoven (en niet meer, zoals in de linker figuur, buiten de omtrek van het afdekelement 4 uit steken); (c) met over de buitenkant van het afdekelement 4 geklikte opsluitrand 8, waardoor, via de verbindingsorganen 7, verhinderd wordt dat de grendelbekken 6 weer uit elkaar zouden kunnen schuiven.

Figuur 3 toont een deurkruk 15, voorzien van een koppeling volgens NL1039933, incl. een vergrendelplaat 16 die, nadat de deurkruk 16 op het aseind 14 is geschoven, geroteerd kan worden, waardoor de deurkruk 15 niet meer van het aseind 14 (en dus de slotas 1) kan worden geschoven, behalve dan indien de grendelplaat 16 weer in zijn ontgrendelstand wordt gezet. De (roteerbare) vergrendelplaat 16 is tegen de deurkruk 15 gemonteerd door middel van een (vaste) voorplaat 17 met een vierkante opening en bouten 19, terwijl het montagedeel 18 van de deurkruk 15 fungeert als (vaste) achterplaat met vierkante opening. Verder is te zien dat het afdekelement 4 nog kan zijn voorzien van een stabilisatiedeel 20 dat in het boorgat voor het deurslot kan vallen en dat is voorzien van stabilisatieruggen 21 die kunnen aangrijpen tegen de zijkant van dat boorgat.

Claims (9)

1. Inrichting voor het verbinden van een in een deur aangebracht deurslot met dagschoot, met twee deurkrukken aan weerszijden van die deur, welke inrichting een as (1) omvat met, over zijn lengte gezien, voor het overgrote deel een vierkante dwarsdoorsnede, welke as een rotatieve aandrijfverbinding tussen de deurkrukken en het slot vormt, door middel waarvan de dagschoot, door rotatie van de deurkrukken, bedienbaar is; waarbij de as is voorzien van ten minste twee gebieden met een ronde of niet-ronde dwarsdoorsnede die over geen enkele hoek groter is dan de kleinste dwarsdoorsnede van de vierkante as, welk gebieden hierna worden aangeduid als dwarsgroeven (3), welke dwarsgroeven zich, in gemonteerde toestand van de inrichting, bevinden ter hoogte van het voor- resp. achtervlak van de deur; welke inrichting voorts twee afdekelementen (4) omvat die elk een doorvoeropening (5) voor de as omvatten, via welke de afdekelementen, voordat de deurkrukken op de as worden gemonteerd, elk aan één zijde van de deur op het buiten het betreffende deurvlak uitstekende gedeelte van de as kunnen worden geschoven om te dienen als rozet of afdekplaat; waarbij de afdekelementen elk een vergrendelorgaan (6) omvatten, ingericht om in een eerste, niet-vergrendelende toestand de as met zijn vierkante dwarsdoorsnede door te laten en in een tweede, vergrendelende toestand één van de genoemde dwarsgroeven, ter hoogte van het voor- resp. achtervlak van de deur, zodanig te omgrijpen dat het af-dekelement in die toestand niet meer van de as kan worden afgeschoven.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het vergrendelor-gaan van het betreffende afdekelement één of meer verstelbare grendelbekken (6) omvat die zodanig zijn ingericht en vormgegeven dat het afdekelement in de niet-vergrendelde toestand in lengterichting over de as met zijn vierkante dwarsdoorsnede verplaatsbaar is, en waarbij die één of meer verstelbare grendelbekken ter plaatse van elk van de genoemde dwarsgroeven zodanig kunnen worden versteld dat de as in dat gebied zodanig wordt omgrepen dat het afdekelement wordt geblokkeerd tegen verschuiving in de lengterichting van de as.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het vergrendelor-gaan twee tegengestelde, verstelbare grendelbekken (6) bezit met elk een uitsparing (10) met een vorm die zodanig is dat, in de vergrendelde toestand van het vergren-delorgaan, de buitenomtrek van de betreffende dwarsgroef van de as door beide samenwerkende uitsparingen wordt omgeven .

4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het betreffende afdekelement blokkeringsmiddelen (7,8) bezit, ingericht om het vergrendelorgaan in zijn afdekelement-vergrendelende toestand geblokkeerd te houden .

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de blokkeringsmiddelen een verbindingsorgaan (7) omvat tussen enerzijds het vergrendelorgaan en anderzijds een buitenzijde (12) van het afdekelement.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de blokkeringsmiddelen een perifeer opsluitorgaan (8) omvatten voor het opsluiten van het verbindingsorgaan tussen enerzijds het vergrendelorgaan en anderzijds de buitenzijde van het af-dekelement teneinde het vergrendelorgaan in zijn afdeke-lement-vergrendelende toestand geblokkeerd te houden.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het opsluitorgaan op- en afklikbaar rondom de zijkant van het afdekèlement met het afdekelement is.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de as is voorzien van twee verdere gebieden met een ronde of niet-ronde dwarsdoorsnede die over geen enkele hoek groter is dan de kleinste dwarsdoorsnede van de vierkante as, hierna aangeduid als tweede dwarsgroeven (13), welke tweede dwarsgroeven zich, in gemonteerde toestand van de inrichting, bevinden tussen het voor- resp. achtervlak van de deur en de resp. uiteinden van de as, welke tweede dwarsgroeven elk zijn ingericht om samen te werken met een deurkruk (15) voorzien van of omvattende een koppeling volgens NL1039933, ingediend op 06-12-2012, en/of daarmee overeenkomstige octrooien of octrooiaanvragen .

9. Inrichting voor het bedienen van een in een deur aangebracht deurslot met dagschoot, omvattende een inrichting volgens conclusie 8, en voorts omvattende deurkrukken (15) voorzien van of omvattende een koppeling (16,17,18) volgens NL1039933 en/of daarmee overeenkomstige octrooien of octrooiaanvragen.