NL1040748A

NL1040748A - Inrichting en werkwijze voor het kantelen van een zware last.

Info

Publication number: NL1040748A
Application number: NL1040748A
Authority: NL
Inventors: Jan Ten Hoope Gerhard
Original assignee: Techsupport V O F; Jan Ten Hoope Gerhard
Priority date: 2014-04-01
Filing date: 2014-04-01
Publication date: 2016-01-12
Also published as: NL1040748B1

Description

Inrichting en werkwijze voor het kantelen van een zware last

Terrein van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het kantelen van een zware last, de inrichting omvattende een aantal dragers voor het dragen van de zware last. De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het kantelen van een zware last middels zo een inrichting.

Achtergrond van de uitvinding

In veel situaties is het nodig een zware last te kantelen van een eerste stand naar een tweede stand. Zo worden bijvoorbeeld gipsplaten horizontaal gestapeld op pallets aangeleverd op een bouwplaats. Het afladen van de pallets met gipsplaten gebeurt met behulp van een vorkheftruck of een kooiaap. Het afnemen van de afzonderlijke platen geschiedt vervolgens met de hand, doorgaans door twee personen, maar dat vormt een grote belasting voor die personen en is daarom arbo-technisch minder verantwoord en is in bijvoorbeeld Nederland nu zelfs niet meer toegestaan. Beter is het, en in Nederland nu zelfs verplicht, om een pallet met de daarop gestapelde gipsplaten eerst van een horizontale naar een nagenoeg verticale stand te kantelen, waarna de afzonderlijke platen eenvoudiger en met minder krachtsinspanning kunnen worden afgenomen. Dat kantelen gebeurt met een daartoe voorziene inrichting. Bekende inrichtingen daarvoor zijn echter complex en duur, en omdat ze tevens zwaar zijn, vormt het verplaatsen en tillen ervan op zich weer een arbo-technisch probleem.

Er bestaat derhalve behoefte aan een verbeterde oplossing voor het kantelen van een zware last. De onderhavige uitvinding nu voorziet daarin.

Samenvatting van de uitvinding

De uitvinding verschaft een inrichting voor het kantelen van een zware last, de inrichting omvattende een aantal dragers voor het dragen van de zware last, daarin gekenmerkt, dat ten minste een deel van een tijdens gebruik naar een ondergrond gerichte zijde van een drager bol gekromd is. Met ‘bol gekromd’ wordt bedoeld ‘substantieel bol gekromd in verhouding tot de afmetingen van de drager’. Daarbij kan de kromming variëren afhankelijk van de plaats. Het aantal dragers zal doorgaans twee zijn, maar in beginsel is elk aantal dragers mogelijk, zelfs één.

Bij voorkeur vormt een tijdens gebruik en in een eerste stand van de inrichting van de ondergrond afgekeerde zijde van een drager een eerste draagvlak voor de zware last, en bij nadere voorkeur vormt tevens een tijdens gebruik en in een tweede stand van de inrichting van de ondergrond afgekeerde zijde van een drager een tweede draagvlak voor de zware last.

Bij voorkeur omvat een drager een aantal tijdens gebruik naar de ondergrond gerichte uitstekende delen zodanig dat voor de inrichting met de daarop rustende zware last en het geheel rustend op de ondergrond een aantal stabiele standen bepaald is. Met ‘een naar een ondergrond gerichte zijde van een drager’ wordt in dat geval bedoeld ‘een naar de ondergrond gerichte omhullende van de uitstekende delen’.

Bij voorkeur omvat de inrichting tevens bevestigmiddelen voor het aan elkaar bevestigen van de zware last en de inrichting. De dragers kunnen onderling gekoppeld zijn middels daartoe voorziene koppelmiddelen.

De inrichting kan tevens eerste hulpmiddelen omvatten voor het middels een hefboomwerking vergemakkelijken van het kantelen, waarbij de eerste hulpmiddelen een eerste uitschuifbaar of uitklapbaar deel kunnen omvatten en tevens eerste vergrendelmiddelen voor het vergrendelen van het eerste deel in een bepaalde positie.

De inrichting kan tevens tweede hulpmiddelen omvatten voor het ondersteunen van de inrichting in een gekantelde stand, waarbij de tweede hulpmiddelen een tweede uitschuifbaar of uitklapbaar deel kunnen omvatten en tevens tweede vergrendelmiddelen voor het vergrendelen van het tweede deel in een bepaalde positie.

De uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het kantelen van een zware last middels een inrichting volgens de uitvinding.

De uitvinding en voordelen daarvan worden in het navolgende in meer detail besproken. Korte beschrijving van de tekeningen

De uitvinding wordt in het navolgende nader toegelicht aan de hand van niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden.

In de tekeningen tonen: - figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een inrichting volgens de uitvinding; - figuur 2 een perspectivisch aanzicht daarop met een daarop bevestigde last, het geheel gedragen door een meeneemheftruck; - figuur 3 een perspectivisch aanzicht daarop met een daarop bevestigde last, het geheel gedragen door een palletwagen; - figuur 4 een zijaanzicht daarop met een daarop bevestigde last, het geheel rustend op een ondergrond, in vier verschillende standen. U itvoer ingsvoorbeelden

De figuren tonen een inrichting (1) volgens de uitvinding voor het kantelen van een zware last (2), in het gegeven voorbeeld een pallet met een stapel gipsplaten. De inrichting (1) omvat een aantal dragers (3) voor het dragen van de zware last (2). Elke drager (3) omvat een aantal naar de ondergrond (4) gerichte uitstekende delen (10). De naar de ondergrond (4) gerichte zijde (5,6,7) van elke drager (3) is bol gekromd, dat wil zeggen in dit geval de omhullende (12) van de uitstekende delen (10), zie de onderbroken lijn (12) in figuur 4 (A). De krommingen in de verschillende delen (5,6,7) van de omhullende (12) zijn niet gelijk. Zo is de kromming in het middelste deel (6) groter dan in de aangrenzende delen (5,7). Dat vergemakkelijkt het kantelen. De afmetingen en de plaatsing van de uitsteeksels (10) en de krommingen zijn zo gekozen dat voor de inrichting (1) met de daarop rustende zware last (2) een aantal stabiele standen (A-D) is bepaald, zie figuur 4. Daartoe snijdt de resultante, zie de verticale pijlen in figuur 4, in een stabiele stand (A-D) de ondergrond (4) tussen de raakpunten van de twee betrokken uitsteeksels (10) met de ondergrond (4). Aldus kan de zware last (2) met weinig krachtsinspanning en beheerst, gaande van de ene naar de andere stabiele stand (A—>B—>C—>D), worden gekanteld. Tevens vormen de uitsteeksels (10) tussen de ondergrond (4) en de inrichting (1) ruimtes voor de vorken van een pomp-of palletwagen, zie figuur 3, zodat het geheel eenvoudig naar believen kan worden verplaatst.

Bij elke drager (3) vormen twee zijden (8,9) draagvlakken voor de zware last (2). Zo wordt de zware last (2) tijdens het kantelen steeds goed ondersteund. De zware last (2) kan met bevestigmiddelen (11), in het gegeven voorbeeld spanbanden, worden bevestigd aan de inrichting (1) c.q. de dragers (3). Zo kan worden voorkomen dat de zware last (2) ongewild gaat verschuiven ten opzichte van de inrichting (1) of mogelijk zelfs omvalt of van de inrichting (1) valt.

De inrichting (1) omvat tevens eerste hulpmiddelen (13) voor het middels een hefboomwerking vergemakkelijken van het kantelen, zie figuur 4. De eerste hulpmiddelen (13) omvatten een eerste uitschuifbaar deel (14) en eerste vergrendelmiddelen (niet getoond) voor het vergrendelen van het eerste uitschuifbaar deel (14) in een bepaalde positie. In het gegeven voorbeeld, is elke drager (3) voorzien van een eerste uitschuifbaar deel (14) en eerste vergrendelmiddelen.

De inrichting (1) omvat tevens tweede hulpmiddelen (13) voor het ondersteunen van de inrichting (1) in een gekantelde stand, zie figuur 4 (D). De tweede hulpmiddelen (13) omvatten een tweede uitschuifbaar deel (15) en tweede vergrendelmiddelen (niet getoond) voor het vergrendelen van het tweede uitschuifbaar deel (15) in een bepaalde positie. In het gegeven voorbeeld, is elke drager (3) voorzien van een tweede uitschuifbaar deel (15) en tweede vergrendelmiddelen.

In het gegeven voorbeeld, worden de eerste hulpmiddelen en tweede hulpmiddelen gevormd door twee in eikaars verlengde schuifbare delen (14,15), waarbij de eerste vergrendelmiddelen en de tweede vergrendelmiddelen samenvallen. De delen en de vergrendelmiddelen kunnen in een andere uitvoeringsvorm echter ook onafhankelijk van elkaar werken, en de delen kunnen bijvoorbeeld ook uitklapbaar zijn in plaats van uitschuifbaar.

In een werkwijze volgens de uitvinding worden de dragers (3), onderling juist gepositioneerd, op een ondergrond (4) geplaatst. De dragers (3) kunnen daarbij eventueel onderling worden gekoppeld middels daartoe voorziene koppelmiddelen (niet getoond). Dat kan in bepaalde gevallen gunstig zijn. Vervolgens wordt de zware last (2) c.q. de pallet met gipsplaten op de dragers (3) geplaatst en vastgezet middels de spanbanden (11). De uitschuifbare delen (14,15) zijn nog ingeschoven (A) en vergrendeld in de ingeschoven posities middels de vergrendelmiddelen.

De eerste uitschuifbare delen (14) worden nu uitgeschoven (A, onderbroken lijn) om zo hefbomen te vormen, en in de uitgeschoven posities vergrendeld middels de vergrendelmiddelen. Dan kan het geheel worden gekanteld van stabiele stand (A) naar stabiele stand (D) via de stabiele tussenstanden (B,C). In de gekantelde stand (D) worden nu de tweede uitschuifbare delen (15) uitgeschoven, en in de uitgeschoven posities vergrendeld middels de vergrendelmiddelen. De tweede uitschuifbare delen (15) vormen zo steunen die voorkomen dat het geheel vanuit de gekantelde stand (D) ongewild terug kantelt, bijvoorbeeld tijdens of na het afhemen van de zware last (2) c.q. de gipsplaten. Vervolgens kunnen de spanbanden (11) worden losgemaakt en de gipsplaten één voor één worden afgenomen om te worden verwerkt. Na ontgrendelen van de vergrendelmiddelen en weer inschuiven van de uitschuifbare delen (14,15) zijn de dragers (3) weer klaar voor een nieuwe kantelcyclus of voor transport.

In een alternatieve werkwijze kan de pallet met de gipslaten (2) worden opgetild, bijvoorbeeld met een vorkheftruc of kooiaap, zie figuur 2. Vervolgens kunnen de dragers (3) met de spanbanden (11) aan de zware last (2) c.q. de pallet met gipsplaten worden bevestigd. Dan wordt het geheel op de ondergrond (4) geplaatst en weer gekanteld van stabiele stand (A) naar stabiele stand (D) via de stabiele tussenstanden (B,C). Vervolgens kunnen weer de spanbanden (11) worden losgemaakt en de gipsplaten één voor één worden afgenomen om te worden verwerkt.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de getoonde en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de uitvinding allerlei voor een deskundige voor de hand liggende varianten mogelijk zijn.

Claims

1. Inrichting (1) voor het kantelen van een zware last (2), de inrichting omvattende een aantal dragers (3) voor het dragen van de zware last, met het kenmerk, dat ten minste een deel van een tijdens gebruik naar een ondergrond (4) gerichte zijde (5,6,7) van een drager bol gekromd is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kromming varieert afhankelijk van de plaats.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een tijdens gebruik en in een eerste stand (A) van de inrichting van de ondergrond afgekeerde zijde (8) van een drager een eerste draagvlak voor de zware last vormt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een tijdens gebruik en in een tweede stand (D) van de inrichting van de ondergrond afgekeerde zijde (9) van een drager een tweede draagvlak voor de zware last vormt.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een drager een aantal tijdens gebruik naar de ondergrond gerichte uitstekende delen (10) omvat zodanig dat voor de inrichting met de daarop rustende zware last en het geheel rustend op de ondergrond een aantal stabiele standen (A-D) bepaald is.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting tevens bevestigmiddelen (11) omvat voor aan elkaar bevestigen van de zware last en de inrichting.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting tevens koppelmiddelen omvat voor het onderling koppelen van dragers.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting tevens eerste hulpmiddelen (13) omvat voor het middels een hefboomwerking vergemakkelijken van het kantelen.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de eerste hulpmiddelen een eerste uitschuifbaar of uitklapbaar deel (14) omvatten.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de eerste hulpmiddelen tevens eerste vergrendelmiddelen omvatten voor het vergrendelen van het eerste deel in een bepaalde positie.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting tevens tweede hulpmiddelen (13) omvat voor het ondersteunen van de inrichting in een gekantelde stand (D).

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de tweede hulpmiddelen een tweede uitschuifbaar of uitklapbaar deel (15) omvatten.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de hulpmiddelen tevens tweede vergrendelmiddelen omvatten voor het vergrendelen van het tweede deel in een bepaalde positie.

14. Werkwijze voor het kantelen van een zware last (2) middels een inrichting (1) volgens een der conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de werkwijze omvat: het plaatsen van de inrichting met daarop de zware last op een ondergrond; en het kantelen van de inrichting met daarop de zware last van een eerste stand (A) naar een tweede stand (D).

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij een drager een aantal tijdens gebruik naar de ondergrond gerichte uitstekende delen (10) omvat zodanig dat voor de inrichting met de daarop rustende zware last en het geheel rustend op de ondergrond een aantal stabiele standen (A-D) bepaald is, met het kenmerk, dat het kantelen via de stabiele standen verloopt.

16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat de zware last en de inrichting aan elkaar worden bevestigd middels daartoe voorziene bevestigmiddelen (11).

17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat: - het optillen van de inrichting met daarop de zware last; het aan elkaar bevestigen van de zware last en de inrichting middels de bevestigmiddelen.

18. Werkwijze volgens een der conclusies 14-17, met het kenmerk, dat dragers onderling worden gekoppeld middels daartoe voorziene koppelmiddelen.

19. Werkwijze volgens een der conclusies 14-18, met het kenmerk, dat tijdens het kantelen gebruik wordt gemaakt van daartoe voorziene eerste hulpmiddelen voor het middels een hefboomwerking vergemakkelijken van het kantelen.

20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij de eerste hulpmiddelen een eerste uitschuifbaar of uitklapbaar deel (14) omvatten, met het kenmerk, dat het eerste deel wordt uitgeschoven of uitgeklapt vóór het kantelen.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat het eerste deel middels daartoe voorziene eerste vergrendelmiddelen in een bepaalde positie wordt vergrendeld.

22. Werkwijze volgens een der conclusies 14-21, met het kenmerk, dat voor het ondersteunen van de inrichting in een gekantelde stand (D) gebruik wordt gemaakt van daartoe voorziene tweede hulpmiddelen (13).

23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij de tweede hulpmiddelen een tweede uitschuifbaar of uitklapbaar deel (15) omvatten, met het kenmerk, dat het tweede deel wordt uitgeschoven of uitgeklapt in de gekantelde stand.

24. Werkwijze volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het tweede deel middels daartoe voorziene tweede vergrendelmiddelen in een bepaalde positie wordt vergrendeld.