NL1039121C2 - Stabiel meubelstuk. - Google Patents

Description

Stabiel meubelstuk

De onderhavige uitvinding betreft een onderstel voor een meubelstuk met vier of meer poten welk onderstel middelen omvat die voorkomen dat het meubelstuk kan wiebelen 5 wanneer deze op een niet vlakke ondergrond wordt geplaatst.

Het probleem van wiebelende meubelstukken met vier of meer poten, waaronder tafels en stoelen, is alom bekend en zorgt voor veel ergernis. De meest bekende voorbeelden zijn de tafels welke op terrassen staan. Het is inherent aan terrassen dat de ondergrond 10 vaak oneffen is. De vloer van terrassen omvat dikwijls klinkers of terrastegels welke in zand zijn gelegd. Er kunnen diverse oorzaken zijn voor oneffenheden, waaronder bij voorbeeld het verzakken van delen van een terras door het plaatselijk inklinken van het zand waarop het terras is gelegd, onderlinge verschillen in de maatvoering van klinkers of terrastegels en slordig gelegde terrassen.

15 Wat de oorzaak ook moge zijn, de gevolgen in de vorm van het wiebelen van tafels worden altijd als onplezierig ervaren. Uiteraard kan ervoor worden gekozen een tafel te gebruiken welke slechts drie poten heeft en dientengevolge altijd stabiel kan staan. Zeker wanneer een iets grotere tafel gewenst is, heeft het voorzien van de tafel van slechts drie poten nadelen voor de stabiliteit. Zo kan bij voorbeeld het op een hoek van 20 een grotere tafel met slechts drie poten uitoefenen van een naar beneden gerichte kracht eenvoudig leiden tot het kantelen van de tafel. De octrooiaanvraag WO 2007/041725 Al beschrijft een tafel met paarsgewijs ten opzichte van elkaar roteerbare poten welke een gedeeltelijke oplossing biedt. Die oplossing vertrouwt op een wrijvingselement dat, nadat alle poten eenmaal op de grond rusten, de rotatiemogelijkheden van de poten 25 bemoeilijkt, doch niet voorkomt.

De onderhavige uitvinding verschaft een oplossing welke ervoor zorgt dat een meubelstuk met vier of meer poten, bij voorbeeld een tafel of een stoel, op een niet vlakke ondergrond altijd stabiel staat. In de verdere beschrijving beperken de 30 uitvoeringsvoorbeelden zich eenvoudigheidshalve tot een tafel. De uitvinding heeft echter nadrukkelijk ook betrekking op andere meubelstukken, waaronder stoelen en andere zitmeubels.

1039121 2

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een drietal figuren.

Fig. 1 is een perspectivisch vooraanzicht van een tafel met een onderstel volgens de vinding; 5 Fig. 2 is een vooraanzicht van een deel van het onderstel van de in fig. 1 getoonde tafel; Fig. 3 is een bovenaanzicht van een deel van het onderstel van de in fig. 1 getoonde tafel.

Fig. 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een tafel met een onderstel volgens de 10 onderhavige uitvinding, waarbij de in fig. 1 voorste twee poten geïntegreerd zijn in een eerste element 1 en de in fig. 1 achterste twee poten geïntegreerd zijn in een tweede element 2.

Voorts omvat de tafel ten minste één op de poten opgestelde staander 3 en ten minste één tafelblad. De staander 3 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld een ronde buis welke 15 aan de onderzijde een sleuf omvat waarin de elementen 1 en 2 zijn opgenomen. In het in fig. 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de buis door middel van bij voorbeeld een las star verbonden met het element 2. Element 1 is door middel van een bout beweegbaar verbonden met het samenstel omvattende element 2 en 3. De uitvinding voorziet er echter ook in dat element 1 star verbonden kan zijn met de staander 3 en dat element 2 20 beweegbaar verbonden is met het samenstel omvattende element 1 en 3.

Fig. 2 toont een vooraanzicht van een centraal deel van het in fig. 1 getoonde onderstel volgens de uitvinding. Daarbij is te zien dat het eerste element 1 twee althans nagenoeg symmetrisch ten opzichte van het midden van het element 1 gepositioneerde gebogen sleufgaten omvat, waarbij een eerste sleufgat 4 zich links van het midden van element 1 25 bevindt en het tweede sleufgat 5 zich rechts van het midden van het element 1 bevindt. In het eerste sleufgat 4 is een eerste nok 6 ingebracht en in het tweede sleufgat 5 een tweede nok 7 welke nokken star zijn bevestigd aan het tweede element 2 dat zich in deze figuur achter het eerste element 1 bevindt. Tevens toont fig. 2 de bout welke element 1 beweegbaar in de sleuf van de staander 3 opsluit.

30 Fig. 3 toont een bovenaanzicht van het centrale gedeelte van het onderstel waarbij de positionering van de aan het tweede element 2 bevestigde nokken 6 en 7 duidelijk 3 zichtbaar is en waarbij ook duidelijk te zien is dat de eerste nok 6 door het sleufgat 4 van element 1 en de tweede nok 7 door het sleufgat 5 van element 1 steekt.

Het element 1 kan in beperkte mate om de bout 8 in een althans nagenoeg haaks op de lengteas van de bout gelegen vlak draaien ten opzichte van het samenstel van het 5 element 2 en de staander 3. De uitvinding voorziet erin dat het element 1 voldoende kan draaien om ervoor te zorgen dat op elke bij voorbeeld voor een terras normaliter denkbare mate van oneffenheid alle vier poten van de tafel contact kunnen maken met de terrasvloer. Zonder verdere maatregelen te treffen zou de tafel echter niet stabiel staan daar het element 1 bij het belasten van het tafelblad eenvoudig zou kunnen 10 verdraaien.

Zoals uit het bovenaanzicht in fig. 3 kan worden opgemaakt, is er sprake van enige ruimte tussen element 1 en element 2. Deze ruimte geeft element 1 de vrijheid om in een althans nagenoeg haaks op dit deel van het element staande richting enigszins te kantelen. Door de vorm van de elementen en de positionering van de poten van de tafel 15 ten opzichte van het middengedeelte van de elementen 1 en 2 zal element 1 bij het neerzetten van de tafel zodanig kantelen dat het element 1 met de bovenrand in de richting van element 2 beweegt. Door bij het neerzetten de tafel eerst met de twee poten van het tweede element 2 op de grond te plaatsen en de poten van het element 1 pas daarna neer te zetten, zal het nog vrij hangende element 1 bij het raken van de grond 20 eerst om de bout 8 draaien totdat de beide poten van dit element op de grond staan. Vervolgens zal zodra de persoon die de tafel plaatst de tafel loslaat het element 1 kantelen, waarbij de in een wigvorm gepositioneerde nokken 6 en7 klem worden gezet in de sleufgaten 4 en 5. De daarbij optredende frictie tussen de nokken en de randen van de sleufgaten is in voorkeursuitvoeringen van de tafel voldoende hoog om bij het 25 vervolgens belasten van de tafel, bij voorbeeld door het op het tafelblad plaatsen van zware voorwerpen, te verhinderen dat het element 1 ten opzichte van het element 2 van positie kan veranderen.

Indien deze tafel daarna weer wordt opgetild zal het element 1 terugkantelen en kan het element dan ook weer vrij roteren, binnen de beperkte grenzen. Als bij het vervolgens 30 weer op een andere plaats, met een andere mate en aard van oneffenheid van de bodem, neerzetten van de tafel de eerder genoemde volgorde van het neerzetten van de poten 4 wordt gehanteerd, zal de tafel ook op die plaats weer stabiel met vier poten op de grond staan.

Het onderstel van de tafel volgens de uitvinding of delen van dat onderstel kunnen 5 worden vervaardigd uit vele soorten materialen, waaronder kunststof, aluminium, staal en roestvast staal, zoals bij voorbeeld rvs type 304 of 316.

In deze beschrijving en in de figuren zijn slechts uitvoeringsvoorbeelden van de tafel volgens de uitvinding aan de orde gekomen welke vier poten omvatten. De tafel volgens de vinding kan echter ook meer dan vier poten omvatten.

10

De in de beschrijving besproken en in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden van een tafel volgens de vinding zijn slechts enkele van de vele binnen het kader van de vinding mogelijke uitvoeringsvormen en dienen derhalve als niet-limitatief te worden beschouwd.

15 20 25 30 1039121

Claims (4)

1. Een meubelstuk welk op vrijwel elke ondergrond stabiel kan staan, met het kenmerk, dat het meubelstuk ten minste vier poten omvat waarbij de eerste 5 twee poten een integraal deel zijn van of star verbonden zijn met een eerste element (1) en de tweede twee poten een integraal deel zijn van of star verbonden zijn met een tweede element (2) en waarbij het eerste element (1) ten minste twee sleufgaten (4,5) omvat en het tweede element ten minste twee nokken (6,7) omvat welke nokken aangrijpen in de sleufgaten (4,5) waarbij de 10 nokken elk afzonderlijk of in combinatie een wig omvatten.

2. Meubelstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste element (1) kan roteren en kan kantelen ten opzichte van het tweede element (2).

3. Meubelstuk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de lengteas van de sleufgaten (4,5) een gebogen lijn omvat.

4. Meubelstuk volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het meubelstuk een tafel omvat. 20 25 30 1 0 3 9 1 L\