NL1038391C2 - Bevestiging van een zak aan een draagraamwerk. - Google Patents
Bevestiging van een zak aan een draagraamwerk. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1038391C2 NL1038391C2 NL1038391A NL1038391A NL1038391C2 NL 1038391 C2 NL1038391 C2 NL 1038391C2 NL 1038391 A NL1038391 A NL 1038391A NL 1038391 A NL1038391 A NL 1038391A NL 1038391 C2 NL1038391 C2 NL 1038391C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bag
- force
- manner
- coupling element
- guide
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65B—MACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
- B65B67/00—Apparatus or devices facilitating manual packaging operations; Sack holders
- B65B67/12—Sack holders, i.e. stands or frames with means for supporting sacks in the open condition to facilitate filling with articles or materials
- B65B67/1222—Sack holders, i.e. stands or frames with means for supporting sacks in the open condition to facilitate filling with articles or materials characterised by means for suspending sacks, e.g. pedal- operated
- B65B67/1227—Sack holders, i.e. stands or frames with means for supporting sacks in the open condition to facilitate filling with articles or materials characterised by means for suspending sacks, e.g. pedal- operated only by a part of the periphery, e.g. by single points or handles, or by one side or two opposite sides only
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Auxiliary Apparatuses For Manual Packaging Operations (AREA)
Description
Titel: Bevestiging van een zak aan een draagraamwerk Voor opslag en vervoer van goederen kan gebruik worden gemaakt van flexibele containers of zakken, zoals de zo genoemde "big bags". De inhoud, veelal stortgoed of vloeistof, wordt hier vanaf de bovenzijde in gestort. Het flexibele materiaal waaruit deze zakken zijn vervaardigd kan weefsel 5 zijn, bijvoorbeeld van kunststofvezel. De zakken kunnen voorzien zijn van een extra binnenzak. De vorm van de bodem van de zak is in veel gevallen rechthoekig waarbij op de hoeken de opgaande zijden elk zijn voorzien van een band, die aan het bovenste uiteinde bij de bovenhoek van de zak uitloopt in een een lus. De lussen kunnen worden gebruikt voor ophijsen van de zak en voor andere doeleinden. De zak kan voor vervoer worden geplaatst op een pallet of een ander bodemstuk. Voor 10 open en rechtop houden van de zak kan dit bodemstuk zijn voorzien van stijve verticale elementen die zijn bevestigd op de hoeken of nabij de randen. De verticale elementen en het bodemstuk vormen in dit geval samen een draagraamwerk. Dit heeft als voordeel dat het stapelen van voorwerpen op dit draagraamwerk mogelijk is zodat de ruimte boven de zak benut kan worden terwijl de zak vrij blijft. Voor vullen en ledigen van de zak is het handig als de zak in een open stand 15 wordt gehouden met naar boven getrokken wanden. Een bekende manier om dit te bereiken is dat de zak wordt geplaatst in het genoemde draagraamwerk op het bodemstuk en dat de lussen worden bevestigd aan de genoemde staanders op een dusdanige hoogte dat de zak in de gewenste opgetrokken stand wordt gehouden. Hierna kan de zak worden gevuld. Ook bij het ledigen van de zak kan het goed zijn als de zak in opgetrokken stand wordt gehouden. Het ledigen kan gebeuren 2 0 via een opening in de bodem van de zak.
Bij vullen en ledigen kunnen enkele problemen optreden.
Bij het vullen treden die op doordat de zak tijdens het vullen van vorm verandert of een ongewenste vorm aanneemt. Tijdens het vullen geeft de druk van de inhoud de zak een meer bolle vorm. Hierdoor verplaatsen de bovenhoeken van de zak en dus ook de bevestigingpunten van de 25 lussen zich naar een lagere positie. Door het gewicht van de inhoud kunnen hierbij grote krachten optreden die veel belasting vormen voor het draagraamwerk, wat vervorming kan veroorzaken. Vooral bij toepassing van een kunststof bodemstuk moet deze belasting beperkt worden. Een ander probleem dat kan optreden is dat de optasting van het materiaal niet op goed gecentreerde wijze plaats vindt waardoor de zak tijdens het vullen een scheve stand aanneemt die moeilijk is te 30 herstellen. Zorgen dat de bovenhoeken in omhoog gespannen toestand worden opgetrokken tijdens het vulproces kan dit risico beperken. Het ledigen van de zak kan lastig zijn bij bijna lege zak als de zijden niet goed omhoog getrokken worden doordat materiaal opgehoopt blijft liggen op de bodem nabij de zijwanden. Bij ledigen via een centrale opening in de bodem moet dit voorkomen worden.
Bij optrekken verplaatst het materiaal zich naar de opening in het midden.
35 Een gangbare oplossing is tijdens het vulproces de hoogte van de ophangingspunten van de lussen op gestuurde wijze te veranderen met behulp van een constructie met een 1 038391 2 aandrijvingsmechanisme. Een andere bestaande oplossing is om het draagraamwerk dat voor de ophanging zorgt goed belastbaar te maken door keuze van materiaal en constructievorm. Dit leidt tot een zware constructie.
De oplossing volgens de vinding is er op gericht om het vulproces en het ledigen van de zak te 5 kunnen laten gebeuren op diverse locaties en daarbij een constructie toe te passen voor draagraamwerk en ophanging die zelfstandig kan functioneren en die rekening houdt met de genoemde problemen. De kern van de vinding bestaat eruit dat bevestiging wordt verzorgd door inrichtingen die zijn aangebracht op de verticale elementen van het draagraamwerk en die zorgen voor de diverse gewenste krachten en positiebepalingen bij de krachtsuitoefening op de zak en voor 10 de bedienbaarheid bij de diverse fasen van het vullen en ledigen. Ze bevinden zich met hun bovenzijde nabij de bovenzijde van de zak in opgetrokken toestand.
Elk bestaan ze uit een combinatie van een geleidingselement en een verstelinrichting. Het geleidingselement dient om een lus van de zak of een ander flexibel verbindingsmiddel dat aan de buitenzijde van de zak is bevestigd en dat de zak omhoog kan trekken te geleiden, zodanig dat de 15 lus of het flexibele verbindingsmiddel hierover in een benedenwaartse richting wordt geleid. Dit biedt het voordeel dat de totale hoogte klein blijft doordat de lus of het flexibele bevestigingselement niet meer boven de zak uit naar boven is gericht. Het geleidingselement kan op een optimale hoogte worden geplaatst om een geringe stapelhoogte te verkrijgen en het kan zo zijn uitgevoerd dat het een verende werking heeft.
20 De verstelinrichting grijpt aan op de lus van de zak of het flexibele verbindingsmiddel dat op de zak aangrijpt en kan de lus of het verbindingsmiddel spannen of fixeren. Diverse uitvoeringsvormen zijn mogelijk. Het kan bestaan uit een verstelbaar vast punt waaraan de lus of het verbindingsmiddel is bevestigd waardoor de afstand tussen het geleidingselement en het bevestigingspunt aan de zak kan worden ingesteld. De verstelling kan ook daarbij of uitsluitend 2 5 worden verzorgd door toepassing van een veer, gasveer, verende oprolinrichting of ander element dat zorgt dat in meerdere posities een gewenste kracht wordt uitgeoefend op de lus of het verbindingsmiddel die de zak op deze plaats in een opgetrokken positie houdt. Ook zijn uitvoeringsvormen mogelijk waarbij aanvullend of uitsluitend het flexibele verbindingsmiddel of een deel ervan een verende werking heeft.
30 In de voorkeursuitvoering is het geleidingselement vast bevestigd en zorgt een trekveer dat de gewenste kracht op de lus of het verbindingsmiddel in de diverse posities wordt uitgeoefend. Deze kracht kan met een hendel worden opgeheven door loskoppelen van het uiteinde van de veer. Op deze wijze wordt losmaken van de zak in gevulde toestand vergemakkelijkt. Bij deze uitvoering kan door keuze van de veer en de hoogte van plaatsing van de inrichting aanpassing plaatsvinden aan 35 omstandigheden zoals de maat van de zak en de het materiaal dat de zak bevat.
Beschrijving van de werking aan de hand van de figuren: 3
Figuur 1 toont een zak 3 in een draagraamwerk dat bestaat uit een onderstuk 4 dat is voorzien van vier staanders 2. Elk van de staanders 2 is aan de bovenzijde voorzien van inrichting 1. De zak 3 is voorzien van vier tussen 8 op de hoeken. De zak 3 is in lege toestand en hangt in open en opgetrokken toestand aan de tussen 8 die zijn ingehaakt aan de vier bevestigingsinrichtingen 1 5 volgens de vinding.
Figuur 2 toont inrichting 1 meer in detail, in dezelfde toestand als in figuur 1, bevestigd aan staander 2. Aan een zijde is te zien hoe een van de delen van de flexibele lus 8 die aanhangsel is van zak 3 over geleidingselement 5 loopt en hoe de flexibele lus 8 is ingehaakt aan koppelelement of haak 14. Bedieningsorgaan 16 is aan de onderzijde te zien. Aan de bovenzijde is de aansluitnok 18 te 10 zien die dient als steunpunt voor opstapelen van een ander object op dit draagraamwerk. In deze toestand is de inrichting 1 klaar om te spannen. De haak 14 staat in lage positie, de zak 3 is leeg, is maximaal opgetrokken en kan gevuld worden, zoals in figuur 1.
Figuur 3 toont een deel van de inrichting 1 opengewerkt, in dezelfde toestand als in figuur 1 en 2, maar de zonder ingehaakte lus. De veer 21 is zichtbaar. Deze bevindt zich in iets gespannen 15 toestand, de bovenzijde 23 is bevestigd aan het schuifdeel 24 waaraan haak 14 is bevestigd. De onderzijde 22 van de veer 21 is bevestigd aan het bedieningsdeel 16 dat rust tegen de onderrand 26 van het schuifdeel 24. Twee nokken 25, waarvan er hier één zichtbaar is, rusten bij optrekken van haak 14 tegen onderzijde 20 van het lichaam van inrichting 1. In het kanaal waardoor schuifdeel 24 kan bewegen bevinden zich twee sleuven met uiteinde 27 waardoor de nokken 25 zich omhoog 20 kunnen bewegen, wat kan gebeuren na rotatie van een kwart slag van bedieningsdeel 16.
Figuren 4 en 5 tonen een gedeelte van inrichting 1 gedeeltelijk opengewerkt met de veer 21 in maximaal gespannen toestand. Deze of een iets lagere stand stand met een iets minder gespannen veer 21 is de toestand van de inrichting 1 bij een volle zak. Schuifdeel 24 waaraan haak 14 is bevestigd is nu geheel naar boven geschoven door kanaal 31. Verder naar boven schuiven van het 25 schuifdeel 24 wordt geblokkeerd door nokken op de buitenzijde ervan die zich kunnen bewegen door sleuven in de wand en die in deze stand tegen een aanslag aanlopen. In figuur 4 zijn beide nokken 25 zichtbaar die omhoog schuiven van bedieningsdeel 16 en het eraan bevestigde uiteinde 22 van de veer beletten doordat ze rusten tegen onderzijde 20.
Figuren 6 en 7 tonen inrichting 1 opengewerkt met de veer in losse stand, deze oefent geen 30 kracht uit op haak 14. De haak 14 is met schuifdeel 24 naar boven geschoven door kanaal 31 om de zak los te kunnen haken.
Te zien is dat bedieningsdeel 16 met nokken 25 een kwartslag gedraaid is waardoor dit en het eraan bevestigde uiteinde 22 van de veer naar boven kon schuiven door kanaal 31. Hierdoor rust het bedieningsdeel 16 weer tegen onderrand 26 van schuifdeel 24 en oefent veer 21 geen kracht meer 35 uit op haak 14. Na weer naar beneden verschuiven van haak 14 en schuifdeel 24 zal bedieningsdeel 16 met nokken 25 weer een kwartslag terug draaien bij bereiken van de onderzijde 20 door de 4 torsiewerking van veer 21, zullen de nokken 25 weer blokkeren en ontstaat weer de toestand zoals getoond in figuren 1, 2 en 3. Aan de bovenzijde van inrichting 1 is de aansluitnok 18 te zien die eerder is genoemd bij figuur 2.
1038391
Claims (5)
- 25 Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het geleidingselement voorzien is van een vering of verend is bevestigd op een wijze dat beweging van de een of meer geleidevlakken mogelijk is in een richting met een verticale component. Conclusie 4 Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de genoemde bevestigingsinrichting is 30 voorzien van een verstelinrichting die zo is ingericht dat bij verstellen van de verstelinrichting de afstand vanaf het genoemde koppelelement, gemeten langs het flexibele aanhangsel of de tussenverbindingsdelen, ten opzichte van het geleidingselement wordt ingesteld, op een wijze die is bedoeld om te kunnen worden uitgevoerd door uitoefening van handkracht bij geringe kracht van de genoemde krachtuitoefening door het koppelelement.
- 35 Conclusie 5 1038391 Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de bevestiging van de genoemde inrichting aan het genoemde draagraamwerk plaatsvindt aan de genoemde verticale lange of platte elementen. Conclusie 6 Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het verbindingsmiddel tussen samenstel(l) en 5 de zak dat bestaat uit het genoemde flexibele aanhangsel of de genoemde tussenverbindingsdelen is vervaardigd uit weinig elastisch materiaal. Conclusie 7 Inrichting volgens conclusie 4, 5 of 6 met het kenmerk dat de inrichting voornamelijk is vervaardigd uit kunststof.
- 10 Conclusie 8 Inrichting volgens een willekeurige der conclusies 4 - 7 met het kenmerk dat het geleidingselement voorzien is van een vering of verend is bevestigd op een wijze dat beweging van de een of meer geleidevlakken mogelijk is in een richting met een verticale component. Conclusie 9
- 15 Inrichting volgens conclusie 4 met het kenmerk dat de inrichting is voorzien van een verend element en waarbij de inrichting twee toestanden kent waartussen met handbediening gekozen kan worden, waarvan een een spantoestand is en de ander een losse toestand, waarbij in de spantoestand de krachtuitoefening van de inrichting via het koppelelement op het flexibele aanhangsel, de tussenverbindingsdelen of de zak plaatsvindt op verende wijze en de verstelling van de positie van 20 de zak, vergeleken met die bij de inrichting volgens conclusie 4, aanvullend of uitsluitend optreedt door het blijven bestaan van de genoemde krachtuitoefening bij gelijktijdig bestaan van de mogelijkheid van variatie van de afstand vanaf het genoemde koppelelement, gemeten langs de baan van het flexibele aanhangsel of de tussenverbindingsdelen ten opzichte van het geleidingselement, van minimaal 10 centimeter bij toepassing binnen het werkgebied en waarbij in 25 de losse toestand het koppelelement alleen geringe tegenkracht ondervindt bij verplaatsing naar een positie die in de genoemde spantoestand sterke tegenkracht van het verende element tot gevolg zou hebben. Conclusie 10 Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de bevestiging van de genoemde inrichting 30 aan het genoemde draagraamwerk plaatsvindt aan de genoemde verticale lange of platte elementen. Conclusie 11 Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de inrichting voornamelijk is vervaardigd uit kunststof. Conclusie 12 Inrichting volgens een willekeurige der conclusies 9-11 met het kenmerk dat het geleidingselement voorzien is van een vering of verend is bevestigd op een wijze dat beweging van de een of meer geleidevlakken mogelijk is in een richting met een verticale component. Conclusie 13
- 5 Inrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk dat de inrichting voorzien is van een element dat passend kan aansluiten op een uitsparing in de bodem van een voorwerp dat op deze inrichting wordt geplaatst. 1 03 8 3 9 1
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1038391A NL1038391C2 (nl) | 2010-11-18 | 2010-11-18 | Bevestiging van een zak aan een draagraamwerk. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1038391A NL1038391C2 (nl) | 2010-11-18 | 2010-11-18 | Bevestiging van een zak aan een draagraamwerk. |
NL1038391 | 2010-11-18 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1038391C2 true NL1038391C2 (nl) | 2012-05-22 |
Family
ID=43899644
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1038391A NL1038391C2 (nl) | 2010-11-18 | 2010-11-18 | Bevestiging van een zak aan een draagraamwerk. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1038391C2 (nl) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE29919937U1 (de) * | 1999-11-12 | 2000-02-10 | Paul Becker GmbH, 79211 Denzlingen | Haltevorrichtung für einen von oben zugänglichen Behälter |
FR2800047A1 (fr) * | 1999-10-21 | 2001-04-27 | Mecaroute | Chassis de support pour maintenir un conteneur souple en position ouverte de remplissage |
FR2939105A1 (fr) * | 2008-11-28 | 2010-06-04 | Michel Lombardo | Dispositif de remplissage de sacs de chantier |
-
2010
- 2010-11-18 NL NL1038391A patent/NL1038391C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2800047A1 (fr) * | 1999-10-21 | 2001-04-27 | Mecaroute | Chassis de support pour maintenir un conteneur souple en position ouverte de remplissage |
DE29919937U1 (de) * | 1999-11-12 | 2000-02-10 | Paul Becker GmbH, 79211 Denzlingen | Haltevorrichtung für einen von oben zugänglichen Behälter |
FR2939105A1 (fr) * | 2008-11-28 | 2010-06-04 | Michel Lombardo | Dispositif de remplissage de sacs de chantier |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
ES2902190T3 (es) | Recipiente de transporte de materiales con eyector y transportador aéreo asociado | |
US9511940B2 (en) | Conveyed goods container for transporting conveyed goods | |
ES2955553T3 (es) | Dispensador de bolsas de basura para receptáculos de basura | |
US7487878B2 (en) | Apparatus for elevating objects stored in a container | |
AU2012367841B2 (en) | Apparatus for self - levelling storing a plurality of objects such as trays | |
US10370144B2 (en) | Foldable tray | |
WO1993004953A1 (en) | Openable container base | |
CH711565A1 (en) | Transport bag for the transport and / or storage of objects and transport device with such a transport bag. | |
EP0002875A1 (en) | A method and an apparatus for loading containers with articles such as post parcels | |
CA2684827A1 (en) | Bag holding apparatus | |
US20130105488A1 (en) | Step garbage can with damper | |
KR101541025B1 (ko) | 쓰레기 자동 수거장치 | |
NL1038391C2 (nl) | Bevestiging van een zak aan een draagraamwerk. | |
US20110017744A1 (en) | Laundry cart with lid and motion damper | |
CA2359134A1 (en) | Refuse bin with tiltable lid | |
KR101517015B1 (ko) | 수박 전용 접이식 컨테이너 | |
GB2488544A (en) | Sack support arrangement | |
EP1949833A1 (en) | Device for storing stimulant packed in filter paper | |
JP6969781B2 (ja) | 物品投入装置 | |
US20120222983A1 (en) | Stackable containers | |
US7353851B2 (en) | Bulk bag filler with hook latch mechanism | |
EP1832207A2 (en) | A device for storing stacked shopping baskets | |
NL8902273A (nl) | Installatie voor het heffen van een last. | |
US1067888A (en) | Bag-holder. | |
GB2484187A (en) | Nesting load containers |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140601 |