NL1037897C2 - Werkwijze en mal voor het vervaardigen van een deel van een vaartuig. - Google Patents

Description

Werkwijze en mal voor het vervaardigen van een deel van een vaartuig

De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze 5 voor het vervaardigen van een deel van een vaartuig.

Bij het vervaardigen van vaartuigen, zoals zeilboten, motorboten, speedboten, sloepen etc., is het bekend om separaat delen, waaronder een romp en een dekopbouw, uit een kunststof composiet, zoals 10 glasvezelversterkt polyester, te vormen de aldus gevormde delen samen te voegen tot één geheel. Daarbij worden bijvoorbeeld de romp en de dekopbouw beiden in een separate mal vervaardigd die een oppervlak heeft dat een tegenvorm vormt van de te vervaardigen romp, respectievelijk 15 dekopbouw. De romp en de dekopbouw worden dan gevormd door op dat oppervlak van de mal lagen van de kunststof composiet aan te brengen, bijvoorbeeld door op dat oppervlak glasvezelmatten te leggen en deze met een applicatieroller te doordrenken met een polyester hars. Vóór het aanbrengen 20 van de kunststof composiet wordt over het algemeen een kunststof hars op het oppervlak van de mal aangebracht, bijvoorbeeld opgespoten, en worden de lagen kunststof composiet op deze kunststof hars aangebracht. De laag kunststof hars wordt aangeduid als de gelcoat. De gelcoat 25 vormt het oppervlak van de romp en de dekopbouw dat na het samenvoegen van de romp en de dekopbouw van buitenaf zichtbaar is. Door middel van de gelcoat wordt bijvoorbeeld vermeden dat de glasvezels bij glasvezelversterkt polyester als kunststof composiet van buitenaf zichtbaar zijn.

30 Na uitharding van de kunststof composiet en de gelcoat worden de aldus gevormde romp en dekopbouw uit de respectieve mallen gehaald en samengevoegd tot één geheel. Vervolgens worden op de gedeelten van het oppervlak van de 1 0 3 78 97 2 dekopbouw waarop tijdens het gebruik van het vaartuig wordt gelopen bedekkingselementen aangebracht, bijvoorbeeld antislip elementen, die dat oppervlak bedekken en waarmee bijvoorbeeld wordt vermeden dat de gebruikers van het 5 vaartuig bij het lopen over het oppervlak van de dekopbouw uitglijden. Dit laatste is van belang aangezien de gelcoat een glad oppervlak vormt, in het bijzonder wanneer het oppervlak nat is. Tevens dienen de bedekkingselementen bijvoorbeeld voor het beschermen van het oppervlak van de 10 dekopbouw tegen beschadigingen. Bekende bedekkingselementen voor de dekopbouw zijn bijvoorbeeld teakhouten planken en ruwe PVC (Polyvinylchloride) platen. Tevens is het bekend om bedekkingselementen, zoals kunststof of rubberen strips, op het buitenoppervlak van de romp aan te brengen om dit 15 oppervlak bijvoorbeeld te beschermen tegen stoten.

Bekend is dat de bedekkingselementen na het samenvoegen van de romp en de dekopbouw bij het afwerken van het vaartuig op het oppervlak van de romp en/of de dekopbouw worden aangebracht, bijvoorbeeld door middel van verlijming. 20 De oppervlakken waarop de bedekkingselementen moeten worden aangebracht dienen daarbij eerst volledig vetvrij en stofvrij te worden gemaakt, waarna de bedekkingselementen op de oppervlakken worden gelijmd. Vervolgens moet de lijm enige tijd uitharden. Tijdens zowel het vetvrij en stofvrij 25 maken van de oppervlakken als het uitharden van de lijm kunnen geen verdere afwerkwerkzaamheden aan de romp en/of de dekopbouw worden uitgevoerd. Daarmee verstoort het aanbrengen van de bedekkingselementen de overige afwerkwerkzaamheden aanzienlijk.

30 De onderhavige uitvinding heeft onder meer ten doel de verstoring van de afwerkingswerkzaamheden als gevolg van het aanbrengen van de bedekkingselementen te verminderen.

3

Daartoe verschaft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een deel van een vaartuig, omvattende - het aanbrengen van een kunststof composiet in een aantal lagen in een mal met een oppervlak dat een tegenvorm 5 vormt van het te vervaardigen deel van het vaartuig, waarbij - het in de mal aanbrengen van bedekkingselementen vóór de stap van het aanbrengen van de lagen van de kunststof composiet, zodat de lagen van de kunststof composiet worden 10 verbonden met de bedekkingselementen.

De werkwijze volgens de uitvinding maakt het mogelijk dat de dekopbouw na het uit de mal verwijderen daarvan reeds is voorzien van de bedekkingselementen.

Daarmee is de verstoring van de afwerkwerkzaamheden na het 15 samenvoegen van de dekopbouw en de romp als gevolg van het aanbrengen van de bedekkingselementen vermeden. Bovendien maakt de werkwijze volgens de uitvinding het bijvoorbeeld mogelijk dat er geen separate verlijming van de bedekkingselementen op de dekopbouw nodig is. De 20 bedekkingselementen worden immers door middel van de kunststof hars van de gelcoat en/of de kunststof hars van de kunststof composiet verbonden met de dekopbouw. Dit heeft in de eerste plaats als voordeel dat de totale doorlooptijd van het vervaardigen van het vaartuig te verminderen is 25 aangezien er geen separate tijd meer nodig is om de lijm te laten uitharden. Bovendien is door het ontbreken van de separate verlijming van de bedekkingselementen de kans op met separate verlijming geassocieerde onvolkomenheden, zoals de insluiting van lucht, kleiner. De insluiting van lucht is 30 een probleem omdat volume veranderingen van de ingesloten lucht als gevolg van temperatuurwisselingen ertoe kunnen leiden dat de lijmverbinding wordt losgewrikt. Doordat in de werkwijze volgens de uitvinding de gelcoat en/of de 4 kunststof composiet gelijkmatig in dunne lagen op het oppervlak van de bedekkingselementen wordt aangebracht, wordt de insluiting van lucht vermeden. Tevens maakt de werkwijze volgens de uitvinding het mogelijk dat de 5 vervaardigde delen van het vaartuig, en daarmee het vaartuig als geheel, lichter kunnen zijn. In de eerste plaats is dit mogelijk als gevolg van het ontbreken van een separate lijmlaag. Daarnaast kunnen de vervaardigde delen lichter zijn doordat de werkwijze het mogelijk maakt dat de 10 bedekkingselementen minder stijf en vormvast kunnen zijn.

Bij de bekende werkwijze moeten de bedekkingselementen zo vormvast en stijf zijn dat er geen vervormingen optreden wanneer bij het aanbrengen een deel van het bedekkingselement reeds in contact is met de lijm op de 15 dekopbouw en een deel nog niet. Door voldoende vormvastheid en stijfheid wordt dan voorkomen dat degene die het bedekkingelement aanbrengt zo'n kracht uitoefent op dat deel dat nog niet met lijm in contact is, dat dat deel vervormd wordt vastgelijmd. Doordat bij de werkwijze volgens de 20 uitvinding de bedekkingselementen eerst in de mal worden aangebracht, zijn vervormingen bij het verbinden van de bedekkingselementen met de kunststof composiet vermeden. Hierdoor kunnen de stijfheid en vormvastheid van de bedekkingselementen kleiner zijn. Dit maakt het mogelijk 25 minder materiaal te gebruiken voor het vormen van de bedekkingselementen die daarmee lichter van gewicht kunnen zijn.

In een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is het te vervaardigen deel van het 30 vaartuig één van een romp en een dekopbouw. De werkwijze is in het bijzonder gunstig voor het vervaardigen van de romp en de dekopbouw, aangezien deze twee delen na de samenvoeging daarvan het uitgangspunt vormen voor de 5 afwerkwerkzaamheden, en het aanbrengen van de bedekkingselementen op deze delen volgens de bekende werkwijzen daarmee per definitie overige afwerkwerkzaamheden verstoren.

5 In een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding zijn in het oppervlak van de mal verdiepingen aangebracht voor het daarin aanbrengen van de bedekkingselementen, waarbij de verdiepingen bij voorkeur de vorm hebben van de aan te brengen bedekkingselementen. Deze 10 verdiepingen maken het mogelijk het positioneren van de bedekkingselementen in het vlak van het oppervlak van de mal te vereenvoudigen. Dit heeft als voordeel dat de tijd die nodig is om de bedekkingselementen te positioneren te verkleinen is.

15 In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat deze de stap van het vóór de stap van het aanbrengen van de kunststof composiet en na de stap van het in de mal aanbrengen van de bedekkingselementen, op ten minste een gedeelte van het 20 oppervlak van de mal dat vrij is van de bedekkingselementen en op ten minste een gedeelte van het van de mal afgekeerde oppervlak van de bedekkingselementen aanbrengen van een gelcoat. Deze maatregel maakt een bijzonder goede aansluiting van de gelcoat op de bedekkingselementen 25 mogelijk. Dit heeft naast het voordeel van een optisch mooi resultaat als voordeel dat bij het aanbrengen van de kunststof composiet, de kunststof hars die daarbij wordt gebruikt en die bij het aanbrengen een relatief lage viscositeit heeft, tussen het oppervlak van de mal en het 30 naar het oppervlak van de mal gekeerde oppervlak van de bedekkingselementen geraakt. In een gunstige uitvoeringsvorm daarvan is het gedeelte van het van de mal afgekeerde oppervlak van de in de mal aangebrachte bedekkingselementen 6 waarop de gelcoat wordt aangebracht het randgedeelte. Deze maatregel maakt een directe verbinding tussen de kunststof composiet en het oppervlak van de bedekkingselementen mogelijk terwijl het hiervoor beschreven voordeel van het 5 aanbrengen van de gelcoat op een gedeelte van het oppervlak van de bedekkingselementen behouden blijft. De directe verbinding tussen de kunststof composiet en het oppervlak van de bedekkingselementen heeft als voordeel dat de verbinding beter kan zijn.

10 In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat deze tevens de stap van het na het aanbrengen van de bedekkingselementen in de mal genereren van een onderdruk tussen het naar de mal gekeerde oppervlak van de bedekkingselementen en het naar de 15 bedekkingselementen gerichte oppervlak van de mal. Deze aanvullende stap maakt mogelijk het positioneren van de bedieningselementen in de mal eenvoudiger. Na het aanbrengen van de onderdruk is bijvoorbeeld vermeden dat de bedekkingselementen verschuiven. In het bijzonder is deze 20 stap gunstig bij het aanbrengen van de bedekkingselementen op een gekromd oppervlak. Dergelijke gekromde oppervlakken zijn veel voorkomend op dekopbouwen om het van de dekopbouw afstromen van bijvoorbeeld water te bevorderen. Bij bedekkingselementen die een zodanige stijfheid hebben dat 25 deze de kromming van het oppervlak van de mal waarop deze worden aangebracht niet uit zichzelf volgen, maakt deze stap van het genereren van een onderdruk het mogelijk de bedekkingselementen tegen het gekromde oppervlak te duwen en deze vast zuigen zodat het bedieningselement de kromming 30 blijft volgen. In een gunstige uitvoeringsvorm van deze stap omvat het gedeelte van het oppervlak van de mal waarop de bedekkingselementen worden aangebracht openingen waar doorheen lucht af te zuigen is voor het genereren van de 7 onderdruk. Een dergelijke mal maakt het mogelijk eenvoudig de onderdruk te genereren. In combinatie met de hiervoor beschreven verdiepingen in het oppervlak van de mal is een bijzonder goede en eenvoudige positionering van de 5 bedekkingselementen in de mal mogelijk.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is de kunststof composiet dat in een aantal lagen wordt aangebracht een vezelversterkt kunststof composiet, bijvoorkeur glasvezelversterkt 10 polyester.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding zijn de bedekkingselementen antislip elementen.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de 15 werkwijze volgens de uitvinding zijn de bedekkingselementen gevormd uit een kunststof composiet. Deze maatregel maakt een zeer goede verbinding tussen de bedekkingselementen en de kunststof composiet waarvan het deel van het vaartuig wordt gevormd mogelijk. Bijzonder gunstige 20 bedekkingselementen van kunststof composiet zijn in de handel verkrijgbaar onder de merknaam Esthec®. Alternatief kunnen de bedekkingselementen bijvoorbeeld van hout zijn, waarbij het van het oppervlak van de mal afgelegen oppervlak van het hout bijvoorbeeld voorzien kan zijn van een laag 25 materiaal dat goed hecht aan het toegepaste kunststof composiet waarvan het deel van het vaartuig wordt gevormd. Ook is het mogelijk dat de bedekkingselementen uit kunststof composiet zijn voorzien van een laag materiaal dat de hechting verbetert met het kunststof composiet dat voor het 30 vormen van het deel van het vaartuig is toegepast.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm zijn de bedekkingselementen plaatvormig. Deze maatregel maakt het aanbrengen van de bedekkingselementen eenvoudig. Het naar 8 het oppervlak van de mal gekeerde oppervlak van het bedekkingselement kan voorzien zijn van een decoratie, bijvoorbeeld in de vorm van groeven, die bijvoorbeeld een traditioneel samenstel van planken suggereert, of elk ander 5 gewenst patroon. Tevens kunnen de bedekkingselementen zelf plankvormig zijn.

De onderhavige uitvinding betreft tevens een mal voor het vervaardigen van een deel van een vaartuig, bijvoorkeur één van de dekopbouw en de romp, omvattende een 10 oppervlak dat een tegenvorm vormt van het te vervaardigen deel van het vaartuig, waarbij het oppervlak van de mal een positioneerconstructie omvat voor het in de mal positioneren van bedekkingselementen. Een dergelijke mal maakt bij de toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding zoals 15 hiervoor beschreven een eenvoudige positionering van de bedekkingselementen mogelijk.

In een gunstige uitvoeringsvorm van de mal volgens de uitvinding omvat de positioneerconstructie verdiepingen voor het daarin aanbrengen van bedekkingselementen, waarbij 20 de verdiepingen bij voorkeur de vorm hebben van de aan te brengen bedekkingselementen. Deze maatregel maakt een eenvoudige positionering van de bedekkingselementen in het vlak van het oppervlak van de mal mogelijk.

In een alternatieve of aanvullende uitvoeringsvorm 25 omvat de positioneerconstructie openingen waar doorheen lucht af te zuigen is voor het genereren van een onderdruk tussen het naar de mal gekeerde oppervlak van de bedekkingselementen en het naar de bedekkingselementen gerichte oppervlak van de mal. Deze maatregel maakt een 30 eenvoudige positionering van de bedekkingselementen op een gekromd oppervlak van de mal mogelijk.

De onderhavige uitvinding betreft tevens een deel van een vaartuig, bijvoorkeur één van een romp en een 9 dekopbouw, vervaardigd volgens de werkwijze volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven, alsook een vaartuig omvattende een aantal delen, bijvoorkeur één van een romp en een dekopbouw, vervaardigd volgens de werkwijze volgens de 5 uitvinding zoals hiervoor beschreven. Dergelijke delen van een vaartuig en een dergelijk vaartuig hebben ten opzichte van de delen van een vaartuig en vaartuigen waarbij de bedekkingselementen op delen, zoals de romp en de dekopbouw zijn gelijmd, bijvoorbeeld als voordeel dat deze lichter van 10 gewicht kunnen zijn door onder andere het ontbreken van de lijmlaag.

De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, die in de bijgevoegde tekening zijn getoond. Het betreffen 15 niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. In de aanzichten zijn dezelfde of vergelijkbare onderdelen, componenten en elementen aangeduid met dezelfde referentienummers. In de tekening toont: - fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een romp en 20 een dekopbouw van een vaartuig; - fig. 2 een aanzicht in dwarsdoorsnede van een mal voor het vervaardigen van een dekopbouw met daarin een vervaardigde dekopbouw; - fig. 3 een schematische weergave van de werkwijze 25 volgens de uitvinding; - fig. 4 een aanzicht in dwarsdoorsnede van een dekopbouw vervaardigd volgens de werkwijze zoals getoond in figuur 3; - fign. 5A en 5B een schematische weergave van een 30 alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze zoals getoond in figuur 3, alsook een aanzicht in dwarsdoorsnede van een mal volgens de uitvinding; 10 - fig. 6 een aanzicht in dwarsdoorsnede van een dekopbouw vervaardigd volgens de werkwijze zoals getoond in figuren 5A en 5B; - fign. 7A en 7B een schematische weergave van twee 5 alternatieve uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding, alsook een aanzicht in dwarsdoorsnede van een gedeelte van de mal in twee alternatieve uitvoeringsvormen volgens de uitvinding.

In figuur 1 zijn een romp 1 en een dekopbouw 2 10 getoond als delen van een vaartuig. De romp 1 en de dekopbouw 2 vormen na samenvoeging daarvan de basis van het vaartuig, ook wel het casco genoemd. Het vaartuig zou in het getoonde geval een zeilboot zijn met kiel 3. Het vaartuig zou tevens van een ander type kunnen zijn, bijvoorbeeld 15 motorboot, speedboot, sloep, etc. Getoond is dat op de dekopbouw 2 bedekkingselementen 4 zijn aangebracht. Deze bedekkingselementen 4 zijn bijvoorbeeld plaatvormig waarbij groeven in het in gebruik zichtbare oppervlak zijn gefreesd, zodat is gesuggereerd dat de platen uit losse planken 20 bestaan. Andere patronen zijn echter ook mogelijk.

In figuur 2 is een dwarsdoorsnede getoond van een mal 5 met behulp waarvan een dekopbouw 6 op bekende wijze is gevormd. Getoond is dat de mal een oppervlak 7 heeft dat een tegenvorm vormt van de vervaardigde dekopbouw 6. Volgens een 25 bekende werkwijze voor het vervaardigen van een vaartuig wordt de dekopbouw 6 uit de mal 5 genomen, en vervolgens op een romp 1 geplaatst en daaraan verbonden. Vervolgens worden de bedekkingselementen 4, na het stofvrij en vetvrij maken van de oppervlakken van de dekopbouw 6 waarop de 30 bedekkingselementen 4 moeten worden aangebracht, op de dekopbouw 6 gelijmd. De romp 1 uit figuur 1 kan op dezelfde wijze zijn gevormd.

11

In figuur 3 is schematisch de werkwijze volgens de uitvinding getoond voor het vervaardigen van een dekopbouw 2 als deel van een vaartuig, zoals getoond in figuur 1 waarbij de dekopbouw 2 reeds is voorzien van de bedekkingselementen 5 4 vóór het aan de romp 1 bevestigen van de dekopbouw 2. In figuur 3 is getoond dat de bedekkingselementen 4 met het decoratieve oppervlak daarvan gericht naar het oppervlak 7 van de mal 5, op het oppervlak 7 van de mal 5 zijn aangebracht. Door middel van de afbeelding A van een 10 spuitinrichting 8 is schematisch aangegeven, dat na het in de mal 5 aanbrengen van de bedekkingselementen 4 op ten minste een gedeelte van het oppervlak 7a van de mal dat vrij is van de bedekkingselementen 4 en op ten minste een gedeelte van het van de mal 5 afgekeerde oppervlak 4a van de 15 bedekkingselementen 4, een gelcoat 9 in de vorm van een kunststof hars wordt aangebracht. Door middel van de afbeelding B van een applicatieroller 10 en de als glasvezelmat 11 getoonde vezelmat is schematisch aangegeven dat na het aanbrengen van de bedekkingselementen 4 en na het 20 aanbrengen van de gelcoat 9, een kunststof composiet in de vorm van bijvoorbeeld vezelmatten 11, zoals glasvezelmatten, die in een nog niet uitgeharde kunststof hars, zoals polyester, zijn gedrenkt, in de mal 5 wordt aangebracht, zodat op de gelcoat 9 en op de bedekkingselementen 4 laag 25 voor laag de dekopbouw 2 wordt gevormd. Zo worden de lagen van de kunststof composiet, al dan niet via de aangebrachte laag gelcoat 9, verbonden met de bedekkingselementen 4. Na het uitharden van de gelcoat en de kunststof composiet wordt de dekopbouw 2 uit de mal genomen. In figuur 4 is de 30 resulterende dekopbouw 2 in dwarsdoorsnede getoond. Doordat de bedekkingselementen in de mal op het oppervlak 7 van de mal 5 werd aangebracht zoals getoond in figuur 3, zijn de bedekkingselementen 4 in het boven gelegen oppervlak 2a van 12 de dekopbouw 2 verzonken. Doordat de gelcoat voor het aanbrengen van de kunststof composiet werd aanbracht is aan het bovengelegen oppervlak 2a van de dekopbouw 2 de gelcoat zichtbaar en zijn aan het ondergelegen oppervlak 2b de in 5 polyester ingebedde glasvezelmatten zichtbaar.

In figuren 5A en 5B is een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze zoals getoond in figuur 3 getoond. In figuur 5A is getoond dat de bedekkingselementen 4 met het decoratieve oppervlak 4b daarvan gericht zijn naar 10 het oppervlak 7 van de mal 5. In het oppervlak van de mal 5 is een positioneerconstructie 12 vormgegeven in de vorm van verdiepingen 13, waarin de bedekkingselementen 4 aan te brengen zijn. Zoals getoond hebben deze verdiepingen 13 de vorm van de aan te brengen bedekkingselementen 4 in 15 dwarsdoorsnede, zodat de bedekkingselementen 4 eenvoudig in de verdiepingen 13 te positioneren zijn. Tevens kunnen de verdiepingen 13 in het vlak loodrecht op het in de figuur getoonde vlak dezelfde vorm in omtrek hebben als de vorm van de bedekkingselementen 4 in dat vlak. In figuur 5B is 20 getoond dat de bedekkingselementen 4 in de verdiepingen 13 zijn aangebracht. Door middel van de afbeelding A van een spuitinrichting 8 is schematisch aangegeven, dat na het in de mal 5 aanbrengen van de bedekkingselementen 4 op ten minst een gedeelte van het oppervlak 7a van de mal dat vrij 25 is van de bedekkingselementen 4 en op ten minste een gedeelte van het van de mal 5 afgekeerde oppervlak 4a van de bedekkingselementen 4 een gelcoat 9 in de vorm van een kunststof hars wordt aangebracht. Door middel van de afbeelding B van een applicatieroller 10 en de als 30 glasvezelmat 11 getoonde vezelmat is schematisch aangegeven dat na het aanbrengen van de bedekkingselementen 4 en na het aanbrengen van de gelcoat 9 een kunststof composiet, in de vorm van bijvoorbeeld vezelmatten 11, zoals glasvezelmatten, 13 die in een nog niet uitgeharde kunststof hars, zoals polyester, zijn gedrenkt, in de mal 5 wordt aangebracht, zodat op de gelcoat 9 en op de bedekkingselementen 4 laag voor laag de dekopbouw 2 wordt gevormd. Zo worden de lagen 5 van de kunststof composiet, al dan niet via de aangebrachte laag gelcoat 9, verbonden met de bedekkingselementen 4. Na het uitharden van de gelcoat en de kunststof composiet wordt de dekopbouw 2 uit de mal genomen. In figuur 6 is de resulterende dekopbouw 2 in dwarsdoorsnede getoond. Doordat 10 de bedekkingselementen 4 in de mal in verdiepingen 13 in het oppervlak 7 van de mal 5 werden aangebracht, zoals getoond in figuren 5A en 5B, liggen de bedekkingselementen 4 op het boven gelegen oppervlak 2a van de dekopbouw 2. Doordat de gelcoat vóór het aanbrengen van de kunststof composiet werd 15 aanbracht is aan het bovengelegen oppervlak 2a van de dekopbouw 2 de gelcoat zichtbaar en zijn aan het ondergelegen oppervlak 2b de in polyester ingebedde glasvezelmatten zichtbaar. Indien de verdiepingen 13 minder diep zouden zijn, zou het resultaat zijn dat de 20 bedekkingselementen gedeeltelijk in het oppervlak 2a van de dekopbouw 2 zijn verzonken.

In figuren 7A en 7B zijn schematisch twee uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding getoond, alsook een aanzicht in dwarsdoorsnede van een 25 gedeelte van de mal in twee alternatieve uitvoeringsvormen, welk gedeelte nabij een in de mal 5 aangebracht bedekkingselement 4 is gelegen.

In figuur 7A is getoond dat in het oppervlak 7 van de mal 5 een positioneerconstructie 14 is aangebracht in de 30 vorm van openingen 15 waar doorheen via afzuigkanaal 16 lucht af te zuigen is voor het genereren van een onderdruk tussen het naar de mal 5 gekeerde oppervlak 4b van het bedekkingselement 4 en het naar het bedekkingselement 4 14 gerichte oppervlak 7b van de mal 5. Zoals is getoond is op dit oppervlak 7b met openingen 15 het bedekkingselement 4 aangebracht, waarna op het gedeelte van het oppervlak 7a van de mal dat vrij is van het bedekkingselement 4 en het 5 randgedeelte 4ai van het van de mal 5 afgekeerde oppervlak 4a van de bedekkingselementen 4, een gelcoat 9 in de vorm van een kunststof hars is aangebracht. De gelcoat 9 is bijvoorbeeld door middel van een spuitproces aangebracht, zoals schematisch getoond in figuur 3. De gelcoat 9 sluit 10 het randgedeelte 4ai luchtdicht af. Door via de openingen 15 en het afzuigkanaal 16 lucht weg te zuigen wordt tussen het naar de mal gekeerde oppervlak 4b van het bedekkingselement 4 en het naar het bedekkingselement 4 gerichte oppervlak 7b van de mal een onderdruk gegenereerd, waardoor het 15 bedekkingselement 4 tegen het naar het bedekkingselement 4 gerichte oppervlak 7b van de mal 5 wordt aangezogen. Als gevolg daarvan neemt het bedekkingselement 4 de vorm van het naar het bedekkingselement 4 gerichte oppervlak 7b van de mal 5 aan en wordt vermeden dat het bedekkingselement 20 verschuift. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is het naar het bedekkingselement 4 gerichte oppervlak 7b van de mal 5 vlak. Dit oppervlak kan ook gekromd zijn, zodat het bedekkingselement 4 in de kromming van het oppervlak 7b wordt geforceerd. Door middel van de afbeelding B van een 25 applicatieroller 10 en de vezelmat 11 is schematisch aangegeven dat na het aanbrengen van de bedekkingselementen 4 en na het aanbrengen van de gelcoat 9 een kunststof composiet, in de vorm van bijvoorbeeld vezelmatten 11, zoals glasvezelmatten, die in een nog niet uitgeharde kunststof 30 hars, zoals polyester, zijn gedrenkt, in de mal 5 wordt aangebracht, zodat op de gelcoat 9 en op het niet met gelcoat bedekte oppervlak 4a2 van het bedekkingselementen 4 laag voor laag de dekopbouw 2 wordt gevormd. Bij de 15 resulterende dekopbouw 2 zal ter plaatse van het oppervlak 4ai van het bedekkingselement 4 de kunststof composiet in de vorm van in kunststof hars gedrenkte vezelmatten 11 via de gelcoat 9 zijn verbonden met het bedekkingselement 4, 5 terwijl ter plaatse van het oppervlak 4a2 van het bedekkingselement 4 de kunststof composiet in de vorm van in kunststof hars gedrenkte vezelmatten 11 direct zijn verbonden met het bedekkingselement 4.

In figuur 7B is getoond dat in het oppervlak 7 van 10 de mal 5 een positioneerconstructie 17 is aangebracht in de vorm van openingen 15 waar doorheen via afzuigkanaal 16 lucht af te zuigen is voor het genereren van een onderdruk tussen het naar de mal 5 gekeerde oppervlak 4b van het bedekkingselement 4 en het naar het bedekkingselement 4 15 gerichte oppervlak 7b van de mal 5. Tevens omvat de positioneerconstructie 17 de verdieping 13 van figuren 5A en 5B. Zoals is getoond is op het oppervlak 7b met openingen 15 en in de verdieping 13 het bedekkingselement 4 aangebracht, waarna op het gedeelte van het oppervlak 7a van de mal dat 20 vrij is van het bedekkingselement 4 en het randgedeelte 4ai van het van de mal 5 afgekeerde oppervlak 4a van de bedekkingselementen 4 een gelcoat 9 in de vorm van een kunststof hars is aangebracht. De gelcoat 9 is bijvoorbeeld door middel van een spuitproces aangebracht, zoals 25 schematisch getoond in figuur 3. De gelcoat 9 sluit het randgedeelte 4ai luchtdicht af. Door vervolgens via de openingen 15 en het afzuigkanaal 16 lucht weg te zuigen wordt tussen het naar de mal gekeerde oppervlak 4b van het bedekkingselement 4 en het naar het bedekkingselement 4 30 gerichte oppervlak 7b van de mal een onderdruk gegenereerd, waardoor het bedekkingselement 4 tegen het naar het bedekkingselement 4 gerichte oppervlak 7b van de mal 5 wordt aangezogen. Als gevolg daarvan neemt het bedekkingselement 4 16 de vorm van het naar het bedekkingselement 4 gerichte oppervlak 7b van de mal 5 aan en wordt vermeden dat het bedekkingselement verschuift. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is het naar het bedekkingselement 4 5 gerichte oppervlak 7b van de mal 5 vlak. Dit oppervlak kan ook gekromd zijn, zodat het bedekkingselement 4 in de kromming van het oppervlak 7b wordt geforceerd. Door middel van de afbeelding B van een applicatieroller 10 en de vezelmat 11 is schematisch aangegeven dat na het aanbrengen 10 van de bedekkingselementen 4 en na het aanbrengen van de gelcoat 9, een kunststof composiet, in de vorm van bijvoorbeeld vezelmatten 11 die in een nog niet uitgeharde kunststof hars zijn gedrenkt, in de mal 5 wordt aangebracht, zodat op de gelcoat 9 en op het niet met gelcoat 9 bedekte 15 oppervlak 4a2 van het bedekkingselementen 4 laag voor laag de dekopbouw 2 wordt gevormd. Bij de resulterende dekopbouw 2 zal ter plaatse van het oppervlak 4ai van het bedekkingselement 4 de kunststof composiet in de vorm van in een kunststof hars gedrenkte vezelmatten 11 via de gelcoat 9 20 zijn verbonden met het bedekkingselement 4, terwijl ter plaatse van het oppervlak 4a2 van het bedekkingselement 4 de kunststof composiet in de vorm van in een kunststof hars gedrenkte vezelmatten 11 direct zijn verbonden met het bedekkingselement 4.

25 In de figuren is getoond dat de dekopbouw 2 wordt vervaardigd volgens de werkwijze en door middel van de mal volgens de uitvinding. Tevens zou de romp 1 volgens de werkwijze volgens de uitvinding kunnen worden vervaardigd en zo kunnen worden voorzien van bijvoorbeeld een 30 bedekkingselement 4 aan het in gebruik buitengelegen oppervlak van de romp 1, bijvoorbeeld in de vorm van een stootrand.

17

In de figuren zijn de bedekkingselementen 4 getoond als plaatvormige elementen. De bedekkingselementen kunnen bijvoorbeeld ook plank of strookvormig zijn, of zelfs ronde elementen zijn die verdeeld zijn over het te bedekken 5 oppervlak.

De getoonde bedekkingselementen 4 zijn bijvoorkeur gevormd uit een kunststof composiet. Bijzonder gunstige bedekkingselementen van kunststof composiet zijn in de handel verkrijgbaar onder de merknaam Esthec®. Ook kunnen de 10 bedekkingselementen bijvoorbeeld van hout zijn.

1037897

Claims (16)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een deel van een vaartuig, omvattende 5. het aanbrengen van een kunststof composiet in een aantal lagen in een mal met een oppervlak dat een tegenvorm vormt van de te vervaardigen deel van het vaartuig, waarbij - het in de mal aanbrengen van bedekkingselementen vóór 10 de stap van het aanbrengen van de lagen van de kunststof composiet, zodat de lagen van de kunststof composiet worden verbonden met de bedekkingselementen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij 15 het te vervaardigen deel van het vaartuig één is van de romp en de dekopbouw.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij - in het oppervlak van de mal verdiepingen zijn aangebracht . 20 voor het daarin aanbrengen van de bedekkingselementen, waarbij de verdiepingen bij voorkeur de vorm hebben van de aan te brengen bedekkingselementen.

4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 25 en met 3, omvattende - het vóór de stap van het aanbrengen van de kunststof composiet en na de stap van het in de mal aanbrengen van de bedekkingselementen, op ten minste een gedeelte van het oppervlak van de mal dat vrij is van de bedekkingselementen 30 en op ten minste een gedeelte van het van de mal afgekeerde oppervlak van de bedekkingselementen aanbrengen van een gelcoat. 1 03 78 97

5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij - het gedeelte van het van de mal afgekeerde oppervlak van de in de mal aangebrachte bedekkingselementen waarop de gelcoat wordt aangebracht het randgedeelte is. 5

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, tevens omvattende: - het na het aanbrengen van de bedekkingselementen in de mal genereren van een onderdruk tussen het naar de mal 10 gekeerde oppervlak van de bedekkingselementen en het naar de bedekkingselementen gerichte oppervlak van de mal.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij - het gedeelte van het oppervlak van de mal waarop de 15 bedekkingselementen worden aangebracht openingen omvat waar doorhéén lucht af te zuigen is voor het genereren van de onderdruk.

8. Werkwijze volgens één van de voorgaande 20 conclusies, waarbij - de kunststof composiet dat in een aantal lagen wordt aangebracht een vezelversterkt kunststof composiet is, bijvoorkeur glasvezelversterkt polyester.

9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij - de bedekkingselementen antislip elementen zijn.

10. Werkwijze volgens één van de voorgaande 30 conclusies, waarbij - de bedekkingselementen zijn gevormd uit een kunststof composiet.

11. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij - de bedekkingselementen plaatvormig zijn.

12. Mal voor het vervaardigen van een deel van een vaartuig, omvattende - een oppervlak dat een tegenvorm vormt van het te vervaardigen deel van het vaartuig, bijvoorkeur één van de romp en de dekopbouw, 10 waarbij - het oppervlak van de mal een positioneerconstructie omvat voor het in de mal positioneren van bedekkingselementen.

13. Mal volgens conclusie 12, waarbij - de positioneerconstructie verdiepingen omvat voor het daarin aanbrengen van bedekkingselementen, waarbij de verdiepingen bij voorkeur de vorm hebben van de aan te brengen bedekkingselementen.

14. Mal volgens conclusie 12 of 13, waarbij - de positioneerconstructie openingen omvat waar doorheen lucht af te zuigen is voor het genereren van een onderdruk tussen het naar de mal gekeerde oppervlak van de 25 bedekkingselementen en het naar de bedekkingselementen gerichte oppervlak van de mal.

15. Deel van een vaartuig vervaardigd volgens de werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot en met 11. 30

16. Vaartuig omvattende een aantal delen dat is vervaardigd volgens de werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot en met 11. 1037897