NL1037887C2 - Fundatie-element voor het funderen van een bouwwerk, zoals een woning, werkwijze voor het vormen van een fundatie-element, en werkwijze voor het funderen van een bouwwerk. - Google Patents

Description

I.

Fundatie-element voor het funderen van een bouwwerk, zoals een woning, werkwijze voor het vormen van een fundatie-element, en werkwijze voor het funderen van een bouwwerk 5 De onderhavige uitvinding betreft een fundatie- element voor het funderen van een bouwwerk, zoals een woning.

Een fundatie dient voor de ondersteuning van een bouwwerk. Fundaties zijn opgebouwd uit eén aantal fundatie-10 elementen. Zo kan een fundatie bijvoorbeeld zijn gevormd door een veelvoud fundatie-elementen in de vorm van fundatie-palen die in de grond waarop het bouwwerk moet komen te staan worden geslagen. Het bouwwerk wordt dan op de fundatie-palen aangebracht, zodat deze het bouwwerk dragen 15 en het gewicht van het bouwwerk doorleiden naar de grond.

Tevens zijn bakvormige fundatie-elementen bekend, zoals betonnen kelderbakken. Deze kelderbakken bestaan uit een bak met betonnen wanden die in de grond waarop het bouwwerk moet komen te staan wordt geplaatst. Het bouwwerk 20 wordt vervolgens op de kelderbak aangebracht, zodat de kelderbak het bouwwerk draagt en het gewicht van het bouwwerk doorleidt naar de grond. De betonnen zijwanden van de kelderbak moeten daarbij zodanig zijn vormgegeven dat deze het bouwwerk kunnen dragen. Het voordeel van een 25 kelderbak als fundatie-element is dat de binnenruimte van de bak die is omsloten door de betonnen wanden kan dienen als kelder. Met name in gebieden waar het grondwaterpeil relatief hoog staat is het bovendien van belang dat betonnen wanden zodanig op elkaar aansluiten en zodanig dik zijn dat 30 het indringen van water in de kelderbak door de wanden heen of langs de aansluitingen .tussen de wanden wordt vermeden.

Fundatie-elementen in de vorm van betonnen bakken worden tevens toegepast bij het drijvend funderen van een 1037887 2 bouwwerk in water. Bij een dergelijke toepassing wordt een betonnen bak zodanig ontworpen dat deze drijft op het water. Daarbij moeten de betonnen wanden tevens zodanig op elkaar aansluiten en zodanig dik zijn dat het indringen van water 5 in de kelderbak door de wanden heen of langs de aansluitingen tussen de wanden wordt vermeden. Daarnaast moet de betonnen bak voldoende drijfvermogen hebben. Het drijfvermogen van een dergelijke betonnen bak is bijvoorbeeld te vergroten door middel van het aan de 10 buitenzijde van de betonnen bak aanbrengen van drijflichamen. Ook de door een dergelijke betonnen bak gevormde binnenruimte is bijvoorbeeld te gebruiken als kelder of als leefruimte.

Vanwege het gewicht en de afmetingen van een 15 voltooide betonnen bak die dient als fundatie-element en bovendien als bijvoorbeeld kelder of leefruimte, worden dergelijk betonnen bakken over het algemeen vervaardigd op de bouwlocatie waar het bouwwerk moet worden geplaatst. Deze wijze van het vervaardigen van de betonnen bakken op de 20 bouwlocatie kost aanzienlijk veel tijd, waarbij bovendien over het algemeen de omstandigheden niet ideaal zijn voor de verschillende vervaardigingstappen, zoals de stap van het uitharden van het beton.

Tevens is het mogelijk de betonnen bak in delen in 25 een fabriek te vervaardigen, de delen te transporteren naar de bouwlocatie waar het bouwwerk moet worden geplaatst en op deze bouwlocatie delen samen te voegen tot een betonnen bak. Het gewicht van de delen maakt daarbij het transport van de delen van de vervaardiginglocatie naar de bouwlocatie 30 moeizaam. Bovendien blijkt het niet eenvoudig de verschillende delen betrouwbaar samen te voegen tot één betonnen bak. In het bijzonder bij de toepassing van de 3 bekende betonnen bakken voor het drijvend funderen van een bouwwerk in water kan dit leiden tot ongewenste lekkages.

Het fundatie-element volgens de uitvinding omvat een bak gevormd door een aantal wanden van een kunststof 5 materiaal, welke wanden een in gebruik naar boven open binnenruimte omsluiten, en een in de bak geplaatste draagconstructie voor het dragen van het bouwwerk. Dankzij de in de bak geplaatste draagconstructie is het mogelijk dat een aantal van de wanden die de bak vormen het bouwwerk niet 10 hoeven te kunnen dragen zoals dat het geval is bij de wanden van de bekende betonnen bakken die dienen als fundatie-element. De niet dragende wanden hebben alleen nog een functie als barrière tegen het in de door de wanden omsloten binnenruimte doordringen van ongewenste elementen, zoals het 15 medium waarin het fundatie-element is geplaatst, zoals aarde en water. Doordat deze wanden het bouwwerk niet hoeven te kunnen dragen, kunnen deze wanden van de bak van het fundatie-element eenvoudig zijn vormgegeven, zodat deze kosten gunstig en eenvoudig van kunststof materiaal te 20 vervaardigen zijn. De toepassing van kunststof materiaal voor de wanden van de bak maakt het ten opzichte van de toepassing van beton voor de wanden van de bekende betonnen bakken tevens mogelijk, dat betere barrière eigenschappen van de wanden te verwezenlijken zijn in combinatie met een 25 een betere resistentie van de wanden tegen aantasting van de wanden als gevolg van het mileu waaraan de wanden worden bloodgesteld en een lichter gewicht. Hierdoor is het mogelijk met de wanden van kunststof materiaal een barrière te verwezenlijken die beter functioneert en beter afgestemd 30 is op de specifieke toepassing dan dat mogelijk is met betonnen wanden. Bovendien zijn reeds vervaardigde wanden van kunststof materiaal ten opzichte van reeds vervaardigde wanden van beton eenvoudiger met elkaar te verbinden, 4 bijvoordeeld door middel van kunststof lassen, waarbij de verbinding bovendien in mindere mate een zwakke schakel vormt in de barrière die de wanden vormen. In combinatie met het lichtere gewicht van de wanden van kunststof materiaal 5 is het hierdoor ten opzichte van de toepassing van betonnen wanden eenvoudiger om de wanden op een vervaardigingslocatie te vervaardigen, naar een bouwlocatie te transporteren en op de bouwlocatie onderling te verbinden tot een bak. Doordat de wanden van de bak volgens de uitvinding de barrière 10 vormen tegen het in de door de wanden omsloten binnenruimte doordringen van ongewenste elementen, hoeft de draagconstructie deze functie niet te vervullen. Daardoor kan de draagconstructie specifiek worden ontworpen voor het dragen van het specifieke bouwwerk waarvoor deze zal worden 15 toegepast zonder dat rekening hoeft worden gehouden met de barrière eigenschappen van de draagconstructie. Dit laatste is niet mogelijk bij de bekende betonnen bakken waarbij de betonnen wanden zowel de hiervoor 'beschreven barrière vormen als de draagconstructie. Daarmee is de vrijheid met 20 betrekking tot het ontwerp van de draagconstructie vergroot. Bovendien is de draagconstructie zoals deze in de uitvinding wordt toegepast, beschermd tegen aantasting door het milieu waarin het fundatie-element volgens de uitvinding wordt geplaatst, zodat bij het ontwerp van de draagconstructie 25 minder rekening hoeft te worden gehouden met dergelijke aantasting. Dit resulteert in een verdere vergroting van de vrijheid met betrekking tot het ontwerp van de draagconstructie. De vergrote ontwerpvrijheid maakt het bijvoorbeeld mogelijk de draagconstructie zo vorm te geven 30 dat deze eenvoudig op een vervaardigingslocatie te vervaardigen, naar een bouwlocatie te transporteren en op de bouwlocatie te assembleren is. Samen met de wanden van kunststof materiaal die eenvoudig op een 5 vervaardigingslocatie te vervaardigen, naar een bouwlocatie te transporteren en op de bouwlocatie onderling te verbinden zijn tot een bak, is het daarmee mogelijk dat het fundatie-element volgens de uitvinding ten opzichte van de bekende 5 betonnen bakken als fundatie-element eenvoudiger op een vervaardigingslocatie te vervaardigen, naar een bouwlocatie te transporteren en op de bouwlocatie samen te stellen is, en bovendien beter af te stemmen is op het specifieke bouwwerk en het specifieke medium waarin het bouwwerk moet 10 worden gefundeerd.

In een gunstige uitvoeringvorm van het fundatie-element volgens de uitvinding is het kunststof materiaal vezel versterkt. De maatregel maakt het mogelijk dat de wanden van kunststof materiaal die de bak vormen sterker te 15 maken zijn.

In een verdere gunstige uitvoeringvorm van het fundatie-element volgens de uitvinding is het kunststof materiaal High-density polyethyleen (HDPE). Deze maatregel maakt het mogelijk dat de wanden die de bak vormen een goede 20 weerstand bieden tegen aantasting onder invloed van het milieu waaraan de wanden worden blootgesteld wanneer deze in een medium zoals water en grond worden geplaatst, en bovendien kostengunstig te vervaardigen zijn. Dit heeft als voordeel dat het fundatie-element zeer geschikt is voor het 25 funderen van een bouwwerk in een medium zoals water en grond.

In een verdere gunstige uitvoeringvorm van het fundatie-element volgens de uitvinding zijn de wanden ten minste in de richting van de buitenzijde daarvan naar de 30 binnenzijde daarvan fluïdumwerend, bij voorkeur in hoofdzaak fluïdumdicht, vormgegeven. Deze maatregel maakt het mogelijk dat de wanden een goede barrière vormen tegen het van buitenaf in de door de wanden omsloten binnenruimte dringen 6 van een fluïdum zoals bijvoorbeeld water of lucht. Dit heeft als voordeel dat het fundatie-element zeer geschikt is voor het funderen van een bouwwerk in een medium zoals water en grond met bijvoorbeeld een hoog grondwaterpij1. 'Om een 5 barrière te vormen tegen het door de wanden van de bak heen in de binnenruimte dringen van water, zijn de wanden bij voorkeur i'n hoofdzaak waterdicht vormgegeven.

In een verdere gunstige uitvoeringvorm van het fundatie-element volgens de uitvinding omvat de bak een 10 bodemwand, en ten minst één zich vanuit de bodemwand uitstrekkende zijwand, zodat de bodemwand en de ten minste ene zijwand de in gebruik naar boven open binnenruimte omsluiten. Deze maatregelen maken het mogelijk dat de binnenruimte die door de wanden worden omsloten bijzonder 15 geschikt is om te dienen als bijvoorbeeld kelderruimte of leefruimte. Bovendien maken deze maatregelen het mogelijk de bak gevormd door wanden van kunststof materiaal te vormen uit vlakke platen van het kunststof materiaal. Dit heeft als voordeel dat de bak gevormd door wanden van kunststof 20 materiaal bijzonder kosten gunstig te vervaardigen en te transporteren zijn. Bij deze uitvoeringsvorm kunnen de krachten als gevolg van het gewicht van het bouwerk op gunstige wijze via de draagcontructie worden verdeeld over het oppervlak van de bodemwand.

25 In een gunstige uitvoeringvorm van het fundatie- element volgens de uitvinding strekken een aantal verstijvingsribben, welke verstijvingsribben zich vanuit ten minste één van de wanden uitstrekken. Deze maatregel maakt het mogelijk de wanden van de bak te verstijven. Deze 30 maatregel is in combinatie met de toepassing van een vlakke plaat als wand bijzonder gunstig te verwezenlijken door middel van een extrusie-proces waarin de vlakke plaat en de 7 verstijvingsribben als één geheel uit een kunststof materiaal worden gevormd.

In een gunstige uitvoeringvorm van het fundatie-element volgens de uitvinding omvat het fundatie-element 5 stelmiddelen voor het in gebruik stellen van het fundatie-element ten opzichte van het medium waarin het fundatie-element in gebruik is aangebracht. De maatregel maakt het mogelijk de positie van het fundatie-element ten opzichte van het medium waarin het fundatie-element is aangebracht te 10 beïnvloeden is en daarmee de positie van het aan het fundatie-element aangebrachte gedeelte van het bouwwerk ten opzichte van dat medium. Deze maatregel is bijzonder voordelig bij de toepassing van het fundatie-element volgens de uitvinding voor het drijvend funderen van een bouwwerk in 15 water.

In een gunstige uitvoeringvorm daarvan omvatten de stelmiddelen ten minste één door stelwanden omsloten, in gebruik naar onder open stelruimte aan de buitenzijde van de bak. Deze maatregel maakt het bijvoorbeeld mogelijk door 20 middel van het in de stelruimte brengen van een stelfluïdum met een dichtheid die kleiner is dan de dichtheid van het medium waarin het fundatie-element is aangebracht, een opwaartse kracht te verwezenlijken die het fundatie-element in een opwaartse richting forceert. Bij de toepassing van 25 het fundatie-element voor het drijvend funderen van een bouwwerk in water, is bijvoorbeeld lucht als stelfluïdum toepasbaar. In gebruik moet de naar onder gerichte opening van de stelruimte dan wel onder de waterspiegel zijn gelegen. In een gunstige uitvoeringsvorm van het fundatie-30 element volgens de uitvinding waarbij de bak een bodemwand, en ten minste één zich vanuit de bodemwand uitstrekkende zijwand omvat, is de in gebruik naar onder open stelruimte gevormd door de bodemwand en een aantal zich vanuit de 8 bodemwand naar in gebruik onder uitstrekkende stelwanden. Deze maatregel maakt een eenvoudige en effectieve verwezenlijking van de stelruimte mogelijk.

In een gunstige uitvoeringvorm van het fundatie-5 element volgens de uitvinding met ten minste één door stelwanden omsloten, in gebruik naar onder open stelruimte aan de buitenzijde van de bak, omvat het fundatie-element middelen voor het in de stelruimte brengen van een stelfluïdum, bij voorkeur een stelfluïdum met een dichtheid 10 die kleiner is dan de dichtheid van het medium waarin het fundatie-element in gebruik is aangebracht, meer bijvoorkeur een stelfluïdum met een dichtheid die kleiner is dan water, meer bijvoorkeur lucht. Deze maatregel maakt het mogelijk om op eenvoudige wijze het stelfluïdum in de stelruimte te 15 brengen en zo het fundatie-element te stellen.

In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm van het fundatie-element volgens de uitvinding dat is voorzien van stelmiddelen, omvatten de stelmiddelen ballastelementen die bij voorkeur in de bak nabij de bodem 20 daarvan zijn aangebracht. Deze maatregel maakt het mogelijk het gewicht van het fundatie-element te vergroten. Bij de toepassing van het fundatie-element volgens de uitvinding voor het drijvend funderen van een bouwwerk in water maken ballastelementen het mogelijk in te stellen hoe diep het 25 fundatie-element in het water ligt. Bovendien is het met ballastelementen mogelijk het fundatie-element te stabiliseren. In combinatie met de toepassing van de maatregel van de naar onder open stelruimtes is in het bijzonder bij de toepassing van het fundatie-element volgens 30 de uitvinding voor het drijvend funderen van een bouwwerk in water een bijzonder stabiele en nauwkeurige instelling van de positie en het bewegingsgedrag van het fundatie-element in het water mogelijk. De ballastelementen zijn bijvoorbeeld 9 metalen of betonnen (staafvormige) elementen, stenen, grind etc.

In een verdere gunstige uitvoeringvorm van het fundatie-element volgens de uitvinding strekt de 5 draagconstructie zich uit de binnenruimte naar in gebruik boven uit. Deze maatregel maakt het mogelijk dat de wanden van kunststof materiaal zich uitstrekken tot zover deze wanden in aanraking kunnen komen met het medium waarin het fundatie-element is geplaatst. Het is gunstig rond het boven 10 de wanden van kunststof materiaal uitstrekkende deel van de draagconstructie aanvullende wanden van een ander (kunststof) materiaal aan te brengen, welke wanden zich dan bij voorkeur in het vlak van de wanden van kunststof materiaal uitstrekken. Zo is dan met een fundatie-element 15 volgens de uitvinding een door wanden omsloten binnenruimte te verwezenlijken dat deels is omsloten door de wanden van kunststof materiaal en deels door de aanvullende wanden van een ander (kunststof) materiaal.

In een verdere gunstige uitvoeringvorm van het 20 fundatie-element volgens de uitvinding omvat de draagconstructie een skelet van onderling verbonden elementen, bijvoorkeur een skelet van ten minste één uit de groep van stalen elementen, aluminium elementen, houten elementen en kunststof elementen. Een dergelijk skelet als 25 draagconstructie is eenvoudig aan het specifieke te dragen bouwwerk aan te passen en is eenvoudig op de bouwlocatie met behulp van eenvoudig te transporteren elementen samen te stellen. Bovendien is het mogelijk dat het fundatie-element met een dergelijk skelet als draagconstructie in combinatie 30 met de bak met wanden van kunststof materiaal lichter is dan de bekende betonnen bakken als fundatie-element. In het bijzonder bij de toepassing van een fundatie-element volgens de uitvinding voor het drijvend funderen van een bouwwerk in 10 water heeft dit als voordeel dat aanvullende drijfmiddelen niet nodig zijn om het fundatie-element voldoende drijfvermogen te geven.

In een verdere gunstige uitvoeringvorm van het 5 fundatie-element volgens de uitvinding is aan de draagconstructie een aantal vloerelementen aangebracht, welke vloerelementen bijvoorkeur zijn voorzien van een betonnen deklaag. Deze maatregel maakt het aanbrengen van een vloer in een binnenruimte van het fundatie-element 10 volgens de uitvinding mogelijk, of het aanbrengen van meerdere vloeren als verdiepingen.

De onderhavige uitvinding betreft tevens een bouwwerk, bij voorkeur een woning, dat in een medium, bij voorkeur water, is gefundeerd op een fundatie, waarbij de 15 fundatie een aantal fundatie-elementen volgens de uitvinding omvat zoals hierboven beschreven.

De onderhavige uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het vormen van een fundatie-element voor het funderen van een bouwwerk, zoals een woning, volgens de 20 uitvinding zoals hiervoor beschreven, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een bak gevormd door een aantal wanden van een kunststof materiaal, welke wanden een in gebruik naar boven open binnenruimte omsluiten, en 25 - het in de bak plaatsten van een draagconstructie voor het dragen van het bouwwerk.

De onderhavige uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het funderen van een bouwwerk, zoals een woning, omvattende de stappen van 30 - het verschaffen van ten minste één fundatie-element; en - het aanbrengen van het bouwwerk op het ten minste ene fundatie-element; 11 waarbij de stap van het verschaffen van het fundatie-element de stappen omvat van: - het verschaffen van een bak gevormd door een aantal wanden van een kunststof materiaal, welke wanden een in 5 gebruik naar boven open binnenruimte omsluiten; - het in de bak plaatsen van een draagconstructie voor het dragen van het bouwwerk; en - het aanbrengen van de bak in een medium waarin het bouwwerk moet worden gefundeerd; 10 en waarbij - het bouwwerk aan de draagconstructie wordt aangebracht.

In een gunstige uitvoeringsvorm daarvan wordt de bak verschaft op de bouwlocatie waar het bouwwerk moet 15 worden gefundeerd en wordt de draagconstructie op deze bouwlocatie in de bak geplaatst. Deze uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat de bak en de draagconstructie los van elkaar naar de bouwlocatie te transporteren zijn.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de 20 werkwijze voor het funderen van een bouwwerk volgens de uitvinding zijn de wanden van de bak ten minste in de richting van de buitenzijde daarvan naar de binnenzijde daarvan fluïdumwerend, bijvoorkeur in hoofdzaak fluïdumdicht, vormgegeven, en is het medium water. Deze 25 uitvoeringsvorm maakt het drijvend funderen van een bouwwerk in water mogelijk. In gunstige uitvoeringsvorm daarvan omvat de werkwijze het stellen van het fundatie-element ten opzichte van het wateroppervlak.

In een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze 30 voor het funderen van een bouwwerk volgens de uitvinding waarbij de stap wordt toegepast van het stellen van het fundatie-element ten opzichte van het wateroppervlak, omvat deze stap het aanbrengen van ballast in de bak nabij de 12 bodem daarvan. In een alternatieve of aanvullende uitvoeringsvorm is aan de buitenzijde van de bak onder het wateroppervlak ten minste één door wanden omsloten, naar onder open stelruimte aangebracht en omvat de stap van het 5 stellen van het funderings-element ten minste één van het in de stelruimte brengen en uit de stelruimte nemen van een fluïdum met een dichtheid die kleiner is dan de dichtheid van water, bijvoorkeur lucht.

In een verdere gunstige uitvoeringvorm van de 10 werkwijze voor het funderen van een bouwwerk volgens de uitvinding, omvat deze de stappen van: - het verschaffen van een veelvoud fundatie-elementen; - het onderling koppelen van het veelvoud fundatie-elementen; en 15 - het aanbrengen van het bouwwerk op het veelvoud onderling gekoppelde fundatie-elementen.

Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk een veelvoud fundatie-elementen te gebruiken voor het funderen van het bouwwerk.

20 De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, die in de bijgevoegde tekening zijn getoond. Het betreffen niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. In de aanzichten zijn dezelfde of vergelijkbare onderdelen, componenten en 25 elementen aangeduid met dezelfde referentienummers. In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een bouwwerk dat drijvend in water is gefundeerd met behulp van twee fundatie-elementen volgens de uitvinding; 30 fig. 2 een perspectivisch aanzicht van één van de fundatie-elementen van figuur 1; fig. 3 een aanzicht in dwarsdoorsnede van het fundatie-element van figuur 2; 13 fig. 4 een aanzicht in langsdoorsnede van het fundatie-element van figuur 2/ fig. 5 een gedeeltelijk opengewerkt zijaanzicht van de twee fundatie-elementen van figuur 1; en 5 fig. 6 een aanzicht in dwarsdoornede van een alternatieve uitvoeringsvorm van de fundatie-elementen van figuur 1.

In figuur 1 is een als woning 1 vormgegeven bouwwerk getoond dat in het water 2 drijvend is gefundeerd 10 met behulp van twee fundatie-elementen 3 en 4. De drijvende woning is vanuit het vasteland 5 te bereiken via de brug 6.

In figuur 2 is het fundatie-element 3 getoond. Het fundatie-element 3 is getoond met een bak 7 gevormd door een aantal zijwanden 8a, 8b, 8c en 8d van een kunststof 15 materiaal die zich vanuit een bodemwand 8e van kunststof materiaal uitstrekken, zodat de bodemwand 8e en de zijwanden 8a, 8b, 8c en 8d een in gebruik naar boven open binnenruimte 9 omsluiten. In de bak 7 is een draagconstructie 10 geplaatst voor het dragen van de woning 1.

20 In figuur 3 is het fundatie-element 3 van figuur 2 in dwarsdoorsnede getoond. Getoond is bak 7 met bodemwand 8e en zijwanden 8b en 8d die zich vanuit een bodemwand 8e uitstrekken. De bodemwand 8e en de zijwanden 8b en 8d omsluiten de naar boven open binnenruimte 9. De wanden 8b, 25 8d en 8e zijn van kunststof materiaal, in het bijzonder

High-density polyethyleen (HDPE). Vanuit de bodemwand 8e en de zijwanden 8d en 8e strekken verstijvingsribben 11 zich uit. De verstijvingsribben zijn opgebouwd uit een zich vanuit de betreffende wand loodrecht daarop uitstrekkend 30 eerste deel 11a en een zich loodrecht op het eerste deel 11a uitstrekkend tweede deel 11b. De verstijvingsribben 11 strekken zich verder loodrecht op het vlak van de tekening uit langs de lengte van de betreffende wand.

/ «* 14

In de bak 7 is de draagconstructie 10 geplaatst.

De draagconstructie 10 is getoond met een skelet van onderling verbonden elementen 12 in de vorm van stalen profielbalken 12a, 12b en 12c. De profielbalk 12a ligt op de 5 zich vanuit de bodemwand 8e uitstrekkende verstijvingsribben 11. De profielbalken 12b en 12c zijn verbonden met de profielbalk 12a en strekken zich vanuit de profielbalk 12a in de richting van pijl A uit langs de zijwanden 8b en 8d. Aan de naar boven gerichte einden 13 van de profielbalken 10 12b en 12c is een bouwwerk aan te brengen, zodat niet de zijwanden 8b en 8d maar de profielbalken 12b en 12c het bouwwerk dragen. De krachten die door het bouwwerk op de einden 13 wordt uitgeoefend wordt door de draagconstructie 10 doorgeleid naar en verdeeld over het oppervlak van de 15 bodemwand 8e, die als gevolg van de daaraan aangebrachte verstijvingsribben 11 bijzonder stijf is in de richting van de door de draagconstructie 10 op de bodemwand 8e uitgeoefende krachten. In plaats van uit stalen elementen kan het skelet tevens zijn opgebouwd uit aluminium 20 elementen, houten elementen, kunststof elementen, of een combinatie daarvan.

Op de profielbalk 12a is een aantal vloerelementen 14, bijvoorbeeld vloerplaten, aangebracht welke vloerelementen 14 zijn afgewerkt met een deklaag 15, 25 bijvoorbeeld een deklaag van beton. De binnenruimte 9 is verder afgewerkt door middel van binnenwanden 16. Het is mogelijk om in de tussenruimte 17 tussen de zijwanden 8b, 8d en de binnenwanden 16 isolatiemiddelen, zoals glaswol aan te brengen. Het is mogelijk om in de ballastruimtes 18 tussen 30 de verstijvingsribben 11 die zich uitstrekken vanuit de bodemwand 8e ballastelementen aan te brengen, zoals metalen of betonnen (staafvormige) elementen, stenen, grind etc. Het is verder mogelijk in naar onder open stelruimtes 19, die 15 zijn gevormd door de bodemwand 8e en een aantal zich vanuit de bodemwand 8e naar in gebruik onder uitstrekkende stelwanden 20, een stelfluïdum zoals lucht te brengen. De stelwanden 20 zijn opgebouwd uit een zich vanuit de 5 bodemwand 8e loodrecht daarop uitstrekkend eerste deel 20a en een zich loodrecht op het eerste deel 20a uitstrekkend tweede deel 20b. De toepassing van ballastelementen en een stelfluïdum als stelmiddelen voor het in gebruik stellen van het fundatie-element ten opzichte van de waterspiegel is 10 nader beschreven in relatie tot figuur 5.

In figuur 4 is het fundatie-element 3 van figuur 2 in langsdoorsnede getoond. Getoond is bak 7 met bodemwand 8e en zijwanden 8a en 8c die zich vanuit een bodemwand 8e uitstrekken. De bodemwand 8e en de zijwanden 8b en 8d 15 omsluiten de naar boven open binnenruimte 9. Vanuit de zijwanden 8a en 8c strekken verstijvingsribben 11 zich uit. Getoond is dat de verstijvingsrib 11 die zich vanuit de bodemwand 8e uitstrekt zich tevens langs de lengte L van de bodemwand 8e uitstrekt. In de bak 7 is de draagconstructie 20 10 geplaatst. Van de draagconstructie 10 zijn de stalen profielbalken 12a en 12c getoond. De profielbalken 12a en 12c zijn onderling verbonden door middel van profielbalken 12e en 12f en door middel van schoren 21. De naar onder open stelruimte 19 is gevormd door de bodemwand 8e en een aantal 25 zich vanuit de bodemwand 8e naar in gebruik onder uitstrekkende stelwanden 20. De stelwanden 20 zijn opgebouwd uit een zich vanuit de bodemwand 8e loodrecht daarop uitstrekkend eerste deel 20a en een zich loodrecht op het eerste deel 20a uitstrekkend tweede deel 20b.

30 In figuur 5 zijn de fundatie-elemeten 3 en 4 van figuur 1 in gedeeltelijk opengewerkt vooraanzicht getoond.

De fundatie-elementen 3 en 4 zijn onderling verbonden door middel van een platformconstructie 21. Ten behoeve van de 16 eenvoud van de figuur is de woning 1 van figuur 1 niet getoond. Getoond is dat beide fundatie-elementen 3 en 4 drijven in water 2. Doordat de bodemwand 8e en de zijwanden 8b en 8d fluïdumwerend zijn, in het bijzonder in hoofdzaak 5 waterdicht, is vermeden dat het water 2 door de bodemwand 8e en de zijwanden 8b en 8d heen in de binnenruimte 9 terecht komt. Verder is getoond dat in de naar onder open stelruimte 19 door middel van als luchtpomp vormgegeven middel voor het in de stelruimte brengen van een stelfluïdum, lucht 22 is 10 gepompt. Doordat de bodemwand 8e fluïdumwerend is, in het bijzonder in hoofdzaak luchtdicht, is vermeden dat de lucht 22 door de bodemwand 8e heen in de binnenruimte 9 terecht komt. Doordat de dichtheid van de lucht 22 lager is dan de dichtheid van het water 2, oefent de lucht 22 in de 15 stelruimte 19 in de richting van pijl B een kracht uit op het fundatie-element 3. Door vanuit de getoonde situatie meer lucht in de stelruimtes 19 te pompen, neemt de door de lucht 2 op het fundatie-element 3 uitgeoefende kracht toe en zal het fundatie-element 3 ten opzichte van de waterspiegel 20 2a in de richting van pijl B worden verplaatst. Indien de positie van fundatie-element 4 ten opzichte van de waterspiegel 2a niet wordt verplaatst, wordt het platform 21 als gevolg van de verplaatsing van fundatie-element 3 in de richting van pijl C gekanteld. Zo is de positie van het 25 fundatie-element 3 alsook de positie van het platform 21 en een daarop aangebracht bouwwerk ten opzichte van de waterspiegel 2a in te stellen. Door vervolgens lucht 19 uit de stelruimtes 19 te nemen of door bijvoorbeeld ballastelementen in de binnenruimte 9 aan te brengen is de 30 positie van het fundatie-element 3 alsook de positie van het platform 21 en een daarop aangebracht bouwwerk ten opzichte van de waterspiegel 2a terug te brengen naar de situatie zoals getoond in figuur 5.

17

In figuur 6 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van de fundatie-elementen 3 en 4 van de figuren 1 tot en met 5. Bij de in figuur 6 getoonde fundatie-elementen 33 en 34 strekt de draagconstructie 10 zich uit de door de 5 bodemwand 8e en de zijwanden 8b en 8d omsloten binnenruimte 9 naar in gebruik boven uit. Hierdoor is in het fundatie-element 33, 34 aanvullende binnenruimte 23 beschikbaar. Om de aanvullende binnenruimte 23 te omsluiten zijn aanvullende wanden 24 in het verlengde van de zijwanden 8b en 8d 10 aangebracht. De zijwanden 8b en 8d reiken tot aan het door middel van de gestreepte lijn aangeduide niveau. Onder dat niveau dienen de zijwanden 8b als barrière. Boven dat niveau dienen de aanvullende wanden 24 als barrière.

Op de einden 13 van de profielbalken 12b en 12c is 15 een profielbalk 12f aangebracht die de fundatie-elementen 33 en 34 met elkaar verbindt en waarop vloerelementen 25 zijn aangebracht. De aanvullende wanden 24 strekken zich in de richting van pijl D tot boven de vloerdelen 25 en omsluiten zo een boven de vloerdelen 25 gelegen binnenruimte 26. De 20 aanvullende wanden 24 kunnen van een ander (kunststof) materiaal zijn dan de wanden 8b, 8d en 8e van de bak 7 van de fundatie-elementen 33 en 34.

In de figuren is het fundatie-element volgens de uitvinding toegepast voor het drijvend funderen van een 25 bouwwerk. Een fundatie-element volgens de uitvinding kan tevens worden toegepast voor het funderen van een bouwwerk in een ander medium dan water, zoals grond.

In figuur 1 is getoond dat de woning 1 door middel van twee fundatie-elementen volgens de uitvinding in water 30 drijvend is gefundeerd. Tevens is het mogelijk meer of minder fundatie-elementen toe te passen voor de fundatie.

In de figuren is het fundatie-element getoond met een bak gevormd door een rechthoekige bodemwand en vier 18 zijwanden. Ook een andere vormgeving van de bak is mogelijk, bijvoorbeeld met een cirkelvormige bodemwand en een enkele zijwand. Tevens kan de bak een halve bolvorm hebben en uit slechts één wand zijn gevormd.

5 In de figuren zijn de wanden van de bak fluïdumwerend, in het bijzonder in hoofdzaak waterdicht en luchtdicht vormgegeven, om zo een barrière te vormen tegen het van buitenaf door de wanden heen in de binnenruimte dringen van water en lucht. Tevens zouden de wanden een 10 barrière kunnen vormen tegen andere media. Het is daarbij niet noodzakelijk dat de wanden waterdicht en/of luchtdicht zijn vormgegeven.

15 1037887

Claims (22)

1. Fundatie-element voor het funderen van een bouwwerk, zoals een woning, omvattende: 5. een bak gevormd door een aantal wanden van een kunststof materiaal, welke wanden een in gebruik naar boven open binnenruimte omsluiten; en - een in de bak geplaatste draagconstructie voor het dragen van het bouwwerk. 10

2. Fundatie-element volgens conclusie 1, waarbij - het kunststof materiaal vezel versterkt is.

3. Fundatie-element volgens conclusie 1 of 2, 15 waarbij - het kunststof materiaal High-density polyethyleen (HDPE) is.

4. Fundatie-element volgens één van de voorgaande 20 conclusies, waarbij - de wanden ten minste in de richting van de buitenzijde daarvan naar de binnenzijde daarvan fluïdumwerend, bijvoorkeur in hoofdzaak fluïdumdicht, zijn vormgegeven. 25

5. Fundatie-element volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de bak omvat: - een bodemwand; 30. ten minste één zich vanuit de bodemwand uitstrekkende zijwand, zodat de bodemwand en de ten minste ene zijwand de in gebruik naar boven open binnenruimte omsluiten. 1037887

6. Fundatie-element volgens één van de voorgaande conclusies, tevens omvattende: - een aantal verstijvingsribben, welke verstijvingsribben zich vanuit ten minste één van de wanden 5 uitstrekken.

7. Fundatie-element volgens één van de voorgaande conclusies, tevens omvattende - stelmiddelen voor het in gebruik stellen van het 10 fundatie-element ten opzichte van het medium waarin het fundatie-element in gebruik is aangebracht.

8. Fundatie-element volgens conclusie 7, waarbij de stelmiddelen omvatten: 15. ten minste één door wanden omsloten, in gebruik naar onder open stelruimte aan de buitenzijde van de bak.

9. Fundatie-element volgens conclusie 5 en 8, waarbij 20. de in gebruik naar onder open stelruimte is gevormd door de bodemwand en een aantal zich vanuit de bodemwand naar in gebruik onder uitstrekkende stelwanden.

10. Fundatie-element volgens conclusie 8 of 9, 25 omvattende - middelen voor het in de stelruimte brengen van een stelfluïdum, bij voorkeur een stelfluïdum met een dichtheid die kleiner is dan de dichtheid van het medium waarin het fundatie-element in gebruik is aangebracht, meer bijvoorkeur 30 een stelfluïdum met een dichtheid die kleiner is dan water, meer bij voorkeur lucht.

11. Fundatie-element volgens één van de conclusies 7 tot en met 10, waarbij de stelmiddelen omvatten: - ballastelementen die bij voorkeur in de bak nabij de bodem daarvan zijn aangebracht. 5

12. Fundatie-element volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij - de draagconstructie zich uit de binnenruimte naar in gebruik boven uitstrekt. 10

13. Fundatie-element volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij - de draagconstructie een skelet omvat van onderling verbonden elementen, bijvoorkeur een skelet van ten minste 15 één uit de groep van stalen elementen, aluminium elementen, houten elementen en kunststof elementen.

14. Fundatie-element volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij 20. aan de draagconstructie een aantal vloerelementen is aangebracht, welke vloerelementen bijvoorkeur zijn voorzien van een betonnen deklaag.

15. Werkwijze voor het vormen van een fundatie- 25 element voor het funderen van een bouwwerk, zoals een woning, volgens één van de conclusies 1 tot en met 14, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een bak gevormd door een aantal wanden van een kunststof materiaal, welke wanden een in 30 gebruik naar boven open binnenruimte omsluiten; en - het in de bak plaatsten van een draagconstructie voor het dragen van het bouwwerk. -- t

16. Werkwijze voor het funderen van een bouwwerk, zoals een woning, omvattende de stappen van: - het verschaffen van ten minste één fundatie-element; en 5. het aanbrengen van het bouwwerk op het ten minste ene fundatie-element; waarbij de stap van het verschaffen van het fundatie-element de stappen omvat van: - het verschaffen van een bak gevormd door een aantal 10 wanden van een kunststof materiaal, welke wanden een in gebruik naar boven open binnenruimte omsluiten; - het in de bak plaatsten van een draagconstructie voor het dragen van het bouwwerk; en - het aanbrengen van de bak in een medium waarin het 15 bouwwerk moet worden gefundeerd; en waarbij het bouwwerk aan de draagconstructie wordt aangebracht.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, 20 waarbij - de bak wordt verschaft op de bouwlocatie waar het bouwwerk moet worden gefundeerd; en - de draagconstructie op deze bouwlocatie in de bak wordt geplaatst. 25

18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waarbij - de wanden van de bak ten minste in de richting van de buitenzijde daarvan naar de binnenzijde daarvan 30 fluïdumwerend, bijvoorkeur in hoofdzaak fluïdumdicht, zijn vormgegeven; en - het medium water is. <• V

19. Werkwijze volgens conclusies 18, tevens omvattende de stap van: - het stellen van het funderings-element ten opzichte van het wateroppervlak. 5

20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij de stap van het stellen van het fundatie-element het aanbrengen van ballast in de bak nabij de bodem daarvan omvat. 10

21. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, waarbij - aan de buitenzijde van de bak onder het wateroppervlak ten minste één door wanden omsloten, naar 15 onder open stelruimte is aangebracht; en - de stap van het stellen van het fundatie-element ten minste één van het in de stelruimte brengen en uit de stelruimte nemen van een fluïdum met een dichtheid die kleiner is dan de dichtheid van water, bijvoorkeur lucht, 20 omvat.

22. Werkwijze volgens één van de conclusies 16 tot en met 21, omvattende - het verschaffen van een veelvoud fundatie-elementen; 25. het onderling koppelen van het veelvoud fundatie- elementen; en - het aanbrengen van het bouwwerk op het veelvoud onderling gekoppelde fundatie-elementen. 1037887