NL1037501C2 - Beschermingselement, werkwijze en matrasbeschermer. - Google Patents

Description

( I

BESCHERMINGSELEMENT, WERKWIJZE EN MATRASBESCHERMER.

De onderhavige uitvinding betreft een bescher-mingselement voor het beschermen van vloeistofgevoelige 5 materialen, zoals matrassen, kussens of bekledingen, tegen stoffen, zoals water. Voorts betreft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een be-schermingselement, bij voorkeur een beschermingselement als genoemd. Voorts betreft de onderhavige uitvinding een 10 matrasbeschermer, bij voorkeur omvattende een beschermingselement als genoemd.

Het is al sinds tientallen jaren bekend om een matras te beschermen door middel van een waterdichte laag tegen vloeistoffen, zoals water, dranken, ontlasting dan 15 wel zweet. Hiervoor werd over het algemeen een plastic zeil gebruikt dat op de matras werd gelegd. Een dergelijk plastic zeil heeft enkele nadelen. Een belangrijk nadeel is dat de ademing van het matras, ofwel de afvoer van vocht uit het matras door een zeil wordt belemmerd.

20 Met name wanneer bijvoorbeeld een warm lichaam langdurig op een zeil op een matras slaapt ontstaat onder dit warme lichaam, onder het zeil, een broeierige atmosfeer die aan de bovenzijde is afgesloten door het zeil en aan de onderzijde door het matras. Hierdoor verkrijgen 25 bacteriën en schimmels een optimale omgeving om te reproduceren. Dit leidt tot schade aan de matras en tot bijvoorbeeld een onprettige geur in de ruimte er omheen.

Teneinde dergelijke bezwaren van de stand van de techniek te ondervangen verschaft de onderhavige uitvin-30 ding een beschermingselement voor het beschermen van een vloeistofgevoelige materialen, zoals matrassen, kussens of bekledingen, tegen vloeistoffen, zoals water, waarbij de matrasbeschermer omvat: 1037501 2 - een eerste bufferlaag omvattende een 3D laag, zoals een driedimensionale haak- of breistructuur, omvattende een bovenste luchtdoorlaatbare laag, een onderste doorlaatbare laag en een verbindingslaag die is opgebouwd 5 uit een veelheid van verbindingsfilamenten die zich uitstrekken tussen de bovenste en onderste laag; - een tweede bufferlaag omvattende een 3D laag, zoals een een driedimensionale haak- of breistructuur, omvattende een bovenste luchtdoorlaatbare laag, een onderste 10 doorlaatbare laag en een verbindingslaag die is opgebouwd uit een veelheid van verbindingsfilamenten die zich uitstrekken tussen de bovenste en onderste laag; en - een vloeistofdichte laag die is gerangschikt tussen de eerste bufferlaag en de tweede bufferlaag.

15 Een voordeel van een beschermingselement volgens de onderhavige uitvinding is dat een ongewenste hoeveelheid vocht die aan de bovenzijde erop terecht komt net als bij het zeil volgens de stand van de techniek aan de bovenzijde van het beschermingselement zal blijven doordat 20 het wordt tegengehouden door de vloeistofdichte laag.

Een verder voordeel van een dergelijk beschermingselement volgens de onderhavige uitvinding is dat zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde van de vloeistofdichte laag luchtdoorstroming mogelijk blijft. Hier-25 door is het mogelijk dat overtollig vocht wordt afgevoerd. De luchtstroom door de driedimensionale lagen zal dit vocht mee kunnen nemen. Dit is zowel mogelijk tijdens gebruik, ofwel terwijl een persoon aanwezig is op het beschermingselement als wanneer het beschermingselement niet 30 in gebruik is.

Een verder voordeel is dat door de continue aanwezigheid van het beschermingselement het verversen van de lucht en/of het afdrijven van het vocht ook doorgaat wan 3 neer er geen persoon aanwezig is. Ook wanneer er bijvoorbeeld continu een afdekking aan de bovenzijde is door middel van bijvoorbeeld een dekbed van de verversing van de lucht langs de zijden doorgaan.

5 Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm vol gens de onderhavige uitvinding omvat het beschermingsele-ment een eerste verlijmingslaag voor het middels een ver-lijmingsverbinding verbinden van de eerste bufferlaag met de vloeistofdichte laag. Een dergelijke verlijmingslaag 10 verschaft een productietechnisch voordelige bevestiging tussen de vloeistofdichte laag en de driedimensionale laag. En verder voordeel van een dergelijke verlijming is dat in hoofdzaak het gehele oppervlak van de vloeistofdichte laag en de driedimensionale laag vast is verbonden 15 aan elkaar. Hierdoor wordt het opwekken van geluid door fictie hoofdzakelijk voorkomen. Bij verdere voorkeur is er voorzien in een tweede verlijmingslaag voor het middels een verlijmingsverbinding verbinden van de tweede bufferlaag met de vloeistofdichte laag.

20 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de verlijmingsverbinding een verlijming middels hotmelt omvat, zoals een thermoplastische lijm, of een verlijming omvat waarbij de lijn wordt aangebracht middels spuiten, kasten en dergelijke. Het is een inzicht volgens de onder-25 havige uitvinding dat een dergelijke verlijming leidt tot een betrouwbare verbinding die op productietechnisch voordelige wijze kan worden verschaft.

Bij verdere voorkeur wordt de lijm aangebracht middels een lijmcilinder, ofwel lijmtrommel. Hierdoor is 30 het mogelijk om een zeer gelijkmatige spreiding van de lijn te verschaffen bij een hoge productiesnelheid.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de vloeistofdichte laag een kunststof, bij voorkeur in fo- 4 lievorm, bij verdere voorkeur omvattende een polyurethaan, polyethyleen, pvc, pvdc, et cetera. Bij de exacte keuze binnen het begrip van de onderhavige uitvinding gaat de voorkeur uit naar een folie dat bijvoorbeeld slijtvast, 5 rekvast en/of elastisch is, en dat geschikt is voor de wenselijke reinigingstemperaturen. Een verdere keuze voor dit materiaal wordt bepaald door de verwerkingstempera-turen van de te kiezen lijm.

Voor het bevestigen van het beschermingselement in 10 een gebruiksomgeving omvat deze bij voorkeur losmaakbare bevestigingsmiddelen voor het bevestigen aan een te beschermen ondergrond. Hierdoor kan het beschermingselement tijdens gebruik op betrouwbare wijze worden gefixeerd maar ook eenvoudig worden verwijderd voor bijvoorbeeld reini-15 ging van het beschermingselement en/of het te beschermen element.

In een specifieke voorkeursuitvoeringsvorm is het beschermingselement aangebracht in een matras, bij voorkeur als toplaag. Hierdoor ontstaat een matras met een 20 vloeistofdichte bovenlaag waarvan de toplaag ademend is en de laag direct daaronder ook in staat is tot luchttransport .

Bij verdere voorkeur omvat het beschermingselement een bies. Een dergelijke bies verschaft bescherming aan de 25 randen van het beschermingselement.

Bij verdere voorkeur is de vloeistofdichte laag gevormd middels het materiaal dat de lijmverbindingen tussen de driedimensionale lagen verschaft. Hierbij wordt op voordelige wijze gebruik gemaakt van laagvorming van 30 kunststoffen die zowel vast als vloeibaar kunnen zijn of kunststoffen die kunnen reageren van een vloeibare naar een vaste vorm.

5

Ten behoeve van het bij voorkeur machinaal eenvoudig reinigen van het beschermingselement is deze bij voorkeur geschikt voor wassen bij temperaturen tussen 10-95°, bij voorkeur tussen 15-60°, bij verdere voorkeur tussen 5 15-45°, bij verdere voorkeur tussen 40-60°, bij verdere voorkeur tussen 60-95°.

Voorts omvat het beschermingselement bij voorkeur parasiet dodende, bacteriedodende, en/of virus dodende middelen, bij voorkeur aangebracht middels impregneren. In 10 hét licht hiervan is voorts voorzien in microben dodende elementen, zoals metaalelementen, zoals zilversporen. Door dergelijke uitvoeringsvormen kan het gebruikersgemak en de hygiëne verder worden vergroot

Volgens de onderhavige uitvinding ligt de hoogte 15 van de driedimensionale lagen bij voorkeur in het bereik van 1 tot 15 mm, bij verdere voorkeur in het bereik van 2 tot 12 mm, bij verdere voorkeur het bereik van 2 tot 4 mm, bij verdere voorkeur in het bereik van 3 tot 8 mm, bij verdere voorkeur in het bereik van 4 tot 10 mm, mijn ver-20 dere voorkeur in het bereik van 4 tot 8 mm. Middels dergelijke maatvoeringen wordt een optimum gerealiseerd tussen hanteerbaarheid, comfort en de functionele aspecten van het afvoeren van vocht door luchtcirculatie.

Een verder aspect volgens de onderhavige uitvin-25 ding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een beschermingselement omvattende stappen voor: - het verschaffen van een eerste driedimensionale laag, zoals een driedimensionale haak- of breistructuur, als basis voor het beschermingselement, 30 - het op een oppervlak van de eerste driedimensio nale laag aanbrengen van een lijmlaag voor het verschaffen van een verbinding tussen twee lagen, 6 - het aanbrengen van de tweede driedimensionale laag.

Een verder aspect volgens de onderhavige uitvinding is een matrasbeschermer omvattende een beschermings-5 element volgens de onderhavige uitvinding.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen in het navolgende in groter detail worden beschreven aan de hand van een of meerdere voorkeursuitvoeringsvormen onder verwijzing naar de aange-10 hechte figuren.

Fig. 1 toont drie schematische weergave van elke voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding

Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm (Fig. 1) volgens de onderhavige uitvinding betreft een matrasbescher-15 mer 1. Deze omvat de bovenste driedimensionale laag 2, een onderste driedimensionale laag 4, en een folie 6.

De folie 6 is aan één zijde bevestigd aan de driedimensionale laag 2 middels een lijmlaag 8. Aan de andere zijde is de folie is bevestigd aan de driedimensionale 20 laag 4 middels de lijmlaag 10. De driedimensionale lagen omvatten telkens een onderlaag 22, 32, een afstandlaag of tussenlaag 24, 34 en een toplaag 26, 36. Een driedimensionaal weefsel dat wordt toegepast in de onderhavige uitvinding is op zichzelf bekend en bestaat uit twee weeflagen, 25 de onderlaag en de toplaag, voor het verschaffen van structuur met daartussen in hoofdzaak verticale vezels die zijn ingegeven in de weeflagen.

In Fig.l B is getoond hoe de lijmlaag 8 is geïmpregneerd of ingetrokken in de toplaag 22 van de driedi-30 mensionale laag 2. Hierdoor wordt een specifiek stevige verbinding tussen de folie en de driedimensionale lagen verschaft.

7

Het is op alternatieve wijze mogelijk dat de lijm-laag zelfstandig een waterdichte laag vormt zodat de folie niet nodig is. Het is hierbij voorzien dat in de lijmlaag een wapening middels bijvoorbeeld een vezellaag wordt toe-5 gepast. Deze wapening zal dan bij voorkeur volledig ingesloten zijn in de lijmlaag.

Zoals is getoond in Fig. 1 C kan een matrasbeschermer 1 worden bevestigd aan een matras middels beves-tigingsbussen 14. Het is hierbij ook mogelijk dat andere 10 bevestigingsmiddelen worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld klittenbanden of drukkers.

Een belangrijk aspect volgens de onwaardige uitvinding is het inzicht waarmee het beschermingselement wordt vervaardigd. In het geval dat hotmelt wordt toege-15 past wordt een hotmelt (thermoplastische lijm) toegevoerd aan een verwarmingstrommel waarbinnen deze wordt verwarmd en/of warm gehouden. Vervolgens wordt middels de trommel de lijm aangebracht op het bodemoppervlak van de driedimensionale laag. Vanaf het moment van aanbrengen van de 20 hotmelt op de driedimensionale laag en het verlaten van de verwarmde trommel van de daarlangs geleide driedimensionale laag zal de lijm uitharden door het lager worden van de temperatuur.

Voordat de temperatuur te laag is wordt de folie 25 gerangschikt tegen de aangebrachte warme hotmelt en worden de folie en de driedimensionale laag tegen elkaar aan gedrukt. Dit gebeurt bij voorkeur rond om een aandruktrommel met bijvoorbeeld een diameter van 30 tot 35 cm. Na het verlaten van de aandruktrommel is de fixatie tot stand ge-30 bracht. Bij verdere voorkeur is de aandruktrommel gekoeld. Hierdoor kan de afkoeling van de hotmelt· worden versneld. Het resultaat van de hierboven beschreven handelingen is 8 een tussen product zijnde een aan elkaar gehechte folie en driedimensionale laag.

Vervolgens wordt een tweede driedimensionale laag voorzien van een lijmlaag zoals hierboven is omschreven.

5 Voordat de lijmlaag van de tweede driedimensionale laag is uiteraard wordt deze samengebracht met de folie zijde van het hierboven beschreven halffabricaat. Door de hechting die vervolgens plaatsvindt ontstaat er een tweede halffa-bricaat. Door de schaal van de fabricage is de tweede 10 halffabricaat bij voorkeur een grote rol van basismateri aal voor het eindproduct.

Het eindproduct wordt vanaf het tweede halffabri-caat gerealiseerd door het op maat snijden van het halffa-bricaat, en het vervolgens aanbrengen van de beschermende 15 bies langs de randen daarvan. Tevens worden de bevestigingsmiddelen zoals de lussen 14, de klittenbanden of de drukkers aangebracht.

Op alternatieve wijze, ten opzichte van het voorgaande, is het mogelijk om direct middels een lijmlaag, 20 die bij voorkeur gewapend is, een waterdichte verbinding te verschaffen tussen 2 driedimensionale lagen.

De verlijming is in het voorgaande beschreven aan de hand van de toepassing van een hotmelt, het is echter evenzeer mogelijk om een reagerende lijm toe te passen, 25 ofwel een lijm die droogte aan de lucht, ofwel een 2 componentenlijm, of een combinatie daarvan. Dergelijke lijmen kunnen worden aangebracht door middel van spuiten, kwasten en dergelijke.

Voorbeelden van temperaturen die worden toegepast 30 bij het aanbrengen van de lijm zijn bijvoorbeeld tussen 10-300°, bij verdere voorkeur 30-200°, 30-150°, 30-120°, 30-95°, 30-70°, 30-50° en/of combinaties daarvan.

9

In het voorgaande is de onderhavige uitvinding beschreven aan de hand van enkele voorkeursuitvoeringsvormen. Verschillende aspecten van verschillende uitvoeringen worden beschreven geacht in combinatie met elkaar waarbij 5 alle combinaties die bij lezing door een vakman van het vakgebied op basis van dit document door een vakman binnen het begrip van de uitvinding vallen beschouwd worden te zijn meegelezen. Deze voorkeursuitvoeringsvormen zijn niet beperkend voor de beschermingsomvang van dit document. De 10 gevraagde rechten worden bepaald in de aangehechte conclusies .

1037501

Claims (19)

1. Beschermingselement voor het beschermen van een vloeistofgevoelige materiaal, zoals matrassen, kussens of 5 bekledingen, tegen vloeistoffen, zoals water, waarbij de matrasbeschermer omvat: - een eerste bufferlaag omvattende een 3D laag, zoals een driedimensionale haak- of breistructuur, omvattende een bovenste luchtdoorlaatbare laag, een onderste 10 doorlaatbare laag en een verbindingslaag die is opgebouwd uit een veelheid van verbindingsfilamenten die zich uitstrekken tussen de bovenste en onderste laag; - een tweede bufferlaag omvattende een 3D laag, zoals een driedimensionale haak- of breistructuur, omvat- 15 tende een bovenste luchtdoorlaatbare laag, een onderste doorlaatbare laag en een verbindingslaag die is opgebouwd uit een veelheid van verbindingsfilamenten die zich uitstrekken tussen de bovenste en onderste laag; en - een vloeistofdichte laag die is gerangschikt 20 tussen de eerste bufferlaag en de tweede bufferlaag.

2. Beschermingselement volgens conclusie 1 omvattende een eerste verlijmingslaag voor het middels een ver-lijmingsverbinding verbinden van de eerste bufferlaag met 25 de vloeistofdichte laag.

3. Beschermingselement volgens conclusie 1 of 2 omvattende een tweede verlijmingslaag voor het middels een verlijmingsverbinding verbinden van de tweede bufferlaag 30 met de vloeistofdichte laag.

4. Beschermingselement volgens conclusie 1, 2 of 3 waarbij de verlijmingsverbinding een hotmelt verlijming 1037501 omvat, zoals een thermoplastische lijm, of een verlijming omvat waarbij de lijn wordt aangebracht middels spuiten, kasten en dergelijke.

5. Beschermingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de lijm is aangebracht middels een lijmcilinder, ofwel lijmtrommel.

6. Beschermingselement volgens een meer van de 10 voorgaande conclusies waarbij de vloeistofdichte laag een kunststof omvat, bij voorkeur in folievorm, bij verdere voorkeur omvattende een polyurethaan, polyethyleen, pvc, pvdc, et cetera.

7. Beschermingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvattende bevestigingsmiddelen voor het bevestigen aan een te beschermen ondergrond.

8. Beschermingselement volgens een of meer van de 20 voorgaande conclusies, aangebracht in een matras, bij voorkeur als toplaag.

9. Beschermingselement volgens hem is een van de voorgaande conclusies omvattende een bies. 25

10. Beschermingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de vloeistofdichte laag is gevormd middels het materiaal dat de lijmverbindingen tussen de driedimensionale lagen verschaft. 30

11. Beschermingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies geschikt voor wassen bij temperaturen tussen 10-95°, bij voorkeur tussen 15-60°, bij ver dere voorkeur tussen 15-45°, bij verdere voorkeur tussen 40-60°, bij verdere voorkeur tussen 60-95°.

12. Beschermingselement volgens een of meer van de 5 voorgaande conclusies omvattende parasiet dodende, bacte- riedodende, en/of virus dodende middelen, bij voorkeur aangebracht middels impregneren.

13. Beschermingselement volgens een of meer van de 10 voorgaande conclusies omvattende microben dodende elementen, zoals metaalelementen, zoals zilversporen.

14. Beschermingselement volgens een of meer van de voorgaande conclusies waarbij de hoogte van de driedimen- 15 sionale lagen bij voorkeur liggen in het bereik van 1 tot 15 mm, bij verdere voorkeur in het bereik van 2 tot 12 mm, bij verdere voorkeur het bereik van 2 tot 4 mm, bij verdere voorkeur in het bereik van 3 tot 8 mm, bij verdere voorkeur in het bereik van 4 tot 10 mm, mijn verdere voor-20 keur in het bereik van 4 tot 8 mm.

15. Werkwijze voor het vervaardigen van een beschermingselement omvattende stappen voor: - het verschaffen van een eerste driedimensionale 25 laag, zoals een driedimensionale haak- of breistructuur, als basis voor het beschermingselement, - het op een oppervlak van de eerste driedimensionale laag aanbrengen van een lijmlaag voor het verschaffen van een verbinding tussen twee lagen, 30. het aanbrengen van de tweede driedimensionale laag.

16. Werkwijze volgens conclusie 11, omvattende additionele stappen voor: - het verschaffen van een folie, - het onderling verbinden van de eerste driedimen-5 sionale laag en de folie.

17. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, omvattende stappen voor het aanbrengen van een tweede lijmlaag op een oppervlak van de tweede driedimensionale laag. 10

18. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 15, 16 of 17 waarbij het aanbrengen van de lijm wordt uitgevoerd middels een verwarmingstrommel met middelen voor het middels dit ongelijkmatig op een driedimensionale 15 laag uitspreiden van de lijm, bij voorkeur in een tempera-tuurgebied tussen 10-300°, bij verdere voorkeur 30-200°, 30-150°, 30-120°, 30-95°, 30-70°, 30-50° en/of combinaties daarvan.

19. Matrasbeschermer omvattende een beschermings- element volgens een of meer van de voorgaande conclusies. ·*··*·★ * * ★ ★ 1037501