NL1035968C - Strijkplankovertrek, werkwijze ter vervaardiging hiervan alsmede een werkwijze voor het strijken van weefsel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Strijkplankovertrek, werkwijze ter vervaardiging hiervan alsmede een werkwijze voor het strijken van weefsel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 strijkplankovertrek, omvattende ten minste drie lagen, te weten achtereenvolgens een toplaag, een tussenlaag en een dragerlaag. Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze ter vervaardiging van een dergelijke strijkplankovertrek, alsmede op een werkwijze voor het strijken van weefsel.

Een strijkplankovertrek is bekend uit het Nederlandse octrooischrift 10 NL 1022534, eveneens ten name van Widemex Geldrop B.V. In dit bekende octrooischrift is beoogd om de overtrek te voorzien van een of meer materialen om de wrijving tussen het te strijken weefsel en het verwarmingsorgaan te verminderen. Vergelijkbare strijkplankovertrekken zijn bekend uit EP-A-0 378 229 en het Britse octrooischrift 1.091.110.

15 Uit het ten name van Widemex Geldrop B.V. verleend Nederlands octrooi NL 1004242 is verder een strijkplankovertrek bekend, welke strijkplankovertrek uit een weefsel aangebracht op een schuimlaag bestaat, waarbij in de schuimlaag een geurstof is aangebracht. Volgens een dergelijke constructie kan het gewenst overbrengen van bepaalde geurstoffen, zoals bloesemgeur, 20 worden uitgevoerd zonder dat een toevoeging van geurstoffen aan water dat vaak aan een strijkijzer wordt toegevoegd, nodig is. Een dergelijke geurstof komt in de gewenste concentratie vrij wanneer de strijkbewerking bij verhoogde temperatuur van het verwarmingsorgaan wordt uitgevoerd.

Een nadeel van de bekende strijkplankovertrekken is dat deze 25 minder goed functioneren indien toegepast met de moderne strijkijzers met stoomsysteem welke voor een grote en continue stoomtoevoer zorgen. Zo zullen conventionele strijkplankovertrekken stoom doorlaten, hetgeen voor doorlekken kan zorgen en aldus de vorming van waterplassen op de vloer onder de strijkplank, hetgeen onwenselijk is.

30 Het doel van de onderhavige uitvinding is aldus het verschaffen van een strijkplankovertrek die doorlekken voorkomt en aldus het vormen van waterplassen onder de strijkplank voorkomt.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een strijkplankovertrek die goede warmteverdeling geeft over het gehele strijkoppervlak.

1035968 2

Nog een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een strijkplankovertrek die met name geschikt is voor toepassing van stroomstrijkijzers en stoomsystemen.

De in de aanhef vermelde strijkplankovertrek wordt gekenmerkt 5 doordat de tussenlaag uit een metaalfolie is vervaardigd.

Onder toepassing van een dergelijk metaalfolie wordt een barrièrelaag gevormd voor stoom en water. Deze barrièrelaag heeft een dubbele functie. Ten eerst wordt de stoom die door de toplaag en eventuele tussenlagen wordt gestuurd tijdens het strijken tegengehouden door de metaalfolie en als het 10 ware weerkaatst. Hierdoor ontstaat een luchtkussen en wordt het te strijken weefsel van twee zijden, dat wil zeggen de boven- en onderzijde voorzien van stoom. Hierdoor zijn de strijkresultaten beteren kan de strijktijd worden ingekort.

Het verdient de voorkeur dat de metaalfolie aluminiumfolie is. De onderhavige uitvinder heeft hiermee de beste resultaten verkregen.

15 Verder kunnen in een uitvoeringsvorm een of meer aanvullende tussenlagen aanwezig zijn tussen de toplaag en de metaalfolie en/of tussen de metaalfolie en de dragerlaag, waarbij de een of meer tussenlagen bij voorkeur zijn gekozen uit lagen vervaardigd uit molton, katoenen weefsel, schuim of metaalfolie. Deze aanvullende tussenlagen zorgen voor een zacht en flexibel oppervlak waar op 20 gestreken kan worden. Bij voorkeur zijn de aanvullende tussenlagen geplaatst tussen de toplaag en de metaalfolie. Bij voorkeur is er slechts één metaalfolie aanwezig.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is het met name gewenst dat er een moltonlaag aanwezig is tussen de toplaag en de metaalfolie. Een dergelijke 25 moltonlaag heeft een dempende werking en voorkomt het ontstaan van kreukels tijdens het strijken door het verschaffen van een zachte ondergrond. De moltonlaag is tevens goed doorlaatbaar voor stoom en vocht waardoor de gunstige werking van de onderhavige uitvinding behouden blijft. In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is tussen de toplaag en de moltonlaag een schuimlaag aanwezig. In een andere 30 uitvoeringsvorm is de dragerlaag een schuimlaag.

In de op dit moment met name de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm bestaat de strijkplankovertrek uit vijf lagen, achtereenvolgens een decoratieve toplaag, bij voorkeur een katoenen weefsel, een eerste schuimlaag, een moltonlaag, een aluminiumfolie en een tweede schuimlaag. Met name de voorkeur 3 verdient bovenstaande uitvoeringsvorm waarbij de toplaag de eerste schuimlaag en de moltonlaag over nagenoeg het gehele oppervlak hechtend met elkaar zijn verbonden. Verder verdient het met name de voorkeur dat de metaalfolie en de dragerlaag hechtend over nagenoeg het gehele oppervlak met elkaar zijn 5 verbonden. Ten behoeve van een goede ‘luchtkussenwerking’ verdient het de voorkeur dat de metaalfolie niet hechtend is verbonden met de direct daarboven gelegen laag (zijnde de toplaag of een tussenlaag); het verdient de voorkeur dat de metaalfolie en daarboven gelegen laag bij voorkeur alleen aan de omtrekrand, bijvoorbeeld door naaien, aan elkaar worden verbonden.

10 De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze ter vervaardiging van een strijkplankovertrek, waarbij de werkwijze de stappen omvat van het verschaffen van een samenstel van ten minste drie lagen, te weten een dragerlaag, een tussenlaag en een toplaag, het vervolgens het tot de gewenste afmeting snijden van het samenstel in afzonderlijke strijkplankovertrekken en het 15 vervolgens aan elkaar bevestigen van de afzonderlijke lagen.

Het is mogelijk het samenstel te verschaffen als afzonderlijke lagen die pas na het op maat snijden aan elkaar worden verbonden. Het is ook mogelijk dat een of meer lagen van het samenstel voorafgaand aan het op maat snijden onderling hechtend worden verbonden. Bijvoorbeeld door hechtmiddel of door 20 doorstikken van de lagen.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze worden de dragerlaag en de metaalfolie hechtend met elkaar verbonden alvorens het tot de gewenste afmeting snijden van het samenstel en waarbij de toplaag met de dragerlaag en de metaalfolie wordt verbonden na het tot de gewenste afmeting snijden van het 25 samenstel.

In een andere uitvoeringsvorm wordt de toplaag hechtend verbonden met achtereenvolgens een schuimlaag en een moltonlaag alvorens het tot de gewenste afmeting snijden van het samenstel en waarbij de toplaag, de schuimlaag en de moltonlaag enerzijds en de dragerlaag en de metaalfolie 30 anderzijds aan elkaar worden verbonden zodanig dat de moltonlaag is gericht tot de metaalfolie na het tot de gewenste afmeting snijden van het samenstel.

In een andere uitvoeringsvorm omvat het aan elkaar verbinden van het samenstel het aan elkaar naaien van de verschillende lagen rondom de omtrek van de strijkplankovertrek, eventueel onder toepassing van een hulsvormige houder t 4 met een opening waardoor een spanningsorgaan kan worden aangebracht.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het samenstel van lagen rondom onlosmaakbaar voorzien van een hulsvormige houder met een opening waardoor een spanningsorgaan, bijvoorbeeld en touw, koord of elastiek, kan worden 5 getrokken, dat uitmondt bij een uiteinde van het samenstel en daar is voorzien van een samentrekorgaan om het spanningsorgaan te kunnen samentrekken rond de strijkplank. Op deze wijze kan de strijkplankovertrek passend worden aangebracht om een strijkplank. Een dergelijke strijkplankovertrek is bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage NL 1035357op naam van Widemex Geldrop B.V..

10 De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het strijken van weefsels, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: i) het op de juiste temperatuur brengen van het verwarmingsorgaan, ii) het plaatsen van het te strijken weefsel op de strijkplankovertrek verkregen volgens een of meer van de conclusies 1-7 of vervaardigd volgens een 15 werkwijze volgens een of meer van de conclusies 8-11; iii) het glijdend in contact brengen van het verwarmde verwarmingsorgaan met het te strijken weefsel.

Verder voorkeursuitvoeringsvormen voor de strijkplankovertrek en de werkwijzen worden weergegeven in de bijbehorende conclusies.

20 1035968

Claims (12)

1. Strijkplankovertrek omvattende ten minste drie lagen, te weten achtereenvolgens een toplaag, een tussenlaag en een dragerlaag, met het 5 kenmerk, dat de tussenlaag uit een metaalfolie is vervaardigd.

2. Strijkplankovertrek volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de metaalfolie aluminiumfolie is.

3. Strijkplankovertrek volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat er een of meer aanvullende tussenlagen aanwezig 10 zijn tussen de toplaag en de metaalfolie en/of tussen de metaalfolie en de dragerlaag, waarbij de een of meer tussenlagen bij voorkeur zijn gekozen uit lagen vervaardigd uit molton, katoenen weefsel, schuim of metaalfolie.

4. Strijkplankovertrek volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat er een moltonlaag aanwezig is tussen de toplaag 15 en de metaalfolie.

5. Strijkplankovertrek volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat er een schuimlaag aanwezig is tussen de toplaag en de moltonlaag.

6. Strijkplankovertrek volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dragerlaag een schuimlaag is.

7. Strijkplankovertrek volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toplaag uit een katoenen weefsel is vervaardigd.

8. Werkwijze ter vervaardiging van een strijkplankovertrek zoals omschreven in één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat 25 de werkwijze de stappen omvat van het verschaffen van een samenstel van ten minste drie lagen, te weten een dragerlaag, een tussenlaag en een toplaag, het vervolgens tot de gewenste afmeting snijden van het samenstel in afzonderlijke strijkplankovertrekken en het vervolgens aan elkaar bevestigen van de afzonderlijke lagen.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de dragerlaag en de metaalfolie hechtend met elkaar zijn verbonden alvorens het tot de gewenste afmeting snijden van het samenstel en waarbij de toplaag met de dragerlaag en de metaalfolie wordt verbonden na het tot de gewenste afmeting snijden van het samenstel. 1035968 τ (

10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de toplaag hechtend wordt verbonden met achtereenvolgens een schuimlaag en een moltonlaag alvorens het tot de gewenste afmeting snijden van het samenstel en waarbij de toplaag, de schuimlaag en de moltonlaag enerzijds en de dragerlaag en de metaalfolie 5 anderzijds aan elkaar worden verbonden zodanig dat de moltonlaag is gericht tot de metaalfolie na het tot de gewenste afmeting snijden van het samenstel.

11. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 8-10, waarbij het aan elkaar verbinden van het samenstel het aan elkaar naaien omvat van de verschillende lagen rondom de omtrek van de strijkplankovertrek, eventueel onder 10 toepassing van een hulsvormige houder met een opening waardoor een spanningsorgaan kan worden aangebracht.

12. Werkwijze voor het strijken van weefsel, met het kenmerk, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: i) het op de juiste temperatuur brengen van het 15 verwarmingsorgaan, ii) het plaatsen van het te strijken weefsel op de strijkplankovertrek verkregen volgens een of meer van de conclusies 1-7 of vervaardigd volgens een werkwijze volgens een of meer van de conclusies 8-11; iii) het glijdend in contact brengen van het verwarmde 20 verwarmingsorgaan met het te strijken weefsel, bij voorkeur onder toepassing van stoom. 1035968