NL1037286C2 - Inrichting voor het meten van de kerntemperatuur van voedingsmiddelen die verhit worden in een magnetron. - Google Patents

Description

Inrichting voor het meten van de kerntemperatuur van voedingsmiddelen die verhit worden in een magnetron.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 feitelijk meten van de kerntemperatuur van voedingsmiddelen die geplaatst zijn c.q. geplaatst worden in een magnetron.

Gewoonlijk ontstaat er een probleem wanneer iemand, voedingsmiddelen wil bereiden en/of verwarmen in een magnetron. Dit probleem uit zich doordat de persoon die de 10 voedingsmiddelen wil bereiden en/of wil verwarmen in een magnetron wel de tijdsduur van het verhitten c.q. verwarmen kan instellen maar niet de gewenste feitelijke temperatuur. Hierdoor is het onmogelijk om de magnetron zo in te stellen dat deze uitgeschakeld wordt als de voedingsmiddelen, die geplaatst zijn 15 in de magnetron, de gewenste temperatuur hebben bereikt. Dit probleem uit zich tevens in het feit dat de magnetron geopend moet worden, waarna de persoon die de voedingsmiddelen aan het bereiden c.q. verwarmen is, pas kan inschatten of de voedingsmiddelen op de gewenste temperatuur gebracht zijn.

20 Vervolgens kan die persoon concluderen dat de voedingsmiddelen nog niet de gewenste temperatuur bereikt hebben, de gewenste temperatuur wel bereikt hebben, of dat de gewenste temperatuur overschreden is. In de meeste gevallen zal geconcludeerd worden dat de temperatuur van die betreffende voedingsmiddelen onder of 25 boven de gewenste temperatuur ligt. Het probleem uit zich tevens in het feit dat, indien de temperatuur van de voedingsmiddelen onder de gewenste temperatuur ligt, de voedingsmiddelen opnieuw in de magnetron geplaatst moeten worden om het bereidingsproces c.q. het verwarmingsproces opnieuw op te starten. De handeling 30 zoals omschreven in de voorgaande zin kan één keer of meerdere keren plaats moeten vinden voordat de gewenste temperatuur bereikt is. Indien de gewenste temperatuur van de betreffende voedingsmiddelen overschreden is, uit zich het probleem in het feit dat deze voedingsmiddelen af moeten koelen alvorens deze 35 geconsumeerd kunnen worden. Tevens uit zich dit probleem in het 1037286 2 feit dat in beide ontschreven gevallen, waarneer het proces van bereiden c.q. verwarmen één of meerdere malen opnieuw opgestart moet worden omdat de behaalde temperatuur beneden de gewenste temperatuur ligt of wanneer de voedingsmiddelen tengevolge van 5 oververhitting af moeten koelen, dit ten koste gaat van de kwaliteit en de smaak van de voedingsmiddelen.

Met de uitvinding wordt beoogd om het voor een ieder persoon mogelijk te maken om voedingsmiddelen, die bereid c.q. verwarmd worden in een magnetron, eenvoudiger, directer en in één keer op 10 de gewenste temperatuur te brengen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt door in de magnetron de kerntemperatuur van de te bereiden of te verwarmen voedingsmiddelen te meten welke magnetron uitgeschakeld zal worden bij het bereiken van een van te voren ingestelde gewenste 15 temperatuur die de voedingsmiddelen, volgens de betreffende persoon, na het voltooien van het bereidingsproces of het verwarmingsproces moeten hebben. De uitvinding gaat er hierbij van uit dat niet de tijd die er voor nodig is om voedingsmiddelen te bereiden of te verwarmen maar de uiteindelijk gewenste 20 temperatuur van de voedingsmiddelen ingesteld kan worden. Tevens gaat de uitvinding er hierbij van uit dat de magnetron automatisch uitgeschakeld wordt bij het bereiken van de vooraf ingestelde gewenste temperatuur van de voedingsmiddelen in plaats van automatisch uit te schakelen na een vooraf ingestelde 25 tijdsduur. Teneinde de kerntemperatuur van de te bereiden of de te verwarmen voedingsmiddelen te meten wordt, volgens de uitvinding, een kerntemperatuurmeter in de magnetron geplaatst welke kerntemperatuurmeter gekoppeld is aan schakelapparatuur die in verbinding staat met een handmatig te bedienen knop aan de 30 buitenkant van de magnetron. Met deze handmatig te bedienen knop kan de temperatuur ingesteld worden die wenselijk c.q. noodzakelijk is voor de bereiding of verwarming van de voedingsmiddelen die in de magnetron geplaatst zijn. Aldus in plaats van de tijdsduur in te stellen zoals dat althans tot op 35 heden te doen gebruikelijk is, wordt volgens de uitvinding 3 met de handmatig te bedienen knop aan de buitenkant van de magnetron de gewenste temperatuur tot waarop men de voedingsmiddelen wenst te verhitten c.q. te verwarmen ingesteld. Zodra de voedingsmiddelen in de magnetron de vooraf ingestelde 5 wenselijke temperatuur bereikt hebben, schakelt de magnetron automatisch uit net zoals, althans zoals tot op heden te doen gebruikelijk is, de magnetron uitschakelt na een vooraf ingestelde tijdsduur. De handmatig te bedienen knop aan de buitenkant van de magnetron voor het vooraf instellen van de 10 wenselijke temperatuur van de te bereiden c.q. te verwarmen voedingsmiddelen kan ingesteld worden van 0 graden Celsius tot en met 100 graden Celsius. Teneinde de naald of enige andere vorm van een uiteinde van de kerntemperatuurmeter in de verschillende voedingsmiddelen te kunnen stoppen om de kerntemperatuur van de 15 voedingsmiddelen te kunnen meten, wordt de kerntemperatuurmeter, die gekoppeld is aan het schakelapparatuur welke schakelapparatuur verbonden is met de handmatig instelbare knop, om de magnetron bij het bereiken van de gewenste temperatuur van de voedingsmiddelen uit te schakelen, bevestigd aan een flexibel 20 en hittebestendig draad. Deze flexibele en hittebestendige draad geeft, volgens de uitvinding, de kerntemperatuurmeter voldoende bewegingsvrijheid om de naald c.q. het uiteinde van de kerntemperatuurmeter in de voedingsmiddelen aan te brengen. Vervolgens wordt volgens de uitvinding de kerntemperatuurmeter 25 voorzien van een afdoende bescherming ter voorkoming van oververhitting van de kerntemperatuurmeter zelf en tegen het weerkaatsen van de stralen welke bij een in werking zijnde magnetron geproduceerd worden. Deze bescherming bestaat eruit dat om de kerntemperatuurmeter een beschermende laag van 30 hittebestendige siliconenrubber of enig ander materiaal dat hiervoor geschikt is, aangebracht is. Tevens zal volgens de uitvinding de kerntemperatuurmeter bij het niet in gebruik zijn van de magnetron binnen in de magnetron in een vakje opgeborgen kunnen worden.

35 Volgens de uitvinding zal bij het bereiken van de gewenste 4 vooraf ingesteld temperatuur van de voedingsmiddelen de magnetron automatisch uitschakelen, net zoals althans tot op heden te doen gebruikelijk is dat magnetrons uitschakelen bij het verlopen van een vooraf ingestelde tijdsduur. Het uitschakelen gaat gepaard 5 met een auditief signaal. Tevens is het volgens de uitvinding mogelijk om in plaats van bij het bereiken van de gewenste temperatuur van de voedingsmiddelen de magnetron uit te laten schakelen, de magnetron niet geheel uit te schakelen maar over te laten schakelen naar het op warmte houden van de voedingsmiddelen 10 waarbij de kemtemperatuurmeter telkens metingen blijft doen en de resultaten van deze metingen doorgeeft aan de schakelapparatuur. Wanneer de temperatuur van de voedingsmiddelen onder het gewenste niveau is gedaald zal de schakelapparatuur de magnetron weer aanschakelen totdat de gewenste temperatuur van de 15 voedingsmiddelen wederom op de gewenste temperatuur gebracht is en kan c.q. zal dit herhalen totdat de persoon in kwestie de voedingsmiddelen uit de magnetron haalt.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de 20 inrichting volgens de vinding, waarbij ter wille van de duidelijkheid van de figuren bepaalde onderdelen en functies zijn weggelaten en/of niet aangegeven c.q. genoemd zijn.

Figuur 1 toont de inrichting met de handmatig bedienbare draaiknop voor het instellen van de gewenste kerntemperatuur van 25 de voedingsmiddelen van o graden Celsius tot en met 100 graden Celsius.

Figuur 2 toont de kemtemperatuurmeter met de hittebestendige en flexibele draad die de kemtemperatuurmeter met de schakelapparatuur zal verbinden.

30 Figuur 3 toont de kemtemperatuurmeter met een hittebestendige beschermingslaag van siliconenrubber of enig ander geschikt en hittebestendig materiaal ter voorkoming van oververhitting van de kemtemperatuurmeter zelf en tegen het weerkaatsen van de stralen welke bij een in werking zijnde magnetron geproduceerd worden.

35 Figuur 4 toont het uiteinde van de kemtemperatuurmeter die 5 in de voedingsmiddelen is aangebracht.

Figuur 5 toont hoe de kerntemperatuurmeter opgeborgen kan worden in de magnetron wanneer deze buiten werking is.

De kern van de uitvinding en de manier van het in gebruik nemen 5 voldoende beschreven hebbend, moet nadrukkelijk worden opgemerkt dat de uitvoeringen hierboven aangegeven en weergegeven in de tekeningen in detail kunnen worden gewijzigd mits hun fundamenteel principe niet wordt veranderd.

10 1037286

Claims (7)

1. Inrichting voor het meten van de kerntemperatuur van voedingsmiddelen die verhit worden in een magnetron.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat zich op de magnetron een handmatig instelbare knop bevindt welke 5 ingesteld kan worden van 0 graden Celsius tot en met 100 graden Celsius.

3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk dat de handmatig instelbare knop verbonden is met schakelapparatuur welke in verbinding staat met een kerntemperatuurmeter.

4. Inrichting volgens conclusie 1 en 2 en 3 met het kenmerk dat de schakelapparatuur de magnetron uitschakelt bij het bereiken van een vooraf ingestelde met de handmatige draaiknop ingestelde wenselijke temperatuur van voedingsmiddelen die met de magnetron bereid, verhit of verwarmd gaan worden.

5. Inrichting volgens conclusie 1 en 2 en 3 en 4 met het kenmerk dat de kerntemperatuurmeter in de magnetron bewegingsvrijheid heeft doordat de kerntemperatuurmeter flexibel beweegbaar is met het doel om op verschillende plekken in de magnetron en in verschillende grote van porties 20 voedingsmiddelen de kerntemperatuur te kunnen meten.

6. Inrichting volgens conclusie 1 en 2 en 3 en 4 en 5 met het kemmerk dat de kerntemperatuurmeter voldoende hittebestendig en in staat is de weerkaatsing van de stralen in een werkende magnetron tegen te gaan.

7. Inrichting volgens conclusie 1 en 2 en 3 en 4 en 5 en 6 met het kenmerk dat het mogelijk is om bij het behalen van de gewenste temperatuur van de voedingsmiddelen de magnetron niet meteen uit te schakelen maar over te gaan naar een stand waarbij de voedingsmiddelen warm gehouden worden doordat de magnetron 30 telkens weer automatisch in werking treedt als de temperatuur van de voedingsmiddelen beneden het gewenste niveau daalt. 1037286